 |
|
 |
|
|
 |
09-03-2024 |
Hoop. |
Ik word vergeetachtig.
Mijn blog van gisteren en ook van eergisteren (?) had ik vergeten in te loggen. Spijtig want ik had er lang aan gewerkt en was laat op de avond klaar gekomen. Daarenboven waren het heel belangrijke blogs waarin ik een stelling trachtte te verdedigen die als revolutionair kan gezien worden en eigenlijk was mijn blog van gisteren er een samenvatting van.
Ter verontschuldiging kan ik enkel aanhalen dat ik ook lang gewerkt heb aan mijn gedicht GENESIS dat ik volledig gezuiverd heb van de voor mij overtollige woorden. Wat er nu mee gebeuren zal houd ik nog in beraad, maar ik ben nu vrij de Hel van Dante te herbekijken en te trachten de belangrijkste passages erin in te brengen in andere teksten gehaald uit mijn blogs van vroeger.
Aldus, na al wat ik de laatste dagen geschreven heb kom ik terug met beide voeten op de vaste grond, want ik meen dat ik in een domein, een begin van moeras, terecht gekomen was waar ik nog moeilijk uit kon.
Mijn nieuwe idee zie ik als een verademing. Hoe deze tot stand gaat komen weet ik nog niet maar ik kijk er naar uit.
Belangrijk is dat ik bezig blijf, dat ik uit mij haal wat er nog uit te halen is, want de tijd die me nog rest is sterk beperkt, ik voel het aankomen, ik heb meer slaap nodig in de dag want ik sta stijf en verwonderd op elke dag. Uitkijkend naar wat de dag worden zal.
IK hoop wel mijn blogs te kunnen blijven verzorgen zoals altijd en zeker deze niet te laten vallen. Indien dit gebeuren zou dan ware dit een nederlaag die ik moeilijk verteren zou.
Maar ik heb hoop en van de hoop zegt men dat hij doet leven, het leven dat ik broodnodig heb.
09-03-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-03-2024 |
Een schijn van licht. |
Ik stel dus dat het Universum er is omwille van de mens die er zijn moest, dus het tegengestelde van wat algemeen wordt gedacht en niet getwijfeld dat de mens er is omdat het Universum er is. Wat maakt dat de evolutie van de mens naar ‘sapiens’ toe uitsluitend het werk is van het inner-Universum, het Zijnde; dat de mens hier weinig of niets t in te zeggen heeft en dat wat er ook moge gebeuren op aarde, de evolutie van de mens naar meer weten, meer kennis, dus meer ‘sapiens’ hier niet door zal gestoord worden.
En ook dat welk gebeuren ook een vingerwijzing is van hoe het moet of van hoe het niet moet. Poetin moet dit nu al weten, zoals er (bij ons) al heel wat zijn die het weten.
Hieruit volgt ook dat het Universum van ons geen medewerking vraagt, dat we zijn wil, willens of onwillens te ondergaan hebben, het enige voordeel hiervan is dat de tussenkomst wel altijd in de goede richting gaat naar het omegapunt toe. En wat dit punt zijn kan, ik heb er hoegenaamd geen zicht op.
De ene vraag die we ons nog stellen moeten is de waaromvraag.
Waarom zijn we hier, wat steekt hier achter, is het zoals Beatrice het zegde aan Dante opdat het Zijnde weten zou dat het bestaat? Want wat betekent dit precies?
Is het opdat Het zich zien zou, zoals het in werkelijkheid is, in de geest van de mens? Wat erop zou neerkomen dat de mens steeds maar duidelijker het Zijnde kennen zou, inniger ermee vertrouwd geraken. Dichterbij komen.
Ik beken dat ik heel ver ben gegaan. Ik beken dat zeggen dat het Universum er is omdat de mens er nodig moest zijn voor het Zijnde, in een zekere zin beangstigend overkomt.
Hoe beangstigend en hoe ver dragend besef ik nog niet, maar ooit dringt het wel door.
Er is bij mij een schijn van licht op het einde van de tunnel.
08-03-2024, 05:37 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-03-2024 |
Wat ik gisteren schreef. |
Na wat ik gisteren geschreven heb waag ik het nog onder de mensen te verschijnen alsof er niets gebeurd was, dus vrij van zonde, geen heretic dus om te verbranden, maar vrij van de woorden die er nu geschreven staan.
Ik herlees die in de morgen en ik wil deze herschrijven, duidelijker en zonder enige twijfel in het zicht die er nu mogelijks wel is.
Dat we er nimmer aan gedacht hebben verbaast me. Wellicht zijn er velen geweest die in deze richting geschreven hebben en is het me ontgaan. Maar ik had het kunnen weten na het begin van het Evangelie van Johannes gelezen te hebben:
‘In den beginne was het Woord en het Woord is vlees geworden.’
Of omgezet: In den beginne was er het Zijnde, de Geest en deze is materie geworden, is zichtbaar en tastbaar geworden.
Hoe dit gebeurde heeft geen belang voor Johannes, het voltrok zich en dat is voor hem het wonder. En het is een wonder als men weet dat hiervoor 13.5 miljard jaar nodig was, een oneindige massa tijd, of nog, beginnen aan een werk: het vormen van een Universum om te willen uitkomen bij de mens, een homo sapiens, of dan toch het begin ervan want het werk loopt verder.
We hebben ons blind gestaard op de komst en het verloop van het Universum, nimmer ons diepzinnig afgevraagd, waarom het er was - toch Stephen Hawking niet openlijk - en nochtans was het de vraag die belangrijk was, die moest gesteld en blijvend gesteld.
Want weten dat van in den beginnen de mens het doel was dat moest bereikt worden is een revolutionaire gedachte en brengt verwarring in alle principes van om het even welke filosofie omdat duidelijker dan ooit moet afgewogen worden waarom het zo is, waarom we het doel zijn.
Of anders gezegd, wat wordt er van ons verwacht; of wordt er eigenlijk ‘niets’ van ons verwacht, hebben we maar te volgen om uiteindelijk, uiteindelijk uit te komen waar we uitkomen moesten om te volbrengen waarom we hier zijn.
*
Ik schrijf dit terwijl er op hetzelfde ogenblik ‘misschien’ mensen verdrinken die het waagden over te steken naar Europa. Mensen die het resultaat of de uitkomst zijn van de weg afgelegd door het Universum 13.5 miljard jaren lang Hun sterven wijzigt niets aan de geest in hen.
Het is om de geest, het ‘Zijnde’ in hen dat het te doen is.
07-03-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-03-2024 |
Waarom een Universum? |
Er is onder meer, een zin in het ‘Boek van Job’ die me blijft achtervolgen. Het zijn de woorden van de jonge Elihoe, die lang heeft moeten wachten om tussen te komen in het gesprek van Job met zijn drie vrienden om te kunnen zeggen hoe hij de zaken ziet:
’Ik zit’, zegt hij, ‘Barstensvol argumenten; mijn binnenste gist als wijn die niet weg kan en zelfs nieuwe zakken dreigt te doen scheuren.’ (Job 32, 18 en 19 Willibrordus Bijbel).
Wel ik ook.
Ik heb een nawoord geschreven voor mijn ‘Genesis-gedicht’ dat ik minstens al een maal heb doorgegeven als Blog, en thans volledig gezuiverd heb van het overtollige. Ik weet niet of het verder nog een leven beschoren is, maar het eindigt met het meest bizarre en het meest bevreemdende dat ik ooit zal geschreven hebben.
En hier gaat het:
Het kosmisch Big Bang gebeuren is te herleiden tot het ontstaan van de ‘homo sapiens’.
Dit vergde 13.5 miljard jaren – een vingerknip voor het tijdloze ‘Zijnde’ voor wie het alfa samenvalt met het omega - om te komen tot wellicht nog maar het begin van de schijn van ‘homo -sapiens’.
Het Universum is nooit als dusdanig het hoofddoel geweest wel noodzakelijk als traject, want zonder de homo sapiens is het Universum een nutteloos ding dat de leegte als die er was, vullen zou en daarmee basta, was de kous af.
Ik herhaal.
Het is de mens, de homo sapiens die nog een lange weg te gaan heeft die door het ‘Zijnde’ werd opgeroepen om er te zijn. Om er te zijn zodat het ‘Zijnde’ zich weerspiegeld zou zien in de mens en weten, dat het er is.
En nogmaals, het Universum is de weg afgelegd door de mens.
Ik schrijf dit op 5 maart 2024 om 21.48.
06-03-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-03-2024 |
Heropflakkering. |
Ik werkte aan mijn Genesis-gedicht, of beter ik dacht eraan deze nacht. Ik kwam tot het ‘tergend’ besluit dat het Universum dat er is, in feite maar een overgang is, een noodzakelijk iets opdat de mens er zou kunnen zijn.
Als er een schepping is geweest dan is het de mens die noodzakelijk was opdat het Zijnde dat er in den beginne was zichzelf weerspiegeld zou kunnen zien, want zonder de mens ware het een nutteloos onbekend iets.
En het Zijnde begint nu al een glimp te ontwaren, de glimp die wij ervaren van het Zijnde.
*
Ik herdacht ook een gedicht van vroeger, ooit geschreven in de bergen van de Valais, dat ik nu, eindelijk, in zijn definitieve vorm achterlaat:
Elegie.
Op een dag was ook de tijd niet meer, het licht was eeuwigheid en zo het ogenblik.
Herinner je die zomer, we waren zonder ouderdom, doordrenkt van geest en van ontvankelijkheid.
En een kreet gelijk, het Universum in zijn totale totaliteit tot ons gekomen.
Of wat is van Al wat is diep in ons gekropen, avondlijk, alles overtreffend.
Hoe zullen we het noemen, het geluk dat onder vrienden is te proeven: de openheid van ogen, de woorden die gesproken, openspringen lijk bollen zaad, niet te stuiten, niet om erover uit te wijden.
Wijsheid nu.
De oorden waar we waren open gehouden om er terug te keren, er de rijke wijn te schenken en te ervaren in de kleur ervan de smaak van wie we waren.
Elegie van wie reeds ging en van wie na zal komen.
05-03-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-03-2024 |
Denkpatroon. |
Een deel van de tuin zichtbaar van uit de veranda werd heraangelegd, het geeft me enerzijds een goed gevoel, ander,zijds een bijna zekerheid dat ik weinig kans maak de uitgroei ervan te beleven. Misschien nog de lente die komt, de zomer, de herfst, wie weet, wie?
Maar het goed gevoel is me voldoende, het zal duren de tijd dat het duren zal, en zeker de dagen dat ik er kan zitten om te lezen of te schrijven en te beleven hoe dit deel van de tuin tot groei zal komen en vooral hoe.
Het maakt deel uit van de vreugdes die het leven me nog biedt en ik zal deze zien als hoogtepunten in mijn dagen, veel meer hoef ik niet meer. Er is op dit ogenblik Callas in La Norma van Puccini op KLARA wat een hoogtepunt is van een andere dimensie, maar schoonheid en vreugde op deze zondagnamiddag, werkend aan mijn blog van 4 maart wat me ook de vreugde geeft iets te presteren dat blijvend is. Een poging, niet zo zeer van grote waarde aan inhoud, maar wel van grote gevoelsmatigheid en tezelfdertijd met een zekere literaire waarde wat immers altijd mijn betrachten is geweest en blijft.
Ik meen – het was tenminste mijn bedoeling - dat het mag toegevoegd worden aan al het waardevolle dat de mens ooit in de lange loop der tijden geschreven heeft; dat het is als stuifmeel meegedragen door de wind en gecapteerd om de geesten te bevruchten.
Zo is zijn leven verlopen, heeft hij zijn leven lang de poëzie opgezocht en gevonden op dagen die lichtend waren, hier en nu, zoals het was, zoals het is en zoals het altijd zijn zal, in lente en in zomer. De herfst en de winter nog ver af zijnde, maar op zijn ouderdom alles o zo dicht bij. Of niet meer komende.
Dit is waar we allen aan werken, van morgen tot avond tot nacht, een uitwisseling van gevoelens en gedachten tot nieuwe theorieën toe. Een standvastigheid die ons meegegeven werd het ogenblik van de geboorte – of van de conceptie – gebonden aan de stand van sterren en planeten, zo denken we toch, maar enige zekerheid biedt dit metafysisch denkpatroon ons niet.
04-03-2024, 06:26 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-03-2024 |
Het andere landschap. |
Wat ik ook schrijf of welke goede voornemens me ook mogen ‘ontglippen, ik schrijf in de richting van het laatste moment van mijn bestaan, het moment dat ik te overwinnen heb dat dichter en dichter komt. Zo dicht dat de horizon ervan niet ver meer af is, nog een heuvel over denk ik dan.
Ik meen echter dat ik ooit eens, in een vorige van mijn blogs, heb verteld dat er geen vrees is, dat er wel hoogstens spijt zal zijn om wat ik niet meer zien zal, niet meer meemaken, niet meer ondergaan zal, al die kleine feiten en gebeurtenissen die ons leven inkleuren en zo tergend interessant maken.
Maar anderzijds zal het een enorme rust, een bergmeer zijn waarin ik zal onderduiken in de oneindigheid van het geborgene, in peis en vrede met mezelf.
Mijn taak zal uitgedoofd zijn maar mijn woorden zullen nog een tijdje blijven rondzwerven, zullen zaadjes zijn die in de meest vreemde vormen kiemen zullen omdat ik enkelen (hopelijk velen) zal aangezet hebben even na te denken over wat het leven is en over wat de dood kan zijn, gespiegeld aan het wonder dat het leven is.
Het zal hen aangezet hebben tot het stellen van vragen over het waarom van ons bestaan, zijnde de opdracht die we meekregen bij onze geboorte. Niet even zinvol voor allen, niet even duidelijk voor allen, maar, immer uitkijkend want had je me niet gevonden je zou me niet gezocht hebben wist Augustinus..
Onze hoop op Iets dat even wonderbaar zal zijn als het leven, zegge uit te komen in het landschap van de eeuwige geest.
03-03-2024, 06:04 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-03-2024 |
Een beginnen. |
Hij dacht die morgen in maart: dit is een nieuw beginnen, het begin van het afsluiten van al wat ik al geschreven heb. Na wat ik gisteren heb gedaan wil ik hetzelfde doen voor mijn gedichten, mijn ‘Genesis’ gedicht en mijn ‘Fuga die van de zee is’.
Dit wordt het begin van alle beginnen die er al geweest zijn: deze eerste woorden, deze eerste zin die zich manifesteert en bestaansrecht ‘als eerste’ opeist. Alsof het een geboorte betrof, een ontstaan uit het al wat er al geschreven staat en ligt tot wat er nog hangend is tot in het ongerijmde toe.
Hij treedt hiermee naar voor, niet zoals Dante in het midden van zijn leven, maar ver er voorbij, te ver om wel te zijn, te ver voorbij om nieuwe werelden op te bouwen, maar (misschien) juist ver genoeg om terug te blikken op wat de punten zijn, de gebeurtenissen die hij zich nog herinneren wil of kan, maar nu zich afspelend in zijn droomwoning, gelegen aan de rand van een uitgestrekt groot levend droombos, dat hij heeft laten door groeien tot in de tuin, tot aan de achterdeur, nog enkele jaren en het huis zal door zijn droombos worden overgroeid.
Het bos geïnspireerd door wat het bos van zijn jeugd is geweest en thans te dicht is gegroeid opdat hij het nog herkennen zou. Maar zoals hij wenst terug te keren naar de man die hij was, zo wil hij het bos behouden zoals hij het gekend heeft, en niet alleen het bos maar het ouderhuis, de straat, de school, de kerk, de huizen van het dorp waar hij is opgegroeid.
En uit de totaliteit van dit alles opnieuw opstaan en te herbeleven het leven dat hij kende gemengd met het leven dat hij had kunnen of willen kennen.
Zelf is hij een huis geweest voor de vele boeken die hij las - al las hij er duizend te weinig – en wat hij las vermengde zich, verstrengelde zich met de essentie van zijn bestaan en zal onvermijdelijk uitvloeien in wat hij te vertellen heeft, daarom niet onmiddellijk herkenbaar, maar gebruikt als springplank naar een ander beeld, geplaatst in een andere context, met een andere opvulling.
Dit dacht hij deze morgen omdat hij een nieuw beginnen wou, een beginnen naar het einde toe.
02-03-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-03-2024 |
Het werk van een leven. |
Met de lente in het zicht geeft ‘maart’ me bij het opstaan een goed gevoel, een aansporing om verder te gaan met mijn geschriften een perfectie betrachtend in wat ik schrijf, al weet ik dat de perfectie utopisch is. Wat ik wel kan is er de meer dan nodige zorg aan besteden opdat ze puur en onwankelbaar zouden gebracht worden.
Want er is niets dat niet verbeterd kan worden, er is niets is dat niet evolueert of waarvan de omstandigheden, de vormgeving niet dient bijgestuurd te worden. Ik ondervind dit elke dag en vooral als ik terugblik op wat er geschreven staat.
Ik werkte aan een bewaring op papier van de blogs - de geschriften - en kwam tot een verzameling van dertien getypte boeken tekst, elk van ongeveer vijf à zeshonderd pagina’s. Het is onbegonnen werk te trachten deze te herzien, laat staan deze uit te zuiveren, ik heb er de tijd niet voor, ik wil andere zaken doen, al was maar het de ‘Essays’ van Hertmans gaan lezen - ik ben er mee bezig – maar deze beslaan 1500 pagina’s tekst, hoogst interessant omdat het een diepgaand overzicht biedt op de voornaamste acteurs van het literair en muzikaal landschap van de laatste honderd jaar, daarenboven het weze gezegd Hertmans is geen gemakkelijke lectuur, zijn taal is elitair maar zeer zuiver, hij leert me tal van personaliteiten kennen op de wijze zoals hij ze gekend en beleefd heeft.
Alhoewel, ik verzeker het je, gemakkelijk begrijpbaar zijn zijn woorden absoluut niet, je valt er niet bij in slaap, integendeel.
Ik doe er dus alles aan om niet stil te vallen met de dertien ‘jaarbundels’ naast mij om niet te spreken van mijn twintig dagboeken.
Mijn levenswerk op een hoop en Dante die me opwacht om met hem te gaan wandelen door de velden:
E ‘l pensamento in sogno trasmutai.
01-03-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-02-2024 |
Wat is dit ruisen? |
Wat is dit ruisen?
Wat is dit ruisen dat van verre komt, van achter de dorpen, de steden, van achter de horizon,
dat het spreken is van wat niet wordt uitgesproken niet opgetekend in holtes van licht, binnen sijpelend in pijnpunten op kapitelen zoals van Moissac,
met de ceder op de binnenkoer alsof het de laatste van de wereld was, wij er gewandeld.
Wat is dit ruisen dat van verre komt van achter de hagen, de bossen en de landerijen onder de sterren,
gebrandmerkt in onze leden en vermenigvuldigd tot we er over struikelen niet vermoedende wat er is dat moet geweten en toegedekt zal blijven nog voor eeuwen.
Dit ruisen dat van verre komt we hoorden het, immer door hebben toen geaarzeld van waar het komen kon,
uit de boeken van oudsher.
Echter niet naar ons toegehaald om er in te verblijven, te ver, te afgelegen: mystiek van het erzijn of van het er niet zijn,
soms we weten het nimmer.
Dit is dan geen spel meer, dit is blote ernst: schrijven tot je er bij neervalt. Zo dacht ik en dat alles hiervoor wijken moest en wijken zou.
Het is maar als je bezig bent dat je begrijpt dat het niet zo eenvoudig is, dat je herbegint telkens als het af is wat je schrijven wou. Je beseft maar hoe kort de tijd is tussen twee blogs, amper een etmaal, alhoewel er heel wat kan gebeuren in die spanne tijd. heel wat, zelfs pogen een gedicht terug te winnen dat je vroeger schreef en je het nu, totaal verbaasd, herdacht, herschreven hebt.
Niets is af in deze wereld.
29-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-02-2024 |
In blijde 'verwachting'. |
Het verschil is, carissimo Dante, dat jij aan het schrijven bent halfweg je jaren en ik, ik begonnen ben aan mijn laatste, mijn allerlaatste dagen. Daartegenover staat evenwel dat jij de zorg hebt van het tellen en het ‘inkleuren’, dat jij er een donker geladen muziekstuk van maakt, terwijl ik de hoogste vrijheid ken te schrijven hoe ik denk en wat ik denk, ik het dus heel wat gemakkelijker heb.
Nu, zeker is dat er geen zweem van wedstrijd mee gemoeid is. Ik schrijf in alle vriendschap en met een grote waardering voor wat jij, Dante verwezenlijkt hebt, Ik kijk op naar jou met bewondering en verwondering gemaakt te hebben – jij ‘The Maker’ waar William Anderson een boek overschreef[1] het over heeft - wat ik te lezen krijg.
Welke schoonheid er ligt in je woorden, hoe deze zich wringen in alle mogelijke kronkels om uit te komen zoals het hoort en ons te vertellen over zaken waar we niet de minste notie over hebben.
Er is dus geen vergelijking mogelijk en er hoeft er geen, het is, carissimo Dante – want hoe kan ik je anders noemen? – dat ik je broodnodig heb voor de tijd dat ik hier nog door te brengen heb.
Wat je geschreven hebt is en blijft een levende uitdaging voor mij, ik trek me op aan je woorden, ik wil er de mooiste uithalen, de mooiste versregels, de mooiste of de meest droevige verhalen. Borges met zijn ‘nueve ensayos dantescos’ plaatste me op de goede weg. Zoals ik reeds stelde is hij, Jorge Louis Borges de aanstoker. Hadden zijn ‘ensayos’ niet gelegen op de plaats waar ze lagen ik was eraan voorbij gegaan, nu heb ik gedacht dat het meer dan een vingerwijzing was. Dat het een teken was dat ik oprapen moest en uitwerken om in peis afscheid te nemen van het aardse hier en je gedachtestromen, want het zijn stromen, meenemen naar de oorden waar ik je mogelijks ontmoeten kan, jij samen met Vergilius, je gids en meester zoals je hem noemt.
In blijde verwachting reeds van onze ontmoeting daar, groet ik je met beide handen op je schouder.
[1] Anderson William : ‘Dante, the Maker’, Routledge & Keagan, London 1980
28-02-2024, 06:16 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
27-02-2024 |
Rekenend op de muzen. |
Ik heb, zoals je al lang weet, niet de gemakkelijkste weg ingeslagen ik heb de moeilijkste gekozen. De reden is duidelijk voor mij, het is de weg die me het meest voldoening geeft en kan geven, een voldoening die maakt dat ik met een gerust gevoel/geweten mijn bed instap, meestal, denkend, of aan wat ik als blog achterliet of aan wat ik als nieuwe blog schrijven kan, om in te slapen
In feite zijn aldus mijn dagen voor een belangrijk deel afgestemd op mijn blog, staat deze, als een eenzame boom in de vlakte, centraal in mijn leven en dit jaren al en biedt het me een massa aan mogelijkheden, neemt het elke verveling weg en zorgt ervoor dat mijn tijd wordt opgevuld.
Ik loop nu al enkele dagen rond met de idee er Dante aan toe te voegen, dit om niet alles toe te spitsen op mezelf, maar ook Dante erbij te betrekken nu hij terug is van zijn tocht door Hel, Vagevuur en Paradijs.
Jullie gaan er weinig van merken maar ik teken het hier op opdat ik weten zou wanneer deze gedachte een begin van uitvoering kende en in welke mate ze opgevolgd werd want dit gaat me heel wat uren werk vergen.
Ik zie wel in welke mate ik dit volhouden zal want het wordt geen lichte opdracht de woorden van Dante te vermengen met deze van mij, alsof ze evenwaardig zouden zijn en zijn ze het niet – wat het geval is - het toch blijken zou alsof.
Ik schrijf dit in de voormiddag van 26 februari van het jaar 2024. Nadat ik hier al een lange tijd heb rondgelopen, winter, lente, zomer en herfst, en de eerste blaadjes zijn uitgekomen op het stukje stengel met een stukje wortel van het oranjeboompje dat ik als zaad geplant had.
Er is dus een dubbele groei in het zicht te houden de volgende dagen want misgroei is niet uitgesloten. De muze heeft aldus werk op twee fronten.
Ik vraag me af of ze het bolwerken zal?
27-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
26-02-2024 |
Apocrief. |
Zondigt hij tegen de nederigheid als hij nood heeft af te wijken van het gewone om meer dan gebruikelijk is, de richting van de geest te kiezen vooral dan om het te hebben over zaken die een domein belichten dat, gelukkig nog, velen onder ons bezighouden.
Al is er ook deze ‘boude’ versregel van T. S. Eliot die een ander aspect van wijsheid belicht: ‘And what you do not know is the only thing you know.’
Maar het woord dat hij wil hanteren is het woord van een ‘opstandeling’ wellicht - echter het deert hem niet het minst als hij vooropstelt onder de gewelven van de geest, de tekenen te zien van de werking van een hogere présence waar Alighieri Dante het over had in zijn Paradiso (zie vorige blogs).
En er is ook wat hij reeds schreef in dat ‘sukkel’-boek van hem: als Bernanos zijn ‘Journal d’un curé de campagne’ afsluit ‘que tout est grâce’, hij stellen mag dat ‘alles geest is’ en dat de zin van het leven enkel gezocht kan worden in het eeuwige dat deze geest uit draagt.
In dit opzicht is het beeld van Jezus, getekend in het apocriefe evangelie van Thomas, sprekender dan in de vier evangeliën samen. Men kan zich terecht afvragen wat een Jezus, maar dan de Jezus uit het evangelie van Thomas, ons zou te vertellen hebben, in dit derde millennium? Zou Hij rekening houden met de weg die de wetenschap ondertussen heeft ingeslagen om meer nog de nadruk te leggen op de spiritualiteit in de mens die het teken is van de levende mens onder de dode levenden?
Al was het maar om een poging te doen, het respect van de mens voor zijn evenmens, wat reeds heel veel is, via een andere weg te bereiken.
Of, is wat hij schrijft woordkramerij en ijdel gepraat zonder binding met de realiteit, welke ook.
26-02-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |