Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    03-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Saint-John Perse

     

    Je kunt op goede dagen ingenieuze ideeën uitschrijven, zoals je ook, op minder goede, zegge gewone dagen, minder ingenieuze ideeën kunt achterlaten. Het zelfde geldt op een ander vlak, bijvoorbeeld op het vlak van het poëtische, en dan vooral zoals bij Saint-John Perse, en dan lees je bij het openslaan van een boek dat o zo goed in hand ligt, uit zijn verband genomen, deze versregel:

    ‘Flairant la pourpre, le cilice, flairant l’ivoire et le tesson, flairant le monde entier des choses’.

    Niets meer, maar ook niets minder dan pure poëzie, poëzie die muziek is, die je wel vertalen kunt, maar door de vertaling de klankenrijkdom van de taal verliest en Saint-John Perse is, op dit gebied, een grootmeester van het woord. Het vers hier aangehaald komt uit zijn bundel ‘Vents’ die als volgt begint:

    C’étaient de très grands vents sur toutes faces de ce monde … Ah ! oui, de très grands vents sur toutes faces de vivants ! Flairant la pourpre, en zo verder.

    Je tracht dit te vertalen:

    Grote Winden, ruikend naar het purper (kleur van de waardigheid), naar het boetekleed, ruikend naar het ivoor en de scherven, ruikend naar de volle wereld van de dingen.

    Maar dit zegt je heel weinig. Ook de vertaling van het woord ‘flairer’ bevalt je niet, het lijkt meer naar ‘een verwijzing naar’ dan het ruiken naar. Maar je houdt het zo, voorlopig.

    Een feit is dat Saint-John Perse lezen een moeilijk iets is, elke zin van hem heeft vleugels, weinige zinnen zijn er die je zo nemen kunt zoals ze er staan, al begrijp je voldoende als je lezen gaat over de  winden:

    ‘Et d‘éventer l’usure et la sécheresse au coeur des hommes investis’,

    Of

    ‘Comme un grand arbre tressaillant dans ses crécelles de bois mort et ses corolles de terre cuite.

    Het volledig werk van deze Nobelprijswinnaar is doorspekt met dergelijke korte ‘ingetogen’ zinnen waarvan je de eigenlijke betekenis te raden hebt, Hij schrijft de meest zuivere, maar ook de meest on-begrijpbare poëzie die er is omdat hij woorden produceert en bij elkaar brengt die soms niets met elkaar gemeen hebben, of op het eerste zicht weinig of geen verband hebben met elkaar, maar het is het sonore ervan dat onmiddellijk opvalt en dat primeert in deze losgehaakte zinnen.  Zijn werk is er een waterval van.

    Ik dacht aan hem toen de ceder in de tuin werd weggevoerd en de man die hem geveld had me zegde, dat hij verder ging leven in de meubels die uit zijn hout gemaakt zullen worden want, het is een ceder van Libanon, het hout dat Salomon zo duurbaar was dat hij het gebruikte voor de bouw van zijn tempel, in Jeruzalem.

    Het was een lichte balsem  voor het hart, dit te horen en ik dacht aan een veelzeggende zin van Saint-John Perse die ik niet hoefde op te zoeken uit zijn bundel ‘Amers’:

    Les graines s’ensevelissent au lieu même de leur atterrissage, il en naîtra des arbres pour l’ébénisterie.

    Eigenlijk, als ik vandaag gemeend heb iets te moeten schrijven over Saint-John Perse, en over zijn bundels, ‘Vents’ en ‘Amers’, dan is dit te wijten aan die zin van hem over les graines qui s’envelissent… die ik mijn ganse leven meedraag met mij, als een schat die ik koester.

    Wat het woord betreft ben ik soms tevreden met heel weinig. 

     

    03-12-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nederig en dankbaar.

     

    Ik heb een geschenk te offeren in alle nederigheid aan de Muzen die me elke dag bezoeken en me elke dag in de mogelijkheid stellen een blog te schrijven, de ene wat beter dan de andere, maar dit ligt dan aan mij die niet volledig begrepen heeft wat de Muzen me duidelijk wilden maken. En deze komen soms uit een onverwachte – en toch min of meer verwachte – hoek, de hoek van een vriend die zich én bij het werk van Félix De Boeck, én bij dit van Jef Van Diest, én bij zijn eigen werk de vraag stelt vanwaar de inspiratie komt die geldt voor elke kunstvorm, ook voor het schrijven.

    Wel ik denk dat ze van ‘nergens’ komt, zelfs niet van een ‘ergens’. Ze komt van wie we zijn als homo sapiens, we zijn inspiratie. Hiervoor echter moeten we diep, heel diep gaan kijken, tot voorbij de grenzen van het zichtbare. We ontdekken dat we in de Kosmos zijn als een veld, als een wolk atomen, herkomstig, zoals altijd wordt gezegd uit de stof van sterren, meer kosmisch kunnen we niet zijn. En als dusdanig dragen we in ons de eigenschappen van de Kosmos, zijnde ‘het creatief zijn’, het in beweging zijn dat begon met de Big Bang en nog steeds doorloopt, doorheen ons, zodat het ook onze eigenschappen zijn, verweven in de genen van ons mens-zijn. Het is vanuit onze genen, vanuit onze eigenheid als volwaardig deel van de Kosmos, dat de inspiratie komt. De inspiratie die we, ook omwille van Dante, zo graag onze Muze noemen.

    Sommigen onder ons zijn zich hiervan bewust en gebruiken die eigenschap. Voor anderen is deze eigenschap ingedommeld of, blijft ze in een vaste slaap.

    Ik denk nu aan wat ik ooit las bij Jacob Bronovsky, in zijn ‘The Ascent of Man[1]’:

    When Pytagoras had proved the great theorem, he offered a hundred oxen to the Muses in thanks for their inspiration’.

    Bronovsky voegt er nog iets belangrijk aan toe:

    It is a gesture of pride and humility together, such as every scientist feels to this day when the numbers dovetail and say. This is a part of, a key to, the structure of nature herself.

    Ik ook moet dus heel dankbaar zijn dat ik mijn dagen  doorbrengen kan met creatief te zijn in wat van de wereld van het woord is, en de kracht te hebben door te gaan tot the final touch, zelfs als ik vroeg in de morgen geen uitweg zie of vind.

    Tot vandaag toe is het een ‘steady going’ geweest, ben ik er telkens als winnaar, hoe klein ook, uitgekomen. Zelfs slaagde ik er soms in, lijk vandaag iets te ‘dovetailen’. Iets zo te schrijven dat alle stukken, lijk deze van een puzzle, in elkaar schuiven en ik terecht kom in een landschap van de geest dat ik voorheen nog niet bezocht heb.

    Dit zijn dan de grote momenten in het leven: je zelf te hebben verbaasd met wat uit uw vinger, uw hand, uw geest is ontstaan en nu vaste vorm heeft gekregen om, na jezelf, de wereld te doen opkijken.

    Het zijn dan ook dergelijke momenten, hoewel zeldzaam, die een grote dankbaarheid vereisen, ook omdat deze geschreven werden in de richting van en, als ‘a part of, a key to, the structure of nature herself.

     

    [1] Jacob Bronovsky: ‘The Ascent of Man’, Little, Brown & Company, Boston/Toronto, 1973, pag.115

    02-12-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muziek, de kleur van het leven.

     

    Tot de wereld van de klassieke klanken, ben ik, eens en voor altijd, toegetreden na het zien op een namiddag, van twee maal na elkaar de film ‘Fantasia’ van Walt Disney - ik was toen negentien - een film die mijn wereld heeft veranderd: Bach en Beethoven, Dukas en Ponchielli,  Mousorgsky, Stravinsky en Tchaikovsky zijn binnengekomen in mij en hebben me niet meer verlaten.

    Daarna is Mahler gekomen, Bruckner, Shostakovich, Elgar en vele anderen en ik kan zeggen dat van ‘Klara’s Top Honderd’ er maar een paar componisten waren die ik niet dacht te kennen. Dit maakte ook dat groepen zoals the Beatles en vele andere aan mij zijn voorbij gegaan. Ik ken die dus helemaal niet, had er schijnbaar geen tijd voor om erin te investeren.

    Eric  Satie komt er het dichts bij omdat hij niet begrepen wil worden, hij wil er zijn zonder er te zijn, lichtvoetig, een dans van libellen en vlinders in het avondlicht. Het is best zo, al is het maar een fractie van wat het is de muziek aldus te zien,  klanken die even hangen bleven en daarna opgelost tot voluten getekend, niet door Satie zelf maar door jezelf, aan jezelf  verteld.

    Lange tijd heb je gezocht te begrijpen, tot je het opgaf, tot je wist wat je weten moest. Muziek is te beleven in zijn adagio’s, in zijn fuga’s, en te overdenken bij tussenpozen, als de muziek zwijgen gaat. Grieg beluisterend in zijn frasering van de tintelingen van de ziel, van het merg dat in de muzieknoot zit, uitgestreken, is  te eten en te drinken en je erin te verhullen.

    Je dacht toen aan Rachmaninov aan één van zijn Préludes alsof het van een morgengebed was, een betreden van een veld vol papavers en korenbloemen in de wind, meer was het niet maar het was voldoende, omdat je een hand hield en ‘de vingers ervan befloot tot ze waren als mos aan je lippen - Gilliams - tot er het rijpend koren was waar je neer ging liggen onder de blauwe luchten van weleer, met de leeuwerik  die zingend opsteeg boven jullie hoofden.

    De taal van de muziek is een wondere taal, je hoeft ze niet te kennen, niet te begrijpen, ze wordt je aangeboden in een wondere verscheidenheid alsof het woorden waren die niet te als woord moeten genomen worden, maar als een landschap waarin je wandelen kunt zonder je te verplaatsen, omdat het de muziek is die zich verplaatst om je heen en tot diep in je poriën van de geest. Muziek verdiept waar kleur al is, de kleur van het leven.

     

    01-12-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Spiegel im Spiegel'

     

    Ik hoorde dat er een essay zou moeten geschreven worden waarom ‘Spiegel im Spiegel’ voor de tweede maal uitverkoren werd als ‘het’ muziekwerk dat uitsteekt boven alle muziekwerken die er ooit geweest zijn, boven Bach en Pergolesi, Beethoven en Mozart, Händel en Mahler en noem maar op. En ik begrijp enigszins de ontgoocheling van de makers van het programma, te moeten eindigen met Arvo Pärt en niet met een ‘Erbarme dich’ van Bach of met het ‘Stabat Mater’ van Pergolesi. Tenminste zo heb ik het aangevoeld omdat een dergelijk verwachten me normaal toescheen.

    Maar niets daarvan, de luisteraars dachten er anders over, ze kwamen met een ander besluit, het was alsof ze een schilderij van Mark Rothko verkozen boven alle schilderijen in alle musea van de wereld, of hier, alsof ze de literatuur van Herman Brusselmans verkozen als de hoogste literatuur van Vlaanderen, wat hier eigenlijk wel zou kunnen indien men het wagen zou hierover de vraag te stellen.

    Het besluit van de makers is ook het besluit dat ik trek na twee dagen geluisterd te hebben, met enkele onderbrekingen, naar Klara’s Top Honderd. Alles verliep heel normaal, ongeveer zoals we het verwachten konden, maar dan op het allerlaatste ogenblik daagt op - dit was ook vorig jaar het geval - als hoogvogel: van Arvo Pärt zijn onsterfelijk geworden ‘Spiegel im Spiegel’, een zeer eenvoudig werk, qua kleur en noten;  naar mijn maatstaven, de voorstelling van een schilderij van luchten, met wat wolken schuivend over een woestijnlandschap.

    De reden, waarom precies dit werk uitverkoren werd als boven alle andere werken uitstekend alsof al de rest niet bestond, is inderdaad een essay waardig. Ik denk niet dat het ligt aan de structuur van het werk zelf, het valt op door zijn eenvoud op gebied van ritme en klanken, dit is heel duidelijk, maar om deze reden alleen eindigt het niet op nummer één.

    Ik ook heb mijn keuze gedaan. Ik ook heb getracht alle muziek die ik kende te rangschikken naar de muzikale waarde ervan, maar heb ingezien dat het kiezen van het mooiste, het meest geladene, te moeilijk was en heb werken opgegeven die ik aanzag als hoogtepunten voor mij. Het was dus geen wedstrijd voor mij om zo dicht mogelijk te eindigen, het kwam er op neer te weten in hoever mijn smaak overeenkwam met deze van de luisteraars van Klara.

    Wat zeker, voor velen die keuzes hebben gemaakt, ook het geval is geweest. En in deze omstandigheden kan het dat de gemakkelijkste oplossing was, te kiezen voor het nieuwste onder het nieuwe, het meest in het oog springende en dat er gekeken werd naar Arvo Pärt (°1935), één van de belangrijkste hedendaagse componisten van - en dit is belangrijk - muziek met sacrale inslag, zoals ik deze ken.

    In dit opzicht kan ik er in komen dat zijn Spiegel im Spiegel door velen - had graag het percentage gekend - werd vooropgesteld.

    Maar het wijst ook op iets anders. Het muziekstuk is ook een lang ingehouden kreet naar iets totaal anders, naar een gemis in de mens, iets dat er moet zijn maar dat we niet bepalen kunnen, een roep die opstijgt uit de leegte in de mens, na de dood van God, na het verlies van het sacrale, een hunker, voor het eerst uitgedrukt in de, eigenlijk nietszeggende  klanken.

    En we vergeten al wat er voorheen was, niet omdat we er de grote waarde niet van kennen en appreciëren maar we kennen dit al zo lang; het is van de tijd die was en het sprak ons over de tijd die was, maar de mens is van de tijd van nu, en het is de nieuwe mens in ons die gesproken heeft om ons zijn gemis aan sacrale waarden in de huidige samenleving kenbaar te maken. 

    Heb ik het juist, of is het toch maar lege muziek voor een lege wereld?

    Wellicht toch voor een deel.

     

    30-11-2021, 06:46 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overmoedig ik, in vele zaken.

     

    Je hebt vandaag de dingen lief om je heen, eigenlijk weet je niet waarom, het is een gevoel dat overheerst,  je hebt lief wat je schreef en schrijft en wat je nog schrijven zult. Niet omdat het zo waardevol is, wel om wat er staat: het product van jaren inzet en, of het waardevol is of niet, het is zonder belang, zo leert je toch de Bhagavad- Gita:

    Let your reward be in the actions themselves; never in their fruits. So be not moved by the fruits of action; nor let inaction dwell in you.’

    En je hebt vertrouwen in de filosofische eigenheid van het Oosten. De Bhagavat Gita[1], is het Boek van de Hindoe Geschriften, dus ook het Boek van Wisdom waar Ecclesiasticus 1.13 het over heeft. We zijn dus afgedwaald als we uitkijken naar de vrucht, het positief resultaat van ons schrijven, en als we wensen zouden dat wat we verkondigen een groter respons zou hebben.

    Ook T.S.Eliot die zeker de Bhagavad-Gita las, bevestigt dit: ‘For us there is only the trying, the rest is no tour business’.

    Maar dit laatste  is een herhaling  van wat ik vroeger reeds gezegd en geschreven heb van deze wijze man.

    Maar je schrijft maar, je vult een groot deel van je dag om te zijn wie en wat verwacht wordt dat je bent. Je haalt de woorden waar ze zijn, ook, en dat is je sterkte, waar ze niet zijn, waar ze nooit geweest zijn, ze vallen zo in je schoot en je neemt ze, je draagt ze op aan wie ze lezen wilt, omhuld met de warmte van je hart en je bloed.

    Aldus overstijgt je telkens wie je bent, tracht je op te stijgen boven de sterren waar je, je uitspreidt als een wolk van aardbeiengeur en van meidoorn, onwetend over het effect dat je hebben zult op wie je leest; onwetend hoe deze zich keren zal in zichzelf en hoe hij eruit zal opstaan, gelouterd of verbaasd.

    Zoals jij bent opgestaan uit je avontuur van een paar dagen terug, toen je, heel uitzonderlijk voor de toestand waarin je verkeert, een laatste werk hebt gedaan in de tuin. Je slaagde er nog in, al kostte het je veel moeite én, een val. Je hebt de vijgenboom gesnoeid, of beter je hebt hem ontdaan, met pijn in het hart, van de zwaar, met onrijpe vruchten beladen takken: een grote hoeveelheid vijgen die de tijd niet gekregen hebben te rijpen. Eén tak met vrucht heb je gelaten, je waart einde krachten na je val.

    Je noteert het hier, niet alleen als een duidelijke aftakeling/nederlaag van je lichaam maar ook van het niet te miskennen onrecht aangedaan aan een vijgenboom, die geplant te hebben in een regio waar hij geen schijn van kans heeft, elk jaar, rijpe vruchten voort te brengen. Je dacht aldus de natuur te overtreffen maar het is je niet gelukt.

    Of, misschien is  het niet de gepaste soort vijgenboom die je geplant heb? Wijsheid die des mensen is moet rekening houden met de wijsheid die van de natuur is.

    Krijg ik nog de kans te zien hoe hij het doen zal de komende lente, de komende zomer, zelfs de komende herfst?

    Een vraag die je zult meedragen in je dagen.

     

    [1] Bhagavad-Gita, a book of Hindu scriptures, The Peter Pauper Press, Mount Vernon, New York, 1959

    29-11-2021, 05:28 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Auvers-sur-Oise.

     

    Ik doe alles om jullie te bekoren, jullie die me volgen van in mijn beginperiode en jullie die onlangs bent toegetreden tot de groep, maar zal ik jullie allen kunnen ‘blijven’ bekoren met de woorden die ik schrijf. Met  de pogingen die ik doe om, vertrekkende van uit het diepste van mezelf, een gedachte op te halen, hopende jullie ermee te verrassen, hopende jullie mee te nemen naar waar ik ga, zelfs al is het niet ver, en het je stil houdt voor enkele ogenblikken van je dag en ik aldus, zoals jullie in mij, in jullie vertoeven mag?

    Het is de gedachte die me elke morgen bezighoudt. Ik wil aldus aan wat ik schrijf een grote draagkracht meegeven, het kan als verhaal, maar meestal, gaande tot in de diepte van het bestaan en tevens, tevens omkranst met poëzie, zoals ooit bij Rilke[1]:

    Wirst du schlafen können ohne dasz ich wie eine Lindenkrone mich verflüstre über dir?’.

    Of,

    Zal je dag zijn wat je wenst dat hij is, als ik je niet even ‘befluister’ met mijn woorden?’

    Het komt erop neer, je even binnen te leiden in een omgeving waar je anders niet zou komen, en hiervoor wil ook ik gaan waar ik anders niet komen zou. Weet dus dat jullie me uitdagen om zo een plaats op te zoeken, een oord dat strookt met ons beider verwachten. Niets is me te veel om dit stadium te bereiken. Ik reis hiervoor de wereld van mijn herinneren af en als deze niet toereikend zou zijn, voeg ik er deze van mijn dromen en mijn verbeelden aan toe.

    Ik denk nu - vreemd zullen jullie denken, maar het is belangrijk voor mij  - aan het graf van Vincent Van Gogh en van zijn broer Theo in Auvers-sur-Oise. Ik plukte er een takje dwergvaren uit de kerkhofmuur. Het viel gisteren uit een boek ‘Elégies et autres vers’ van Francis Jammes[2]. Een boek ingebonden door een bijzonder iemand, in een lila band, uit zijn rij gehaald door een kinderhand. Een takje dwergvaren, verdord, platgedrukt, de sporen erin wellicht nog even sterk, even beloftevol als toen ik het geplukt heb in de regen en bewaard als een kostbaar iets. Ik  wist nog heel goed waar en wanneer ik het geplukt had. Ik heb het terug geplaatst tussen de bladen, met het vele dat het me vertelde - ook wat het boek me vertelde - het vele dat ik blijvend in mij draag en keer op keer her-gevoed wordt.

    Denkend ook - hoe gaat het in het leven - aan Jorge Luis Borges die een gedroogde violette vond tussen de bladen van een boek, herinnering, zegt hij aan een niet te vergeten namiddag, maar toch vergeten[3].

    Om maar te zeggen hoeveel personen ik ben als ik schrijven ga en op hoeveel plaatsen ik ben dans le temps et hors du temps: Jammes en Gilliams, Van Gogh en Borges; het kerkhof in Auvers-sur-Oise en een bosje dwergvaren in de muur, toen het regende over het land, laat in de namiddag, en ik er stond samen met een groep vrienden van de Lions Club. Ik nu denkend ook, en ik noem ze bij naam, aan Jacques en Cathérine Van Innis die de uitstap hadden georganiseerd. Hadden zij er niet geweest ik zou er nooit een takje dwergvaren hebben geplukt, dan toch niet uit de kerkhofmuur van Auvers-sur-Oise.

    Of ook, hoe alles in elkaar verweven ligt van het begin van de dag af.

     

     

    [1] Einmal wenn ich dich verlier:  In einem fremden Park, Gartengedichte

    [2] Francis Jammes, de man die volgens Maurice Gilliams schreef, en dit is zeker toepasselijk op mij: ‘la Poèsie que j’ai rêvée gâta toute ma vie’

    [3] Jorge Luis Borges : ‘Nueve ensayos dantescos’, Espasa, Collección austral, 1998 : ‘…un libro y en sus pàginas la ajada violeta, momento de una tarde sin duda inolvidado y ya olvidado’. (Las Cosas)

    28-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ecclesiasticus 1, 13.

     

    Een vriend zegde me ooit dat ik schreef in een taal die van de sterren is, zodat hij hoog te klimmen had om me te volgen.

    Het is maar dat ik hem vandaag antwoorden wil dat hij opstijgen moet tot boven de atmosfeer, tot waar Plato het ons aanraadde  om te ontdekken wat er is op vele plaatsen van de wereld waarin we leven[1].

    Wat Plato uiteindelijk wellicht bedoelde was, dat we, om te weten wie we zijn en wat onze opdracht hier is, kijken moeten naar wat boven het zichtbare is, naar wat binnen de dingen is en het uiterlijke ervan vergeten. Hij bedoelde wellicht - en ik hoop het - dat het, het innerlijke van de dingen is dat we als vertrekpunt nemen moeten voor elke uitspraak die we willen doen.

    Als ik dan schrijf, in een taal die van de sterren is, heeft Plato het juist gezien, en dan is mijn uitspraak van gisteren, dat het sterven deel is van het leven maar het leven geen deel van het sterven, hoe simpel ook, té simpel misschien, een uitspraak gezien vanop aarde. Maar als ik het bekijk van boven de sterren dan is ook het ‘leven’, deel van het sterven, maar dan gaat het over het ‘Eeuwig Leven, dat voortvloeit uit het aardse sterven. En het is zo dat ik het zie en het verklaren wil, het houden wil als een absolute zekerheid.

    Absoluut, omwille van de diepste en verste ondergrond omdat het, als het op leven aankomt, we onvermijdelijk terechtkomen in de wereld van atomen en elektronen in een wereld van deeltjes waar niemand zicht op heeft, Richard Feynman wist dit maar al te goed[2].

    Hoe kunnen we ooit een 100% precieze uitspraak doen over wat er is van het leven na de dood; hoe durven we ooit beweren als homo sapiens, zich baserend op het uiterlijke - Plato niet volgend dus - dat er niets is na de dood; hoe durven we, als we geen greintje zekerheid hebben over waar zich ons herinneren bevindt, onze gedachten zich vormen tot een smeltkroes van betekenissen?

    Ik heb deze morgen - zijn het de gevoelens van peis van mijn zuster Betty die me benaderen van uit de sterren? -  de dingen lief: de meesjes in de tuin, de luchten en het licht, de kilte en de regen. Ook Mahler en ‘Das Lied von der Erde’, en… ‘er stieg vom Pferd und fragte…’. Klanken en woorden die ik meeneem over mij in de kamer met de King James’ versie van de Bijbel in de hand, geopend om traag te lezen, elk woord smakend, in Ecclesiastes 1, 13:

    ‘And I gave my heart to seek and search out by wisdom, concerning all things; that are done under heaven: this sore travail hath god given to the sons of man to be exercised  therewith. 

    ‘A sore travail’, - een labeur dat ‘zeer’ doet - dat ons wordt opgedragen: te zoeken vanwaar we komen en waar we heen gaan later, maar vooral het zoeken zelf omdat het onze opdracht is, onze levensweg is, te zoeken, uit te kijken naar wat is ‘binnen’ de dingen om te vinden.

    Te vinden wat je vond: dat de dood niet het einde is, dat de dood een nieuw beginnen is.

     

    [1] Ik vond dit, in potlood genoteerd op een stukje dagbladpapier, gehaald uit ik weet niet waar: ‘man must rise above the earth – to the top of the atmosphere and beyond – for only thus will he fully understand the world in what he lives’(Plato).

    [2] To find more what holds the nuclei (of atoms) together, many experiments were made in which protons with higher and higher energies were smashed into nuclei. It was expected that only neutrons and protons would come out. First there were pions, then lambdas, and sigmas and rhos, and they ran out of the alphabet. Then came particles with numbers (their masses), such as sigma 1190 and sigma 1386. It soon became clear that the numbers of particles was open-ended, and depended on the amount of energy used to break apart the nucleus. There are over four hundred such particles at present. We can’t accept four hundred particles; that’s too complicated. Richard Feynman: ‘QED, the strange theory of light and matter’, Penguin Books, 1990.

    27-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn zuster ging.


    De zuster ging van mij.
    Hoewel ik de eerste op de lijst
    is ze me voorgegaan.
    Haar wit verstoven lichaam latend
    in de lakens:
    is ze
    als een feniks opgestegen,
    naar de hoogste sferen,
    zij nu wachtend
    tot we haar vervoegen zullen
    als onze tijd gekomen is.

    Haar vervoegen
    in de furie van het Licht,
    springlevend
    zoals het nimmer was voorheen
    met tentakels
    van het Alfa tot het Omega
    in elkaar verstrengeld
    om één te zijn
    met al wat was
    en al  wat er nog komen zal.

    Nu
    van vele zaken
    toevlucht en herinnering,
    gesprek en toeverlaat,
    ver-openbaring
    van wie we waren
    beklemtoond en geborgen
    in de warmte van ons hart.

    Zo, begroet ik haar,
    beluister ik haar adem
    nu ze zo dicht gekomen is:
    haar elektronen geest
    om ons heen,
    elke morgen
    van voor de zon opkomt.

    Ze was,
    we bezweren het,
    niet van stof,
    ze was een sprankel
    van het Eeuwig Leven.
    Zoals wij allen maar een sprankel zijn,
    genoeg om vroeg of laat,
    hier misschien te keren.

    Wat voeg ik er nog aan toe, nu de sprankel geest haar lichaam heeft verlaten
    en ze vertrokken is naar andere oorden waar het goed is te zijn. Misschien,
    een deel ervan nog hier verblijvend onder ons.

    Wie zal het bevestigen of wie het ontkennen. We gissen wat na de dood
    het leven is om te weten welke betekenis we geven aan het sterven dat deel
    is van het leven, maar ook  niets meer dan deel en ook niet omgekeerd.

    Daarom, en om geen enkele andere reden, wat overblijft is van de geest, en
    is hier eeuwig. Het staat geënt op ons geloof, torenhoog als teken
    van victorie.

    Dat niemand ons dit ontneme vóór we de ogen sluiten om heen te gaan, in stilte
    het enige dat nog van het lichaam is.

    Hamlet wist het.

    26-11-2021, 07:47 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denk dat het poëzie is en niet meer dan dat

     

    Je bent een en al haiku. Alles zit vast in enkele woorden, van zeventien lettergrepen die je uitrekken gaat in een grote openheid, want je bent altijd een liefhebber van klank en betekenis van het woord geweest, en staat eens te meer voor jou op het podium, zodat je niets te vrezen hebt maar veel te verwachten. Maar, hoe het ogenblik zich openen zal is nog niet geweten.

    Nog niet geweten hoe de nacht gesloten blijft, de maan verscholen, en wat je gisteren schreef, en al de dagen er voor, een grote massa die eens vergaan zal tot stof. Een gans leven in woorden aan elkaar geregen en vóór het licht er is, het gevoel ineens dat het al  ‘largely wasted’ is geweest, een dofheid zelfs, nu een droefheid.

    En hoe in het licht dan draalt, het nieuwe dat er schuilen blijft tot in de hagen, tot in de naakte bomen waar de kraaien zullen komen, later, zoals van elke dag de uren komen, en voor een wijl de woorden die je nemen zult.

    Of dan, wat verder deze morgen, de slaap nog in de ogen, als je opstaat, de rug in pijn gebogen, gedoogde zinnen zich ophopen tot verhalen die even goed sprookjes kunnen zijn, of het ook ooit worden kunnen. Hopen open gespreide mogelijkheden voor elk van ons, langs wegen die ons voeren zullen naar oorden waar we niet thuis hoorden, maar als we er zijn, we niet meer keren zullen omdat het goed is overal te zijn geweest, zelfs als het niet hoefde er te zijn.

    Of anders nog, hoe je dag begonnen is in stilte, aftastend waar je mee begaan zult zijn, Mahler of Shostakovich of Bach, of met wat of wie je ook ontmoeten kunt op je wandeling door het woud van je gedachten, van het kleine tot het grote gebeuren van elke dag: de vriend die je mailt of een dame van de VRT, totaal onverwacht, hoe weinig ook en hoe veel ook, het zal in een zekere mate beslissend zijn voor wat je nalaten zult, zodat er niets meer kan aan toegevoegd, alleen van af genomen.

    We weten het. We hebben het herhaaldelijk geschreven, we hebben in onze laatste jaren niets anders meer gedaan dan schrijven en hernemen wat we schreven, maar we verbleven niet of zelden aan de oppervlakte van het woord, maar telkens - en te veel telkens misschien – tot ver erboven, zoals Plato het wou, zo dat het moeilijk te begrijpen was toen het er stond, en ik me afvragen ging of ik het wel was, die dat geschreven had.

    Of hoe, in een leven, keer op keer, de nacht zich opent op de morgen, soms met vurige luchten in het oosten, en onder het schrijven, de tijd gestold, lijk de tijd van de vijver in het bos van je jeugd, gedekt met lis en eendenkroos, met wat  kikkers erin, wat salamanders. Jij in een wereld van gedachten, een wereld die je niet meer verlaten zult, vandaag niet of morgen niet, omdat je weinig anders bent dan wat gedachten die je houden wilt van de morgen naar de avond toe, als alles zich weer gaat sluiten.

    Het onzichtbaar gebeuren van elke dag dat je leven is, eens te meer nagetekend. Is het waard dat dit gelezen wordt als poëzie, gelezen als een uitgestrekte Haiku?

     

    25-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als een balsem.

     

    Het is maar dat je elke morgen geconfronteerd wordt met je hoofdopdracht, het schrijven van wat je te binnen valt. Er is geen keren aan dit fenomenale - dan toch voor jou - het is je morgengebed, je ogenblik van bezinning, je binnen treden in jezelf om woord te zijn.

    Je denkt aan wat je gisteren schreef en hoe je eindigde. Het was niet het einde dat je wenste en ook, het gedicht te lang, een roman bijna, om goede  poëzie te zijn. Maar je moet verder, vandaag heb je terug een andere keuze te maken: de weg te kiezen die je gaat inslaan, alsof het een tocht was naar een ander land, een andere stad, een ander boek, zelfs naar iets dat je vroeger schreef opdat je het nooit zou vergeten, en toch vergat dat je het al geschreven hebt.

    Zoals Borges het wist: een halfvergaan viooltje bewaard voor wat onvergetelijk zou blijven, dat hij terugvond tussen de bladen van een boek, maar de reden waarom, hij dan toch vergeten was.

    Of jij, wat je ook zou kunnen, teruggaan naar een gedicht dat je schreef over de Sybilla Sambetha van Memling van wie je denkt dat het Maria Moreel is die er op afgebeeld staat en dan vooral, dat ze verbergt in haar ogen en mond, in het tere van haar lippen, haar onuitgesproken liefde voor de maker, Hans Memling, die even onuitgesproken deze liefde deelt: een ongeschreven, niet beleefd liefdesgedicht. Hoewel elke dag voor jou een liefdesgedicht is, levend met je vrouw aan je zijde, terwijl jij bezig bent met het woord. Twee belangrijke elementen in je leven die je dagen zijn.

    Ook omdat ik achter mij kan laten, wel niet volledig,  wat van het onheil van mijn lichaam is, als ik schrijven ga, als ik vleugels krijg, deze van de arend, en kan gaan naar  een bepaald dorp in de bergen, naar een bepaalde plaats op een bepaald pad, of, gezeten in de grote winden op de hoogste rots, de zee ver onder mij, zelfs dan denkend aan  ‘les Vents’ van Saint-John Perse: ‘C’étaient de très grands vents sur toutes faces de ce monde’. Of hoe ik daar zat op een troon, met de wereld aan mijn voeten, in evenwicht met sterren en planeten, met wolk en wind, met land en zee, in evenwicht met de geest van Saint-John Perse

    Je verlaat me nooit, herinnering die van verre komt, ik grijp je vast telkens je verschijnt, ik drijf je in het nauw, in woorden uitgespreid, lijk een vrouw die je bezitten kunt, openheid van tederheid en verlangen, vluchtig ook lijk kersenbloesems in de lente.

    De zee, de bergen, het wijde heuvelende land van Vlaanderen, het vele, het meerdere en het kleinere samengebundeld in een boek dat je elke dag te lezen hebt,  te begrijpen en te verklaren, opnieuw en opnieuw, om uiteindelijk uit te komen waar je uitkomen moet omdat je meer en meer gaat denken aan ons aller vriend die naderkomt met reuzenschreden en niet te stoppen is, niet te vermurwen is met woorden.

    De zegen van de herinnering als een balsem.

    PS.

    De aangehaalde versregel komt uit de verzamelde werken van Saint-John Perse: ‘Oeuvre poétique II’, Gallimard, 1960.

     

    24-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antiek gedicht voor deze tijd.

     

    Een gedicht dat me blijft achtervolgen; dat op een groot moment in mijn leven, spontaan in enkele ogenblikken is ontstaan; erna, herhaaldelijk werd aangepast zoals ik meende dat het hoorde. Dit een nieuw pogen. 

     

    Het huis van een vriend.

    Atomen levend in de stenen
    van het huis, particules
    die geest kunnen zijn,
    zodat we ons vragen stellen
    wat de componenten zijn
    waaruit het huis is opgestaan.

    En met de gang van de seizoenen,
    bomen er omheen gegroeid
    en toegedekt, alsof
    geen huis er was, maar park.
    Evenwel,
    wat is van elk
    heeft geen belang
    want beide zijn noodzakelijk
    in hun samenhorigheid.

    Beleef met ons
    als je de drempel overschrijdt,
    het wonder van conceptie
    dat je wacht,
    je had het nooit gedacht
    hoe plaatsen kunnen leven
    hoe kleuren kunnen zijn.

    Zo zegen ons begrijpen
    want dit is Hiroshige en dit is Hokusaï,
    want dit is Shiva en dit is precolumbiaans,
    en dit, van Hatsjepsoet, het zachtste blauw
    ooit te aanschouwen.

    Het huis kan een tempel zijn,
    consolidatie van regels en maximes
    van Euclides en van anderen,
    bij oordeel en bij inspiratie
    her-ontsponnen en getemperd
    door de stand van winterzon,
    van Sirius en Orion.

    Maar, weet je nog, die avond
    de late merel toen
    die opvloog uit de vijver,
    de biezen, en de waterlelies;
    weet je nog die avond
    hoe die neder zeeg tussen de bomen
    tot op ons handen
    waar hij kleven bleef?

    En wij pratend maar, gedachten
    zaaiend lijk mosterdzaden,
    luisterend tussendoor naar Chopins
    ‘Sonate funèbre’,
    zo stilaan de nacht gekomen.
    In de haard, de vlammen
    die niet doofden: het huis,
    wat clusters van atomen,
    over ons gebogen
    een zeldzaam ogenblik:

    wij, zwijgend
    voor een lange tijd
    die niet was.

     

    23-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een ogenblik knock out geslagen.

     

    We worden vandaag voortdurend bestookt van uit een totaal onverwachte hoek, en we staan machteloos. Het gevecht dat we voeren is een gevecht tegen de lucht die we inademen, de lucht waarin we ons verplaatsen en die we niet zien. De ontreddering is groot en groeit met de dag als we het cijfer zien van de dagelijkse besmettingen die er bijkomen.

    Elk van ons tracht op zijn manier, elke besmetting te vermijden om normaal verder te kunnen, laat zich vaccineren om beschermd te zijn, anderen vinden het niet nodig, maar dit wijzigt niets of dan toch heel weinig aan de toestand. Het is nog niet de pest, we vallen nog niet lijk vliegen, maar het verpest in elk geval de samenleving en dan vooral de jeugd die in het volle leven staat en streng beperkt wordt in zijn handelingen.

    We weten, min of meer, hoe het begonnen is, maar we weten niet hoe het ooit eindigen zal en, óf het ooit eindigen zal, zelfs de Kerk weet het niet - Allah even min - want ik hoor niet dat ons gevraagd wordt om te bidden opdat het verdwijnen zou.

    Ik dacht eerst hier niets over te schrijven, dacht door te gaan op de weg die ik altijd bewandeld heb, maar ineens besefte  ik de ernst van de zaak, zag ik de feiten aan, en stelde ik me vragen over de toekomst, de nabije en de verre. Het is alsof de poëzie van het leven, en dieper, de poëzie van het Zijn, ineens verdwenen is, wat dodelijk is voor de geest.

    De vraag is dus hoe stellen we ons er tegen op, nu het normale, stilaan het abnormale wordende is en we terecht zijn gekomen in een vijandelijke wereld, in a killing world. We beseffen het nog niet ten volle, het dringt nog niet in al zijn aspecten en hevigheid tot ons door maar, als je er, wat verloren tijd is, diep over nadenkt, is het zeker geen lichtende toekomst die opduikt voor ons.

    Ik heb tot gisteren geaarzeld om er iets over te schrijven, schijnbaar was het niet toereikend genoeg. Nu mijn woorden er staan, nu ik zie tot waar ik, erover schrijvend, gekomen ben, aarzel ik om deze te laten gaan; vraag ik me af wie me deze morgen bezeten heeft opdat ik deze woorden zou achter laten. Want, hoe moet ik verder nu, hoe kan ik terug naar de wereld waarin ik al die tijd heb verkeerd, als ik het gevoel heb, zoals ik schreef, dat de poëzie uit het leven is verdwenen.

    Ben ik knock out geslagen? In een zekere zin wel, in een andere helemaal niet, ik wil niet dat mijn geschriften-landschap er door bezoedeld wordt, wil er zelfs geen mistlaag over. Ik blijf mijn eigen landschap bewandelen traag en doorzichtig, opgewekt waar het lente is of zomer, gematigd waar het herfst al is, misschien droefgeestig zelfs waar het winter is, maar optimistisch vooruitkijkend naar de dagen die me nog resten.

    Ik hoop dat je me erin volgen zult.

     

     

    22-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom schrijven we?

     

    Ik hernam een knipsel uit Le Monde van jaren terug - in feite stond het geschreven dat ik het, ooit, eens terugvinden en gebruiken zou - de woorden zijn van Roger Grenier, (1919-2017), een schrijver die ik niet ken en zelfs niet zal lezen. Hij was 96 toen hij dit schreef, hij zal het me vergeven als deze woorden hier, op mijn bijna vierennegentigste  overneem:

    Pourquoi écrit-on? Pourquoi des milliers de Français noircissent-ils du papier à longueur d’année, sans la moindre garantie d’être publiés? Ecrire a tourné à l’habitude, pour ne pas dire à la manie. Une manie dans laquelle je m’enfonce chaque jour davantage, de sorte qu’à présent, je suis incapable de goûter aucune autre activité, aucune autre distraction. 

    Ik heb zo het gevoel, dat hoewel gericht ‘aux Français’, ze ook in het bijzonder, vandaag, tot mij zijn gericht; vooral dan de laatste zin erin, ‘onmachtig te genieten van om het even welke andere activiteit, om het even welke andere ontspanning’.

    Ik ben een van die schrijvers, een, die dag en nacht begaan is met woorden. Die weinig of geen oog heeft voor wat er omgaat in de wereld over hem; die vertoeft in de warmte en de huiselijkheid van zijn cel, en er niet uitkomt, zelfs geen blik gunt aan zijn nabije omgeving.

    Hoe noemt men zo iemand, een kluizenaar of hoe houdt iemand het zo uit, vooral in de tijden van nu, de tijden van Corona en mondmaskers en bovenal scholen die niet normaal kunnen functioneren, zonder op te zien naar wat er gebeurt omheen hem en erover te schrijven?

    Het is maar dat de Coronawereld overstroomd wordt met berichten zo dat ik er geen meer hoef aan toe te voegen; dat ik in die zaken geen stelling nemen kan of nemen wil, omdat die wereld me overstijgt. Het is een wereld waarnaar ik me weliswaar richten moet en er mijn gang en handelingen op afstemmen, maar verder heb ik er geestelijk niets mee te maken, hij beroert de inhoud van mijn geschriften niet of amper.

    Mijn werk als schrijver situeert zich in het domein van de geest, in de ruimte van de gedachtewereld waar het goed vertoeven is en waar Corona nog niet binnen gedrongen is en het ook niet gebeuren zal, liefst toch niet in deze van mij. Ik ga dus verder met me uit te drukken alsof Corona niet bestond. Ik zou het trouwens niet anders kunnen.

    Maar hier ben ik nog niet ver genoeg, alsof ze geroepen werden komen de woorden en zeggen ze wat ik een fractie ervoor nog niet wist. Zo gaat het nu eenmaal, ze komen ongevraagd, ze dringen zich op, ze worden genomen, ze worden omhelsd en neergezet voor een tijd. Maar hoe het precies gebeurt? We zullen het wel nimmer weten, we zullen ons moeten beperken tot gissingen.  Daarom, laat het zo en laat het zo blijven. Gissingen houden ons in leven.

    Ik denk nu aan Jean-Emile Charon die, toen ik zijn ‘L’Esprit cet inconnu’ heb gelezen, mijn hoofd (even) heeft op hol gebracht. Hij verdedigde de stelling dat elk deeltje van ons, elk deeltje van de geest van ons, de totaliteit van onze geesteswereld bezat. Ik vond het aangenaam en verrassend om dat te lezen, ik denk er dikwijls aan, me afvragend wat hij er eigenlijk mee bedoelde.

    Ik vraag het me nog altijd af.

    21-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De les die te leren is.

     

    Een vriend, die ik enorm waardeer, schreef me ooit dat ik een ‘poeta faber’ ben, een dichter die voortdurend werkt en smeedt’, een zoeker naar het precieze woord in de precieze vorm.

    Ezra Pound was voor T.S. Eliot, ‘il miglior fabbro[1]- vertaald  als ‘de betere vakman’ door Paul Claes - nadat hij de helft had geschrapt in het manuscript van ‘The waste Land’. Mijn vriend heeft niets geschrapt, hij heeft gelaten wat er stond terwijl ik graag had gezien wat er verkeerd, te veel of te weinig stond, want een gedicht is nooit af, er kan altijd iets aan gewijzigd worden, of het dan betere poëzie is, is een andere zaak.

    Zelden is mijn gedicht af, er is altijd hier of daar iets dat anders kan en anders mag. De perfectie is er nooit, en ik weet het, ik draag dit met mij mee, ook de leemte(s) erin. De vorm en de inhoud ervan volgen me enkele dagen, daarna valt het gedicht stil, verdwijnt het in de massa van het geschrevene.

    Voorhouden dat alles wat uit mijn pen komt perfect is, is niet aan mij besteed, ik blijf gematigd in mijn beweringen dienaangaande. Het  feit is dat ik nooit een leermeester heb gekend, dat er, buiten Stefan Hertmans, nooit iemand met zeggingskracht is geweest die een oordeel heeft geveld over mijn geschriften. Hertmans vond het ‘mooie reflexies’, maar zegde me ook ‘dat men steeds minder geneigd is reflexief proza uit te geven in deze hyper-commerciële tijden.‘

    Ik had dit moeten weten, maar had het moeten weten wanneer ik begonnen ben. Ik vermoedde het wel maar ik kon enkel schrijven zoals ik schreef en over wat ik schreef en in de tijden van nu had ik geen schijn van kans met wat ik bracht.

    Hertmans had een goede leermeester geweest, Nooteboom zeker. Ze zouden me gezegd hebben, man laat de wereld van de  ‘New Physics’ aan de wetenschapper, hij is te wazig en te diep voor ons. De wereld die wij bewandelen is deze van elke dag, er is ruim voldoende om erin onderwerpen te vinden om over te schrijven.

    Maar ik, eens gelanceerd in woorden, zou ik naar hen geluisterd hebben, me kennende?

    Frans Minnaert (1929-2011) in zijn tijd, die zag hoe ik bezig was met het tekenen, raadde me aan enkele jaren les te volgen in zijn Academie in Anderlecht, maar ik vond dat me de tijd ontbrak om het te doen; eigenlijk was het een soort vrees, op mijn leeftijd te verschijnen voor een bende jongelingen die voor het eerst opgingen in het leven van de kunst.

    Neen, ik ben heel mijn leven autodidact geweest, ik zou het gebleven zijn, ondanks alles, wellicht omdat ik niet anders kon, omdat het de enige manier was om mijn gevoelens en gedachten in vormen en lijnen uit te drukken, en later in woorden, waar ik nog altijd mee bezig ben, op mijn manier en over mijn onderwerpen.

    Onder mijn vrienden ken ik er die op een identieke wijze vergroeid zijn met wat ze altijd hebben gedaan, even halsstarrig, en, nu we gekomen zijn waar de kunst nu staat, zoals ik, halsstarrig volhoudend, zich beklagend zoals ik, over het weinige succes dat ze kennen.

    We vergeten één zaak, wat vroeger het mooie was is het nu niet meer. Er is nu een abstracte schoonheid, een zo weinig mogelijk zeggende, ene die zo weinig mogelijk tijd en inzet, en vakmanschap vergt. Deze eigenschappen zijn afgedaan.

    Kunst kent geen ernst meer. En ernstig bezig zijn is geen kunst meer. Je bent ongelukkig als je dit niet aanvaarden kunt. Maar dan liever ongelukkig zijn dan het te aanvaarden.

     

    [1] Fabbro, Italiaans voor smid

    20-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het schrijven een verslaving.
     

    Het schrijven is voor mij een verslaving. Is het lezen van wat ik schrijf ook een verslaving voor jullie? Ik zou me in elk geval heel slecht voelen indien ik een dag zou overslaan. Ik ben ooit vergeten mijn tekst in te loggen wat nog erger was. Er werd zelfs gevreesd dat ik er niet meer was.

    Ik ben dus gebonden aan jullie, het is voor mij, niet zo zeer wat het in de aanvang was, een opdracht gegeven aan mezelf, neen het werd meer en meer een opdracht die jullie me hebben opgedragen. Het wordt dus geen spel meer maar ernst. De ernst die van het leven is.

    Ik ben echter Nooteboom niet. De grote Nooteboom weet dat de uitgever staat te springen om het nieuw geschrevene uit te geven, zelfs het oude dat is blijven liggen komt van pas. Nooteboom[1] schrijft dus om uitgegeven te worden, ik schrijf voor een handvol lezers, dit is het enige verschil, de moeite en de inzet is dezelfde, het resultaat is verschillend en als het verschillend is ligt het aan mij, niet aan Nooteboom, niet aan de uitgever.

    Het is maar dat ik geen verhalen zaai, ik zaai maar gedachten. Ik zit dus fout, volledig fout. Ik heb de grootste vrijheid nodig om te zeggen wat ik zeggen wil. Wat mijn verlies is, mijn dood punt, omdat gedachten maar het resultaat zijn, een beschrijving van een  pelgrimstocht in het landschap van de geest, een zoektocht gedragen door de leuze van Hadewijch en Ruusbroec: ‘Alle dinghe sijn mi te inghe’. En het is te laat nu om deze weg te verlaten; Ik ben dus een gevangene van mijn eigen inventiviteit.

    Je weet allen genoeg hoe zeer ik elke dag een struggle door moet om er te komen, ik zwijg er niet over, omdat het me bezighoudt of ik wat ik vandaag nog kan, ook morgen nog zal kunnen, mijn zekerheid is wankelbaar geworden, staat op een licht pitje. Ik heb meer dan vroeger de indruk dat ik in een cirkel aan het schrijven ben en dat ik telkens op hetzelfde terugkom, dat er niets meer te vertellen valt, niets meer dan wat ik al gezegd heb.

    De vaststelling doen is één zaak, maar kom ik er nog uit of slaag ik erin met het gedicht dat volgt, van mijn cirkel een bol te maken, zodat ik ook een zenit en een nadir te bewandelen krijg?

     

    Leven willen, 
    meer dan ooit, ondanks
    de vele jaren,
    ondanks de haren wit
    - hoewel geen triomf, verre van –
    maar hier verblijvend
    van water en wind bevangen,
    dringen we de dingen binnen
    tot voorbij de grenzen
    van wat zichtbaar is.

    Luisterend naar de stem
    van wie we zijn en wie we waren
    en van wie we hadden kunnen zijn.

    Zoals deze morgen,
    openbarstend
    lijk klaroengeschal, het licht,
    dit ogenblik dat duren zal
    de tijd van ogenblikken
    aan elkaar geregen,
    openbloeiend,
    een spettering van
    zeeën erin opgenomen
    en luchten wijd,
    een opening die we betreden,
    een toegangsweg.

    Het potlood houdend,
    onverminderd tekens leggend
    op folio’s vergeeld papier
    om meer te zijn
    dan ingetogenheid

    een simpelheid die weelde is
    met woorden toegedekt.


    [1] Begin december komt een nieuwe Nooteboom ‘De Grens over’ in de boekhandel.

    19-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan de overkant.

     

    ‘In zijn pathetisch grijpen naar iets absoluuts aan den overkant der tastbare verschijnselen (‘alle dinghe sin mi te inghe – ic ben so wid’) kon de gothische mensch onmogelijk blijven stilstaan bij een eens voor allemaal vastgelegde geloofsregel’.

    Een zin die ik vond - in De Slegte, Gent - in het werk van Urbain Van de Voorde, over Jan van Ruusbroec[1]. Een voor mij belangrijke zin, een zin waarin ik me volledig herkende. Want ik ook schrijf graag en veel over wat er zijn kan/zijn moet ‘aan de overkant der tastbare verschijnselen’. Ruusbroec (1293-1381) zal wel een van de eersten geweest zijn, een prespinoza die zich, heel vroeg in de tijd,  los heeft gerukt van het wereldbeeld van de Kerk  en zijn eigen weg is gegaan door dieper te gaan kijken en dichter te komen tot hun beeld over de God van toen.

    Mijn neiging, hen te volgen, uit te deinen tot voorbij de grenzen van het zichtbare, is dus helemaal niets nieuws, wel mijn neiging het  Universum te zien als hebbende een soort van Ego, en zelfs vinden dat dit Ego er was, niet alleen van in den beginne maar, van vóór den beginne.

    Voeg ik er aan toe, dat het misschien wel deze gedachte is geweest die de reden is geweest waarom ik het tekenen gelaten heb en waarom ik ben beginnen schrijven, zoals ik meende te moeten schrijven en hoofdzakelijk over wat. De reden ook waarom ik regelmatig terugkeer naar de idee van Ruusbroeck, omdat ik, schrijvend, telkenmale geconfronteerd werd met dat gevoel, ‘ic ben so wid’, van hem, zoals Urbain van de Voorde me leerde.

    En nu als ik buiten ben, in het licht dat zwelt - het licht dat God is zegt Lorca - de wijde inspirerende luchten van dit land over mij, is er meer dan ooit het gevoel dat de oneindigheid zich opent op Iets dat niet of nimmer te noemen is. Het is slechts een kort ongrijpbaar ogenblik, een bevlieging, maar het moet ook een ogenblik zijn dat de ‘gothische barbaar’, zoals Van de Voorde Ruusbroec noemt, heeft gekend en gegrepen om het te voelen.

    Door deze bevinding ben ik op het pad van de metafysica terecht gekomen, maar ik weet ook dat deze momenten, hoewel eerder uitzondering, broodnodig heb om dingen te schrijven die de alledaagsheid van het leven ver – te ver soms? - overstijgen.

    Ikzelf heb trouwens weinig toe te voegen aan al het wereldgebeuren dat meer dan regelmatig, met alle mogelijke middelen wordt verkondigd en door gegeven. Ik voel me gelukkig niet te moeten herhalen waar anderen zo, druk mee bezig zijn.

    Ik houd de vrijheid me uit te drukken als ‘Metafysischer’, het staat geschreven in mijn genen, verwacht niet dat ik me er zal aan onttrekken.

    *

    Als alles geschreven staat lees ik bij Google die ik raadpleegde dat Hadewijch, gezien als de voorloper van Ruusbroec . Zij ook schreef wat Ruusbroec moet hebben overgenomen:

    Alse du best so gedaen.
    Dat di hoegedaen.
    Niemen en es.
    Alle dinge.
    Sijn mi te inge.
    Ic ben soe wijt.
    Om een ongescepen.
    Hebbic begrepen.
    In ewegen tijt.

    Er was lange tijd, in deze wereld van ons, niets nieuw onder de zon, pas nu begint het nieuwe op te duiken. We kijken toe, we luisteren.

     

    [1] Urbain van de Voorde: ‘Ruusbroec en de Geest der Mystiek’, 1934, De Sikkel, Antwerpen. ‘Van dit boek werden gedrukt 300 exemplaren ‘op getint velijn van Pannenkoek’, genummerd van 1 tot 300. Dit is nummer 144’. Het boek dat ik vond bij ‘De Slegte’, getekend door de schrijver en ‘van harte’ geschonken aan Albert Saverijs, was ongelezen gebleven want ongeopend.

    18-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KLARA die een hulp is

     

    Anders, is er niet zoveel méér nog waarover je nog filosoferen kunt, en het is, dit ene, dat je zeggen wilt vandaag,  want je hebt meer en meer het gevoel weg te schuiven in de tijd en stilaan te verdwijnen, eens je woorden nutteloos geworden, eens je je toevlucht neemt tot wat ongerijmd uitgepuurd vertelsel waar geen man wijs uit wordt. Maar je laat het, omdat het van vroeger is toen de tijd niet zoveel betekenis had , toen je het geluk kende, ver weg te zijn, in een klein oud dorp in de bergen bij vrienden die met jou de simpelheid van het leven deelden als je samen waart met hen, ergens op grote hoogte in een berghut, en je kende er enkele, onderweg op een pad er naartoe, of vertrekkende van daar uit naar een of andere top die je beklommen hebt, die je niet noemen wilt omdat er zo vele zijn geweest, over de maanden augustus gespreid.

    Dit was voor jou het grote leven, waarbij je alles vergat, als je met een touw verbonden aan Robert Panchard, de gids en  Gustave Cotter, je gezel, hoger klom - ze zijn er nog zonder er te zijn, ze zitten in je bloed - tegen de bergwand aan, uren lang opschuivend, roepend naar elkaar in de ijle lucht, tot je de top bereikte, uitgeput, maar, als een gelukzalige gedaan te hebben waar je je leven lang zult blijven aan denken, tot je, neergelegd in de aarde, zoals Henry Purcell het wist, het aanvoelde, het componeerde: ‘When I am laid down in earth’.

    Je kreeg het te beluisteren, een paar minuten geleden en de melodie hangt nog in je hoofd of omheen je hoofd terwijl je verder schreef dat je aan het klimmen waart tegen de rotswand gekluisterd, en je dacht tezelfdertijd aan het moment dat je zult verdwijnen, neergelegd in de aarde of opgegaan in de vlammen, dat armtierig geworden lichaam van jou, dat je nog houdt voor een tijd en dat je nog volop schrijven laat wat je vertellen kunt.

    Maar het ‘when I am laid down in earth’, heeft je te pakken nu. Je bent afgedwaald op weg naar waar je niet zijn wilt, op de weg die altijd evenwijdig blijft lopen naast de gewone weg die je nemen wilt en plots opduikt.

    Ook toen je je gedicht van gisteren herlas en enkele woorden ervan wijzigde, want gisteren wist je al toen je het inlogde, dat het niet perfect was, dat niets - of dan toch nu en dan iets - van wat je schrijft perfect is, al zoekt je telkens de perfectie te bereiken, maar die is er nooit zoals je het willen zou.

    Je weet soms heel veel als je begint, maar je bekomt minder en minder, zo waarom zou men zoeken je verder te lezen als je het waardevolle dat er is, niet waardevol brengen kunt?

    Je schrijft maar zo lang je geest niet beneveld wordt door de toestand van het lichaam, wat nog niet het geval is, al gaat het die richting uit.

    Ja, het is zo, als je het vraagt. ‘When I am laid down in earth’, is er nog, licht beneveld nu.

    17-11-2021, 06:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Souvenir du Valais

     

    Un jour
    nous n’avons plus mesuré le temps.

    Souviens-toi :
    nous n’étions pas tant,
    un peu d’air, un peu d’esprit,
    mais la vie nous traversant,
    la grande vie, un torrent
    d’énergie:
    traversant en filigrane,
    les montagnes et les forêts,
    les cabanes et les sommets,
    traversant tout l’Univers
    dans sa totale totalité.

    Car l’éternité était de ces moments-là
    et toutes les choses
    autour de nous,
    silencieuses, lourdes de promesses.

    Souviens-toi :
    nous tenions haut le vin
    que tu avais si religieusement versé :
    arôme et bonheur se mélangeant,
    en paroles sages.

    La lumière
    comme de la poudre sur nos visages,
    le jour où nous étions sans âge.

    En terug hier zijnde:

    in de nacht
    is er de herinnering die je houden wilt,
    is er het woord dat je schrijven wilt,
    is er de vriend die je groeten wilt.

    In de morgen
    is er de stilte in het licht,
    verwondering,

    jij, te zijn waar je bent
    en hoe je bent,
    zij het niet met laurier
    gekroond
    dan toch de graanhalm
    die je woord als wikke
    omwikkelt:
    aren in bloei, met stuifmeel
    beladen,
    de tijdloosheid benaderend
    alom.

    Wij, zonder ouderdom.
     

     

    16-11-2021, 07:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Vijgenboom

     

    Je zegt maar wat, en omdat het zo mooi klinkt, omdat het zo rijk is van inhoud herhaal je het, al was het maar om jezelf te overtuigen van  het mooie en het correcte ervan en je elke twijfel erover, wegnemen wilt. En je laat het erbij, het staat vermeld en je mag verder alsof er nog iets anders zou kunnen vermeld worden, iets dat er nog aan toegevoegd kan.

    Het gaat hem over je laatste zin van gisteren: ‘onsterfelijkheid is mijn deel’. En het is je overtuiging, het is met deze gedachte dat je vertrekken wilt, je hoopt het, je hoopt zelfs dat het met de glimlach zal zijn; al zijn we nog niet zo ver, je streeft ernaar, alles in jou wil erop gericht zijn het te verwachten, het te omhelzen. Het is een ingesteldheid, eens deze naakt voor je uit staat afgebeeld, kan je die zo maar niet verlaten om met iets anders te beginnen, want eens je dat veld betreden hebt geraakte je er niet meer vanaf, ga je graven, steeds dieper en dieper  tot in het oneindig diepe, waarvoor je geen woorden meer vinden kunt.

    Dit is wat me nu overkomt. De zin die ik terughaalde is het middelpunt van een kolk, al het andere kolkt er in weg, de zuigkracht ervan is zo groot dat alle andere gedachten erin verdwijnen, of hun nietigheid tonen. Steven Hawking zou dit ‘a black hole’ noemen, en het is het ook, eens je zover gekomen bent, is wat je nog wenst te schrijven overbodig, je hebt de grens van het landschap van de geest bereikt.

    Rest je, als je volledig wilt zijn, het landschap van wat je denkt de werkelijkheid te zijn, van het leven te zijn, en het dichtsbije is de vijgenboom die in een paar dagen tijd zijn bladeren heeft verloren, zijn takken nu ‘boordevol’ groene vruchten die de tijd niet kregen om, in dit vreemde klimaat voor een vijgenboom, te rijpen. Het is een troosteloos iets, teloorgaan op weg naar de voltooiing, zo iets als die geschriften van mij, even onvoltooid de winter zullen ingaan, en later het lentegevoel niet meer zullen kennen.

    Er zal zelfs geen poging meer ondernomen worden, wat de vijgenboom wel zal doen, de sappen zullen stijgen, de knoppen zullen openbarsten met een kleine knal die we niet zullen horen en het blad zal zich vormen, samen met de vruchten. Hoe dit gebeuren zal, welke krachten, komende uit de Kosmos, hierop inwerken zullen, weten we niet maar we vertrouwen erop, Een groot vertrouwen, een oneindig vertrouwen zelfs dat we hebben in wat van de Natuur is. En, als het beschaamd wordt dan ligt de schuld bij ons, bij de mens, die het waagt in deze contreien een boom te planten die hier niet thuis hoort. Mijn geschriften die van de geest zijn evenmin.

    Toch volhard ik, hoop ik dat op een dag de temperatuur zal omslaan en de vijgen rijpen zullen, of ze dan nog de smaak van vijgen kennen zullen weet ik niet. Weet ook niet wat er gebeuren zal met de vruchten van mijn geest.

    Ik, mijn povere ik, kan alleen maar hopen dat mijn vruchten niet terecht komen in het ‘barre land’.

     

    15-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuw aanknopingspunt.

     

    Wat ik gisteren geschreven heb was niet wat ik op het oog had, maar, ik ben op een bepaald ogenblik afgedwaald en - ik noem dit ongelukkig - terechtgekomen bij Ilja Leonard Pfeiffer en zijn ‘gebraden’ hanen aan het spit geregen, waar ik echter niets te vinden had omdat ik de man eens bezig heb gehoord over de Vlaamse poëzie, alsof die van hem de Nobelprijs waard zou zijn.

    Ik weet dat de hoogtepunten in de literatuur heel schaars zijn en al tracht ik zo hoog mogelijk te scoren, het maximum eruit halen lukt me zelden.

    Een feit is echter dat ik van 1978 begonnen ben een dagboek bij te houden en dat ik het eigenlijk tot vandaag vol gehouden heb, in die zin dat ik in 2010 overgeschakeld ben van dagboek naar blog.

    Ik ondervind nu, dat, als ik terug ga naar de tijd van de vorige eeuw, ik weinig zaken vind die zouden passen in wat ik vandaag vertel, en ook, mijn geschrift van toen leent zich absoluut niet tot lectuur, het is te tijdrovend voor het weinige dat er staat. En daarenboven het is weinig inspirerend.

    Ik vermeld het maar, misschien ook heb ik het al eens gezegd, maar het is belangrijk voor mij eens van tijd tot tijd terug te gaan op de weg die ik heb afgelegd op mijn schrijvers-(!)-loopbaan. Er is geen fierheid mee gemoeid, integendeel, het is een grote faling geweest en hoe verder ik ga hoe groter de faling, want ik ben er niet in geslaagd ook maar iets gepubliceerd te krijgen en dat ligt me zwaar op de maag niet dat ik niet geprobeerd heb een uitgever te vinden maar zonder enig succes.

    Ik mikte hoog. Ik herinner me de dag dat ik rondliep in de Alhambra in Granada, en dat een vriend, een gebuur, me belde - ik had hem gevraagd mijn brievenbus te ledigen - en dat hij me meldde dat er een schrijven was van De Bezige Bij, aan wie ik mijn manuscript had gezonden. Ik liet hem de brief openen om te horen dat het manuscript hen niet  paste.

    Jaren later, ligt het er nog en vind ik het nog niet af genoeg. De moed ontbreekt me, al herlees ik het nog steeds met mondjesmaat, maar ik ben het zo dikwijls al begonnen dat ik er niets nieuws meer in vind. Trouwens het is niet op mijn leeftijd dat je debuteert, welke toekomst heb je dan nog als schrijver?

    En toch blijft de idee om een uitgever te vinden, hangen, vergezelt ze me, is ze een trouwe gezel van mij, maar ook, uiteindelijk, een vervelende, een onvoldane, een sleur idee.

    Tot daar ben ik gekomen, wat volgt is het doven van de rozen die er niet staan in de tuin, maar wel in mijn dromen, wat erger is om dragen.

    Ik ben gekomen aan mijn laatste gezangen, hoe maak ik er vreugdegezangen van opdat ik nog gevolgd zou worden, met ijver er naar uitgekeken nog?

    Het feit is ook dat ik mijn aanknopingspunten van vroeger ben kwijt geraakt, dat ik er nieuwe, meer ontvankelijke naar ik dacht, heb moeten zoeken en meen gevonden te hebben, zich situerend omheen het centrale punt dat de dood niet het einde kan zijn, niet het einde is, maar een herbeginnen.

    Dit staat nu ingeschreven in mijn geest: onsterfelijkheid is mijn deel.

    14-11-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs