Wie is het die me leest, wie is het die een deel van zijn energie steekt in wat ik schrijf, alsof het toereikend zou zijn me te lezen om een deel van zijn dag te vullen met de inhoud van wat er geschreven staat?
Ik geef me er aldus rekenschap van wat het betekent schrijver te zijn, de verantwoordelijkheid die men op zijn schouders neemt om enkel dingen te schrijven die waardevol zijn, die een spoor nalaten dat getrokken wordt in de diepte van het zijn, in het territorium van de geest. Alsof het mogelijk zou zijn voor iemand als ik, zich in dit gebied op te stellen en er blijvend te vertoeven.
Ik heb – sta me toe - de vijver van mijn vriend lief, niet zoals Van Eeden de waterlelie, maar omdat hij de spiegel is van wat er aan zijn oppervlakte en de luchten er boven gebeurt en tevens van de dingen de donkere ondergrond bergt.
Ik verbreek dit schrijven om te luisteren naar de heruitzending van de Koningin Elisabethwedstrijd voor Viool met de Amerikaan William Hagen en dan vooral om te luisteren naar zijn concerto van Tchaikovsky. Wat een tegenstelling, het zuiver poëtische verhaal van viool en orkest geplaatst tegenover het onderwerp dat ik dacht te behandelen. Aarzeling is mijn deel.
En om terug te komen tot mijn vijver: de rimpeling van het water, zijn de trillingen van de snaren, de wind in de bomen is het melodieus gezang van de viool. Beelden die klanken zijn, klanken die ons diep raken en waar we aankomen is in een hogere gelaagdheid van het bestaan, in een voller zij, opgelost, ogenblikken lang alles vergetend, toegespitst op de jonge man en het ongelooflijke spel van vingers op snaren. We houden de beelden, we houden de klanken tot lang erna. Akkoorden over water weggegleden, opgevangen, neergezet tot als je neer zit terug om te schrijven wat je schrijven moet, nog steeds in de ban…
Maar ik dacht te spreken over de duistere kanten van de politiek en dan vooral deze met betrekking tot de toekomst van Oekraïne. Ik hoorde hierover een schitterende uiteenzetting van Professor Criekemans, doctor in politieke en sociale wetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
In klare bewoordingen maakte hij duidelijk hoe, vooral het gebrek aan kennis vanwege de Europese bewindvoerders, ter zake van de geschiedenis en van de geaardheid van het Oekraïense volk en het volk gemanipuleerd door hun corrupte politieke leiders, die – de Europese bewindvoerders - totaal onnodige en verkeerde stellingen hebben vooruitgeschoven die in het Rusland van Poetin beslissingen hebben uitgelokt die beter waren uitgebleven.
De vraag die zich hierbij stelt is duidelijk: als een professor weet omdat hij die zaken heeft bestudeerd, hoe de toestand in Oekraïne moet begrepen worden en hoe er achter de schermen zaken werden/worden gemanipuleerd, waarom weten dit dan niet onze politici, en waarom gebeurt het dat sommige, in hun verblinding, op het Maidanplein op de bres gaan staan, roepend en schreeuwend en armen zwaaiend, om aan te klagen wat niet aangeklaagd moest worden en te beloven wat niet mocht of kon beloofd worden.
Ik vrees echter, wat de toekomst betreft, dat de huidige machthebbers, ‘de’ oplossing die met grote kennis van zaken zal moeten worden bedongen, niet aan kunnen, omdat ze wellicht nog steeds meer onvoorbereid zijn dan, laat ons hopen, onbekwaam, om wat ondergronds zich aan het aanmelden is te benaderen en het hoofd te bieden. Enkel de dichtstbije problemen worden aangepakt en dan nog zoals het hier gebruikelijk is op een te onhandige wijze opdat hun tussenkomst enig resultaat hebben zou.
Zo, wat er zich aan het afspelen is onder het watervlak, van de politiek in Oekraïne, ontgaat hen ogenschijnlijk, gezien er geen duidelijke reactie komt om het gevaar aan te kaarten, bloot te leggen en te bevechten.
Des te meer – maar dit werd enkel in de wandelgangen aangehaald - omdat nu duidelijk wordt dat het probleem Oekraïne wijken moet voor het immens groter probleem dat IS noemt, dat wellicht enkel grondig kan worden opgelost door de vorming van een gemeenschappelijk front, waarin de totaliteit van de op vrijheid geschoeide democratieën, en dan vooral USA, Europa én Rusland, het gezamenlijk opnemen tegen de dreiging die IS vormt. Een mislukking wat deze broodnoodzakelijke gemeenschappelijk opstelling aangaat kan, zoals het zich nu aftekent, later, fatale gevolgen kennen.
Wanneer staat ‘de’ politieker op die alle bestaande tegenstellingen, Oekraïne en andere, op zij zal schuiven, om krachtig en nadrukkelijk te verdedigen wat ons allen aangaat, de vernietiging van de IS-gedachte optredend, zoals zovele eeuwen terug de Kerk, in naam van 'de ene ware' God.
Geef me ondertussen maar het vioolconcerto van Tchaikovsky van deze morgen, of dat van Brahms en Sibelius van deze avond. Niet dat IS me niet zal blijven bezig houden, want eens zij ooit aan de macht is het gedaan met om het even welk concerto.
|