Een deel van de tuin zichtbaar van uit de veranda werd heraangelegd, het geeft me enerzijds een goed gevoel, ander,zijds een bijna zekerheid dat ik weinig kans maak de uitgroei ervan te beleven. Misschien nog de lente die komt, de zomer, de herfst, wie weet, wie?
Maar het goed gevoel is me voldoende, het zal duren de tijd dat het duren zal, en zeker de dagen dat ik er kan zitten om te lezen of te schrijven en te beleven hoe dit deel van de tuin tot groei zal komen en vooral hoe.
Het maakt deel uit van de vreugdes die het leven me nog biedt en ik zal deze zien als hoogtepunten in mijn dagen, veel meer hoef ik niet meer. Er is op dit ogenblik Callas in La Norma van Puccini op KLARA wat een hoogtepunt is van een andere dimensie, maar schoonheid en vreugde op deze zondagnamiddag, werkend aan mijn blog van 4 maart wat me ook de vreugde geeft iets te presteren dat blijvend is. Een poging, niet zo zeer van grote waarde aan inhoud, maar wel van grote gevoelsmatigheid en tezelfdertijd met een zekere literaire waarde wat immers altijd mijn betrachten is geweest en blijft.
Ik meen – het was tenminste mijn bedoeling - dat het mag toegevoegd worden aan al het waardevolle dat de mens ooit in de lange loop der tijden geschreven heeft; dat het is als stuifmeel meegedragen door de wind en gecapteerd om de geesten te bevruchten.
Zo is zijn leven verlopen, heeft hij zijn leven lang de poëzie opgezocht en gevonden op dagen die lichtend waren, hier en nu, zoals het was, zoals het is en zoals het altijd zijn zal, in lente en in zomer. De herfst en de winter nog ver af zijnde, maar op zijn ouderdom alles o zo dicht bij. Of niet meer komende.
Dit is waar we allen aan werken, van morgen tot avond tot nacht, een uitwisseling van gevoelens en gedachten tot nieuwe theorieën toe. Een standvastigheid die ons meegegeven werd het ogenblik van de geboorte – of van de conceptie – gebonden aan de stand van sterren en planeten, zo denken we toch, maar enige zekerheid biedt dit metafysisch denkpatroon ons niet.
|