Met de lente in het zicht geeft ‘maart’ me bij het opstaan een goed gevoel, een aansporing om verder te gaan met mijn geschriften een perfectie betrachtend in wat ik schrijf, al weet ik dat de perfectie utopisch is. Wat ik wel kan is er de meer dan nodige zorg aan besteden opdat ze puur en onwankelbaar zouden gebracht worden.
Want er is niets dat niet verbeterd kan worden, er is niets is dat niet evolueert of waarvan de omstandigheden, de vormgeving niet dient bijgestuurd te worden. Ik ondervind dit elke dag en vooral als ik terugblik op wat er geschreven staat.
Ik werkte aan een bewaring op papier van de blogs - de geschriften - en kwam tot een verzameling van dertien getypte boeken tekst, elk van ongeveer vijf à zeshonderd pagina’s. Het is onbegonnen werk te trachten deze te herzien, laat staan deze uit te zuiveren, ik heb er de tijd niet voor, ik wil andere zaken doen, al was maar het de ‘Essays’ van Hertmans gaan lezen - ik ben er mee bezig – maar deze beslaan 1500 pagina’s tekst, hoogst interessant omdat het een diepgaand overzicht biedt op de voornaamste acteurs van het literair en muzikaal landschap van de laatste honderd jaar, daarenboven het weze gezegd Hertmans is geen gemakkelijke lectuur, zijn taal is elitair maar zeer zuiver, hij leert me tal van personaliteiten kennen op de wijze zoals hij ze gekend en beleefd heeft.
Alhoewel, ik verzeker het je, gemakkelijk begrijpbaar zijn zijn woorden absoluut niet, je valt er niet bij in slaap, integendeel.
Ik doe er dus alles aan om niet stil te vallen met de dertien ‘jaarbundels’ naast mij om niet te spreken van mijn twintig dagboeken.
Mijn levenswerk op een hoop en Dante die me opwacht om met hem te gaan wandelen door de velden:
E ‘l pensamento in sogno trasmutai.
|