Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    15-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit een Manuscript gehaald

     

    Hij heeft in het bos de plaats opgezocht die hem lief is. Zijn plaats bij de half dichtgegroeide vijver. Hij zit er aan de stenen tafel onder de bomen als een beeld, het witte blad van zijn page a day dagboek ligt voor hem, klaar om zijn woord te ontvangen. Hij weet wat hij toevoegen wilt aan wat hij deze morgen heeft opgetekend, want er ontbreekt iets waarin hij de toonaard van wat roert in hem verduidelijken wil. Hij schrijft met zijn oude vulpen. De bomen en de luchten zijn met hem als de woorden komen. 
                                                                                                                   

    Hij had geschreven in een lange haal van de hand, woorden die lijk bladeren door de lucht dwarrelden en dit zonder op te zien. Hij wist al schrijvende dat het goed was, hij wist dat de laatste zin een betekenis hield die de ganse inbreng valoriseerde. En toen hij ophield, de vingers van zijn rechterhand enigszins verkrampt, kende hij een vreemd gevoel. Iemand keek toe op hem, een man stond op enkele meters van hem, met een geweer over de schouders, de boswachter. Hij was zo intens bezig geweest dat hij hem niet had horen komen. Hij zag dat hij sprak, maar de woorden bereikten hem niet. Hij klapte zijn boek dicht en stond recht met zijn pen in de hand.
    De man staarde verbaasd naar hem: ‘Mijnheer’, zegde hij, ‘zo vlug en zo lang heb ik nog niemand zien schrijven, u moet al veel geschreven hebben in uw leven’.
    Hij stond daar met kepi en groen afgeboorde vest en broek als een boom tussen de bomen.
    ‘Heb ik ook, maar ook veel in het bos gelopen, heb zelfs in mijn jonge jaren heel wat gespit, gehooid en geoogst, op mijn leeftijd is het veel van alles’.
    ‘Ja, maar schrijven is toch speciaal. Sta me toe het te zeggen, maar zo vlug schrijven en dan nog in zo een dik boek’.
    ‘Och, het gebeurt wel eens, maar ik, ik heb u niet horen naderen’.
    ‘Daar ben ik boswachter voor. Maar man, ik sta hier zeker al vijf minuten en u schreef maar en bleef maar schrijven, zonder op te kijken, ik vroeg me af vanwaar de woorden bleven komen, u hing vast aan dat boek van u’.
    ‘Het kan, het kan allemaal, maar nu ben ik leeg geschreven. Maar, weet u, ik zat hier goed, ik zat hier tussen de bomen en het was een gesprek met de bomen en de wereld dat ik had’.
    De man was dichter bij gekomen en stak zijn hand uit: ‘Ik ben Ward, de boswachter, is het een brief naar de wereld toe?’
    Hij greep de zware hand en hield die even vast: ‘Het is een manier van spreken, Ward. Maar ik ben Ugo, ik ben Ugo d’Oorde en ik woon in die oude hoeve aan de rand van het bos’.
    ‘Ik dacht het, ik dacht het. Man, Ugo, je woont waar ik mijn leven lang heb willen wonen. Het is een huis als gegroeid uit het bos, het is vergroeid met het bos'.
    ‘Ja, ik heb het gevoel dat de wortels van de bomen zijn doorgegroeid tot onder het huis, maar het huis is oud geworden en moet onder handen genomen worden of het vergaat zoals de vijver hier”.
    ‘Het zal wel, de vijver is wat nog rest van een vorig kasteel dat hier stond. De grondvesten ervan zijn nog te vinden dieper in het bos, maar alles is overgroeid. Ik zag onlangs op TV, lijk donkere lijnen in de aarde, de ruïneresten van een verdwenen stad, wel hier moeten de grondvesten van het kasteel, alhoewel overgroeid met struikgewas en bomen, ook nog zichtbaar zijn’.
    Hij was verbaasd dit te vernemen. Hij was nog nooit diep doorgedrongen in dat gedeelte van het bos en hij dacht aan de weg die dwars door het domein liep van Houellebecq’s omheind bos in zijn Jordan boek, ‘la carte et le territoire’.
    ‘Ja, er zijn maar twee wegen, of toch, er zijn er drie. Een weg die loopt van het zuivere oosten naar het zuivere westen en die kruist, dieper in het bos, een weg die loopt van het zuiden naar het noorden. Een merkwaardig iets. Ik zag op Google een foto van de streek hier en als je het bos bekijkt van uit de lucht zijn er nog stukken van de wegen te zien die in de vorm van een kruis zijn overgebleven. En dan is er nog een weg die van het vroegere kasteel naar de vijver loopt. Eigenaardig, man. En er was hier dichtbij nog een nonnenklooster maar dat is helemaal verdwenen’.
    ‘Mijnheer Ugo, je woont hier in een streek met geschiedenis. Je zou er iets moeten over schrijven . Als je wilt breng ik je al wat ik er over bezit aan oude geschriften en plannen om het eens in te zien, maar daarna wil ik het terug, want het is nog van mijn vader die alles opgezocht heeft. Mijn vader deed aan heem- en familiekunde. Hij heette Cesar, zoals de keizer’.
    ‘Ward, je bent als gezonden door de God van de mensen die schrijven, die veel schrijven zoals ik. Je bent welgekomen met je documenten.
    ‘Mijnheer Ugo, als je wilt breng ik ze u morgen in de voormiddag'.
    ‘Laat het mijnheren, Ugo is voldoende, maar het is heel goed, Ward, morgen in de voormiddag, liefst rond elf. Ik verwacht je’. ‘Tot morgen’ en hij stak zijn hand uit om weg te gaan.
    De man greep zijn hand vast en zegde toen: ‘Maar in die God geloof ik niet, ik geloof in de natuur, de natuur is mijn religie.’
    Hij dacht er aan hem te zeggen dat het een uiterst vreemde dag was, dat zijn ontmoeting met iemand wiens religie de natuur is goed was om de aanvang van een boek te worden. Hoe kon het dat hij die man niet vroeger had ontmoet?

    15-01-2015, 05:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pini di Roma


    Ottorino Respighi (1879-1936)

    Ik ontwaak met Klara. Ik denk Beethoven, maar ik hoor Mozart. Ik luister naar wat er gebeurd is in het land en over de grenzen en wat het weer van de dag zal zijn, dan komt Grieg en Respighi.
    Wat een mogelijkheden die geboden worden voor de geest die ontwaakt uit een droom, om aan te komen in een andere geest die zijn impressies heeft vastgelegd in klanken, verankerd voor eeuwen en voor de zoveelste maal binnen schuift in het leven van de levenden.
    Of het grote geluk dat ik ken, mijn morgen te beleven op deze wijze. Te ontwaken en binnen te stappen, in de gedachtenwereld van Respighi, - zoals jij, lezer, binnenstapt in mijn woorden – Respighi die in klanken verwoordde wat  de ‘Pini di Roma’ hem vertelden.
    Ik ken de man niet maar hij zal, zoals ik voor mijn wit blad, op een dag voor zijn klavier hebben gezeten, luisterend naar de echo in hem van het spel van de wind, de inspirerende wind, in de rijen pijnbomen; niet om het even welke wind maar een wind die de bomen doet spreken, gedachten oproepen die klanken zijn voor Respighi.

    De bomen voor het raam aan de overkant, zijn misschien minder sierlijk, staan er stoer en bladerloos, maar ze groeten me elke morgen als ik het gordijn openschuif en ik ze zie, zoals deze morgen, ragfijn en donker getekend tegen een hemel in vuur.
    Hoe voldaan ik ben, ruim te leven in de wereld van de muziek en van het woord, de wereld waar ik me elke dag in ophoud en hoe begeesterend dat ik mijn dag kan beginnen met Respighi, met Lalo, met Grieg en daarna kan afdalen in de boeken van Julian Barnes en François Cheng, om me te verliezen eerst, om daarna te verdwijnen in wat ik schrijven zal.

    De dag belooft zich op een grote wijze te vullen. Het vuur in het zuidoosten zal me aanwakkeren. Ik zal eens te meer in woorden opstaan uit het niet en vorm geven aan wat blijven zal voor een dag en morgen zal achtergelaten worden, verdwijnen in wat ik overmorgen schrijven zal en de dagen erna, ideeën, beelden, klanken die ik vastleggen wil voor een tijd.
    Waarom ik het doe dacht ik te weten maar eigenlijk weet ik het niet, hoef ik ook niet te weten. Misschien enkel en alleen zoals Barnes[1] het wist als hij schrijft:

    ‘A novelist might hope for another generation of readers – two or three if lucky – which may feel like a scorning of death, but it’s really just scratching on the wall of the condemned cell. We do it to say: I was here too’. Veel meer is het niet, een ‘ik was hier ook’.

    Een paar dagen geleden vermelde ik, in een mail aan een vriend, ‘De stille Man’ van Albert Van Hoogenbemt, iemand van mijn generatie. Wie herinnert zich zijn naam nog, wie zijn boek? Hierin heeft Respighi meer geluk, hij overleeft, hij bekoorde me vanmorgen en wat meer is, zijn geest zette me aan het schrijven. Hij met klanken, ik met woorden. Het verschil is heel klein, het komt uit de ongrijpbare, onverklaarbare geest die over de velden hangt, over de stromen en de zeeën, over de bergen, over de steden en de dorpen.

    Geest is gelukkig alom.


    [1] Julian Barnes, ‘Nothing to be frightened of’, Vintage books, 2008, page 205. (scorning of death: minachting voor de dood)

    14-01-2015, 04:38 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boom onder de bomen

     

    Ik schuif verder januari binnen, beladen met de opdracht die ik me meegaf. Heb dus elke dag mijn woud aan gedachten af te lopen om de rariteit te vinden die me voldoende inspireren zal om mijn blog te schrijven.

    Dat ik me er geen zorgen over maak, zou een verkeerde gedachte zijn, maar wat ik vandaag het liefst zou doen is een verhaal schrijven, een verhaal voor grote mensen. Voor kinderen vertelde ik er een over een reiskoffer met koperen hengsels en geheim slot, geborgen op zolder onder het stof, maar het einde ervan is niet het einde dat ik wenste en de tekst is blijven liggen in de schuif.
    Een verhaal voor grote mensen echter is niet zo eenvoudig, de wereld zit vol met ‘faits divers’ die als verhaal kunnen gezien en verteld worden, maar voor mij is dit geen oplossing, dan maar iets over het bos waar ik deze namiddag was, zonder er te zijn, of was ik er wel en dacht ik dat ik er niet was.

    Er waren bomen om mij heen die me aankeken op een manier zoals ik las van Lacan bij François Cheng, dat hij kind zijnde, op een dag in de zomer gefascineerd werd door de weerkaatsing van het licht op een conserven blikje op het water en dat hij de nette overtuiging kende dat het blikje hem fixeerde en een boodschap had voor hem; of  zoals ik las wat er gebeurde in ‘Dokter Zhivago’ van Boris Pasternak, waar Zhivago in zijn prille jeugd voor een boom stond, die hij beval zijn bladeren stil te houden en dat de kruin gedurende een korte tijd beweegloos bleef.

    Je zegt zo iets. Het kan gebeuren, het kan dat je, zoals ik deze namiddag, staat in een bos, omringd met bomen om lief te hebben, naakte bomen in de wind, in een stil suizen van takken die bewegen en dat je vermoedt dat binnenin de wortels, de sappen aan het wachten zijn om op te stijgen, plots, onverwacht, maar onstuitbaar. En dit denkende, dat je zelf boom geworden bent en toekijkt op de man met de witte haren die daar, verloren en verlaten, te kijken staat.

    Dat hij er staat, vergroeid met de aarde en de geuren van de aarde, dat hij alles omvat met de geest, van mos tot struik tot boom, tot water en tot lucht en hij het leven voelt in hem dat ook het leven is van het bos in de velden, de velden in het heuvelende landschap, met er boven de zon verscholen achter de grijze wolken en de planeten en de sterren, wachtend op het licht van de nacht, zoals hij wachtende is op de woorden die hem omkringen en, hem bevruchtend, hem bevloeien lijk water uit een bron.

    Jij, denkt de man, je weet niets van wat is, noch van wat komt, je staat er als een boom gegroeid in de aarde, stil, ademend, de armen uitgestrekt om het leven te omhelzen, te koesteren, te bezitten en uit te dragen, zelfzeker en onaantastbaar.Je zult er lang blijven moeten, je zult al wat van de Kosmos is in jou opslaan, je ermee vermengen om ook Kosmos te zijn, tot je ontwaken zult tot het ‘Ganz Andere’ waar Horkheimer het over heeft.
    Boom te zijn is deel van je bestemming.

    13-01-2015, 00:37 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het denkend Universum

     

    Een blog is soms een werk van dagen, zeker als hij in stukken wordt verdeeld. Het is een gedachten proces dat nimmer stopt, dat doorloopt tot de slaap komt en terug opduikt vóór het eerste licht. Er is dus onvermijdelijk een overlapping niet alleen van ogenblik naar ogenblik maar ook van ogenblikken die terugblikken naar vorige ogenblikken, of blogs die binnendringen in vorige blogs of een aanloop zijn naar toekomstige.

    Zo ligt inmiddels nog altijd op je tafel, het ‘funniest and frankest work yet’ van Julian Barnes, en ben je (eindelijk) aangekomen bij de passage waarvoor je – ‘iemand anders’ zorgde ervoor - het boek, in de bibliotheek van de stad, uit zijn rek hebt genomen, namelijk de passage waarin een specialiste ‘in consciousness’ weet te verklaren, dat er geen centraal punt is in onze hersenen, geen punt voor het ‘ons zelf’ en dat onze notie van ziel of geest, moet vervangen worden door een ‘distributed neuronal process’.
    Ook, dat het concept ‘vrije wil’ te verwijderen is, ‘that we are machines for copying and handing on bits of culture’, en dat het gevolg van het aanvaarden hiervan, werkelijk bevreemdend is.
    Dit betekent, - en het is nog altijd de ‘specialiste in het bewust zijn’ die spreekt – ‘dat de woorden die voor het ogenblik uit mijn (haar) mond komen, niet herkomstig zijn uit dat kleine ‘ik’ in mij (haar), maar ‘emanating from the entire universe just doing its stuff.’

    En Barnes, de grote, wijze Barnes gaat hierop verder – en dit ook is meer dan het overwegen waard – ‘… There is no separation between ‘us’ and the universe, and the notion that we are responding to it as a separate entity is a delusion’.

    Het is altijd een probleem geweest waar we de gedachten haalden, om elke dag een blog te schrijven en, als er gedachten waren hoe we er in slaagden om deze uit te dragen op een wijze dat anderen deze konden begrijpen en volgen.
    Dat het ‘bevreemdend’ is - ‘weird’ zoals Barnes het uitdrukt - is ons duidelijk want dat er geen scheiding is tussen ons zelf en het Universum, op het vlak van het mini-minimale, is heel aanvaardbaar, maar dat mijn gedachten, met een absolute zekerheid, voortkomen uit het Universum dat handelend op zou treden, is moeilijker te aanvaarden, al ligt het wellicht dichter bij de waarheid dan dat de gedachten uit mij zouden voortkomen, want waar zouden deze gesitueerd zijn in mij?
    De vraag is hiermede maar half opgelost. Alhoewel een tipje van de sluier schijnt opgelost, blijven we in een twijfeltoestand die zich uitstrekt naar ons eindpunt toe. Want als ons gedachtenveld zich bevindt buiten ons lichaam, in een soort van neutrino-gordel omheen de aarde of verspreid in de Kosmos, dan kan ons afsterven geen impact hebben op dit gordellandschap.

    Ik trek hieruit geen conclusies. Ik weet enkel dat op het einde, een lichtende on-indenkbare, onvoorstelbare verrassing niet uitgesloten is, integendeel,  ik geloof er vast in.

    11-01-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geestelijk Testament (3)



    Hij weet dat zijn queeste doorlopen moet tot het allerlaatste ogenblik van zijn bestaan. Maar hij beseft ook dat deze zoektocht niet altijd volgehouden wordt, dat er breekpunten zijn, momenten dat hij begaan is met andere zaken waarbij hij amper de dag ziet opengaan en de dag ziet sluiten.
    Maar het is duidelijk : zijn beeld van God valt niet samen met het beeld dat Paulus ons voorhoudt. Paulus schrijft trouwens, dat alleen de geest van God het wezen van God kan kennen. Hij schrijft ook dat we niemand behalve onszelf kunnen kennen. Maar Paulus is een uitzondering hierop. Hij kent Jezus omdat ‘God besloten had zijn zoon aan hem te openbaren’. Wat betekenen moet dat dankzij deze ‘openbaring’ Paulus in de mogelijkheid is te spreken over de Jezus van Jezus en niet, zoals men logisch denken zou, over de Jezus van Paulus.
    Waar deze openbaring heeft plaatsgevonden en onder welke vorm zal wel niemand weten, want Paulus aarzelt niet te bekennen dat hij, na de ‘roep’ van de Heer op de weg naar Damascus te hebben gehoord, onmiddellijk, zonder een mens te raadplegen naar ‘Arabië’ vertrokken is, om pas drie jaar later naar Jerusalem te komen waar hij Kefas (Petrus) en Jacobus, de broeder van de Heer, zal ontmoeten.

    Is het zo dat hij drie jaar als ‘postulant’ in het klooster van Qumram zou verbleven hebben, zoals we lezen kunnen in The Dead Sea Scrolls Deception, of was het op een totaal andere plaats waarop de onlangs overleden Kamal Salibi een verrassend antwoord heeft ?

    Neen, zijn beeld van God loopt niet parallel met dit van Paulus omdat zijn opvatting over God, zijn weg naar hetgeen hij denkt een van de namen van God te zijn, van binnen in hem vertrekt en niet vanuit de geschriften van Paulus.
    Hij kan enkel zijn eigen weg bewandelen doorheen de diepste roerselen van zijn geest. Aldus kunnen allen die hem lezen de essentie vernemen van wat levend is binnen in hem. Zoals anderen in de geschriften van Paulus alles kunnen vernemen over de essentie van Jezus in Paulus.

    Hoe vreemd het is bezeten te zijn van de wil, de nood dit alles neer te schrijven, want wie zijn ze die hem lezen zullen? Zo wat bezielt hem thans het te wagen, toch nog een poging te doen om over Elohim en de bijbel te schrijven nu een deel van de wereld, en Elohim en Bijbel, in de onderste schuif heeft weggeborgen.
    En ook, hoe vreemd is het niet, af te dwalen naar Paulus, de geestelijke reus van onze westerse beschaving. Hij kan dus zelden op voorhand weten waar zijn gedachten hem voeren zullen in dit geschrijf, dat hij dag na dag opnieuw laat ontstaan omheen wat hij denkt van het of de Onnoembare te zijn.
    Maar zijn beeld van het Opperwezen zal nimmer samenvallen met dit van Paulus. Hij zal er nimmer behoefte aan hebben te zeggen dat God zich aan hem openbaarde. Maar hij heeft wel voldoende inzicht, voldoende spirituele kracht meegekregen opdat hij weten zou dat deze kracht enkel komen kan van Hem die hij het Ego van het Universum wenst te noemen.
    Hij weet dat het zijn opdracht is ‘levend’ te blijven en niet een levende dode te worden. Dat het zijn opdracht is, en hij herhaalt zich, het wezen van het of de Onnoembare, binnen te dringen en trachten te lezen wat er geschreven staat. Dit alles is dan ook het relaas van zijn nooit eindigende zoektocht.
    Het is een tocht die gericht is, en het is Eugen Drewermann die dit schrijft: naar de naam die het aroma van het leven is. Woorden die de Egyptenaren richtten tot hun God Amon, geboren als zoon van God uit de schoot van een koningin.

    Deze woorden kunnen elke mens die het deeltje God in zich ontmoet en zichzelf hierin terugvindt, tot voorbeeld dienen.

    10-01-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geestelijk Testament (2)

     

    De Bijbel, elk boek, elk kunstwerk is het bewijs van dit creatieve dat ingebouwd is in het Universum en zich reflecteert in het creatief karakter van de mens. Het beeld van de vrijheid van de mens is aldus vooreerst dat van zijn vrijheid inzake creativiteit.
    Hij weet genoeg dat er beweging komt in het religieus denken en dat het bevreemdende van de New Physics tijd nodig heeft om door te dringen. Maar onvermijdelijk is een nieuw paradigma op komst in de gedachten-expansie van de levende mens en dit paradigma zal zeker niet gestuit worden door om het even welk document (encycliek) die niet een dergelijke boodschap zou uitdragen.
    Zoals de New Physics doordringen tot de wereld van het onzichtbare, het raakvlak van het metafysische, zo ook heeft het religieus denken nood aan het onzichtbare dat in het verleden te zichtbaar werd voorgesteld. Die tijd is voorbij, de begrenzing van het woord maakt plaats voor de ruimte van de geest. De mens overschrijdt thans de drempel van een totaal nieuwe dimensie, deze van zijn afgestemd zijn op de beweging van het Universum en de boeken van de Bijbel, het grote epos van de mens in zijn verhouding tot zijn God die woorden sprak en daden stelde, is te hernieuwen in een epos van de mens in zijn zoektocht naar zijn geïntegreerd zijn, naar zijn betekenis, naar zijn bestemming.
    Hij schrijft maar, hij is gewoon te denken al schrijvende en het mirakel van de hand, mijn beste Dyson, is inderdaad groot en wonderbaar. En wat de herkomst[1] ervan betreft is even groot het mirakel van de woorden/gedachten die opduiken als hij aan het schrijven geraakt.

    Als hij langs de weg waar hij wandelt, ondanks de pijn in zijn rechterknie, dezelfde boom groet - zijn hand even op de schors houdt en ‘dag boom’ zegt - dan gelooft hij dat de boom deze groet opneemt en doorgeeft. En al weet hij wel dat velen dit geloof niet delen toch denkt hij dat mens en boom iets gemeen hebben.
    Hij kan Paulus erbij roepen die schrijft dat we een tempel Gods zijn en dat de geest van God in ons woont. Zou hij dan ook niet wonen in die boom die hij groet en zouden de contacten tussen mens en boom niet gebeuren precies langs het deeltje God dat boom en mens bezielt en levend houdt?
    Het is het doel van zijn bestaan hier op aarde, wat is van Elohim/God, en roert in hem, te benaderen en af te tasten, te omkringen en erin binnen te dringen. Het is zijn queeste naar de negenennegentig namen van die God, neergeschreven (18 + 81, weliswaar in Arabische cijfers) in de palm van ons beide handen. Namen die hij ziet, niet als de negenennegentig eigenschappen van God/Allah maar als zovele mogelijkheden om Hem te omschrijven.



    [1] Ondertussen las hij Julian Barnes en wat deze over die herkomst weet te zeggen. Hij schrijft hierover in een van zijn volgende blogs.

    09-01-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Je suis Charlie



    Wat gisteren, 7 januari in Parijs gebeurde, een moorddadige aanval op de vrije meningsuiting waarbij op barbaarse wijze schrijvers, intellectuelen, politiemensen werden afgeslacht, staat onze kinderen en kleinkinderen te wachten als niet met vaste hand en onverbiddelijk ingegrepen wordt door de verkozenen van het volk. Zoals de zaken nu evolueren worden dergelijke beelden schering en inslag nog een paar generaties verder en worden we onder de voet gelopen door een horde ‘Hunnen’ die nog leven in de veertiende eeuw. De infiltratie – want dit is het - van de Islam in onze westerse wereld is schrikwekkend en deze neemt exponentieel toe.

    Ik neem graag aan dat kinderen van Musulmaanse ouders die hier geboren zijn, zich goed voelen hier en zich volledig hebben aangepast, die houden van hun dorp of hun stad, of het land waar ze zijn opgegroeid en een gezin hebben gesticht. Het zijn niet zij die een gevaar uitmaken. Het zijn zij die hier zijn komen wonen, gebruik makend van alle voordelen die het westen hen biedt, zelfs stemrecht krijgen, zelfs kunnen verkozen worden, maar die nooit de cultuur, de geplogenheden, de eigenheid van het volk en het land hebben aanvaard of willen aanvaarden. Het kan goed dat ze slechts een minderheid uitmaken van de inwijkelingen, maar het is een gevaarlijke minderheid, omdat het een strijdende minderheid is, fanatiekelingen van een geloof, zoals wij het geloof hebben gekend in de middeleeuwen.
    Het is een minderheid die heel gemakkelijk de hier gevestigde, gematigden hun wil zullen opleggen. We hebben het voorbeeld van Nazi-Duitsland waar eenzelfde evolutie heeft plaatsgevonden.

    De inwijking is - we horen het voldoende gezegd -  een duidelijke infiltratie met een voorop gesteld doel, de bekering van de inheemse bevolking, arm aan geloof en religie - want dat zijn we geworden - tot de Koran, met al de gevolgen van dien. Want wat er dan nog zal resten van onze romaanse en gotische kerken en kathedralen weten we niet, hopelijk blijven ze nog overeind, omgevormd tot moskeeën, maar enige zekerheid hebben we niet, als we zien wat er de dag van vandaag in het oosten gebeurt.
    Nu kerken en kathedralen is wat ons bindt aan de traditie van onze ouders en voorouders, neemt deze weg - en de leegloop die nu plaatsvindt is geen aangenaam voorteken – en er blijft nog heel weinig over van wat traditie was, want daarna zal Kerstmis verdwijnen en Pasen en Pinksteren en noem maar op. Christelijk feestdagen, waarvan de eigenlijk betekenis aan het vervagen is, maar die dan toch in ons gebrand liggen, lijk het watermerk in het tekenpapier.

    Ben ik pessimist, zie ik dingen die de toekomst verkeerd belichten. Ik geloof het niet, ik vrees zelfs dat het al te laat is om er nog iets aan te doen. Vergeten we niet dat het een religie is die oprukt, hoe die is heeft geen belang, ze is gebonden aan de Profeet die niet mag behandeld worden als een God, zoals die van ons, wiens naam zeker niet mag ‘verdomd’ worden zoals die van ons. We hebben gezien tot wat een schamele tekening leiden kan. Het zijn niet de elf journalisten-schrijvers/tekenaars die afgeslacht werden, het is een ganse beschaving die werd afgeslacht.

    Wat ik vrees is, dat de politiek en dan vooral, en ik heb geen schrik het te zeggen, de linksen onder de politiekers, zoals er tal van voorbeelden zijn geweest, én hier én in heel wat landen van Europa, de ogen zullen blijven sluiten, zeggende dat het zo een vaart niet zal lopen.
    Zij zelf zullen het misschien niet meer voelen, ik in elk geval niet, maar hun kinderen, klein- en zeker achterkleinkinderen, wel.

    7.01 is een nieuwe 9.11. Mijn hart bloedde als ik zag hoe een politieman op de grond, werd afgemaakt. Welk beeld moet het geweest zijn in de redactiezaal.

    08-01-2015, 01:30 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geestelijk Testament (1)



    Wat van God is in de Bijbel is gevloeid uit de innige verbondenheid van de mens met zijn God en handelt over zijn visie over deze verbondenheid. Vandaag zijn deze visies, hoe ze ook moge getekend staan, symbolen geworden en dogma’s - leert ons Teilhard de Chardin - fossielen, de behoefte aan meer ruimte en dieper inzicht, neemt exponentieel toe. Nieuwe elementen sluipen binnen en slingeren zich omheen de oude en niets kan die groei tegenhouden. De zoektocht van de mens situeert zich thans in het Allesomvattende, en zal in een andere dimensie geschreven worden.
    En het is hem duidelijk, de oude banden zijn afgelegd, hij wenst zich niet meer te begeven in het spoor van de theologen die vertrekken van gegevens waarvan het stramien opgetekend ligt in boeken waaraan niet mag getornd worden. De mens wil zich losrukken uit deze bolster van waarheden op vergeelde bladen; wil zich voortaan bewegen in de oneindigheid van het beeld dat de kosmos hem biedt, waarin hij zit vast geankerd, zelfs al is deze verankering onzichtbaar, hij weet nu dat hij deel is ervan, zelfs een zeer belangrijk deel ervan.

    Hij situeert zich tussen hemel en aarde en hoe verder hij de hemel binnendrijft hoe rijker, hoe voller, hoe meer geïntegreerd hij zich voelt en ook hoe inniger zijn band is met al degenen die denken zoals hij. Het is een leven vullende harmonie van het kleine in het sublieme en het sublieme dat het kleine vult en kleurt.
    En zo kan hij ook zeggen met de pastoor van Crécy uit ‘Le Journal d’un Curé de Campagne’ van Bernanos, ‘que les petites choses n’ont l’air de rien mais elles donnent la paix. Kan hij eraan toevoegen dat de kleine dingen van het leven niet alleen rust brengen maar dat het ook vingerwijzigingen zijn naar het oneindige. Dit te zien, dit aan te voelen brengt ons in het spoor van de mens die wordende is.

    En dan komt de vraag, vanwaar deze ingesteldheid; ontstaat ze uit hemzelf, is ze inherent aan ons mens-zijn en volstaat het buiten het alledaagse te treden opdat we terecht zouden komen in een inspiratiebron die onze wereld van gedachten en gevoelens bevloeit?
    Het is dit magische bron-gevoel dat een uitwerking zoekt in al degenen die werken aan een boek, een schilderij, een symfonie, die bezig zijn met om het even welk werk, hoe minimaal het ook moge zijn.
    We zijn gelukkig hiermee; het is het doel van ons mens-zijn. Het is het openrukken van ons mens-zijn op het kosmische, het verhevene, dat de daad van het creatief zijn in zich draagt.
    Als dan Schillebeeckx die hij destijds las, schrijft dat God een evolutieve kosmos heeft gewild om daarin de mogelijkheid voor te bereiden voor een menselijke vrijheid en dus van het liefhebben, dan zijn dit maar wat woorden. En had hij liever gelezen en gehoopt te zullen lezen, in plaats van lief te hebben, de vrijheid van creatief te zijn en aldus in het voetspoor te blijven van het Universum dat in volle expansie is, wellicht even gericht naar binnen als naar buiten.
    Trouwens welke Kosmos zou de God die we aanroepen anders kunnen gewild hebben, een statische?

    07-01-2015, 07:31 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    06-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Er zijn van die Namen

     

    Er zijn van die namen die je hoort of leest en hangen blijven, dagenlang, die keren en terugkomen in je onbewustzijn waar ze, wellicht, een kwelling zijn voor de andere gedachten die zich willen vormen maar telkens achteruit worden geduwd.
    Zo gebeurt het dat namen als Rilke – het mag dan nog gaan over zijn ‘Der Panter’ gedicht – een wereld oproepen die lang verscholen zat achter een fluwelen gordijn en nu met een ruk van de hand, wordt opengeschoven en er een wazig landschap opduikt, een landschap van vreugde en van pijn.
    Je vroeg er niet naar, maar je kunt het landschap niet meer voorbij, het roept je, het wenkt je en je betreedt het, eerst schoorvoetend daarna met volle tred en voor je het weet ben je de heuvel aan het bestijgen die leidt naar een romaanse kerk en een graf met witte zerk tegen een oude muur, begroeid met dwergvarens en mossen, en met een grafschrift dat een andere kwelling worden zal.

    Of je wandelt in gedachten, in de valavond, met ver voor jou het roze licht van de ondergaande zon op de hoogste toppen, voorbij een huis in Muzot en je ruikt melisse en steranijs en een gedicht dat je achtervolgen blijft:
    Einmal wenn ich dich verlier,/ wirst du schlafen können, ohne / dasz ich wie eine Lindenkrohne/ mich verflüstre über dir.’

    Of van een vriend uit de Valais met wie je ooit uit eten ging in de ‘Gouden Haring’ in Brugge, die er ook was op de dag van de begrafenis van je broer, en in een helder Duits een ander gedicht van zelfde Rilke bracht:
    ‘Herr es ist Zeit…
    ‘Befiehl den letzten Früchten voll zu sein; / gieb ihnen noch zwei südlichere Tage, / dränge sie zur Vollendung hin und jage / die letzte Süsse in den schweren Wein.

    Want dit is Rilke voor jou en Paul Claes die een grote hulp was bij het lezen van de overige gedichten van Rilke.Je zegt het maar, je ondergaat je gedachten als je schrijven gaat en de woorden je bestormen. Woorden die beelden zijn, beelden die gevoelens zijn, gevoelens die jou ver terug duwen in de tijd, de tijd die jou verschroeit.
    En na Rilke geef me, nu hij opdook, Paul Claes, die je verraste met zijn "De Phoenix"( De Bezige Bij, 1998) waarin je lezen mocht en dit tot je vreugde: Als God degene was die zou zijn, dan was Hij niet de zijnde maar de wordende.
    Of even binnen gaan bij Freeman Dyson, die schrijft in zijn ‘Infinite in all Directions’[1]: we are the chief inlets of God on this planet at the present state of his development. We may later grow with him as he grows, or we may be left behind.

    Herr, es ist Zeit
    opdat al dit poëtische, al dit verhevene gebrand worde in de geest van de mens opdat hij, zoals de God van Claes, van Dyson, wordende zou zijn en niet zoals het gebeurt, weg geduwd en dood gezwegen wordt samen met zijn ondergrond, het zo broodnodige sacrale, het heiligende van al de plaatsen waar we zijn en niet zijn.



    [1] Freeman Dyson : Infinite in all Directions , Penguin Books, 1990.

    06-01-2015, 10:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rilke: Grafschrift

     

    Rose, oh reiner Widerspruch, Lust,
    Niemandes Schlaf zu sein unter soviel
    Lidern

    Er werd heel wat geschreven over het grafschrift van Rainer Maria Rilke (1875-1926) die rust aan de voet van de prachtig gerestaureerde romaanse kerk van Raron (Rarogne), gelegen op de scheidingslijn(taalgrens Duits-Frans) tussen le Haut- et le Bas-Valais.
    Wolfgang Leppman schreef in zijn boek (1972) over het leven en werk van Rilke, vertaald in het Nederlands door Theodoor Duquesnoy, dat er meer dan 20 verschillende interpretaties van dit grafschrift bekend zijn. Niet verwonderlijk dus dat Anton van Wilderode, in zijn voorwoord bij ‘Tussen stroom en gesteente’ van Maurits Van Vossole[1], dit grafschrift bestempelde als "sibillijns". Wat het ook voor ons is gebleven, ondoorgrondelijk in zijn beelden wat enkel leiden kan tot gissingen die we liever niet maken.

    Ondanks dit alles hebben we gemeend, deze plaats die we samen met vrienden uit de Valais, als een soort pelgrimstocht hebben bezocht, te illustreren in onze blog van 3 januari, met een gedicht, waarin we een poging hebben gedaan onze visie te geven, heel bescheiden weliswaar, over de impressie die graf en grafschrift bij ons hebben nagelaten: Muzot, dicht bij Sierre (Siders), de plaats zijnde waar hij van 1921 tot aan zijn dood verbleef in een kasteeltje met trapgevel. De laatste regels van dat  gedicht verwijzen naar de prachtige poëzie van Rilke dat meer dan voortreffelijk vertaald werd door onze Paul Claes in zijn ‘Raadsels van Rilke’, De Bezige Bij, 1995.

    Maar hier de tekst van Rilkes gedicht:

    Einmal wenn ich dich verlier,
    wirst du schlafen können, ohne
    dasz ich wie eine Lindenkrone
    mich verflüstre über dir?

    Ohne das ich hier wache und
    Worte, beinah wie Augenlider,
    auf deine Brüste, auf deine Glieder
    niederlege, auf deinen Mund.

    Ohne dasz ich dich verschliesz
    und dich allein mit Deinem lasse,
    wie ein Garten mit einer Masse
    von Melissen und Stern-Anis.

    Mijn broer, Daniël (1934-2002), hield het bij een ander gedicht van Rilke, en het was een vriend van hem, uit de Valais, die het voorlas bij zijn uitvaart, in de kerk van Dworp. De laatste strofe ervan ging als volgt:

    Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr,
    wer jetzt allein is, wird es lange bleiben,
    wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben
    und wird in den Alleen hin und her
    unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.



    [1] Maurits Van Vossole: Tussen stroom en Gesteente’ Uitgeverij Danthe nv, Sint-Niklaas, 1980

    05-01-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit een oude doos

     

    Uit een oude kartonnen doos gehaald

    Vandaag een bundeltje krantenknipsels teruggevonden in een oude kartonnen doos, met bovenaan, vergeeld en op het verpulveren na, iets van Herman Brusselmans uit De Morgen van 10 februari 1989 en een knipsel uit De Standaard der Letteren, van 17 december 1998 van Stefan Hertmans.
    Ik weet nu waarom deze bewaard zijn gebleven en pas nu terug het daglicht hebben gezien. Het is, zoals Rupert Sheldrake ooit beweerde, omdat we geleid worden van uit de toekomst. Het feit dat ik mijn blog van 4 januari ga halen bij deze knipsels zou het bewijs kunnen zijn dat ik ze toen heb behouden om ze vandaag te gebruiken.

    Het eerste knipsel, de breedte van een kolom, is van Herman Brusselmans. Ik ben wel geen lezer van hem, maar bewonder toch zijn productiviteit. Hier betreft het een schreeuw in het oneindige die hij neerschreef, zo zegt hij toch, met zijn ‘Rolls Royce onder het schrijfgerei, een Parker-vulpen van meer dan 16.000 ballen’, waarmee hij ons, wist te verrassen met zijn : Oh God, geef enige zin aan mijn leven! Hou van mij, om het even wie, doch hou van mij...".
    En andere prangende zaken waren ‘wanhoopskreten en oerkreten die als ad finitum rondwemelen als verdoemde planeten in een op hol geslagen universum in mijn machtig tijdloze oeuvre’.

    Wat leest men in een dagblad, hoeveel teksten gaan er niet, samen met het dagblad, ongelezen de papiermand in en nochtans hoeveel inspanning, vergden deze teksten niet?

    Maar dan is er Stefan Hertmansover zijn ‘Oorlog en Terpentijn’ schrijft  de Standaard van 2 januari 'dat de fictietop van eindejaar gebetonneerd zit met Hertmans aan de top' - hem lukt het  me te beroeren met een stukje literatuur.
    Zo hield ik dit kleine stukje prachtig proza over, of is het poëzie, dat ik bewaarde voor het nageslacht van vandaag. Hij schreef dit, als slot van zijn column, ‘1001 Notities’,

    "Het giet, het giet. Al maanden lang. Hij leeft naar binnen. Hij is verliefd op het beeld dat hij zich gevormd heeft van een vrouw, de vrouw met wie hij al jaren leeft. Hij warmt zich aan zijn blikvernauwing, als een man die weet dat hij schuilt onder een krakende rots.
    Hij vertelt nonsens en maakt haar aan het lachen. Hij verlangt. En hij hoopt dat het zijn tijd wel duren zal. Een werkbare definitie van trouw. Ze weet het en ze lacht, ze omhelst hem en ze drinkt hem toe, en hij voelt zich beloond omdat hij in haar nabijheid leeft.’

    Mooiere literatuur schrijf je niet: ‘Hij voelt zich beloond omdat hij in haar nabijheid leeft

    Ik zou de knipsels nu mogen verwijderen, ze hebben hun dienst gedaan, maar ik doe het nog even niet. Ik laat ze liever rusten in hun doos tot ze 25 jaar later zullen teruggevonden worden.

    04-01-2015, 10:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rilkes Graf

     

    Gewekt uit de droom der slapenden is het lichaam tot bewegen gekomen. Je hebt er controle over, maar niet over je dromen, niet over de massa gedachten die tot bewegen komen. Je hebt wel de mogelijkheid tot kiezen wat in vele gevallen afhankelijk is van wat je las of hoorde. Vandaag waren het je gedachten omheen Rilkes, niet te ontcijferen epitaaf, die je bezig hielden:.

    'Rose, oh reiner Widerspruch, Lust.
    Niemandes Schlaf zu sein unter soviel
    Lidern.'

    En op deze dagen, herinner je Raron:
    de romaanse kerk een baken,
    de Rhone onder ons, zo ver,
    er Rilkes graf bezocht:
    de rozen wit en wit het marmer
    door lichen aangetast.

    En woorden die het landschap waren
    in de mond gebrand : ‘Niemandes Schlaf
    zu sein unter soviel Lidern’.

    Zijn gedichten die we lazen toen,
    - het woordenboek dat ons niet hielp -
    herinner je, hoe ze ons volgden,
    langs de watervallen, sissend
    in de oevers met irissen lijk ogen
    en wat stukken hout,

    en in de bossen tussen ‘agarics’
    en mossen, zijn epitaaf nu keer
    op keer gesproken omdat we raden 
    wilden, de roos uit antimoon gegroeid,
    een eenheid in de tegenspraak.

    En bij valavond, Muzot bezocht, en roos
    de sneeuw op alle toppen, herinner je,
    het huis omhaagd, het houten hekken dicht.

    Zijn grafschrift weergekomen.
    De schemer een gedicht gebracht, o neen,
    hij was er nog, tegen de muur geleund,
    de slaap der slapenden die slaapt hij niet.

    De tuin, "mit einer Masse von Melissen
    und Stern-Anis", zijn levende aanwezigheid.


    * Agaric: een soort eetbare paddenstoel

    03-01-2015, 00:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Ovenhuis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Mijn goede vriend en gebuur van vroeger, mailde me – verstuurd van zijn iPad - zijn nieuwjaarswensen, geïllustreerd met een foto van zijn besneeuwd ovenhuisje tegen de donkere inspirerende achtergrond van dennen, trouwe aanwezigen van altijd die ik maar al te goed kende.
    Maar het is het ovenhuisje zelf dat me beroerde deze morgen, het bracht het beeld terug van het ovenhuisje van mijn grootouders, naast de mispelaar, zoals het er was in het prille begin van de lente, in de weelde van de zomer en onder de vallende bladeren in de herfst en nu op het scherm van mijn PC, als een boek, als een volle bundel gedichten, stoer en ongerept in de warme witheid van mijn herinneren.

    Eigenlijk, voor wie de ziel ervan begrijpen wil, is het ovenhuis een sacrale plaats, een plaats waar een eeuwenoud gebeuren onderhouden wordt of werd, een gebruik dat nu, lijk zovele andere uitgestorven is, weggevaagd door de tijd, ‘ce grand sculpteur’ zoals Yourcenaer hem betitelde.
    Hoe dikwijls heb ik niet, in mijn jeugd, naast grootmoeder gestaan toen de oven werd aangestoken en heet gestookt met rijshout, met bussels erin gestopt, heb ik niet gezien hoe de vlammen zich krolden langs de wanden en samen kwamen in het gewelf van de oven. Een heerlijk gevoel gaf het, en dan vooral in de winter bij vorst en sneeuw, de hitte te voelen in je gelaat en over je handen en leden, tot in je bloed en te zien hoe de oven, eens de vlammen waren gestild wit gloeiend wachtte op het grote moment dat grootmoeder aankwam met de te bakken broden - je had ook een broodje mogen maken van een hand groot – op een plank gelegd, met een doek er over uitgespreid, en ze eerst begon met het weg scheppen in een emmer van de gloeiende houtskoolstukjes, om daarna met gewijd gebaar de ronde brodendeeg op een ovenschepper te leggen en met een korte ruk af te zetten op de ovenbodem om dan vooraleer het ijzeren deurtje te sluiten, een kruisteken te maken, biddend misschien, zoals ik haar zo dikwijls heb zien bidden en daarna, geduldig zoals grootmoeders zijn, te wachten, te wachten op het grote ogenblik dat de oven zijn werk volbracht heeft.
    En als de ovendeur geopend wordt, het mirakel van het deeg dat brood geworden was en grootmoeder en jij gehuld in een walm van onovertroffen geuren, die van een andere orde van geuren zijn.

    Grootmoeder, het ovenhuis en versgebakken brood. Een wereld die niet meer is en niet meer komt, zoals mijn jeugd niet meer is en niet meer komt, enkel de geur is er nog, de vlammen zijn er nog de warmte in het gelaat en de gensters van de nog gloeiende stukjes houtskool uit de oven geschept, en als de ovendeur opengaat, de intense, klare, zingende geur van de broden, goudbruin met nog stukjes houtskool hier en daar erin vastgehouden.
    En het kleine broodje van jou, heet en hard dat je trachtte op te vangen in je handen. Je weet het nog zo goed van het begin tot het einde, in de achterkeuken, op de rode tegels van de vloer, bij de kuip karnemelk waarin nog kleine klonters boter dreven en grootmoeder, die lieve zachte grootmoeder die je broodje opende en vulde met een laag verse, smeuïge boter.

    Of wat het leven was toen je opgroeide, niet wetende hoe goed het wel was en vanmorgen zo maar terug binnen gevallen, het ovenhuisje en grootmoeder en de geur van versgebakken broden. Een gebed.

    02-01-2015, 11:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Eerste Dag



    Ik wil het jaar beginnen met de woorden, onderaan mijn blog, van een vriend, een groot germanist, een man die verliefd is op de taal van Goethe. Ik vergeef hem de lof die hij me toezwaait, hij is zo, hij is uitgelaten wat de taal betreft. Verknocht, met de structuur en de betekenis ervan, volgt hij elk woord dat uit mijn pen komt – een pen die ik, bijna een halve eeuw geleden, kocht uit zijn handen, wat hij niet meer weet – een pen die de verlenging is van mijn geest naar de wereld toe.

    Dit, omdat ik gepoogd heb een antwoord te vinden op de vraag, die hij me stelde, die we ons allen stellen, hoe is het dat we denken, hoe is het dat de woorden komen, de zinnen zich vormen, gevoelens worden ingeschakeld en bloot gelegd, of welk is dit mechanisme van de vingers die schrijven, die neerzetten wat een ogenblik ervoor nog niet was, maar er toch was, onder een of andere wazigheid, al was het maar wiegend in de mist, als eetballen voor de meesjes, in de bomen die er niet zijn, evenmin de meesjes, wazig onzichtbaar, ontastbaar.

    Heer in het Universum, is het zo dat we de gedachten eten uit je hand, dat we die ontwaren - maar wie is die we? - in de diepte als in de verte, in een totale vormloosheid, ofwel als zaden die niet tot kiemen komen ofwel, zoals het gebeurt - gelukkig dat het kan - ontploffen, ontkiemen in woorden, die we houden of die we uitdragen tot bij wie ze nemen wilt.
    Bevreemdend de wereld van het schrijven, van het omzetten in tekens van iets dat gehaald wordt uit de luchten om ons heen, van het vorm geven – in onze hersenen? - aan wat niet is en toch is, zoals het Universum zelf gevormd werd uit wat-nog-niet-was-en-toch-was, en ons schrijven telkenmale een identiek gebeuren is, zo frequent voorkomend dat niemand, behalve ‘der Albert’ die me er vragen over stelt.

    Hij weet het nog niet, maar hij biedt me aldus de mogelijkheid de link te maken naar het zo opgetilde Nieuwe Jaar, alhoewel dit enkel maar betekent dat de aarde, voor de mens op aarde, het punt heeft bereikt waar ze een jaar voorheen is voorbij gekomen.

    Om dan, als ik meer precies wil ingaan op zijn vraag, onderscheid moet maken tussen gedachten enerzijds en beelden anderzijds.
    Luuk Gruwez aan wie ik een paar van mijn gedichten had gestuurd verweet me, niet letterlijk natuurlijk, mijn filosofisch getinte gedichten – en ik weet pas nu waarom – omdat ze niet ontstonden uit beelden maar ontstonden uit gedachten omgezet in woorden. Gedachten die zich vormden in woorden, onderlijnd nu en dan door beelden die ik dacht passend te zijn, oproepen kon en omzetten in woorden.
    Ik heb Luuk Gruwez niet geantwoord dat het eenvoudiger is beelden om te zetten in woorden dan gedachten, omdat beelden kunnen beschreven worden, terwijl gedachten eerst moeten worden uitgedacht, eventueel al schrijvend.
    Als ik schrijf over een takje dwergvaren, dan draag ik dit, geplukt of gedroogd in mij; heb ik het over een korenveld dan kies ik het korenveld uit dat me past; heb ik het over bomen dan draag ik heel wat beelden van bomen in mij, van de boom die ik elke morgen groet tot de boom die ik weet staan bij de molen van Alphonse Daudet; en spreek ik over een bos, een woord dat een wijding is, dan denk ik aan het bos van mijn jeugd, maar ik ken ook het bos boven Grimentz in de Valais waar ik ‘chanterelles’ plukte, ik heb maar te kiezen en te beschrijven wat ik in mij als beeld draag.
    Gedachten daarentegen ontstaan, hebben geen vorm, moeten uitgewerkt worden in woorden en als ik begin weet ik niet altijd hoe het gebeuren moet, maar het gebeurt, de gedachten krijgen een woordelijke vorm die eens geschreven, achteraf zal verfijnd worden, aangevuld, verworpen, opnieuw verwoord.

    Mijn ganse leven heb ik gedachten uitgedragen over God of wie die God kon zijn, om tot het besluit te komen dat God en Kosmos, geen twee verschillende factoren zijn, maar dat God de Kosmos is en de Kosmos God. Echter zoek ik nog steeds naar de juiste bewijsgrond om dit duidelijk te stellen en ik zal dit blijven doen, trouwens elke blog die ik schrijf is een Steinmann, een mijlpaal op die pelgrimstocht.
    Ware ik niet zoekende, ik zou niets te schrijven hebben, niets meer dan een romannetje, of een verhaaltje zonder diepte.
    En terloops, wat ik gisteren heb ingelogd, mijn sprookje, kon ik preciezer geschreven hebben, maar ik heb het niet willen doen, ik heb het overgelaten aan de lezer om er de interpretatie aan te geven die hem het best past.

                                                                                                                        *

    Nu, wat ik in het begin zegde: hij schreef me, de vriend, de liefhebber van de taal van Goethe:

    Lieber Karl!
    Was du mir geschrieben hast, finde ich ausserordentlichund fabelhaft!
    Du bist wirklich nicht "ein Geist der stets verneint" sondern jemand von dessen Geist ich sagen möchte: "Verweile doch, du bist so schön!".
    Diese "geflügelte Worte" und "tiefe Gedanken" kommen nicht aus meinem beschränkten Gehirn sonder ausGoethes "Faust"!

    Es grüsst dich dein Geistesbruder. Zoals ‘ik’ jou groet, beste vriend, trouwe lezer van wat ik tot leven roep in deze bijzondere dagen, mijn woorden voor jou, gekroond met mijn wensen van geluk en voorspoed.

    01-01-2015, 02:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nacht

     

    Hij kon het laatste uur van het jaar de slaap niet vinden en het denken moe was hij opgestaan. Het huis rilde van de stilte toen hij de kamer betrad. Hij lag neer op de sofa voor de nog smeulende haard. Waarom wist hij toen nog niet maar hij had – een automatisme - een dun boekje met zwart couvert uit het rek genomen.

    Hij had het ooit gekocht in een second hand bookshop in Rye[1], een middeleeuws stadje aan de zuidkust van Engeland, omdat hij, bij het doorbladeren, erin gelezen had dat het verhaal over de stilstaande zon en maan boven Gibeon en Ayyalon, in het boek Joshua van de Bijbel, dat dit verhaal geen droombeeld, noch mirakel was geweest maar een reëel gebeuren[2].
    Het was - en het is nog - in elk geval een gebeuren dat heel wat stof heeft doen opwaaien. En het was precies om deze zin, deze enige, voor hem belangrijke zin, dat hij het boekje had gekocht.Hij had er destijds ook een gedicht in gevonden dat hij nu terug opzoeken wou. En hij las, uitgestrekt op zijn rug op de sofa onder de lamp:

    Thou that sleepest the sleep of the lamb
    And the line on thy lips is sweet
    Were I not shy of my parents’ face
    I would run and would kiss thee asleep.

    Thou that sleepest the sleep of the lamb
    And the line on thy shoulders is blue
    Were I not shy in face of the guests,
    I would run and would kiss thee asleep.

    Hij hield het boekje, zijn vinger tussen de bladen: ’I would run and kiss thee asleep’. Hij lag neer, totaal ontspannen om nimmer meer op te staan, in de krakende stilte van de kamer, met het rek boeken naast hem die in en uit ademden, die keken naar hem, spraken over hem. Hij wist het, hij hoorde hun vele stemmen door elkaar, Koestler, Proust, Eliot, Baricco, Barnes en het gans nieuwe boek dat hij vandaag per post gekregen had van een vriend, ‘Cinq méditations sur la beauté’ van François Cheng, de l’Académie Française, waarin hij al gelezen had: ‘La beauté qui changera le monde’.

    Hij voelde zich oneindig, voelde zich onwennig in zijn oneindigheid, uitgestrekt alsof hij zich nog nimmer zo uitgestrekt had gevoeld.
    Dan, een verre schijn licht van ergens, de roep van de uilen nog, als een roep die kwam uit het diepste punt van zijn jeugd, uit zijn allereerste ontwaken.
    Moeder, dacht hij, moeder en vader en broer, dacht hij: quarks en elektronen die ook deeltjes geest kunnen zijn, inspiratie, gebed, droom, verlangen. Is het zo dat de lucht die hij inademt ook deeltjes geest kunnen zijn van moeder en vader en broer? 

    Hij had een blog te schrijven, niet eenvoudig nu, geconfronteerd als hij was met het pak van de jaren dat hij droeg:

    Jij die hoort tot de slaap der levenden
    en slaapt de slaap der gelukzaligen,
    hou klaar je handen om te zegenen
    het wondere leven dat je adem is.

    Jij die hoort tot de slaap der dromen
    en slaapt de slaap van al wie was,
    keer waar je keren kunt om te zijn
    wie je waart toen je er nog niet was.

    Toen je wandelde de heuvel op
    om te zijn waar je komen moest,
    nu je er bent en de zin ervan gekend
    dankt om de vele dagen die er waren.

    Zo, mijn vriend, jij die hoort tot de slaap
    der schrijvenden, slaap de slaap
    van oudsher en schrijf, schrijf zoals je altijd
    hebt gedaan, schrijf de ziel uit je lijf.

    En,

    Jij die hem het ganse jaar hebt opgevolgd, herinner hem als een rusteloos iemand die meent dat schrijven zijn levensdoel is, omdat hij niets anders meer kan dan schrijven. Omdat hij dronken is van woorden die zwaluwen zijn, die stijgen en dalen en keren, die roepen om genomen te worden, van morgen tot avond, tot nacht, en betekeningsvol willen zijn om huiverend de nacht ingaan.

    Wil dan ook, mijn vriend, hem blijven herinneren als een jeugdig man van vele jaren, die zin wil geven aan het leven van allen hier op aarde, in het meer dan bijzonder, zin aan het leven van jou die hem leest.



    [1] The early Poetry of Israel, The Schweig Lectures, 1910, University Press Oxford.
    [2] ‘there is no reason to doubt that this poem, like so many others, is the tradition of an actual event, but it does not suggest that this event was a miracle’.

    31-12-2014, 07:26 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sprookje

     

    Sprookje voor de voorlaatste dag van het jaar

    Haar hand had een takje dwergvaren geplukt uit de muur omheen het kerkhof. ‘Om te drogen in een oud boek’, zegde ze, haar blote voeten in het warme zand, haar lippen paarlemoer van licht.
    Al lang al wou hij haar vertellen van Paolo en Francesca, van ‘hij die nooit van mij nog scheiden zal’, maar de muur wist het, het takje varen wist het en woorden waren zoals zo dikwijls, overbodig.

    ‘Waarom in een oud boek?’ vroeg hij.
    ‘Een oud boek zijn oude woorden op oud papier’, zegde ze. ’Is geschiedenis’ zegde ze ‘en uit respect voor de schrijver van het boek, voor wat nog kleeft van de geest van hem in het boek, de geest van hem die ik bekleden wil met de sporen van de varens. ‘Bevruchten’, zegde ze. ‘Nieuw leven geven’.
    Ze liepen in het mulle zand op het wegje naast het korenveld. Hij hield haar sandalen. Hij zag van vele zaken de wolken over wolken schuiven, hij zag de leeuwerik die hen vergezellen wou en opsteeg, zingend, hoger dan hij hem ooit had zien stijgen.

    Er een voor getrokken was dwars doorheen het korenveld en hij haar toen binnendroeg, tussen wolken stuifmeel hij haar binnendroeg. Ze vertelde hem op te passen haar takje dwergvaren niet te scheuren, niet te schenden. Maar hij kuste haar woorden. Haar jonge borsten aan zijn hart, hoe licht ze was, hoe ontvankelijk toen, lijk de aarde van hier die zijn jeugd was geweest.

    Komende uit zijn droom, dacht hij aan de wind, dacht hij het geritsel van de korenhalmen nog te horen waar ze lagen, de leeuwerik die opsteeg. Het was hierover dat hij schrijven wou. Al had het weinig zin terug te gaan naar dit preciese gebeuren dat ooit was, of misschien niet was, of in gedachten dat het was.
    Alleen nog het takje varen, verpulverd bijna in het oude boek dat hij hield waarvan de bladen losgekomen waren.

    Zo de dagen en het leven.

    30-12-2014, 01:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Age is killing me



    Age is killing me
    . Dit is de zin die zich vandaag bij het opstaan in mij blijft herhalen. Ik zit zwijgend met mijn echtgenote aan de ontbijttafel, ik luister naar haar zachte woorden, ik zie hoe het licht opkomt, roze, tussen de naakte bomen, met de kraaien hoog in de kruin, maar die vier woorden blijven komen op deze morgen van 29 december, de dag dat ik geboren ben, ergens in een huisje, gelegen in een ondergesneeuwd dorp, 'in das letzte Haus der Welt' - zoals Rilke zie ik het nu - onder een sterrenhemel die, van hieruit gezien, dezelfde is gebleven.

    Age is killing me slowly. Wie me ook belt of mailt, wie me ook feliciteert, zoals het gebruikelijk is, het is deze zin die op de achtergrond zal blijven en mijn verzwegen antwoord zal zijn. Ik ontkom niet aan de aftakeling van het lichaam. Zolang deze niet toeslaat op de geest, zo lang ik ver weg ben van de toestand waarin Hugo Claus zich bevond, is het niet zo erg, is het helemaal niet zo erg, integendeel is het een zegen, is het een langzame voorbereiding op het nieuwe leven dat in het zicht komt: dus ‘nothing to be frightened of’, zoals Julian Barnes me leert.

    Het is wel zo, Age is killing me, maar het is ook zo Age is astounding me, verbaast me, verwondert me om de kracht die er van uit gaat.

    De woonkamer in een oude hoeve met zware eiken balken, met een open haard, zwart geblakerd, een eiken tafel en stoelen, een versleten sofa is niet te vergelijken met een moderne woning met heldere muren en ramen en witte wanden, stil en effen zonder schilderijen, zonder enig teken van de tijd.
    Ik zie het gelaat van de Canvas-journalist van enkele dagen terug toen hij een dame interviewde die een dichtbundel geschreven had en hij haar inleidde als iemand van tachtig jaren oud, alsof het een wonder was dat iemand van tachtig nog in staat was een gedicht te schrijven. Zo is de ouderdom niet te vergelijken met de jeugd, kan de jeugd niet begrijpen wat het is oud te worden, te zijn. Nochtans, als ik onder jongere mensen ben voel ik me van hun ouderdom, spreek ik hun taal, volg ik hen en ken ik hun verlangens en dromen. Pas als ik alleen ben met mezelf, weet ik dat Age is killing me.
    Maar erg is het niet, ondanks de pijn die het lichaam is, voel ik me goed, niet om grote dingen te doen, maar dat wordt ook niet meer van mij verwacht, maar wel in staat om heldere dingen te schrijven, alhoewel de jeugd die van ons niet meer verwacht, voor hen is onze rol hier uitgespeeld, de wereld is van hen, niet van de ouder wordende.

    29-12-2014, 07:13 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vermenging en vereniging

     

    Ik denk ook aan het beeld van deze avond, of was het gisteren, of eergisteren? Aan het koor zingende kinderen op het scherm van BBC Four. Vele rassen van kinderen die zich allengs zullen vermengen, in elkaar zullen overgaan na vier, vijf, zes generaties om één ras te vormen. Het proces is al begonnen en is niet meer te stuiten. Geen blanken meer, geen donkerkleurigen, geen gelen, geen amberkleurigen, maar allen van eenzelfde huidskleur.
    Wat me zorgen baart is de vermenging van de namen die ze zouden blijven geven aan God. Hopelijk komen ze, zoals hun huidskleur, tot eenzelfde begrip ervan en vergeten ze hoe de naam moet uitgesproken worden.

    Misschien zou het voor ons allen beter zijn indien we geloven zouden in wat Raimundo Panikkar[1] noemt the cosmotheandric principle waarbij Kosmos, God en Mens - Cosmos, Theos en Anthropos - een nieuwe Drievuldigheid vormen, een nieuwe zich bundelende, zich osmoserende eenheid. David Steindle-Rast voegt eraan toe: All three belong together. That is the basis for what we call the new paradigm in theology.

    Het fenomenale is, dat dit cosmotheandric principle steunt op en gedragen wordt door de mens, door de denkende, creërende mens. Zonder zijn aanwezigheid, zonder zijn getuigenis, zijn de begrippen God en Universum van een schrijnende eenzaamheid. Maar ik vertelde dit reeds, zoals ik ook reeds moet gezegd hebben dat het onvermijdelijk is dat ik me herhaal, dat ik zaken herneem die reeds geschreven staan op een of andere dag van de periode 2010 tot 2014.



    [1] Fritjof Capra and David Stendl-Rast, with Thomas Matus, ‘Belonging to the Universe, new thinking about God and Nature’, Penguin Books, 1992, pag 101.

    28-12-2014, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vooruitziende

     

    Hij schreef:
     
    Denk dat je bent opgestaan uit het (brandende) braambos, dat je je schoeisel hebt afgedaan en blootvoets bent gaan staan op de gewijde plaats dat je leven was en nog is; dat je hebt beslist te zeggen wie je bent, hoe je denkt en wat je denkt om aldus je plaats te bepalen onder de mensen; dat je de wereld bent ingegaan, met de totaliteit van wat je bezat aan geschriften, om hieruit te halen al wat er uit te halen is en aan deze humus van woorden en gedachten, een nieuwe uitweg te geven opdat je niets verliezen zou van wat ooit is geweest en van wat hieruit nog voortkomen kan; denk dat dit je opdracht is voor de dagen die voor jou nog geschreven staan in het Boek van het Leven.

    Het is dit dat ik had willen/moeten schrijven op de eerste dag van het jaar dat zich nu aan het sluiten is. Ik schrijf het nu omdat ik vanmorgen ben opgestaan met het gevoel: 1. dat het jaar vruchtbaar is geweest, 2. dat het jaar dat komt niet minder mag zijn, en 3. dat ik, om dit te niveau te bereiken, al wat ik bezit aan geestelijke energie zal moeten inzetten.

    Alsof ik, pas een jaar geleden, begonnen was met de aanleg van een tuin in het midden van een bos, vol bomen, planten en bloemen, mossen en zwammen, stukken rots en stukken wortels; een tuin waarin ik al het mooie, het bevreemdende, het uitzonderlijk heb samengebracht, en nu, in de dagen die komen, deze tuin verder wil uitbouwen met nog een grotere variëteit van al wat er in het bos te vinden is en daarenboven met de aanleg van een vijver met vissen en kikvorsen en hagedissen, en het planten van exotische bomen met vogels van bij ons en van elders.

    I’m a very strange man with strange ideas, and in love with words, all kind of words. Words are a drug for me, they keep me going, they are my beating heart, my strength and my spirit, they are my way of live.

    Ik sta nu aan de vooravond van een nieuw jaar. Ik ben begonnen met het opmaken van mijn eindbalans en mijn budget voor het komende jaar; ik wil verder op de ingeslagen weg, hopende op de hulp van de positieve elementen aan de horizont,  wetende dat verpozen uit den boze is.
    Zo helpe me mijn goed gesternte, het enige dat me bijstaan kan om aan te komen waar ik wens aan te komen.

    27-12-2014, 05:52 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verder schrijvend

     

    Kerstdag is niet het einde van de weg, is niet Compostella, het is hoogstens een stopplaats van waaruit ik verder moet over 29 en 31 december die ook maar plaatsen zijn waar je even ophoudt, schakelmomenten om verder te gaan, dag aan dag, en terug te komen, maar een jaar verder in de tijd, op het eeuwige nu-punt.
    Ik mag niet denken aan de momenten dat ik aarzelde, dat ik vreesde niet klaar te komen met mijn blog omdat ik niets te schrijven had. Echter gespaard gebleven van ziekte en andere ongemakken ben ik erin geslaagd voor elke dag van het jaar dat zich sluiten gaat te schrijven wat ik schrijven wou.
    Ik beken, ik had het wel verhoopt maar er waren twijfelgedachten. Vandaag bevind ik me in een identieke toestand maar voluit gaan is de boodschap.

    Heb nog een stuk Barnes te lezen, wie weet op welke verrassingen ik nog stuiten zal en heb ook nog een stel andere boeken die me kunnen helpen. Boeken of fragmenten uit boeken die klaar zitten en boeken in de rekken, maar niet Baricco, na zijn barbaren-affaire heeft hij me niet veel andere zaken bijgebracht, alhoewel hij in zijn laatste werk heel wat aanbevelingen heeft gedaan. Maar ik heb ondervinding wat het aanbevelen van een boek betreft, het is niet omdat hij of ik het goed vindt dat ik er iemand anders moet voorschotelen, behalve dan ‘Oorlog en Terpentijn’ van Stefan Hertmans, ‘het’ boek van 2014.
    Maar het feit is in elk geval dat ik, eens binnen in 2015, 365 blogs te schrijven heb, of afgerekend op het jaar dat eindigt, 550 pagina’s. Ik kan vandaag weinig vooruitzien, ik kan enkel denken aan mijn blog van morgen, hoogstens aan deze van overmorgen. Aldus met nog een matige inspanning bereik ik het einde van het jaar.

    Deze monoloog, dit gesprek met mezelf zegt me waar ik sta en waar ik heen moet. Het is – spijtig genoeg – geen pelgrimstocht naar Vézelay of Compostella, waarbij ik een reisplan zou kunnen opstellen, dit is het niet, maar het blijft een pelgrimstocht, een bedevaart naar de zin van het bestaan om terug aan te komen, de zon volgend, de aarde de rug toekerend, waar ik vertrokken ben, immer betrachtend te zijn wie ik zijn moet, waar ik zijn moet en hoe ik zijn moet.

    Schrijvend, het hoofd gebogen in nederigheid en dankbaar, uiterst dankbaar omdat de weg die ik nemen mag, bezaaid is met woorden.

    26-12-2014, 00:05 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs