 |
|
 |
|
|
 |
30-05-2015 |
Oekraïne |
Wie is het die me leest, wie is het die een deel van zijn energie steekt in wat ik schrijf, alsof het toereikend zou zijn me te lezen om een deel van zijn dag te vullen met de inhoud van wat er geschreven staat?
Ik geef me er aldus rekenschap van wat het betekent schrijver te zijn, de verantwoordelijkheid die men op zijn schouders neemt om enkel dingen te schrijven die waardevol zijn, die een spoor nalaten dat getrokken wordt in de diepte van het zijn, in het territorium van de geest. Alsof het mogelijk zou zijn voor iemand als ik, zich in dit gebied op te stellen en er blijvend te vertoeven.
Ik heb – sta me toe - de vijver van mijn vriend lief, niet zoals Van Eeden de waterlelie, maar omdat hij de spiegel is van wat er aan zijn oppervlakte en de luchten er boven gebeurt en tevens van de dingen de donkere ondergrond bergt.
Ik verbreek dit schrijven om te luisteren naar de heruitzending van de Koningin Elisabethwedstrijd voor Viool met de Amerikaan William Hagen en dan vooral om te luisteren naar zijn concerto van Tchaikovsky. Wat een tegenstelling, het zuiver poëtische verhaal van viool en orkest geplaatst tegenover het onderwerp dat ik dacht te behandelen. Aarzeling is mijn deel.
En om terug te komen tot mijn vijver: de rimpeling van het water, zijn de trillingen van de snaren, de wind in de bomen is het melodieus gezang van de viool. Beelden die klanken zijn, klanken die ons diep raken en waar we aankomen is in een hogere gelaagdheid van het bestaan, in een voller zij, opgelost, ogenblikken lang alles vergetend, toegespitst op de jonge man en het ongelooflijke spel van vingers op snaren. We houden de beelden, we houden de klanken tot lang erna. Akkoorden over water weggegleden, opgevangen, neergezet tot als je neer zit terug om te schrijven wat je schrijven moet, nog steeds in de ban…
Maar ik dacht te spreken over de duistere kanten van de politiek en dan vooral deze met betrekking tot de toekomst van Oekraïne. Ik hoorde hierover een schitterende uiteenzetting van Professor Criekemans, doctor in politieke en sociale wetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
In klare bewoordingen maakte hij duidelijk hoe, vooral het gebrek aan kennis vanwege de Europese bewindvoerders, ter zake van de geschiedenis en van de geaardheid van het Oekraïense volk en het volk gemanipuleerd door hun corrupte politieke leiders, die – de Europese bewindvoerders - totaal onnodige en verkeerde stellingen hebben vooruitgeschoven die in het Rusland van Poetin beslissingen hebben uitgelokt die beter waren uitgebleven.
De vraag die zich hierbij stelt is duidelijk: als een professor weet omdat hij die zaken heeft bestudeerd, hoe de toestand in Oekraïne moet begrepen worden en hoe er achter de schermen zaken werden/worden gemanipuleerd, waarom weten dit dan niet onze politici, en waarom gebeurt het dat sommige, in hun verblinding, op het Maidanplein op de bres gaan staan, roepend en schreeuwend en armen zwaaiend, om aan te klagen wat niet aangeklaagd moest worden en te beloven wat niet mocht of kon beloofd worden.
Ik vrees echter, wat de toekomst betreft, dat de huidige machthebbers, ‘de’ oplossing die met grote kennis van zaken zal moeten worden bedongen, niet aan kunnen, omdat ze wellicht nog steeds meer onvoorbereid zijn dan, laat ons hopen, onbekwaam, om wat ondergronds zich aan het aanmelden is te benaderen en het hoofd te bieden. Enkel de dichtstbije problemen worden aangepakt en dan nog zoals het hier gebruikelijk is op een te onhandige wijze opdat hun tussenkomst enig resultaat hebben zou.
Zo, wat er zich aan het afspelen is onder het watervlak, van de politiek in Oekraïne, ontgaat hen ogenschijnlijk, gezien er geen duidelijke reactie komt om het gevaar aan te kaarten, bloot te leggen en te bevechten.
Des te meer – maar dit werd enkel in de wandelgangen aangehaald - omdat nu duidelijk wordt dat het probleem Oekraïne wijken moet voor het immens groter probleem dat IS noemt, dat wellicht enkel grondig kan worden opgelost door de vorming van een gemeenschappelijk front, waarin de totaliteit van de op vrijheid geschoeide democratieën, en dan vooral USA, Europa én Rusland, het gezamenlijk opnemen tegen de dreiging die IS vormt. Een mislukking wat deze broodnoodzakelijke gemeenschappelijk opstelling aangaat kan, zoals het zich nu aftekent, later, fatale gevolgen kennen.
Wanneer staat ‘de’ politieker op die alle bestaande tegenstellingen, Oekraïne en andere, op zij zal schuiven, om krachtig en nadrukkelijk te verdedigen wat ons allen aangaat, de vernietiging van de IS-gedachte optredend, zoals zovele eeuwen terug de Kerk, in naam van 'de ene ware' God.
Geef me ondertussen maar het vioolconcerto van Tchaikovsky van deze morgen, of dat van Brahms en Sibelius van deze avond. Niet dat IS me niet zal blijven bezig houden, want eens zij ooit aan de macht is het gedaan met om het even welk concerto.
30-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-05-2015 |
Soms |
Soms, en de laatste tijd meer dan vroeger, staat er een muur opgetrokken als ik begin te schrijven, met aan de overkant wat ik bereiken wil. Er rest me alsdan, na een periode van bezinning, of een bres te slaan of uit te zien hoe ik er over kom. Om dan, de ogen gesloten, de blik gericht naar binnen waar de echo hangt van al wat ik reeds schreef en niet zoals ik zou willen, te verzamelen is in een paar pagina’s, een soort groepsfoto van al wat in mijn gedachten is opgerezen en het woord heeft gekregen in mijn blogaffaire.
Een vriend, zo noem ik hem, mailde me gisteren dat hij, wil hij me lezen 1500 blogs te verorberen had/heeft wat hem ettelijke etmalen gekost heeft of kosten zal. Ik stel me dan de vraag welk nut er aan verbonden is, voor mij en voor de lezer. Is het meer dan een konijn dat ik uit mijn hoed heb getoverd, een lichtbaken naar wat was en naar wat komen zal, of een boren naar de zin van ons bestaan, of de drie wegen samengebracht in een hoofdweg die naar ik hoop geen holle hoofdweg zijn zal.
Bewustwording van het punt waar ik aangekomen ben is noodzakelijk, uitbreiding ervan tot over de grenzen van wat mogelijk is wordt gevaarlijk. En toch zal ik verder moeten, teruggaan naar vroeger en het vroegere evalueren naar het komende toe, zodat het einde maar steeds verschoven wordt, zelfs als het telkens een zoeken is achter een te doorbreken muur.
Heel wat valt er nog te doen en de tijd ontglipt me, verrast me keer op keer door zijn akelige snelheid. De slaap die ik zo nodig heb is er te veel aan, wat een onlogische uitspraak is, het is wat ik nog zou willen doen dat te veel is, dat ik herleiden moet tot wat haalbaar is, de enige manier om de tijd te temmen.
Mijn God, hoe heb je me toegetakeld, in elkaar gestoken, hoe heb je me laten groeien tot in het absurde toe, niet alleen als schrijver van blogs, maar als mens die niets anders meer kan dan schrijven, met verwaarlozing van al het andere dat mijn hart, om te beginnen, kalmte zou bijbrengen, berusting en voldaanheid al was het maar om de 1500 blogs die te lezen staan op mijn Blog-webside.
.
29-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-05-2015 |
Bevreemdend |
Ik ben een vreemde man, ik schrijf in vreemde woorden en over vreemde dingen vreemde zaken. Bevreemdend is het wel. Nochtans ik ben zeker niet Jorge Luis Borges, ik ben niet iemand om te zijn wie ik niet ben. Zo ken ik mezelf als ik schrijf in het midden van de nacht, omdat ik schrijven moet om te weten wie ik ben?
Zoals die robot in het atelier die ik bezig zag en niet is, al werkt hij als iemand die is en die, als hij gewekt wordt, doet wat hij doen moet: aan, uit een staaf inox gezagen partjes, met een hoge preciesheid qua vorm en ingewikkeldheid, leven geven als een nieuw bruikbaar, noodzakelijk stuk, zo dat ik er een houden wil als talisman die ik raadplegen kan als de inspiratie zoek is of als iets verkeerd dreigt te gaan.
De vreemde man die ik ben heeft niet die preciesheid, is niet geschoold om alles af te werken zoals het hoort, laat zich verleiden, verschuift de dingen verder de dag in, de nacht die komt aankloppen in. De robot die ik zag is secuur, hij werkt in volle licht als in totale duisternis, onder toezicht en even goed als er geen ziel is mee gemoeid. Ik sukkel maar wat, zoek naar iets waar ik naar zoeken kan en vind niet altijd de weg, en als ik de weg vind dan is het niet altijd een na te volgen en te hergebruiken voorbeeld.
Ik vergelijk me dan niet alleen met de robot maar ook met de man behind the robot. Want de man achter de robot heeft niets gemeen met een robot, hij is geen eigenaar die over een stuk machine spreekt. Neen hij spreekt over zijn vriend, hij is hem dankbaar. Terwijl de baas rond de vijver wandelt, kijkend hoe alles aan het groeien is, zijn vissen toesprekend aan de kant, alsof hij een verhaal aan het vertellen is, werkt de robot, en hij werkt goed, hij werkt perfect of hij nu in zijn omgeving is of niet, hij werkt, hij leeft zijn leven.
Het is om hem te benijden in zijn eenvoud van zijn groot mens zijn, een man van wijde luchten, van hazelaars en rabarberstruiken, van zaden die hij strooide en van nieuwe planten die bloeien zullen mettertijd.
Als een vreemde man in een vreemd lichaam schrijf ik over hem. Ik noem hem niet, wie me leest en hem kent weet over wie het is dat ik schrijf. Ik zie hem als een gelukkig man, hij bezit alles wat hij nodig heeft, van vrouw tot dochter, tot vijvers tot vissen, kippen en tot vrienden, waaronder een robot.
Hij bezit een wereld.
28-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-05-2015 |
Aussi peu que les nuages |
Aussi peu que les nuages[1].
Niets meer dan de wolken, zijn de woorden die ik elke dag vallen laat, niets meer dan wat invallen opgeraapt en neergezet, alsof het flarden wolken waren over mij heen geschoven, gepoogd die vast te grijpen terwijl ik half dronken was, te klein om uit te gaan met pen en inkt om witte bladen vol te schrijven en te blijven ademen. Zo, niets meer dan de wolken zijn deze blogs. Wolken heen geschoven over veld en weiden, over zeeën, geaderd, aaneen gehouden met punt en komma, en daarna uiteen gerafeld lijk hooioppers door de wind, roekeloos.
Aussi peu que les nuages:
Woordkreten zonder al te veel betekenis, geschreven om te zijn en te blijven en niet altijd aanvaard, niet altijd binnen de grenzen gehouden van wat ons overvallen kan, de realiteit soms opzij geschoven om te stijgen lijk een lichtballon de wolken in, kleiner wordend opgeslorpt door wat het heelal is. Zo mijn woorden, verlucht uitgebalanceerd tot verschijnsels van korte duur waar niemand achterstaat, verwonderd ze te ontvangen op de morgentafel of later als de dag voorbij zal zijn, ingekrompen door wat voorbij al is en niet meer komen zal.
Aussi peu que les nuages:
Ranken boterbloemen, gele vlammen in de grachten langs de wegen, waar we komen en ook duizendblad waar we nimmer komen zullen, al weet je het maar nooit wat van de dagen is en van het leven. Of van een onschuldig pimpelmeesje tegen het raam gevlogen, op de grond waar het ligt en opgeraapt om het te houden een tijdje, het kopje in gedeukt, stijf geworden pootjes, totaal naamloos, dat je enkel redden kunt en tot herleven roepen zult door het te vermelden, zodat het morgen nog gelezen zal, geweten dat het gebeurde en nog gebeuren zal.
Aussi peu que les nuages:
Klaar om uit te breken, de wolken te laten voor wat ze zijn en binnen te komen waar je komen wilt, geschuif van voeten over perkament en papyrus, tekeningen van vroegere tijden, latent in goud en rode lak, zoals in wolken goud en rood kan schuiven, en zich spiegelen in wondervijvers, met de reiger wachtende op de oever in het gras, tussen riet en colablikje overgebleven, ons niet gelaten er op neer te zien.
Aussi peu que les nuages:
Tijdloos vluchtig over nog komen moeten en niet geweten zijn hoe het kon Sibelius in de snaren, hoog trillend gezang en gebeden in koor, in solo opgevangen en doorgegeven, lente en herfst en tederheid die van lippen is en van handen neergelegd als bloemen op een koude grafsteen, stengels geknipt en samengehouden met een veelkleurig lint, kleur van avonden die vallen lijk sneeuw in donkere lanen, dovend wat van gisteren was en van veel vroeger nog, stralend lijk uitgestoken handen in verwachting, erin bloot gelegd, viool en vingers die snaren beroeren als of het bellen waren van licht en duisternis, afwisselend en in elkaar gedraaid lijk horens die we kennen en zwierende molens met gillende kinderen, uitgelaten tot de lichten, tot de sterren en later nog het eerste licht dat binnen komt op verwarde lakens, lichamen half bedekt, slapend nog.
Aussi peu que les nuages, niets meer dan de wolken!
[1] Titel van het bekroond opgelegde werk van Michael Jarrel. Koningin Elisabeth Wedstrijd voor Viool, 2015
27-05-2015, 20:24 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-05-2015 |
Blijf verwonderd. |
‘Blijf verwonderd’ is de groet die ‘Klara’ me elke morgen toewenst.
‘Blijf verwonderd’, of een stap verder en dieper gravend dan het ‘be mindful’ dat ik een (glorieuze) morgen las in het wapenschild van het Macbeth-castle in Cawdor, Schotland.
En ik, in mijn stilte, in mij geslotenheid, afgezonderd, vereenzaamd, ik blijf, om terug te gaan tot de essentie, verwonderd over de orchidee naast mij waar ik schrijf; de orchidee – ze is méér dan zo maar een plant - waarover ik een blog schreef, wat ze weet, ik heb het haar verteld; die in dank is open gebloeid, niet in één bloem, maar vandaag reeds met vier die, bewegend in hun roerloosheid, me aanstaren en, als ik even ophoud en opkijk, me doorboren met hun blik.
Ik herinner me dat ik, korte tijd terug, haar met wat water en wat toewijding uit haar verschrompeling heb gehaald, haar toesprekend, haar aanmoedigend, haar duldend op de beste plaats naast mij, en verwonder me er nu over, mijn geest zich mengend met het stipje geest in haar, identiek qua aard, aan die in mij, levend, opspringend zich loswringend.
Mij is het gegeven er over te mijmeren, open te bloeien in strakke woorden, terwijl zij me haar verwondering toont door open te bloeien nu al in vier bloemen, die, ik kan het niet verloochenen, me aanstaren, niet zo zeer met verwondering, ze kent me al, maar - waag ik het te schrijven? - met meer dan tederheid, met liefde, terwijl ze nog een twintigtal botten klaar houdt om me verder te verwonderen als ze zullen open barsten op een morgen, een middag of een valavond als ik zal leeg geschreven zijn, aldus zij, in potentie een mini regenwoud verbergend.
Zo, ‘kleiner Mann’ met je orchidee, blijf verwonderd om de verwondering, verga niet in de dorheid als je bloed aan het verarmen is met de jaren die zich stapelen in je leden, in de trilling van je handen als je schrijft, maar blijf in woorden open bloeien zoals de orchidee naast je. Zelfs als je weet dat erna, als haar tijd gekomen is en ze leeg gebloeid, wegzinken zal in haar slaap, blijf verwonderd, want in haar slaap is ze zich, lijk een ingesponnen vlinder, aan het voorbereiden op een volgende bloei zoals jij, als je de nacht ingaat in je slaap nieuwe gedachten zich klaren zullen die je de volgende dag, zoals de orchidee vandaag, verwonderen zullen.
‘Being mindful’ is niet voldoende dus, is een begin, een opening, een noodzaak, pas erna kan de verwondering komen, het binnen komen, het zich vermengen met wat is om zelf verwondering te zijn, verwonderd over het wonder van wat leeft en is: Klimt en Van Gogh en Turner, T.S.Eliot en Gilliams en Pasternak, Satie en Mozart en meer nog, veel meer nog, Johan Sebastian Bach.
Verwonderd over het wonder dat verwondering is.
26-05-2015, 07:40 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
25-05-2015 |
Bach |
Bach, Mevrouwen, Mijne Heren, luisteren naar Johan Sebastian Bach, is zwemmen in Bach, is verdrinken in hem. Ik zal niet, als ik aan het einde van de rit gekomen ben, zoals Pessoa vragen naar mijn bril, neen, zoals ik dit moment, dit nu van het schrijven ben ingesteld, het zal Bach zijn die ik vragen zal, wetende dat ik in hem zal verder leven, dat de overgang van leven naar dood overbrugd zal zijn door de muziek van Bach, meer dan toereikend om de oneindigheid in te gaan.
Wat een mogelijkheden we hebben - zij die onthoofd worden zouden het kunnen vragen aan hun beul die er natuurlijk niet zal op ingaan, maar de vraag staat vrij – Bach als de voorbode van het goddelijke, het verhevene dat ons verwelkomt aan de poort waar we worden verwacht. Ik hoop dat mijn broer Daniël er niet op mij zal staan wachten, zoals de vader op zijn drie zonen, dat hij zal binnen gegaan zijn in het grote licht van duizend zonnen, wel wetende dat ik eens na zal komen, de lente voorbij, de zomer voorbij en wie weet de winter.
Ik schrijf dit zo maar, ik waag me aan voorspellingen, zelfs aan voorspellingen die kunnen uitkomen. Het is simpelweg mijn boodschap van vandaag.
25-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
24-05-2015 |
Pinksteren |
Je kunt uit je bed opstaan met zicht op de Araratberg waar de ark van Noë op gestrand zou zijn of wakker worden met de muziek van Beethoven. Beide zijn inspirerend, de Ararat omwille van de legende er aan verbonden, ook om wat Julian Barnes er over schreef. Maar Beethoven is meer voor de hand liggend en is ruim voldoende om je in te stellen op de krachten die Beethoven bezochten op het ogenblik dat hij componeerde, wat een aanleiding is om op stap te gaan zoals een pelgrim naar Compostella.
In het putje van de winter nam je een foto van de bomen omheen het huis, de tegenstelling met de bomen nu, is overweldigend. Dit geldt niet voor de persoon die je gisteren waart, onrustig en bekommerd, vergeleken met de persoon van vandaag is er weinig verschil, de kommer om de toekomst is blijven hangen. Je gelooft wel dat het de geest is die uiteindelijk overwinnen zal; dat alles vernietigd kan worden, maar dat, zoals de geest geïncarneerd door koningin Zenobia onverwoestbaar is, hij wel kan worden gefnuikt, vernederd en tot zwijgen gedwongen maar het heilige vuur zal blijven vunzen diep in de asse.
Dit was ook de boodschap van Dyar Abou Jahjah die zich vooral afzette tegen de imperialistische neigingen van het Westen, geprojecteerd op die van Rome, met in het achterhoofd bij hem, de vunzende hoop – dit is geen verwijt, het is een logische gevolgtrekking - dat deze neigingen ook eens van uit het Oosten zouden kunnen komen.
Al wordt dit niet gezegd, het staat tussen de lijnen van zijn column te lezen, toch overheerst het gevoel dat een samensmelting of echte osmose tussen het ‘imperialisme’ van het Westen en dit van het Oosten, na een aantal generaties tot stand kan komen, als het vuur van overheersing zal zijn uitgedoofd en Oost en West spiritueel op een voet van gelijkheid zullen gekomen zijn: het religieuze herleid tot filosofische beschouwingen over leven en dood en vooral, over onze integratie in de kosmos die op de loer ligt – stalking the human spirit - en meer en meer als vaste waarde doordringen zal als een groei naar meer inzicht in de irrealiteit der dingen.
Of, op dag van Pinksteren, de Grote Geest die binnendringt in de wankele geest van de mens, opdat hij een fakkel worden zou in de duisternis. Er is geen ander heil voor ons weggelegd.
Uiteindelijk ligt de toekomst van de homo sapiens gecentreerd in een bepaalde vorm van religie, geaxeerd op ons geïntegreerd zijn in het kosmische, het Cosmotheandric concept, de nieuwe drie-eenheid Cosmos, theos, anthropos[1].
De dichterbije toekomst kan dus eigenlijk wel zijn wat een vriend, verwijzend naar een schilderij van Bruegel me mailde: ‘de stoet van de blinden recht op de afgrond af’. Er is evenwel nog een andere toekomst maar deze ligt heel wat verder van ons af.
[1] ‘We should emphasize that in new-paradigm theology, the cosmos, God and humans are interrelated. Raymundo Panikkar, who is a kind of theologian’s theologian, calls this the cosmotheandric principle, cosmos, theos, anthropos.’ Pag 101, ‘Belonging to the Universe’ Fritjof Capra and David Steidl-Rast, with Thomas Matus. Penguin Books, 1992.
24-05-2015, 07:49 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
23-05-2015 |
Palmyra - Koningin Zenobia |
‘We houden van de dood zoals u van het leven houdt.’
Is het beeld van het andere, uiterst gevaarlijke gelaat van de Islam. Is het, hun ware gelaat, of een verbasterd? En terugkijkend, was het gelaat van de kruisvaarder het ware gelaat van de christen, of een verbasterd?
Vragen die we beter niet beantwoorden, maar de impressie die de schuingedrukte zin hierboven nalaat, blijft nazinderen en maken dat het gevoel overheerst dat de hedendaagse Westerse problemen die ons bezig houden, luxe problemen zijn. Alles staat en valt met de vooruitgang van IS in Syrië en wellicht later in Irak en komen ze niet zo ver, het verwoestend, barbaars gevaar dat ze uitstralen blijft latent, de dood niet vrezend blijven ze oppermachtig, kamikaze strijders voor wie het leven sterven is of overwinnen. Voor hen is er geen tussenweg, geen vredesgesprekken, geen toegeving, geen verankering in een bestaande bestand.
Terwijl wij luisteren naar Chopin en Mozart, onze musea aflopen, kunststeden bezoeken, feesten en in de zon gaan liggen, discussiëren over alles en nog wat, maatregelen nemen om de inflatie aan te wakkeren, onze goede wil gaan tonen aan Oost-Europese volkeren, nadert de totale vernietiging van een tweeduizendjarige beschaving; in de eerste plaats door een geleidelijke infiltratie van de Islam – tenware deze infiltratie adaptatie en versmelting betekenen zou – maar tevens de mogelijkheid inhoudt van een latere totale vernietiging door geweld, wapens en afslachting.
Ik zie hoe regeringsleiders zich met de glimlach spoeden naar een of andere bijeenkomst; ik hoor hoe schreeuwers in het Europees parlement – en ik zou ze bij naam kunnen noemen - het hebben over de vrijheid van meningsuiting, of op de bres staan op een plein in Oekraïne, Europeërs noemen ze zich, de armen uitgestrekt met beloften die ze beter niet hadden gedaan omdat ze verwachtingen hebben opgeroepen die onbeantwoord blijven zullen en hierbij een mogelijke geallieerde, Rusland, al was het maar op het diplomatieke vlak, hebben in de voet geschoten, wat evenmin nodig was. Want wat zeker is het is niet de NAVO die bij machte is de stormloop van de verbasterde (?) Islam te breken.
Ik wacht op de eerste stem die zich in het Europees parlement/Belgisch parlement zal laten horen, alleen al om duidelijk te wijzen op het gevaar dat lijk een pletrol op ons afkomt. In feite zijn het hier maar kleine geesten die niet verder durven zien dan waarmede ze bezig zijn, namelijk het opstellen van wetteksten die gezien in het licht van wat zich afspeelt in het Oosten, futiliteiten zijn.
Dyab Abou Jahjah, in zijn column in de Standaard van 22 mei houdt er de moed in. Hij haalt het beeld aan van koningin Zenobia op de trappen van haar paleis, uitkijkend naar haar stad Tadmor (Palmyra), het hart van haar koninkrijk, voor ze gevangen wordt door een Romeinse soldaat[1].
‘Tadmor symboliseerde de semitisch-Helleense geest van de Middellandse zee die in opstand kwam tegen het Latijns-westerse imperialisme dat Rome belichaamde’. Aldus Abou Jahjah, en ik ga verder met wat hij schrijft omdat het totaal nieuw is voor mij:
‘Dit is een constant thema in onze Levantijnse literatuur en kunstproductie. Talloze liederen/musicals zijn er die over Tadmor gaan en over Petra in Jordanië, een Arabische-Helleense stad die onder de leiding van een koningin, Rome trotseerde. En ook Cleopatra, een Egyptische-Helleense koningin kwam op tegen Rome. Zenobia beweerde zelfs een afstammelinge te zijn van Cleopatra en van Dido van Carthago[2].’
En dan komt wat ik schitterend vind en, zal men me kwalijk nemen dat ik overneem wat zo treffend geschreven staat in de Standaard, komende van Dyar Abou Jahjah?
‘Vandaag staat Zenobia weer op de trappen van haar paleis in Palmyra, ze kijkt weer naar de hordes van een nieuw imperium die naderen, die net zoals de Romeinse legioenen haar gevangen willen nemen, haar in kettingen in de straten van hun hoofdstad willen laten paraderen als teken van een overwinning van een onrechtvaardig mannelijk imperium tegen een opstandige en vrije vrouwelijke geest. Palmyra zal dan voor een tweede keer verwoest worden door een keizer die geen andere mening, geen andere vlag en geen andere god duldt.
Maar besluit de columnist:
‘Laat die zwarte vlaggen maar komen, haar geest zal niet vernietigd worden met de ruïnes van Palmyra. Zenobia is deel van het geheugen van een volk. Ze woont in de verbeelding van mijn dochters en van miljoenen andere Levantijnse Arabische meisjes.
Zenobia en Palmyra die symbool staan voor de geest van vrijheid, van opstandigheid tegen elke vreemde overheerser. We volgen hem wat ‘zijn’ volk betreft. Maar wij in het Westen hebben geen Zenobia, geen Palmyra om naar op te kijken. We hebben enkel Stonehenge, onze romaanse kerken en onze gotische kathedralen, tekenend voor de voedingsbodem van de westerse geest die nu aan het verschralen is en een gemakkelijke prooi aan het worden is.
Eens deze voedingsbodem verdwenen, wat rest er ons nog?
[1] Deze scene, schrijft Dyab Abou Jahjah, is vereeuwigd in het schilderij van de Brit Herbert Gustav Schmalz met als titel ‘Queen Zenobia’s last look upon Palmyra’.[2] Het is die Dido die vermeld staat in Canto V van Dantes Inferno
23-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
22-05-2015 |
Palmyra |
Deze morgen, lange tijd roerloos uitgestrekt tussen slaap en wake, zoals de dag tussen nacht en het eerste licht, zoals de piano die wacht op de pianist, denk ik, tussen slaap en het schrijven: het leven dat nog even aarzelt om te hernemen. Ik, zoekend naar een woord, een zin, een gedachte om vóór het ontbijt klaar te komen met mijn blog voor de dag erna.
Hemingway kende de oplossing, voor je de nacht ingaat iets overhouden om er de volgende dag mee te beginnen. Dit geldt vooral voor een romanschrijver, maar waarom ook niet voor een blogger zoals ik? Soms lukt het ook, als er een lange tekst op het getouw staat, een thema dat te uitvoerig behandeld werd om in één blog te brengen. De vorige dagen was dit het geval toen ik uitzwierf over Israël en Egypte, en eigenlijk zou ik verder kunnen met dit laatste onderwerp, zoals het zich heeft afgespeeld – mits het nodige voorbehoud - in de hoofden van Immanuel Velikovsky en Kamal Salibi . Een feit staat onherroepelijk vast, beide heren hebben me vele jaren bezig gehouden, trouwens ook Dante. Indien ik mijn blogs van de vorige jaren tot op heden zou overlopen dan moeten ze zeker al ettelijke malen op het voorplan getreden zijn, maar spijtig voor hen, niet vandaag en wellicht niet morgen, al weet je maar nooit.
Vanmorgen - het lag er voor het grijpen – ai-je un os aan wat ik las in het ‘dS weekblad’ over ‘be Wapp’ dat staat voor ‘une Wallonie plus propre’, zijnde een klopjacht op zwerfvuil, een initiatief van een twintigtal moslims van de moskee Al Imane van Cuesmes, ‘een niet zo florissante deelgemeente van Mons’, gevolgd door een oproep van de Waalse minister van het Milieu, Carlo di Antonio, die er in slaagde, zo lees ik toch, 10.000 burgers uit 157 gemeenten te mobiliseren goed voor 17.000 zakken zwerfvuil.
Ik vind het belangrijk omdat onze moslims zich steunen op ‘Reinheid is de helft van het geloof’ een gezegde van de Profeet, en ik lees nog een andere gezegde van zelfde Profeet ‘ Je moet je steentje bijdragen tot de samenleving, tot je laatste adem. Zelfs al lig je op sterven, heb je een laatste zaadje in de hand, dan nog moet je dat nog zaaien’.Duidelijk is echter, zegt dS (Filip Rogiers) dat de woorden, ‘Charlie Hebdo’, Verviers, IS, tot de ‘sous-texte’ behoren van ons gesprek, en er nog lang toe behoren zullen.-
Ondertussen wacht de Moslimgemeenschap een nieuwe schok die de Moslimgelovige bepaald niet dichter tot ons zal brengen, namelijk de verovering door IS van de historische site van Palmyra en het enorme risico hieraan verbonden.
De dag is er vol van. Deze voormiddag was er Bart Stouten op Klara die er – ik ben er zeker van – met pijn in het hart, niet kon over zwijgen en het was ook het onderwerp op de Probus lunch van deze middag. Ik was ooit in Palmyra en ik weet welke verwoesting ze zouden kunnen aanbrengen in deze kleine stad gelegen midden in de woestijn. Ook mijn hart bloedt als ik deze enorme catastrofe die onze beschaving wacht onder ogen zie.
22-05-2015, 00:20 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
21-05-2015 |
Het niet kunnen laten |
Ik kan niet nalaten, de ‘vermeende’ kennis die ik in mijn leven heb opgedaan, in deze blogs niet aan het woord te laten; niet er voor te zorgen dat die kennis doorgegeven wordt, om deze voor te leggen aan het oordeel van anderen. Dit is dan ook de reden waarom ik het aandurfde terug te grijpen naar een NGM artikel van vijf jaar geleden. Voor mij is alles wat zich afspeelde omheen de Bijbel - het Oude als het Nieuwe Testament - een voedingsbodem geweest en zijn het figuren als Velikovsky en Salibi die deze bodem bewerkt hebben en hem een totaal andere begroeiing hebben meegegeven, een totaal andere inhoud, die ik keer op keer oprakel omdat het een ander inzicht geeft in de geschiedenis die de grondlaag vormt van onze beschaving.
Echter, terwijl enerzijds, de wetenschap met reuzenschreden dieper en dieper doordringt tot het mysterie van de materie en het leven en tot veranderingen dwingt mag er anderzijds, in een omgeving zoals die van vandaag, aan de door de conventionele geschiedenis ingenomen posities, geen splinter worden weggelaten of toegevoegd en blijven de stellingnames die ons in onze jeugd werden bijgebracht, zoals deze verwekt door de Bijbel en andere geschriften, halsstarrig gevestigd. Zelfs soliede bewijzen die voorhanden zijn wil men niet zien, wil men niet integreren in het geheel, zoals men destijds Galileo niet aanvaarden wou, Wegener niet aanvaarden wou en zeker ook nu niet noch Velikovsky noch Salibi. De werken van deze twee laatsten worden zelfs niet gelezen en de kritiek van de kenners is gesteund op de kritiek van zij die het werk niet lazen en dit enkel alleen omwille van het feit dat hun werk een binnendringen betekende in het Heilige van het Heilige, de Bijbel.
Ik weet het voldoende, wat ik breng is slechts randinformatie, niemand ligt er wakker van, behalve ik; niemand spreekt erover, behalve ik, de prediker in de woestijn. En ik leer het maar niet af, ik blijf alle mogelijkheden die zich aanbieden gebruiken zonder om te zien, recht door zee. Maar het moet me van het hart, ik moet me ervan bevrijden, me er totaal van los maken wil ik wegduiken kunnen in anders gemoduleerde geschriften, zoals deze waarin de droom de realiteit kan overbruggen, zoals het hoort in de literatuur.
Het is daar dat mijn roots liggen en het is naar die wereld dat ik telkens uitwijken wil, vooral dan als ik me eens te meer ben voorbij gelopen en de reële geschiedenis het voor het zeggen heeft gekregen, een geschiedenis die van ons vandaag, die, als ik er Houellebecq bij haal, op het punt staat over te hellen naar het nulpunt toe, om daarna helemaal te verschralen.
Wat nut heeft het dan eigenlijk nog te doen wat ik doe?
21-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
20-05-2015 |
Het Beloofde Land |
Als ik een e-mail stuurde naar National Geografic Magazine, in verband met de tempel van Solomon en het waagde te verwijzen naar het werk van Kamal Salibi dat bij het Forum van de NGM niet hoog staat aangeschreven, dan betekende dit helemaal niet dat ik volgepropt zou zitten met antisemitische gevoelens, verre van, ik wou enkel weten wat gedacht werd - wat een totaal verkeerde gok was - over het werk van Salibi, waarin niemand scheen stelling te willen nemen en zeker niet om de exactheid van bepaalde gebeurtenissen te herzien, die opgeschroefd voorkomen in de geschiedenis van Israël en Egypte. Mijn houding zou precies dezelfde zijn indien het een ander volk of een andere regio betrof, maar als ik zie welke gevolgen de interpretatie van de woorden van de Bijbel heeft gekend in het nabije Oosten dan vind ik dat de zaken, nu de gelegenheid zich voordoet, toch eens van dichterbij mogen worden nagegaan en van uit een andere hoek bekeken.
Zo, spreekt de Bijbel volmondig over het bestaan van koning David en koning Salomon, als dit zo was, waarom wordt er geen steen meer gevonden van wat eens de tempel van Solomon van het jaar 1000 voor Chr. kan geweest zijn en blijft alles beperkt tot de verhalen hierover opgetekend in de Bijbel, zonder een enkel ander materieel bewijs?
Als ik als Israëliet - die ik niet ben - het artikel in de NGM van december 2010 gelezen zou hebben, dan zou ik bepaald, een duidelijk antwoord willen hebben op deze vragen, zoals ik als Vlaming ook een duidelijk beeld wil hebben over de Slag der Gulden Sporen van 1302 die me in mijn jeugd werd ingepompt, via ‘De Leeuw van Vlaanderen’ van Hendrik Conscience. Want mijn sympathie voor het werk van Kamal Salibi dat me jaren heeft bezig gehouden, zoals het werk van Velikovsky trouwens, geeft me nog geen absolute vaststaande zekerheid; zelfs al zegt Salibi dat hij over de juistheid van zijn werk niet de minste twijfel heeft, betekent dit nog niet dat ik, gezien het baanbrekende karakter ervan, geen twijfels meer zou overhouden.
Ik heb wel het gevoel gehad me in Maarib, verlaten stadin Noord-Yemen, te bevinden op een vreemde plaats, geladen met een déja vu, maar het kan ook dat de nabijheid van een dam met de naam van Saba duidelijk leesbaar erop vermeld, me verwezen heeft naar de Koningin van Saba die Solomon bezocht, en ook de gedachte dat Maarib – maar hierin was ik verkeerd - iets te maken had met het bittere water van Mozes, dat beide er toe bijdroegen. Maar gevoelens zijn geen feiten en in de geschiedenis zijn de feiten doorslaggevend. Ook Salibi moet met reële bewijzen voor de dag komen, waarvoor, naar hij beweert, opgravingen in Saudi Arabië nodig zijn, wat de Saoedi absoluut niet wensen.
Maar als ik Joods bloed in mijn aderen zou hebben, maar ik heb dat ook niet, en de Bijbel leert me waar het graf van Sarah en Abraham gesitueerd was met de naam van die plaats heel duidelijk vermeld, als deze plaats nergens in Palestina/Israël kan teruggevonden worden en ik aldus bestookt zou worden met twijfels, dan zou ik wel willen nagaan welke waarde ik hechten moet aan de woorden van Salibi die deze plaatsen heeft teruggevonden in Arabië, ergens ter hoogte van Mekka.
Dan zou ik alles in het werk stellen om uit te zoeken welke bronnen er nog zijn om te weten wat moet geweten. En als er dan een theorie opduikt zoals deze van Salibi die het bestaan van David en Solomon en dezes tempel, met ligging in Arabië, zou bekrachtigen, zou ik er dan niet op staan dat deze theorie, ondanks de gevolgen indien juist, zou worden uitgetest. Ik, die zo stoer ben, mijn traditie als uitverkoren volk hoog te houden, zou ik die theorie van Salibi doodzwijgen of ze aanzien als een laatste kans?
Mijn interventie bij NGM was enkel gericht op het uittesten van wat Salibi schrijft. Verder wens ik er niet op in te gaan, het Joodse volk is niet mijn volk, als kind werd mijn broekzak met mijn zakdoek erin niet dichtgenaaid op vrijdagavond, en het is niet de traditie van het Joodse volk die op het spel staat noch hun interpretatie van de woorden van de Bijbel die ik viseer. Mijn houding is, precies te weten welke rechtzetting er kan of moet gedaan worden nu Kamal Salibi is opgestaan in de jaren tachtig met zijn visie over het situeren van de oorsprong van het land van Abraham, dat volgens mij eerder kans maakt langs de kant van Salibi te liggen dan langs de kant van Israël.
Ik heb deze gedachte in drie blogs uitgeschreven, de opbrengst ervan is nihil, verandert niets helemaal niets aan het feit dat na de Exodus, de Joden zich gevestigd hebben in een totaal ander land dan het ‘beloofde land’ en dat deze toestand onherroepelijk is. Na hun terugkeer uit Babylon zijn ze blijven hangen in het ‘Nieuwe Sion’, het nieuwe Jerusalem en hebben ze de oude, dieper naar het zuiden gelegen landen, in onwetendheid na diverse generaties, laten liggen. Het zijn de Saoedi’s die uiteindelijk in het ‘Beloofde (olie)land’ zijn terecht gekomen. Een zet van Allah?
20-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
19-05-2015 |
Ruïnes in Palestina-Israël |
Als ik het bewuste artikel over Koning David en de sporen die hij naliet, ga lezen in het National Geographic Magazine, dan durf ik besluiten, dat er nergens ook maar iets archeologisch te vinden is, in of rond Jerusalem, dat verwijzen zou naar een paleis van David en wat meer is, dat er evenmin een ruïne te vinden is van het paleis en de tempel van Solomon. Wat meer dan verbazend is, want neem ik als voorbeeld, de tempel van Hatsjepsoet, die volgens de Egyptische chronologie, vijf eeuwen ervoor werd gebouwd, dan zou toch mogen verwacht worden, zelfs indien geplunderd en verwoest, dat minstens nog sporen van de grondmuren van Salomons tempel en paleis zouden overgebleven zijn, wat helemaal niet het geval is. Want na 150 jaar opgravingen, moet er geconcludeerd worden dat de resultaten niet in verhouding zijn tot de aura omheen de namen van David en Solomon.
Wat te vermelden valt is de vondst van Yosef Garfinkel, professor aan de Hebreeuws Universiteit, van een Griekse grondlaag in de Elah Vallei - waar David Goliath zou verslagen hebben – waaronder hij sporen ontdekte van wat hij beschrijft als ‘buildings scattered with four olive pits, which 14 analysis, dated around 1000 B.C.’. Ook werden er ruïnes gevonden van een kopermijn in de omgeving van Edom, de dichtst bij Jerusalem gelegen mijnen, uit de tiende eeuw voor Chr. zeggen de ene, van de zevende eeuw zeggen de andere. In 1993 zou in Tel Dan een zwart bazalten stela gevonden zijn met de inscriptie ‘Huis van David’ maar het bestaan van Solomon however, remains wholly unverified. Maar men kan onmogelijk terug, schrijft Draper:
King David has persisted for three millennia an omnipresence in art, folklore, churches and census rolls. To Muslims, he is Daoud, the venerated emperor and servant of Allah. To Christians, he is the natural and spiritual ancestor of Jesus, who thereby inherits David’s messianic mantle. To the Jews, he is the father of Israel – the shepherd king anointed by God – and they in turn are his descendants and God’s chosen people. That he might be something lesser is to many unthinkable.
Zo, zijn David en Solomon fictie?
Na lezing van het artikel kwam het me over alsof David en Salomon en hun bouwwerken, het product waren van de verbeelding van de auteurs van Samuel 1 en 2, van Chronijcken 1 en 2 en van Koningen 1 en 2. Robert Draper, de auteur van het artikel in NGM, bevestigt dit onrechtstreeks: Despite decades of searching, archaeologists had found no solid evidence that David or Salomon ever built anything.
De NGM begaf zich hier op een gevaarlijk pad, hoe meer men in die historische potten van Egypte en Israël gaat roeren hoe meer stemmen er zullen opgaan om het tegengestelde te bewijzen van wat algemeen bekend staat en aanvaard wordt. En ik besloot aan het Forum van NGM te mailen: Ofwel is de tempel van David en Solomon inbeelding, ofwel schenkt u (enige aandacht) aan het werk van Kamal Salibi, de enige bron van gegevens die de idee van fictie lichten kan.
Of dit in onze huidige wereld het vermelden waard is betwijfel ik, het is maar wat geschiedenis en ik vermoed ook dat er niemand van wakker ligt maar het inspireerde me destijds om een e-mail te sturen naar ngsforum@ngm.com
‘The search for King David.
I can understand that nothing substantial has been found by the archaeologists in relation to King David, but to conclude that nothing has been discovered in relation to the house of King Solomon and nothing about the existence of the temple of Solomon, seems almost unacceptable to me. It cannot be that a construction as it has been described in the bible, even if destructed once or twice afterwards, didn’t leave any traces at all in the soil of Israel.
De deux choses l’une, or David and Solomon haven’t existed, neither in Palestine, nor in another place. Or, they did exist but not in Palestine. Is it possible that the works of Kamal Salibi could give us an acceptable answer and could it be that the ruins of the temple of Solomon have to be located, not in Israel but in Arabia?’
Ik ontving een bevestiging van de ontvangst van mijn mail, maar een antwoord op mijn vraag bleef achterwege. Waarom, was mijn vraag dan zo ongewoon na wat Kamal Salibi geschreven had, of was ze te kieskeurig om beantwoord te worden? Ik denk aan het laatste.
Draper heeft gelijk, aan Koning David kan niet meer getornd worden en Koning Salomon blijft eveneens overeind. Ook Israël blijft Israël. Of het het Beloofde Land is betwijfel ik echter zeer sterk. Het beloofde Volk misschien (?) als ik zie wat ze hebben voortgebracht als kunstenaars, schrijvers, musici, filosofen, Nobelprijswinnaars. Of toch niet en was het enkel te wijten aan de manier waarop ze als volk in de wereld stonden?
19-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
18-05-2015 |
Koning David |
Zo, en wat over die fameuze koning David in zelfde decembernummer 2010 van National Geographic: ‘The search for King David, new discoveries in the Holy Land’. Ik dacht na lezing ervan een lezersmail te sturen naar NGM om te wijzen op het werk van Kamal Salibi wat de locatie van het Holy Land betrof. Ik mailde dit aan Salibi en vroeg er zijn mening over. Zijn antwoord kwam vlug en ongenuanceerd: 'A few years ago, while preparing their article on the migratory movements of Abraham, National Geography asked for my input, only to ignore it. I very much doubt if their attitude has changed since. But one might as well try and find out.
Ik voelde me van dan af geëngageerd een e-mail te richten aan het Forum van NGM hoewel ik vreesde enkel een bevestiging te ontvangen, zoals ik ook een bevestiging ontving voor mijn mail in verband met de (mogelijke) ouders van Tutankamon, en niets ervan in hun magazine, omdat ik vermoedde dat ze elke revolutionaire theorie, zoals deze van destijds Velikovsky en thans dezevan Salibi, halsstarrig uit de weg gaan.
Ik weet dat voor de Joodse fundamentalisten, Koning David untouchable is, ondanks wat over hem (zo schitterend) verhaald wordt in hoofdstuk 11 van Samuel 2 . En om dit te bewijzen neem ik hier enkele passages uit de King James’ Bible van 1611 over:
Het gebeuren situeert zich in de valavond als Koning David opstaat uit bed, over zijn dakterras wandelt en op een terras beneden hem, een vrouw opmerkt die zich aan het wassen is – een vreemde idee om zich te wassen onder het raam van een koning - and the women was very beautiful to look upon.
En van nu af wordt het ‘gewijde’ geschiedenis:
3. And David sent and inquired after the woman. And one said, is not this Beth-sheba, the daughter of Eliam, the wife of Uriah, the Hitite?
4. And David sent messengers, and took her, and she came in unto him, and he lay with her, for she was purified from her uncleanness and she returned unto her house.
5. And the woman conceived and sent and told David, and said, I am with child.
Het vervolg van deze romance tot de dood van Uriah, leest u in de bijbel, over een handeling van David die niet goed te keuren is, al is de zoon die zal geboren worden de latere Koning Salomon. Ik meen zelfs dat ik dit verhaal al eens gebracht heb in een vorige (van 2011 tot 2014) blog.
Zie verder wat volgt op 19 mei.
.
18-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-05-2015 |
Sagrada Familia |
Na de vele jaren dat ik geabonneerd ben geweest op de National Geographic Magazine (NGM) heb ik me onlangs, ingevolge plaatsgebrek, moeten ontdoen van mijn collectie die reeds een zeer respectabele plaats innam. Gelukkig, zo ondervind ik nu, ben ik zo wijs en vooruitziende geweest de voor mij belangrijkste nummers, zijnde een tiental, op zij kunnen houden.
Op verloren uren, en dit was gisteren het geval, bladerde ik in het nummer van december 2010, het magazine over ‘King David’, en struikelde ik over een kort maar verrassend artikel over het wonder van het wonder wat architectuur betreft, La Sagrada Família in Barcelona, voor mij een kathedraal maar door paus Benedictus XVI ingezegend in 2010 als basiliek. Men waagde toen te voorspellen, dat na 144 jaar er aan gewerkt te hebben deze voltooid zou zijn in 2026. Wat, alhoewel de bouw enkel mag gefinancierd worden door giften van de bevolking en entreegelden, gezien de economische en financiële toestand in Spanje, eerder als twijfelachtig moet worden gezien.
Ik deel de mening van velen dat dit een van de laatste bouw-uitingen zal zijn van het christelijk gedachtengoed in het westen. En is het niet de laatste, wat ik hoop, het zal dan toch de meest monumentale zijn die ooit is gegroeid in de geest van een architect van de XIXde, XXste eeuw, Antoni Gaudi (1852-1926) die vanaf de neogotische basisidee van zijn voorganger, architect Francisco de Paula del Villar, van 1883 af, dezes plannen verder heeft uitgebouwd in een synthese waarin verwerkt werden zowel Neogotische -, Art-nouveau -, als Oosterse bouwelementen.
‘Nothing is art if it does not come from nature’, lees ik in de tekst die Jeremy Berlin in het NGM aan de Sagrada Familia wijdde. En het is Mark Bury, de Australische architect die er toen, in 2010, al 31 jaar aan werkte die aan Berlin verklaarde dat de nagelaten plannen driedimensionaal zijn en de DNA structuur van het globale bouwwerk bevatten, wat hem in staat stelde, op basis van fragmenten uit de holistische idee, die aan de basis lag van Gaudi’s plannen, de architectuur van het geheel te concipiëren en de bouw verder te plannen en uit te voeren in de spirit van Gaudi.
In haar totaliteit moet de Sagrada Familia bestaan uit 18 torens: 12 apostelen, 4 evangelisten en Maria en Jezus. Men verwachtte dat het gebouw voltooid zou zijn in 2026, vandaag spreekt men that it could be finished in the first third of the XXIst century. Het virtueel bezoek dat men dankzij Google aan het binnenschip brengen kan is van een ontstellende schoonheid die elke verbeelding overtreft. Het komt neer op een vergoddelijking van de ruimte dankzij het verrassende spel van licht, vormgeving en inhoud.
Terwijl we nu, overal ter wereld, vreemdsoortige gebouwen zien uit de grond rijzen die verbazen door hun structuur en hun inhoud, maar heel weinige ervan een diep religieuze gedachte verwoorden, moet het bouwwerk van Gaudi – want het is hij die er zijn stempel op drukte – gezien worden als een sterk teken, wellicht het sterkste ooit gerealiseerd in de XIXde XXste en de XXIste eeuw, van de kracht die uitgaat/uitging van de christelijk gedachte, die deze van onze eerste gotische kathedraalbouwers sterk benadert, om niet te zeggen innig navolgt en zelfs overtreft.
Wat het nut ervan zal zijn, zal de toekomst uitwijzen. Vooral dan als we zien dat de tijdsgeest zich monumentaal aan het wijzigen is. Niet alleen de religieuze geaardheid van het Spaanse volk die zich heeft gewijzigd, maar ook de vreemde invloeden die zich voor het ogenblik aan het vestigen zijn omheen de Sagrada Familia, zullen hun invloed hebben, misschien niet op het verdere verloop van de bouwwerken, maar wel op het finaal gebruik ervan.
Wat niet belet dat het, een bijna buitenaards kunstwerk is dat de menselijke geest, imbibé de l’esprit cosmique, er aan het bouwen is. Het is deze geest die van de Sagrada Familia een meer kosmisch dan religieus ingesteld bouwwerk aan het creëren is.
17-05-2015, 01:01 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-05-2015 |
Onderdompeling |
.
Dit is, zoals zovele morgens, mijn binnenkomen in de wereld van woord en zingeving; dit is, even maar, de tijd houden om op te stijgen tot in de hoogste luchten; dit is mijn ontmoeting met wat is en altijd zijn zal, mijn onderdompeling in het zijnde.
Al weet ik niets erover, al is het een holte, ze is gevuld met dingen die ik niet zie maar die ik inadem langs de geest in mij. Die ik aftast keer op keer, als ik neerzit voor het maagdelijk blad van de dag dat nu bedekt gaat worden met woorden meer dan met daden. Zaaisel uitgestrooid met volle grepen, zoals de boer die vroeg in de morgen is opgestaan en met de zak zaad over de borst – ik denk aan de Vlasschaard van Streuvels – over de akker loopt en met brede zwaai van de arm de zaden uitstrooit, biddend dat ze kiemen mogen tot een rijke oogst. Zo mijn woorden neergezet, hopende dat ze gelezen worden, dat ze geoogst worden en uitgedragen. Vertrokken uit het niets van de nacht is, in de morgen, aarzeling mijn deel om verder te gaan en te blijven zaaien ongeacht waar de zaden terecht zullen komen.
Het is mijn gebed, niet om iets te bekomen - er valt hier op deze aarde niets te bekomen - maar een gebed om meer te zijn en te worden, om dieper door te dringen tot de zin van het onoverkomelijke dat ons beheerst tot in de fijnste plooien van ons bestaan. En het dringt, nu ik gekomen ben op de drempel van waar ik nog niet was, maar heen zal gaan, vertrouwend, omhelzend elk ogenblik dat ik bewust omga met de dingen en tracht door te dringen tot de kern ervan.
Uit deze morgen zal later de dag opstaan en zich uitspreiden over mij, in de vele kleine dingen die ik zal doen, automatisch of bewust. Herdenkend wat ik deze morgen heb geschreven, over mijn gebed om meer te zijn, te kijken hoe alles beweegt en hoe vol alles is. Stille bewegingen van hand en geest, over de middag heen, tot het licht verzwakt en de avond komt, en ik, zoals vele avonden, vaststellen zal dat de dag is weggegleden, onopgemerkt voorbij, en ik mijn boeken sluiten kan.
Het zal voldoende geweest zijn. Ik zal gedaan hebben wat mogelijk was te doen, ik zal heel wat niet gedaan hebben wat ik had kunnen doen, zoals het elke dag gebeurt, denkend dat het morgen beter zal gaan en dat ik ooit nog eens wat schrijven zal dat me verbazen zal.Want dit is waar het telkens op neer komt, schrijven om je zelf te verbazen, om te zien dat er jus in je steekt, dat je nog vol leven zit, dat je uitzwermen kunt om anderen te verbazen.
‘Le poids d’un atome n’échappe pas à ton Seigneur, ni sur la terre, ni dans les cieux’ (sourate X, 61). Het gewicht van wat ik schrijf vandaag is zelfs geen atoom, is niet om de maat te nemen maar, het is wat het is, de dag gaf niet wat de morgen me beloofde.
16-05-2015, 00:13 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-05-2015 |
De verloren zin. |
Ik had een zin opgetekend op een hoekje papier, die naar ik dacht, in potentie een gedicht al was. Ik wou het hoekje papier terughalen en vond het niet meer. Onachtzaamheid is soms een van mijn gebreken waar ik mee leef. Het was een mooie zin, ik had hem opgetekend vóór het ontbijt en had er in gedachten aan verder geschreven bij de koffie, daarna hebben andere zaken zich opgevolgd, onverwacht en ongewenst is de tijd er over gegaan, er over gelopen en blijf ik nu, een etmaal later, arm achter.
Is een zin belangrijk? Neen en ja. Neen, omdat uit het verlies ervan een tekst kan groeien die even waardevol is, zoals een weg die je neemt terwijl je vertrokken waart om een andere weg te bewandelen; een weg in het vreemde terwijl je dacht het vertrouwde op te zoeken. Ja, omdat de zin die je optekende vol beloften zat, zo voelde hij aan tenminste, en zo kondigde hij zich aan. Ik beleef dit nu als een verlies, als het teloorgaan van een mooi moment, het ontstaan van een gedicht, jammer dus.
Je ziet nu wel van uit je kamer hoe het licht, je grote vriend, de tuin is binnengevallen, terwijl het nog grijs was toen je, vroeg in de morgen, ging neer zitten. Je ziet hoe rijk hij zich nestelt in de jonge toppen van de haag, op het dak van het tuinhuisje. Je staat zelfs even op om te kijken hoe hij speelt in de roerloze teergroene uitloop van de ceder. Het is je wereld van deze morgen, meer is er niet maar het is voldoende om je een goed gevoel te geven. Je bent een gelukkig man als je ziet hoe het licht zich hult in een gouden schijn omheen de simpele dingen van je bestaan. Heb je je zin verloren je hebt van het licht gezien hoe het viel over de toppen van de planten in de tuin.
Mijn ogenblik van leven, pas uit de donkere slaap gekomen en opstijgend in mijn woorden, die ik niet dacht te schrijven, maar die voortgekomen zijn uit de zin die ik verloor, door zegde ik, mijn onachtzaamheid. Eigenlijk ben ik hem verloren opdat ik schrijven zou wat ik geschreven heb; eigenlijk was die zin maar een voorwendsel om op te tekenen wat ik anders helemaal niet zou gedacht en opgetekend hebben. Of, beste lezer, hoe alles vloeit uit alles, vooral dan als je getroffen wordt door de lichtinval over het deeltje van de wereld, een naaldenprik groot, dat je ziet van uit het raam waar je schrijft. Meer is er niet maar het is zelfs rijkelijk om een dag te beginnen. Het is, zoals ik het nu aanvoel, een gedicht over het morgenlicht.
Mijn God, schreef ik gisteren en voegde er aan toe – of deed ik het niet? – je weet wel wie ik bedoel met God, je weet wel dat ik denk dat Hij de ganse Kosmos is, dat Hij één is met de Kosmos. Dus, nogmaals en nogmaals dat er niet én God is én Kosmos is, zoals er niet de Ugo is die schrijft en de Karel die de pijn voelt dat zijn lichaam is, dat beiden een en dezelfde zijn. En dankzij de verloren zin, weten beiden dat ze niet alleen een deeltje van de zichtbare wereld zijn maar ook van de onzichtbare geest die van de Kosmos is.
Het weze gezegd en herhaald, het is mijn visie en ik blijf er bij, het is het beste dat ik bezit. Ondertussen verdween het goud uit het licht. Gelukkig dat ik het gouden moment heb bewaard, het is 07.18.
PS.
Ik vond de zin terug: ‘Het is met ongerijmdheden dat men dichter wordt gekroond en uitgestald’. Wat zou ik daar kunnen over geschreven hebben?
15-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-05-2015 |
Kustlijnen |
Wijd open ligt de geest op de uitkijk om een pagina te vullen, zo was er vandaag ‘Coasts’, een serie van BBC four, landschappen langs de kustlijnen van Engeland en Ierland.
Wijde, uitgestrekte kusten en landerijen, schuivende beelden van uit een havik-perspectief waar de geest uitwaaien kan, uitzwermen kan, zich in wentelen kan: een patchwork van weiden, velden en bossen, kleurschakeringen van groen en oker en bruin, dorpen met kerken, met abdijen, flitsen van gevels die nog rechtstaan met raamopeningen, het kronkelend zilveren lint van rivieren en overal de beweging van de zee.
Als ik dergelijke programma’s zie krimpt mijn hart. Als ik zie hoe de zeewind speelt met de haren van de man met een zwaar Schots accent, die ik met moeite begrijp, wil ik die man zijn die daar loopt, wil ik de wind voelen in mijn gelaat, van dichtbij door de ruïnes lopen onder de yew trees, de linden, de beuken, de eiken, de meidoorns in bloem. Als ik er tegenover stel de ruimte waarin ik me dag aan dag beweeg, waarin ik van morgen tot avond word geprojecteerd, mijn schrijversruimte, dan is deze in sterk contrast met de beelden op het scherm van de beukende winden, van de slag van de golven, hoog opspringend tegen de meest grillige rotsen. Sfeerbeelden die me niet loslaten als ik schrijven ga, die me blijven bestormen, golven die schuimend te pletter vallen op de rotsen met de meeuwen, hangend in de wind, krijsend tot boven het geluid van de zeeën uit.
Ik weet dat ik daar nooit komen zal, dat het maar inbeelding blijven zal. Maar ooit was ik op dergelijke plaatsen waar de zee een furie was van geweld en eeuwigheid, Ik stond op het verste punt van Cap Griz Nez, ik liep langs de kusten van Iona, the holy isle, ik hoorde het geluid van de golven tegen de rotsen van San Juan en op oneindig veel andere plaatsen; de golven die mijn vreugde waren, ik voelde de wind en smaakte de geur van water en luchten en er over, het grote licht van morgens en middagen en de rode gloed van de zon over het water naar de avond toe.
Ik draag dit alles in mij lijk een ver gezang dat tot mij komt, tot binnen de vezels van mijn hart. Ik ben die wind, die golven, die rotsen, ik ben dat licht. Ik houd het in mijn vingertoppen, gelukkig, alsof ik in één sprong, terug was op al die plaatsen die ik ken; gelukkig, omdat ik er over schrijven kan, en alles herbeleven kan met de voelhorens van het woord.
Mijn God – en je weet wie Hij is - mijn toevlucht, hoe evolueer ik, als ik in mij de oneindigheid levend weet van kusten en rotsen en velden en bossen, van huizen en dorpen, van verlaten ruïnes van kerken en abdijen; hoe evolueer ik, als het niet in de richting van het metafysische zou zijn, in de richting van wat was van in het begin der tijden, het Alfa op weg naar het Omega en ik, arme ziel, erin opgenomen, wandelend de weg die voor mij werd uitgestippeld, de armen uitgestrekt nog altijd voor me uit, en ook meer dan ooit, verwelkomend de dagen.
14-05-2015, 00:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-05-2015 |
Antwerpen en de aankomende jeugd |
Uit een e-mail die ik vandaag ontving en me, voor eenmaal, belet over iets anders te schrijven, haal ik het volgende:
‘Door de Tv-zender ATV werden cijfers openbaar gemaakt waaruit blijkt dat in het District Antwerpen, 72,3 % van alle kinderen tot zes jaar, van vreemde origine zijn. Dit betekent dus dat bijna 3 kinderen op 4 die in het district Antwerpen geboren worden en wonen van vreemde origine zijn. Daarbij kan gesteld worden dat de overgrote meerderheid van deze kinderen van Marokkaanse en Turkse origine zijn. Deze cijfers staan buiten elke discussie. En het is verbazend dat deze cijfers in het openbaar werden bekendgemaakt want, zowel op de (rode) VRT als in alle dag- en weekbladen worden zulke cijfers angstvallig doodgezwegen en als racistische propaganda bestempeld.
De gedetailleerde cijfers in % uitgedrukt : Borgerhout, 81.4; Antwerpen stad, 79.8; Deurne, 75.3; Hoboken, 69.8; Merksem, 68.5; Berchem, 60.9; Wilrijk, 59.8; Ekeren, 29.1;
De prognose is simpel en de geboortecijfers, huwelijken met inwoners van het thuisland, familiehereniging, de toevloed van nieuwe migranten en het sterftecijfer van de huidige oudere blanke bevolking zal er voor zorgen dat het aantal inwoners in het district Antwerpen binnen 15 jaar, uit zo’n 75 % migranten, bijna uitsluitend Islamieten, zal bestaan. Als we verder in ogenschouw nemen dat er gedurende zo’n 3 decennia, dat ze hier reeds aanwezig zijn, geen enkele maar dan ook geen enkele integratie is gebeurd kunnen we enkel besluiten dat onze kinderen en kleinkinderen zullen moeten leven in een gemeenschap waarbij onze 2000 jaar oude cultuur vernietigd zal worden en worden vervangen door een Islamitische maatschappij.
Tot zover samengevat, de inhoud van de e-mail.
Persoonlijk denk ik niet, 1. dat het al gebeuren zal na 15 jaar maar wat langer zal duren, maar het komt onvermijdelijk, en 2. denk ik en hoop ik, dat de aankomende jeugd meer doordrongen zal zijn van de Westerse geest waarin ze zullen opgroeien en zich meer en meer verwijderen zullen van de geest van de Islam zodat de ‘schade’, als er zou zijn, beperkt zal blijven.
Het kan echter niet dat ik elke dag, als ik neerzit om te schrijven, geconfronteerd zou worden met wat ik voorgeschoteld kreeg in een e-mail komende van een vriend die het goed meent met mij. Een e-mail die weliswaar aansluit op de allerlaatste zin van mijn vorige blog. Daarom ook wens ik hier verder niet meer op terug te komen, indien ik het wel zou doen, zou het beter zijn te stoppen met schrijven wat ik schrijf, gezien dit alles gedoemd zou zijn om te verdwijnen in de as van onze beschaving.
13-05-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-05-2015 |
Frank Drake's Equations |
De zoektocht naar leven op andere planeten kende een begin, de dag dat Dr. Frank Drake, van the National Radio Astronomy Observatory in Greenbach, een van de 25 meter radiotelescopen, instelde op de ster Tau Ceti, twaalf lichtjaren van de aarde verwijderd, in de hoop er een teken van buitenaardse intelligentie te ontmoeten.
Dit was de start van een jarenlange obsessie waaruit tot stand zou komen wat bekend staat als de ‘Drake Equations’, waarin zeven sleutelelementen opgenomen werden waaraan voldaan moest worden opdat op een planeet, intelligentie zou kunnen aanwezig zijn.Op basis van deze Equations berekende Drake en zijn collega’s dat de mogelijkheid bestaat dat er in onze galaxie, vijftig duizend planeten met intelligent leven zouden kunnen aanwezig zijn. Echter, na vijftig jaar van opzoekingen en luisteren, not the slightest bleep has been heard. Betekent dit dat er buitenaards geen intelligent leven bestaat of betekent dit, ofwel dat het intelligent leven op andere planeten reeds is uitgedoofd ofwel, dat het nog niet het stadium van het leven op aarde heeft bereikt?
Wel is men het er over eens dat, als er leven ontstaan is, it will lead inevitably towards intelligent life. Dit is een belangrijke vaststelling, waar het Drake Equations programma echter niet is op ingegaan. Het betekent evenwel dat het leven, hoe minimaal ook, van in den beginne intelligentie moet bezeten hebben opdat deze evolueren zou tot de intelligentie die we hier op aarde kennen. En wat meer is, dat het stadium dat we op heden hebben bereikt slechts een tussenstadium is, en dat deze evolutie nooit stoppen zal of kan en doorlopen zal naar een sapiens in meer en in meer. Is deze sapiens die op komst is, die wordende is, en de intelligentie in meer die hij verwerven zal, gericht op een nog hogere wetenschappelijke kennis – wat duidelijk aan het gebeuren is - of zijn we op het punt gekomen dat deze kennis in meer zich situeren zal in het domein van de metafysica, wat ook dit moge inhouden?
Er zijn vandaag geen niet te overbruggen afstanden meer, volkeren zwerven uit, rassen vermengen zich meer en meer, we zijn pas in een beginstadium gekomen, beschavingen zullen zich versmelten om uit te komen in een nieuwe beschaving. Het gevaar bestaat dat de nieuwe beschaving - om bij het woord beschaving te blijven - die zich duidelijk reeds aanmeldt, een tijdelijke rem zou betekenen, ons opleggen zou te geloven in een religieuze omgeving die, eens te meer, onze creatieve vrijheden fnuiken zou, en al waarin we tot op heden geloofden radicaal afbreken zou.
Geen enkele overheid schijnt dit echter te (willen) zien. Is dit een reden tot ongerustheid wat de nabije toekomst betreft?
12-05-2015, 05:32 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-05-2015 |
Filosoof, ik? |
Een lezer mailde me, hij wou weten of ik een filosofische vorming had. Ik antwoord hem dat, als ik die hebben zou of uit mijn geschriften blijken zou dat ik die zou kunnen gehad hebben, weet dan, mijn vriend, dat ik mezelf in die richting moet gevormd hebben. Dat het, het leven is geweest, de omstandigheden waarin ik opgroeide, de basis hebben gelegd van wie ik geworden ben en, dat ik schrijf zoals ik schrijf, en al is dit uiterlijk niet veel, ik sta er en mijn bezigheid is, schrijven alsof ik een filosofische achtergrond zou gehad hebben.
Dit maakt je als lezer trouwens op uit de blogs die ik schrijf en je flatteert me ermee, je doet me blozen zelfs wat op mijn ouderdom – leeftijd leerde een goede vriend me – soms nodig is. Des te meer je het opmaakte uit wat je leest van mij, enkele flarden tekst, eigenlijk te onzorgvuldig samengebracht die een herschrijving nodig hebben.
Om, meer precies over te gaan tot wat mij betreft, ik heb de schoonheid die van de getallen is opgezocht, ik heb geleefd met Keynes, met Verrijn-Stuart, met Sayers en dezes Central Bank Policy, met boekhoud-analyse en rechten, en heb, in dit alles, een vorming die autodidactisch is. Ik had op een functie in de Nationale Bank van België, onder meer in Brussel en daarna in de provincie, Ieper, Geraardsbergen, Tienen, en laatst in Gent. De stad van heel wat schrijvers, Frans Sierens, de specialist van detective verhalen, die nu vergeten is, de vader van Arne Sierens, was er mijn secretaris en vriend.
Dit wat de realiteit betreft. Je leeft hiervan maar je kunt er ook van verdorren.
Ik had er naast ook een ander leven. Ik las dus ook - niet alles wat ik wou dat ik zou gelezen hebben - tal van schrijvers maar noem er slechts drie, Maurice Gilliams, T.S.Eliot, Boris Pasternak. Maar geen Hugo Claus (behalve zijn gedichten), eerder Mulisch (maar dan zijn Ontdekking). Ik kan er ook vele componisten aan toevoegen en zeker Gustave Mahler.
En dan, waarover Saramago zegt dat die naam niet uit ons te branden is (hij zegt het anders maar het komt erop neer), de gedachte God, wie Hij is, en als Hij is hoe ik er over denk. Een zaak is zeker ik ben niet ‘pregalileaans’, niet zoals zovelen die het gebleven zijn wat hun religieuze ingesteldheid betreft. Zoals ook de Kerk het gebleven is, terwijl ondertussen door de kwantum fysica een nieuwe bijbel geschreven werd. Een bijbel die ik trachtte te lezen en te begrijpen. En hoe dieper ik erin weggleed, hoe meer al wat me omringt in de natuur, en de processen in de natuur, een wonder werd, een onbegrijpbaar, onvatbaar, onvoorstelbaar wonder. En hiermede is het meest bijzondere gezegd. Zo, als ik gefilosofeerd zou hebben dan ligt alles verweven met de idee God en mijn visie over het leven en wat er is van het leven na de dood.
En dit laatste, dit allerbelangrijkste, gedragen door mijn visie op het wonder dat het leven is, en hier uit voortvloeiend, het wonder dat de dood moet zijn. Dit is de kern van mijn filosofie, een andere is er niet, een andere hoeft er niet.
11-05-2015, 00:40 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |