Je kunt uit je bed opstaan met zicht op de Araratberg waar de ark van Noë op gestrand zou zijn of wakker worden met de muziek van Beethoven. Beide zijn inspirerend, de Ararat omwille van de legende er aan verbonden, ook om wat Julian Barnes er over schreef. Maar Beethoven is meer voor de hand liggend en is ruim voldoende om je in te stellen op de krachten die Beethoven bezochten op het ogenblik dat hij componeerde, wat een aanleiding is om op stap te gaan zoals een pelgrim naar Compostella.
In het putje van de winter nam je een foto van de bomen omheen het huis, de tegenstelling met de bomen nu, is overweldigend. Dit geldt niet voor de persoon die je gisteren waart, onrustig en bekommerd, vergeleken met de persoon van vandaag is er weinig verschil, de kommer om de toekomst is blijven hangen. Je gelooft wel dat het de geest is die uiteindelijk overwinnen zal; dat alles vernietigd kan worden, maar dat, zoals de geest geïncarneerd door koningin Zenobia onverwoestbaar is, hij wel kan worden gefnuikt, vernederd en tot zwijgen gedwongen maar het heilige vuur zal blijven vunzen diep in de asse.
Dit was ook de boodschap van Dyar Abou Jahjah die zich vooral afzette tegen de imperialistische neigingen van het Westen, geprojecteerd op die van Rome, met in het achterhoofd bij hem, de vunzende hoop – dit is geen verwijt, het is een logische gevolgtrekking - dat deze neigingen ook eens van uit het Oosten zouden kunnen komen.
Al wordt dit niet gezegd, het staat tussen de lijnen van zijn column te lezen, toch overheerst het gevoel dat een samensmelting of echte osmose tussen het ‘imperialisme’ van het Westen en dit van het Oosten, na een aantal generaties tot stand kan komen, als het vuur van overheersing zal zijn uitgedoofd en Oost en West spiritueel op een voet van gelijkheid zullen gekomen zijn: het religieuze herleid tot filosofische beschouwingen over leven en dood en vooral, over onze integratie in de kosmos die op de loer ligt – stalking the human spirit - en meer en meer als vaste waarde doordringen zal als een groei naar meer inzicht in de irrealiteit der dingen.
Of, op dag van Pinksteren, de Grote Geest die binnendringt in de wankele geest van de mens, opdat hij een fakkel worden zou in de duisternis. Er is geen ander heil voor ons weggelegd.
Uiteindelijk ligt de toekomst van de homo sapiens gecentreerd in een bepaalde vorm van religie, geaxeerd op ons geïntegreerd zijn in het kosmische, het Cosmotheandric concept, de nieuwe drie-eenheid Cosmos, theos, anthropos[1].
De dichterbije toekomst kan dus eigenlijk wel zijn wat een vriend, verwijzend naar een schilderij van Bruegel me mailde: ‘de stoet van de blinden recht op de afgrond af’. Er is evenwel nog een andere toekomst maar deze ligt heel wat verder van ons af.
[1] ‘We should emphasize that in new-paradigm theology, the cosmos, God and humans are interrelated. Raymundo Panikkar, who is a kind of theologian’s theologian, calls this the cosmotheandric principle, cosmos, theos, anthropos.’ Pag 101, ‘Belonging to the Universe’ Fritjof Capra and David Steidl-Rast, with Thomas Matus. Penguin Books, 1992.
|