Bach, Mevrouwen, Mijne Heren, luisteren naar Johan Sebastian Bach, is zwemmen in Bach, is verdrinken in hem. Ik zal niet, als ik aan het einde van de rit gekomen ben, zoals Pessoa vragen naar mijn bril, neen, zoals ik dit moment, dit nu van het schrijven ben ingesteld, het zal Bach zijn die ik vragen zal, wetende dat ik in hem zal verder leven, dat de overgang van leven naar dood overbrugd zal zijn door de muziek van Bach, meer dan toereikend om de oneindigheid in te gaan.
Wat een mogelijkheden we hebben - zij die onthoofd worden zouden het kunnen vragen aan hun beul die er natuurlijk niet zal op ingaan, maar de vraag staat vrij – Bach als de voorbode van het goddelijke, het verhevene dat ons verwelkomt aan de poort waar we worden verwacht. Ik hoop dat mijn broer Daniël er niet op mij zal staan wachten, zoals de vader op zijn drie zonen, dat hij zal binnen gegaan zijn in het grote licht van duizend zonnen, wel wetende dat ik eens na zal komen, de lente voorbij, de zomer voorbij en wie weet de winter.
Ik schrijf dit zo maar, ik waag me aan voorspellingen, zelfs aan voorspellingen die kunnen uitkomen. Het is simpelweg mijn boodschap van vandaag.
|