Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    14-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het blijvend zoeken.

     

    Het doel van zijn bestaan hier op aarde, de opdracht die hij heeft meegekregen, is zijn binding met het kosmische te benaderen en af te tasten, te omkringen en erin binnen te dringen en dit, zowel via de materiële kant ervan als via de geestelijke.

    Dit is wat hij gisteren heeft willen duidelijk maken. Materieel gezien is het de vormgeving van het leven in de natuur, het wonder ervan waar we aan voorbijgaan; het raakt ons niet meer als wonder, het raakt ons zelfs niet meer als gebeuren, we nemen het zoals het komt. Wat het geestelijk aspect aangaat, is en blijft het een gissen, een veronderstellen, zoals ik het gisteren trachtte vooropstellen, dat we als wolk atomen, elektronen en andere deeltjes, voortdurend in contact zijn, op het gebied van deeltjes, met onze nabije omgeving en uiteindelijk in contact met het totaal aan de wolken deeltjes van het ganse Universum.

    De betekenis hiervan kunnen we enkel raden want zien doen we niet, maar als dusdanig, wolk en beweging zijnde, zijn we deel van het leven van al deze kosmische deeltjes; deel, wat onze bindingen betreft, van het onzichtbare ervan.

    En eigenlijk, als ik het naga, waar ben ik mee bezig elke dag van mijn bestaan, wat levert het me op dingen te schrijven die hangend zijn, die de realiteit van elke dag, de gebeurtenissen van elke dag, niet alleen overstijgen, maar zelfs schijnbaar niet raken.

    Ik schrijf in een andere wereld, of beter, eens ik begin te schrijven kom ik terecht in een wereld die even filosofisch als religieus getint Is met al de gevolgen eraan vastgeknoopt, gezien te worden als een zonderling man, een eenzaat die een weg bewandelt buiten de alledaagse wereld, in een, wat ik zo juist schreef, een wereld die boven de aarde hangt.

    Ik weet het, niet elk van jullie volgt me er, en ik begrijp het ten volle, maar - en ik denk dan telkens aan het verhaal van de kikker en de schorpioen - het is hoe ik ben, hoe ik door de omstandigheden werd gevormd, het is sterker dan mezelf.

    Uiteindelijk is alles wat ik schrijf oefening, pogingen om in leven te blijven op een waardige wijze. Elk geschrift wordt aldus een uitdaging om mezelf, om mijn geest wakker en productief te houden, tastend naar waarheden, minstens ernaar uitkijkend.

    Wat ik vrees, en soms meen ik er de eerste premisses van te zien in mijn beven dat nu overging in mijn rechterhand, kan het een begin zijn van alzheimer* - mijn echtgenote: 13.10.2021 10.50! - wat mijn einde zou betekenen, want als mijn schrijven me wordt afgenomen ben ik totaal niemand meer. Niemand, niemand.

    Aldus zou ik kunnen zeggen dat ik schrijf, niet om iets te zeggen, maar om iets te verbergen, de vrees om stil te vallen. Zo ver ben ik echter nog altijd niet. Ik zoek nog altijd om te vinden, vooral dan te vinden wat niet - nog niet - te vinden is.

    En, er is nog heel wat af te zoeken.

     

    *misschien is het al merkbaar in wat ik schrijf en hoe ik schrijf.

    14-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Diepreikend.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    De mens, als geïntegreerd deel van het Universum, is elk kunstwerk van hem in de eerste plaats een werk van het Universum, vindt het onherroepelijk zijn oorsprong in het creatief karakter  ervan is het alsof het Universum zich reflecteert in het creatief karakter in de mens.

    Het beeld van de vrijheid van de mens is aldus vooreerst dat van zijn vrijheid inzake creativiteit. En wat de grond ervan betreft, komt alles neer op een ingesteld zijn, op een bewust ervan zijn, dat om het even welke kunst in de verlenging moet liggen van het creatieve dat we ontmoeten in de natuur omheen ons. Dit is een boude uitspraak, zoals ik er al vele heb geuit die ik achteraf bevestig of afzwak.

    Maar hier voel ik het aan als iets stevigs, iets doordachts: je ‘zijn’, komende uit het zijnde om je heen, een zijnde dat de ganse Kosmos in zijn bereik heeft, heeft ook jou in zijn bereik en het werk dat je aflegt komt hieruit voort. Je weet dit en je werkt ernaar, elk woord, elke beitelslag, elke penseeltrek, elke muzieknoot, elke steen van een bouwwerk, en ga maar door, moet doordrongen zijn van deze gedachte. Pas dan kan het werk dat aldus ontstaat, volgens mij gezien worden als kunst.

    Schreef ik dit al? Het kan, maar ik beken dat ik het pas nu heb gevoeld zoals ik het geschreven heb. Elke kunst ligt in het verlengde van het creatieve dat een eigenheid is van de Kosmos.

    En verder, kunst moet dus ook verstrengeld zitten, moet er naar streven in de mate dit mogelijk is, in een volgend stadium, het bevreemdende te benaderen van de New Physics, zijnde het begrip dat de materie  ook een levend aspect heeft, een aspect dat weliswaar tijd nodig heeft om door te dringen tot de geest van de mens.

    Ik heb een vriend, beeldhouwer, die een voorloper is op dat gebied. Hij voelde als kunstenaar deze verbondenheid met het kosmische aan en hij maakte een beeld geïnspireerd door de formule van Einstein, E = mc2. En wat meer is hij vond, ik ben er zeker van, deze zelfde verbondenheid in het werk van een vriend schilder van hem. En er zijn, andere schilders die ik ken die werken gehuld zoals hen, in een ruime kosmische geest.

    Ik denk dus dat er in de hogere regionen van de geest van de diep levende mens, van deze geworteld in de geest van de Kosmos, onvermijdelijk een nieuw paradigma op komst is in de gedachten-expansie van de levende mens en dit paradigma zal zeker niet gestuit worden door om het even welke handelingen van de move-generatie.

    Zoals de New Physics doordringen tot de wereld van het onzichtbare, het raakvlak met het metafysische, zo ook heeft het religieus denken nood aan het onzichtbare dat in het verleden te zichtbaar werd voorgesteld. Die tijd is voorbij, de begrenzing van het woord maakt plaats voor de ruimte van de geest. De mens overschrijdt thans de drempel van een totaal nieuwe dimensie, deze van zijn afgestemd zijn op de beweging van het Universum. De boeken van de Bijbel, het grote epos van de mens in zijn verhouding tot zijn God die woorden sprak en daden stelde, is te hernieuwen in een epos van de mens in zijn zoektocht naar zijn geïntegreerd zijn, naar zijn betekenis, naar zijn bestemming.

    Hij schrijft, hij is gewoon te denken al schrijvende en het mirakel van de hand, mijn beste Dyson, is inderdaad groot en wonderbaar. En wat de herkomst ervan betreft is even groot het mirakel van de woorden/gedachten die opduiken als hij aan het schrijven geraakt.

     

    13-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moge God ons behoeden van de verbastering.

     

    Wat van God is in de Bijbel is gevloeid uit de innige verbondenheid van de mens van toen met zijn God en de Bijbel handelt over deze verbondenheid. Vandaag zijn deze visies, hoe ze ook moge getekend staan, symbolen geworden en, leert ons Teilhard de Chardin, dogma’s fossielen. Het uitgangspunt ervan is verdwenen in de nevels van de tijd en de behoefte aan meer geestelijke ruimte en dieper inzicht, neemt exponentieel toe. Nieuwe elementen sluipen binnen en slingeren zich omheen de oude en niets kan die groei tegenhouden, zodat het oude versmacht wordt. De zoektocht van de mens, de mens zoals wij hem kenden in het Westen, situeert zich thans in het Allesomvattende, en wordt in een andere dimensie beleefd.

    Het is ons heel duidelijk, de oude verbonden zijn afgelegd, we wensen niet verder te gaan in het spoor van de theologen die vertrekken van gegevens waarvan het stramien opgetekend ligt in boeken waaraan niet mag getornd worden. De mens wil zich losrukken uit deze bolster van waarheden op vergeelde bladen; wil zich voortaan bewegen in de oneindigheid van het beeld dat de kosmos hem voorhoudt en waarin hij zich vast geankerd voelt; zelfs al is deze verankering onzichtbaar, hij weet nu dat hij deel is ervan, zelfs een zeer belangrijk deel ervan.

    Dit is de mens en zijn toekomst zoals wij die zien in zijn vrijheid op te stijgen, de aarde onder hem te laten en hoe verder hij de luchten binnendrijft hoe rijker, hoe voller, hoe meer geïntegreerd hij zich voelen zal en ook, hoe inniger zijn band is met al degenen die denken zoals hij. Het is een leven vullende harmonie van het kleine in het immense en het immense dat het kleine vult en kleurt. Het zijn vingerwijzigingen naar het oneindige, het eeuwige. Dit te zien, dit aan te voelen brengt ons in het spoor van de mens die, naar wat wij denken, kosmisch gezien, wordende is en wordende blijft.

    Deze ingesteldheid is inherent aan ons mens-zijn. Het volstaat zich te verheffen boven  het alledaagse om terecht te komen in een inspiratiebron die onze wereld van gedachten bevloeit. We zijn gelukkig hiermee; het is het doel van ons mens-zijn. Het is het openrukken ervan op het kosmische, het verhevene, dat de daad van het creatief zijn in zich draagt. Hij blijft aldus in het voetspoor van het Universum dat in volle expansie is, even gericht naar binnen als naar buiten. Trouwens, welke Kosmos zou de God die we, als geestelijk levende, zoeken en nog niet vonden, anders kunnen gewild hebben, een statische?

    Dit zijn de woorden van iemand die buiten de wereld is gegroeid, die zijn eigen visie op de wereld heeft opgebouwd.

    Evenwel, als hij zijn hoofd buiten steekt ziet hij en weet hij dat er duistere krachten ontwaakt zijn die zijn wereld, gedragen door de visie van de kathedraalbouwer, fnuiken willen en alles in het werk zetten, en dit in alle geledingen van de maatschappij, om hun doel te bereiken.

    Het zijn geen zoekers. Het zijn, wat ze denken te zijn, de heroveraars van een statisch Universum. Voor hen, ze noemen zich  ‘the wokes’, zijn we het ‘white suprematisme’, aanhangers van Beethoven en consoorten. Zij houden het bij de rappers en hiphop. De ‘Afspraak’ op de VRT van enkele dagen terug, was er getuige van, ook van het gekke gedoe, de creatie door de Artificiële Intelligentie van de tiende van Beethoven. Een verbastering van de naam Beethoven.

    Dat God, hoe Hij er ooit is, maar Hij is er, ons moge behoeden.

     

    PS.

    Bij mijn laatste paragrafen heb ik de hulp ingeroepen van de blog van Johan Sanctorum, die de ganse Afspraak heeft beleefd.

     

    12-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het sacrale dat van de poëzie is.

     

    Je leest het allen. Ik ben begaan met mezelf, In feite teveel begaan met mezelf, ik ondervind het dagelijks. Terwijl ik me vroeger verborg in mijn woorden, dring ik me nu op. Een veeg teken van, niet enkel het ouder worden maar wat erger is, van het oud zijn.  Hoe doorbreek ik de impasse en herpak ik mij, hoe verjong ik me tot een leefbare leeftijd of hoe vergeet ik in welke toestand ik ben?

    Er zijn namen genoeg in je geest van de laatste dagen die je kunnen bezighouden in wat je schrijft. Rainer Maria Rilke is er zo een die is blijven hangen in jou, in je onderbewustzijn, in een wereld verscholen achter een fluwelen gordijn dat nu met een ruk van de hand, wordt opengeschoven en er een wazig landschap opduikt, een landschap dat zich uitklaart, zoals de mist deze morgen zichzelf opslorpt en de dingen getekend worden met hun lichtende rand van het er zijn.

    Zo, je kunt er niet meer aan voorbij, het lost zich op in jou, en zoals altijd, je betreedt de weg erin, eerst schoorvoetend daarna met volle tred en voor je het weet ben je de heuvel aan het bestijgen die leidt naar een romaanse kerk en een graf met witte zerk tegen een oude muur begroeid met dwergvarens en mossen. Een zerk met een grafschrift dat een kwelling worden zal. Ook Helmut Kohl in zijn tijd, die zoals je las het graf bezocht - het is een steile helling naar de kerk toe die je op moet - zal in zijn dagen die kwelling gekend hebben.
    En kom je er niet klaar mee, je houdt de woorden en wandelt even langs het huis  dat hij betrok in Muzot, een huis met een trapgevel en je ruikt, meen je, melisse en steranijs in een gedicht dat je achtervolgen blijft:

    Einmal wenn ich dich verlier,
    wirst du schlafen können, ohne
    dasz ich wie eine Lindenkrohne
    mich verflüstre uber dir.

    Of nog enkele andere lijnen, die voor jou typerend zijn voor Rilke en volstaan om te weten, wie hij was en hoe hij zich uitdrukte in zijn goede dagen gekenmerkt door, wat Paul Claes noemt, zijn ‘vroege stemmingslyriek’, dus niet zoals in zijn ‘Neue Gedichte’-periode die raadsels zijn, dichtkunst met een ‘metafysische onderbouw’. Enkele regels die je overhield:

    Herr es ist Zeit…

    Befiehl den letzten Früchten voll zu sein;
    gieb ihnen noch zwei südlichere Tage,
    dränge sie zur Vollendung hin und jage
    die letzte Süsse in den schweren Wein.

    Je spreekt het maar, je ondergaat de zin ervan als je schrijven gaat en de woorden je te binnen vallen omdat je ze zo dikwijls al hoorde en zo dikwijls al las. Niet alleen de inhoud ervan, de kleur ervan en de poëzie erin, maar ook en vooral de herinnering aan de plaats en de omstandigheden  waarin ze zich openden voor jou en ze deel werden van jou. Beelden geladen met gevoelens, gevoelens die je ver terug duwen in een tijd, een tijd die je verschroeide. Al dit dat deel uitmaakt van het ongeschreven gedicht dat er in potentie is : Herr, es ist Zeit.

    Het kwam op  in jou dat het tijd is dat deze vorm en eigenheid van de poëzie van Rilke, niet mag verloren gaan, niet mag vertrappeld, maar hernomen worde, want poëzie is van het zo broodnodige sacrale, is van het heiligende, dit van alle plaatsen waar we zijn en, waar niet zijn.

    11-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoeken naar mezelf.

     

    Waar of bij wie kan ik op bezoek gaan als ik mijn dag begin als het niet bij mezelf zou zijn. Want, wie is het die we ontmoeten als we de ogen openen en zien hoe ver de dag al gevorderd is. Inderdaad, de tijd vliedt, de tijd houdt ons in zijn greep en we beseffen dat oktober die zich pas geopend heeft, nu al negen dagen ver is: wij de maand binnen, wij op weg naar een tiende, totaal nieuwe dag, opnieuw vertrekkende van het nulpunt.

    Elke morgen is het zo, is het een in gang komen en een binnenkomen in ons zelf om de persoon te ontmoeten die je bent, die vreemde man die je bent voor jezelf, en over wie je vertellen wilt wie hij is vandaag, dezelfde als die van gisteren maar, schijnbaar althans, geslotener alsof hij gevangen zit in een harnas van staal.

    En waarom is dit zo vandaag en was het gisteren niet of de dagen ervoor; welke rivier heb ik doorwandeld opdat ik me opnieuw te ontdekken heb en niet alleen mezelf maar ook het landschap waar de ontmoeting plaats moet vinden?

    Ik ben aldus elke morgen op zoek naar mezelf en het is over die ontmoeting dat ik schrijf, een mezelf ontdekking, iemand die is opgestaan uit de nevelen van de dagen die voorbij zijn en toch ook niet, de dagen en hun relieken die achterbleven en zich stapelden in een compacte wolk waarin ik momenteel niet binnen kan, geen opening zie om iets, een kleinigheid zelfs, eruit te nemen en er verder mee te gaan.

    Deze geslotenheid komt over als een leegte, als een niet willen van het zijn, een reeks van momenten die geen bewegen kennen in de diepte, zich niet los willen rukken uit het gestapelde maar er tegenaan kleven, kleur- en smaakloos.

    Wat van gisteren was is me min of meer bijgebleven, het was een dag niet lijk de andere, het was een binnenkijken in wat rest van de bewegingsmogelijkheden van het lichaam en vast te stellen hoe schamel het nog is, wat dan zijn impact heeft gehad en zich nu heeft geconcentreerd op de geest er omheen.

    Jullie weten dus hoe arm ik me voel om jullie vandaag, deze morgen tegemoet te komen met mijn woorden gelouterd als zinnen uit een wereld van niemendallen.

    Hoe zou je willen dat deze woorden verrukking zijn?  Ik wist het voor ik eraan begon, ik had moeten wachten tot alles was opgeklaard en er een drang ware gekomen om in een lange ruk te schrijven wat er was van mijn dag, de tiende van de zoveelste maand oktober, een getal moeilijk uit te spreken en nog moeilijker om schrijven en nog erger, als ze je geboortejaar zien en zeggen tegen jou, zo vlak in je gezicht wat je leeftijd is: ‘Maar mijnheer, u bent al … ‘ en ze hebben juist gerekend, wat niet altijd het geval is.

    Ik ben er niet fier op, de leeftijd te hebben die ik heb, vooral dan, me te zien zoals zij me zien, wat maar de helft is van wat is, hoe nederig - sukkelachtig schreef ik gisteren - ik me voel. Een soort van zijn dat je terugvindt in wat ik schreef vandaag over mijn zoektocht naar mezelf.

     

    10-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het onderweg-zijn.

     

    Ik heb de indruk soms, dat ik schrijf om te schrijven en niet omdat ik iets te zeggen heb. Ik ga dan het landschap in, het brede landschap van de geest. Ik weet niet waar ik vertrek noch waar ik aankomen zal. Ik weet enkel dat ik onderweg ben om ergens uit te komen waar ik me goed voelen zal er te zijn en er te blijven voor een dag. Dit is zo geweest de laatste jaren van mijn leven en het zal zo blijven, denk ik toch, hoop ik toch.

    Het ‘onderweg-zijn’ biedt tal van mogelijkheden die kunnen leiden tot verrassingen, tot ontdekkingen die ik doe, een vliegende kraai vindt meer dan een zittende wist moeder. Ik heb nooit begrepen wat ze hiermede precies bedoelde, maar het was een zin van haar die me is bij gebleven en die ik onbewust gevolgd heb, als ik schrijven ging, niet duidelijk wetende wat ik te vertellen had en, of ik nog wel iets te zeggen had na het vele dat er al stond.

    Ikzelf sta verbaasd over de 500 pagina’s die ik al schreef dit jaar, de 174167 woorden die er staan, het resultaat van mijn onderweg-zijn naar mijn allerlaatste woord(en). Ik geef me er geen rekenschap van maar in feite is het zo, is het waar ik mee bezig ben. Het is dus geen triomftocht, het is eerder een dodenweg die ik neem, al is het de eerste maal dat ik er op uitkom, het is de strakke realiteit van het zijn, de uiteindelijke boodschap waar het op aankomt maar die we niet zien of willen zien omdat het een boodschap is die niet mooi oogt, die een te duidelijk, te scherp afgelijnd beeld oproept van wat ons te wachten staat. Zelfs al is het zo we kijken er niet naar uit, al kan het een verlossing zijn, eens ten einde raad.

    Wat mij betreft, ik kreeg gisteren mijn derde Covidvaccinatie, ik voelde me een sukkelaar, een oud man met oude benen en een brak evenwicht; thuis en schrijvend weet ik er niets van, droom ik nog: dit te doen, daar nog heen te gaan, en ik weet goed waarheen, maar ik heb gisteren beseft in welke toestand ik me bevind lichamelijk en hoe ik me nog verplaatsen kan onder de mensen.

    Ik dacht - een andere droom - de ‘Neue Gedichte’ van Rilke, een per dag, te gaan lezen, geholpen, door de commentaar van Paul Claes die Rilkes raadsels oplicht en verklaart, dit à l’instar d’un ami die zich voorgenomen had elke dag één canto te lezen van de Divina Commedia, en erin geslaagd was het te doen, wat ik een uitzonderlijk exploot noem, maar ik weet nu beter en wel, de tijd nodig voor de studie van deze gedichten  te gebruiken om terug te leren lopen als een normaal mens, want dit onderweg-zijn wordt overschaduwd door het onderweg zijn van mijn lichaam

    Zelfs al is er weinig kans op succes. Ik weet nu dat verdere studie  de lichamelijk ondergang betekent die met grote schreden op mij afkomt.

    Dit is dan de realiteit die gepaard gaat met mijn geestelijk onderweg-zijn. Logisch schijnt het me dus toe, Rilke en zijn ‘Neue Gedichte’ te laten schieten en me te concentreren op wat ik nog maken kan van dit lichaam van mij, of ik het nog in evenwicht brengen kan met wat ik geestelijk meen nog te vermogen.

    De tijd  zal het uitmaken.

     

    09-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De andere wereld.

     

    Ik heb altijd geschreven wat ik te schrijven kreeg. Ik ben correct geweest met de schrijver, de Ugo in mij. Ik ben niet in opstand gekomen met hem, ik heb hem gevolgd in goede en minder goede dagen. Is er iets geweest dat niet van hem kwam, zijn er momenten geweest dat ik tegenstrijdig ben geweest en heb ik mijn wil doorgedrukt om de zaken anders te zien dan hij? Ik denk het niet of ben er toch niet bewust van.

    Welk mechanisme was er tussen ons opdat ik slagen zou, mijn dubbelganger te volgen, waar anderen schijnbaar niet slagen, zelfs geen poging doen om te slagen. Of, waarom ben ik ervan bezeten?

    In feite, waarom heeft die Ugo ‘mij’ uitverkoren en niet een andere om zijn woorden te schrijven en te verankeren in een blog, is het omdat ik hem geroepen heb waar anderen zwegen?

    Een secreet dat ik te nemen heb als een realiteit, namelijk niet de slaap te slapen van ‘zovele gesloten oogleden!’

    Hoe het ook gebeuren moge, het is, misschien niet zoals ik het voorstel, maar het is bevreemdend - een lievelingswoord van mij - als ik eraan denk wat schrijven wél is en wat het niet is. De waarheid, als er een is, ligt tussenin, in een soort niemandsland dit van de geest, een land of eiland of wolk, die is van ons allen en dus evenzeer van niemand.

    Op dit zelfde ogenblik, dit nu in de tijd, vraag ik me af op welke weg ik ben terecht gekomen, doch ik ga verder omdat het zo voorzien was in het eerste woord dat ik hier geschreven heb, woord in woord vloeiend ben ik op deze weg terechtgekomen, waar ik deze morgen zijn moest, omdat er nog altijd in mij een Rilke was die ik gisteren heb wakker gemaakt.

    En nu dit er staat, welke vrijheid ik me neem, te denken dat Rilke, ook Paul Claes, er iets zou mee te maken hebben en erger, dat we voor het ogenblik een drie-eenheid vormen, drie geesten samen, want wat er komt aan woorden is me maar al te ongewoon. Het is een gegoochel van zinnen, leesbaar, begrijpbaar of niet, ze staan er en ik laat ze er staan.

    Ik zoek zelfs geen compromis, noch met mezelf, noch met jullie, ik heb alle woorden genomen zoals ze in mij zijn aangekomen, heb me geen vragen gesteld - die komen later bij het herlezen - maar ben dankbaar geweest dat het mirakel van de hand die schrijft, zich eens te meer voltrokken heeft. En een mirakel is het, noch min, noch meer.

    Schrijvend, is vanmorgen verwondering eens te meer mijn deel. Kan ik, eens te meer, de ogen niet sluiten op wat van het leven van de geest is waar ik mee geconfronteerd ben. Dit naast het andere, het dagelijkse van het leven, de bewegingsvrijheid die ik nog heb. Maar dit leven van de geest laat me toe, te denken, niets meer dan dat, en te schrijven dat ik met een vriend, aan een kromming van de Leie sta, kijkend naar de reiger op de oever van de overkant, met de weiden, groener dan groen, ver voor ons uit, daar waar het land ophoudt tussen de bomen, de huizen en de toren, met de witte wolken en de blauwe luchten erboven.

    We staan er heel lang, doordrongen van het er-samen-zijn, hij en ik, zwijgend.

    En zeg me nu - het is een vraag die ik me blijf stellen - waar is het dat dit gebeurt, in mijn hersenen? Wellicht, maar dan in de elektronen van mijn hersenen, wat een totaal andere wereld is.

    Een totaal, totaal andere wereld.

     

    08-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rilkes graf.

     

    Bij het ‘druivenblad’ - waar ik alleen iets over kwijt wou - even Rilke binnengekomen, een gedicht van hem, een versregel. Hij, Rainer Maria Rilke (1875-1926), er gebleven is bij mij en ik weet dat de herinnering aan hem er blijven zal de dagen die komen.

    Je waart bij hem, heel dicht, je kon hem raken, toen je met je vrienden uit de Valais, Gustave en Robert, aan zijn graf stond, aan de voet van het romaanse kerkje van Raron - Rarogne, op de grens van le Haut- et Bas-Valais. Je waart even dicht bij hem toen je samen met hen aan het huis met de trapgevel  stond in Muzot bij Sierre.

    Momenten in je leven die je beroerden, die je, hoewel je er al over schreef, terug halen wilt, niet zo maar wilt laten uitdoven als je er niet meer zult zijn.

    Zo zijn grafschrift, zwarte, verbleekte letters op het witte marmer van de door lichen aangetaste grafsteen, en de woorden zoals die er, bij het inbeitelen, geschikt staan:

    Rose, oh reiner Widerspruch,
                          Lust,
    Niemandes Schlaf zu sein
                  unter soviel
    Lidern.

    Er werd heel wat geschreven over het epitaaf van Rilke, vele interpretaties bestaan ervan; Niet verwonderlijk dus dat Anton Van Wilderode, in zijn voorwoord bij ‘Tussen stroom en gesteente’ van Maurits Van Vossole[1], dit grafschrift bestempelt als sibillijns.

    En dat is het, een te ontcijferen raadsel, lijk trouwens heel wat gedichten, vooral ‘die neue Gedichte’ van Rilke.

    Paul Claes in zijn ‘Raadsels van Rilke’[2] weet er alles over en het is dankzij hem dat ik pogen kan, het raadsel op zijn grafschrift op te lossen. Ik zeg wel een poging doen om wat Rilke met zijn woorden zeggen wilt, enigszins te benaderen.

    Ik stel me dus niet tevreden met wat ik lees in het Taschenbuch ‘Rilke’ van Hans Egon Holthusen, (Verlag Rowohlt) van 1958, een verklaring die ik te gesofistikeerd vind[3] om er veel aandacht aan te schenken. Zoals ik de passage overgenomen heb verbaast het me echter dat Van Wilderode ze niet eerder ‘enigmatisch’ dan sibillijns, heeft genoemd.

    Ik zoek dus liever zelf naar een verklaring - een verklaring die ook Paul Claes niet geeft terwijl hij, volgens mij, de enige is die dit grafschrift op een duidelijke wijze verklaren kan.

    Ik zie de 'Roos' die een ‘Widerspruch’ is, een tegenspraak als bloem gekroond met doornen, enigszins de tegenspraak tussen leven en sterven, waar hij mee geconfronteerd  is geweest.

    En dan dit bevreemdende van, ‘Lust’, begeerte, hartstocht, welk is dan de rol van dit woord? Komt het met betrekking tot wat voorafgaat of tot wat volgt, of is het iets tussenin: de hartstocht om te leven, ons allen heilig? Ik zou dus het woord  ‘Lust’ dat er solo staat lezen als: ‘hartstocht bezielde hem’.

    En dan komt: ‘Niemandes Schlaf zu sein unter soviel Lidern’ of, hij is van niemand de slaaf noch de slaap geweest, hij heeft hier niet rondgelopen, zoals zovelen, de oogleden gesloten, maar als groot ‘wakkere’ die hij was.

    Dit is ongeveer wat ik er van maak of wat ik er kan van maken.

     

    Als ik ver kijk heb ik kleinigheid gemeen met hem. Hij overleed op 29 december 1926, en precies een jaar later werd ik geboren. Zijn geest zal dus niet een gans jaar gewacht hebben om zich in mij te vestigen, zijn geest zal allicht een andere lichaam gevonden hebben.

    Om eens te dromen, enkele ogenblikken maar: hij, Rilke is een jaar te vroeg gestorven of ik een jaar te laat geboren, maar laat ons maar houden wat is. Zijn epitaaf is al ingewikkeld genoeg.

     

    [1] Maurits Van Vossole: Tussen stroom en Gesteente’ Uitgeverij Danthe nv, Sint-Niklaas, 1980

    [2] Paul Claes: ‘Raadsels van Rilke’, De Bezige Bij, 1995.

    [3] Zeit seines Lebens ist die Rose, dieses altes abendländische Symbol der unio mystica, für Rilke ein Grund der Entzückens und der grübelnden (piekeren) Andacht gewesen. Hier nun wird sie zum gleichnis des “reinen”, dass heiszt versöhnten und als Weltgesetz in den eigenen Willen aufgenommenen Widerspruchs. Als Niemandes Schlaf unter soviel Lidern, als Fülle aus Nichts, wird sie zur sumbolischen Blüte des Weltsinns. Gleichzeitig ist sie hier die Chiffre für das Sein und Wesen des toten Dichters. Lider ist doppeldeutig und bezeichnet nicht nur die Schutzhaut des menschlichen Auges, sondern auch die “Lieder”, die der Genius des toten Sängers hinterlassen hat. Hinter ihnen, hinter der vollen strahlenden, duftenden Blüte seines Werkes, verschwindet  er selbst, der Verfasser dieser einzigartigen Grabschrift, als ein Nichts, ein Schlaf, den niemand schläft.

    07-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bevreemdend.

     

    Bevreemdend de wereld van het schrijven, van het omzetten in tekens van iets dat gehaald wordt uit de luchten om ons heen; bevreemdend het vorm geven – gebeurt het in onze hersenen? - aan wat niet is en toch is, zoals het Universum zelf gevormd werd uit wat-nog-niet-was-en-toch-was, en ons schrijven telkenmale een identiek gebeuren is, zo frequent voorkomend dat niemand er zich vragen over stelt.

    Heer van het Universum, is het zo dat we de gedachten eten uit je hand, dat we die ontwaren - maar wie is die we? - in de diepte als in de verte, in een totale vormloosheid, ofwel als zaden die niet tot kiemen komen ofwel, zoals het gebeurt - gelukkig dat het kan - ontploffen, ontkiemen in woorden, die we houden of die we uitdragen tot bij wie ze nemen wil of kan. Is het zo, Heer?

    Een vriend, aan wie ik een bundel van mijn gedichten had gestuurd verweet me, niet letterlijk natuurlijk, het te sterk filosofische erin, en ik weet pas nu de reden waarom, omdat ze niet ontstonden uit beelden maar ontstonden uit gedachten omgezet in woorden. Gedachten die zich vormden in woorden, onderlijnd nu en dan door beelden die ik dacht passend te zijn.

    Ik heb hem niet geantwoord dat het eenvoudiger is beelden om te zetten in woorden dan gedachten, omdat beelden kunnen beschreven worden, terwijl gedachten eerst moeten worden uitgedacht, eventueel al schrijvend.

    Als ik schrijf, zoals het onlangs gebeurde over een takje dwergvaren, dan draag ik dit, geplukt of gedroogd in mij; heb ik het over een korenveld, dat van Van Gogh, dan kies ik het korenveld uit dat me past; heb ik het over bomen dan draag ik heel wat beelden van bomen in mij, tot de boom die ik weet staan bij de molen van Alphonse Daudet; en spreek ik over een bos, een woord dat een wijding is, dan denk ik aan het bos van mijn jeugd. Maar ik ken ook het bos boven Grimentz in de Valais  waar ik ‘chanterelles’ plukte. Ik heb maar te kiezen en te beschrijven wat ik in mij als beeld draag.

    Gedachten daarentegen ontstaan, hebben geen vorm, moeten uitgewerkt worden in woorden en als ik begin weet ik niet altijd hoe het gebeuren moet, maar het gebeurt, de gedachten krijgen een woordelijke vorm die eens geschreven, achteraf zal verfijnd worden, aangevuld, verworpen, en opnieuw verwoord.

    Mijn ganse leven heb ik gedachten uitgedragen over God of wie die God kon zijn, om tot het besluit te komen dat God en Kosmos, geen twee verschillende factoren zijn, maar dat God de Kosmos is en de Kosmos God. Echter zoek ik nog steeds naar de juiste bewijsgrond om dit duidelijk te stellen en ik zal dit blijven doen, trouwens elke blog die ik schrijf is een  mijlpaal op die pelgrimstocht.

    Ware ik geen pelgrim, geen zoeker, ik zou niets te schrijven hebben, niets meer dan een verhaaltje zonder diepte. Nu heb ik telkens iets dat je als lezer, even bezighoudt, wat mijn bedoeling is, als je het nog niet weten zou.

    06-10-2021, 18:18 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het druivenblad.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Ik kan deze foto, die spreekt tot mij, die roept naar mij, zo maar niet onbesproken laten voorbijgaan. Hij is het waard verspreid te worden, bekeken te worden, beschreven te worden: de kleuren erin, de lijnen ervan, de tekening van de nerven ervan, zelfs al weet ik dat ik nimmer gaan kan tot in het binnenste, de ziel ervan, toch wil ik pogen het te doen.

    Om te beginnen van hij die de foto nam, zijn ingesteldheid, hoe hij erdoor getroffen werd: door de verscheidenheid en helderheid van de kleuren, samen gehoopt op een klein vlak, door de details ervan, door het erop vallend licht, maar hij zag het, zijnde in a leisurely mood, a leisurely mind, om het te grijpen met zijn hart. Velen zullen er aan voorbij zijn gegaan, zonder op te merken dat het blad een juweel was en dat het smeekte om als juweel gezien te worden, genomen te worden.

    Ik kan en wil er niet aan voorbij, omdat het een van die momenten moet geweest zijn, een flits, een plotse ingeving, het helschone ervan, het unieke ervan vast te ankeren in een foto en deze mee te geven, simpel en gewoon, met een passage in een facebook waar mijn oog opvalt. Een beeld dat ik uit zijn kader haal en er dagen mee rondloop, onmachtig er iets mee aan te vangen omdat het in een ander bestand, passend voor mijn blog omgeving, moet worden omgezet, wat mijn kleindochter, de lieve Margot heeft gedaan voor mij zodat ik het nu kan doorgeven wat in een ogenblik van gratie werd opgemerkt, een uitzonderlijk ogenblik op het precieze punt in de tijd. Ware het niet zo geweest, hij geraakt tot onder zijn huid, de foto had nooit bestaan, nooit te zien geweest, waar ook.

    Het gevoel van de maker als hij het beeld zag, als het voor hem bijna een verhaal werd, een levensverhaal van één ogenblik, werd ook voor mij een moment in mijn leven waar ik niet aan voorbij kon.  Bij hem  was het, als fotograaf en man uit op het schone in de natuur, een plotse ingeving, een ontdekking; bij mij is het, nu ik erover schrijf, een vervoering geworden. Vergroot wordt de lichtinval een spel, smaken we wat er is van de druif onder het blad, van de groei ervan, de bloem, het bevruchten, wat er is van de zon erin, van de wind en de regen, van de tijd van het rijpen - met onvermijdelijk, een gedachte aan Rilkes Herbstpoëma -   en dan ook, hoe het blad is losgekomen, de sappen die de stengel niet meer bereikten en de nerven die droog vielen, de kleuren die metamorfoseerden tot de kleuren van de sappen, voorbode van de wijnen in de druif.

    In het blad dat daar voor het rapen lag op de grond, de ganse omloop van het stijgen van de sappen vanuit de wortelingen, vroeg in het jaar, van het zwellen van de botten, waarin gestapeld: het mirakel van wat erna komen zou, de vorming van het blad, de vorming van de bloem, het bevruchten, het vormen van de druif in trossen. Al dit gebeuren dat geschieden zal onder onze ogen, waar we geen vinger naar uit te steken hebben maar dat zich voltrekt of we er zijn of er niet zijn, tot het verkleuren van het   blad dat valt, dat niemand ziet tot er een fotograaf aan voorbij komt en het vereeuwigd wordt of dan minstens toch voor een tijd de tijd in.

    We waren er stille getuige van, gelukkig.

    PS.

    De maker van de foto is Karel Depelsemaeker, hij poëtiseerde de plaats waar hij het blad liggen zag: op de taalgrens.

     

    05-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief van vroeger herdacht

     

    Het gebeurt dat ik terugval op wat een vriend van mij - en ook van Goethe - me ooit schreef. Ik was toen, in wat hij meende, mijn glorie periode

    Lieber Karl! 

    Was du mir geschrieben hast, finde ich ausserordentlich und fabelhaft! Du bist wirklich nicht "ein Geist der stets verneint" sondern jemand von dessen Geist ich sagen möchte: "Verweile doch, du bist so schön!". Diese "geflügelte Worte" und "tiefe Gedanken" kommen nicht aus meinem beschränkten Gehirn sonder aus Goethes "Faust"!

    Es grüsst dich dein Geistesbruder. 

    Maar toch, wetende van wie deze woorden komen en hoe deze vriendschap zich heeft uitgesponnen, herschrijf ik ze nog altijd met vreugde, omdat ze een reactie waren, wellicht op wat ik als blog geschreven had. Want het gebeurde niet zo dikwijls in mijn leven als Blogschrijver dat dergelijke woorden, ze mogen dan nog gevleugeld, me toegestuurd werden. Ik was die totaal vergeten.

    Ik weet nu wel niet of hij deze nog herhalen zou op basis van de inhoud van mijn geschriften van nu, maar voor mij behouden ze hun oorspronkelijke waarde, zijn ze het ereteken me destijds toegekend door een voor mij groot kenner van de Literatuur, een kenner die hij gebleven is, maar ondertussen, zoals ik, getroffen werd door de weerbarstigheden van de tijd die over ons, niet alleen heen schoof, maar ons ook raakte tot in het merg van ons zijn.

    Hier sta ik dan, getooid met mijn ereteken van vroeger, als jonge man nog, jong in die zin dat ik toen achtentachtig was,  een wereld van verschil met nu, als ik naga, het effect dat vijf herfsten en zomers gehad hebben op mijn lichaam en misschien ook op mijn geest.

    Dit is in elk geval het spanningsveld waarin ik optreed op dagen zoals deze van nu, de nieuwe herfst zijn effect hebbende op wie ik ben en de richting aangeeft van wie ik wordende ben.

    Helemaal gerustgesteld ben ik niet. Ook mijn vriend niet want het is nu al een lange tijd dat ik nog iets hoorde van hem. Ik ken wel zijn gewoontes wat zijn optreden betreft maar dit belet niet dat ik me zorgen maak over zijn toestand, meer dan over mezelf, mezelf die ik volgen kan tot in zijn schilfers, zijn sprokkelingen.

    Laat dit dan mijn blog zijn van vandaag, van een morgen van wind en regen, van grijze luchten en van de tijd die vlugger schuift dan op andere dagen. De tijd, de tijd in, zichzelf opslorpend, gulzig als hij is, zoals hij altijd is.

    Ik voel het, o, zo goed hoe hij me meesleurt de dagen in, de maanden in, de jaren in. Denk ik: voor hoeveel tijd nog?

    Ik besef wel dat de schrijver die ik - ongelovige in schrijvers - niet ken, Bob Mendes, overleden is op de ouderdom van 93 als een verwittiging overkomt, een vingerwijzing dat ik dicht aanleun bij hem en er niet licht aan voorbij mag gaan.

    Het is wel mijn zaak en niet zo zeer die van jullie, maar ze is er des te belangrijker om.

    04-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doorsijpeling.

     

    Volop herfst: het licht geraadzaam wijs in de morgen als alle leven in gang komt. Ook het leven in jou, wachtend op het opborrelen van de woorden dat maar geleidelijk aan gebeuren zal, de bronopening nog verstopt door de nacht en de morgenschemering. Je zit er, je hebt maar te luisteren naar het stil, bijna onhoorbaar vloeien van water.

    Wat is er van dit beginnen elke dag, wat is er van het opstaan uit de nevelen en door te groeien naar een vreugde, de vreugde er nog te zijn, al had je er geen twijfel over dat je iets zou overkomen in de nacht, dat je plots verdwijnen zou. Zoals je dit ook nu niet hebt.

    Twijfelen wat dit betreft is gelukkig niet je zwakke kant, je laat het terzijde, het komt niet op in jou, je twijfel ligt ergens in een hoek, verlamd, verdoken. Niet dat er een absolute zekerheid is, die is er nooit, die is er voor niemand, maar de redelijkheid van het zijn leert je dat je door mag gaan in alle rust en evenredigheid met wie je bent en welke de energieën zijn waarover je nog beschikt. Niet overdreven veel, maar ook niet ontoereikend om dit geschrift hier tot een goed einde te brengen, zelfs al weet je dat het maar wat gebazel wordt van een geest die zich halsstarrig verzet tegen elke vorm van uitdroging, van verzanding.

    Je voelt je, ondanks de mindere toestand van je lichaam soms bij momenten, even schitterend en dartel van kleur als de afgevallen bladeren in de herfst, verzameld in een tapijt van wondere kleuren, zoals op de foto laatst; Zelfs al is het maar even dat je er staat, verwonderd over de verscheidenheid van herfst in de bladeren, over de mossen en de paddenstoelen heen.

    Je voelt je dan - al is het maar even - als een uitverkorene op woorden ingesteld zoals Marlène Dietrich die in haar goede dagen auf Liebe war eingestellt.

    Een vergelijking die wel niet opgaat, maar de verleiding is groot, nu ik op Klara haar heesheid hoorde  in haar woorden, de heesheid van de herfstdagen in haar leven, die ook die van mij is als ik spreken ga over de dagen in mijn leven.

    Veel is dit allemaal niet, het bijzondere wordt het liefst verzwegen omdat wat bijzonder is, te eigen is, te gelinkt aan wat van het ouder worden is, ook, te weinig en te ongewoon om te delen.

    Maar het kleurenpalet van de herfst op de grond heeft me wijs gehouden, de schoonheid van een laat moment in mijn leven als ik het zie als een ‘introïtus’, als de versiering van de eerste letter in een oud handschrift, een hand die wordt uitgestoken naar de lezer toe.

    De losgekomen nerven in de bladeren zijn als  de schaduwlijnen in mijn handen, de kleuren als de warmte van mijn bloed, de vormgeving als de adem van mijn woorden.

    Verder kom ik niet, maar het geheel is als een schilderij van mijn levend- zijn deze morgen. De zoveelste, doorsijpeld met de stilte en het wezen van de herfst.

    03-10-2021, 05:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muziek.

     

    ‘Muziek leerde me alles’, hoor ik op Klara, maar zo ver zal ik niet gaan. Muziek vult me aan, maar ik heb nog altijd niet begrepen de klanken, de melodieën, de ritmes om te zetten in begrippen en of verhalen, en ook hoe van de optredende instrumenten, de betekenis te vatten. Dit alles is me vreemd. Wat er wel is, ik onderga de muziek, ze is binnen gekomen in mij heeft zich er genesteld, ik heb haar leren herkennen naar de maker ervan. Dit alles kan nu niet meer verwijderd worden het maakt deel uit van wie ik ben en naar waar ik ga. Ware de muziek er niet ik zou niet meer dezelfde zijn, want ze onderlijnd wat ik schrijf, ze is er als de ondergrond, zelfs als ze, als dusdanig, niet wordt vermeld, er is altijd een stukje Mahler of Debussy of Beethoven in mijn zinnen, of een stukje van wie ook - zelfs van Robert Herberigs, ‘de door Klara vergetene’, van wie ik een cd bezit - hoewel ik het zelf niet zou kunnen identificeren, de impact ervan is aanwezig, mijn leven, mijn geest is ervan doordrongen. Ze is, hoewel ik het niet weet hoe, een hulp bij het schrijven; In deze zin ‘leert’ ze me wel niet, maar is ze aanwezig, ze is de kleur van de woorden die ik gebruik, de schaduw en het licht, het uiterlijke en het innerlijke.

    De muziek is er meestal terwijl ik schrijf, maar er zijn vele ogenblikken dat ik ze niet opmerk, dat ze er is zonder er te zijn, lijk zovele die er zijn als ik schrijf: de boeken om me heen, de marines van een vriend, de tekeningen. Ook de kleine dingen, de stukken wortel of stukken rots, eigenaardig van vorm of kleur, al ben ik alleen, ik ben het dus niet volledig. Ik zeg het soms wel, ik spreek dan over mijn cel in een Cistercienzersabdij, maar ik ben er altijd nog omgeven door mijn herinneringen aan en in de vormen die deze nemen.

    Vandaag stap ik oktober binnen, word ik ontvangen door de regendroppels op het raam en de grijze wolken hangend over het huis, een ogenblik vertederd door wat er deze morgen reeds geschreven staat, teergevoelig als ik ben in alles wat van het woord is of het nu de aard van het proza aangaat of de muzikaliteit van het woord, alles is afgestemd op de ‘mood’, de stemming waarin ik verkeer als ik aanzet.

    Vandaag dacht ik te beginnen met te zeggen dat oneindigheid en eeuwigheid kantelwoorden zijn die niet te vatten zijn, die een betekenis hebben au-delà alle betekenissen samen, maar ver geraakte ik er niet mee. Klara echter was een hulp eens te meer op deze dag van 1 oktober, de dag van de muziek zoals me verteld wordt. Ikzelf dacht aan een sedert een lange tijd al door Klara ‘vergetene’, Robert Herberigs, componist, schilder, schrijver, niet dat hij een grootmeester was, maar om hem zo maar te vergeten als de Vlaming die hij was?

    Ik mailde ‘ampersand@klara.be’ hierover, brengt het iets op?

    02-10-2021, 06:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oktober.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Ik houd niet van de naam oktober, het is zo iets als noch mossel noch vis, iets tussenin. Het is wel niet de wreedste maand die april is volgens T.S. Eliot, maar dan ook niet de lieflijkste dat september nog was, september die ik zonder kleerscheuren heb doorstaan. Ik heb het voorgevoel nu, na al wat ik al gezegd heb dit jaar en de vorige jaren, dat oktober moeilijker zal voorbijgaan en dan zeker als voorspel tot november en december, die even moeilijk zullen zijn. Ik meen de aanzet ervan nu al te voelen in mijn aarzelingen.

    Ik verzet me er tegen met al mijn krachten die ik nog heb. De strijd staken, die deze is van het woord in de zin,  doe ik niet, ik volhard zoals het past voor iemand op jaren, iemand die dikwijls denkt aan Christian de Duve (1917-2013)  die stil, maar gewild is heengegaan met de glimlach, al meende hij te weten dat er na de dood niets meer is. Een gedachte die ik echter niet, zo duidelijk, terugvind in zijn ‘A l’écoute du vivant’[1]. Ik vind daarentegen dat hij in zijn boek dat zijn leven is, dingen schrijft die laten hopen op een onsterfelijkheid van de geest in ons, die in feite weinig te maken heeft met de materiële vorm van de persoon die we waren.

    Hij was op zijn 96ste toen hij ging. Hij was moe, zegde hij, moe om verder te leven na een val die hij gedaan had. Ik stel vast dat ik val na val doe, eens wordt me er ene fataal, en dan wat, hoe ga ik verder.

    Dit is totaal het tegengestelde van wat ik gisteren schreef, van wat de foto die ik meegaf aan mijn woorden in zich droeg aan leven, aan licht en kleur, aan inhoud. Het is met een dergelijk beeld, wolgrassen, veenpluizen, des linaigrettes, bewegend in de wind in mij gebrand, dat ik zou willen heengaan. Dit zou meer zijn dan een (uiterlijke) glimlach op de lippen, het zou een weten zijn dat de geest die ik nog in mij draag overleven zal.

    Je ziet al in welke richting het woord ‘oktober’ me duwde. Dergelijke gedachten in een mensenleven zijn onvermijdelijk, zijn soms niet te stuiten. Ze steken de kop op, ze dringen aan om genomen te worden en, hoewel je het verkeerde ervan inziet, je laat het toe, ook omdat de dood een deel is van het leven dat we hier leiden zo goed en zo kwaad als het gaat.

    Dit gezegd zijnde is het beter dat ik het onderwerp laat voor wat het is. Het heeft geen zin erop vooruit te lopen, gissingen te doen en zich eraan vast te hechten, het is te ernstig opdat er al te lichtzinnig zou over geschreven laat staan gesproken worden. De realiteit zal een ijsblok zijn, een koude douche die ik tegemoet moet gaan, het spiegelbeeld van de oude man die ik ben, achterlatend, gedompeld in een wolk van geest waarin niets me nog raken kan.

    Neen, oktober is niet de maand naar mijn hart toe.

     

    [1] Christian de Duve: ‘A l’écoute du vivant’, Odile Jacob, 2002.

    01-10-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eindeloos zijn de herinneringen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Mijn dochter, Patricia, stuurde me de foto hierbij. Foto’s - vertellen me heel wat, vooral dan als ik de plaats ken of meen te kennen  waar de foto genomen werd; een plaats waar ik, in gedachten, heen kan en die me, zoals er zovele plaatsen zijn, nauw aan het hart ligt, hier, heel nauw zelfs.

    Ik ben er nu, op dit ogenblik, met al mijn zinnen opgesteld om er te zijn; om er te zijn méér ‘ik’ te zijn dan ik ooit was, want als ik er was had ik geen nood om te weten dat ik er was, ik stond er, ik zag wat ik zag en dat was het. Nu ben ik er niet en toch sta ik er en voel ik de wind, ruik ik de aarde, ruik ik het water, weet ik de luchten over mij en zie ik, voor mij uit de vallei, ‘la plaine de la Lé’, op het einde van het dorpje Zinal in de Valais, breed uitzwaaiend tot waar, minder dan een eeuw geleden, de Zinalgletsjer nog reikte, de bron van de Navizence gebleven met zijn gezang tot diep in de dag en de nacht. Mijn  blijheid als ik er langs wandelde met mijn vriend Gustave de zondagvoormiddag, tussen de twee bergruggen in, opgenomen in een ruimte die deze is van een gotische kathedraal en waar je ‘erzijn’, je gebed is, je toevlucht en je hoop op de eeuwigheid die van de bergen is.

    Hoe je hield van deze vlakte, in de zomer als in de winter? Maar de zomer was er je heerlijkheid. Je waart er vroeg in de morgen, je vertrok aan de brug op het einde van het dorp, de aardeweg op, een moerassig gebied waar de gevlekte orchis welig groeide - een orchis die ook groeide in wat restte van de oude steengroeve in het dorp van je jeugd - en aan de andere kant van het wegje, tintelend van witheid, in een poel laag water, shallow water, des linaigrettes[1] in grote hoeveelheden, een bos vol.

    En je had de orchis lief, zoals je lief had deze kleine wolkjes, witter dan sneeuw, licht bewegend, uitgelaten er te staan en te verrassen, vlokken tederheid voor de ‘leisurely mind’ die ze opmerkte.

    En als je de vlakte tussen de bergen in wandelde, was er rechts een heuvel met een bosje struikgewas, dat de tijd niet kreeg hoog te groeien want elke winter waren er kleine ‘avalanches’ die de groei kraakten.

    Ik weet als ik er verder over schrijf dat het weinig zeggend is wat ik erover vertel, maar dit kleine heuvelbosje met een nooit geziene flora is in mijn herinneren gebrand. Ik zocht er tot ik het vond naar een minuscule orchis, een klein fijn wonder , een vinger groot, een geluk voor mij als ik er op uitkwam tussen de mossen en de grassen, de bladeren en de zwammen. Ik nam er, spijtig genoeg, nooit een foto van, je had er toen geen nodig, je liep rond in dat bosje en als je er vond bleef je er lang gehurkt stil bij zitten. Was het alsof dat minuscule plantje je een boodschap wou meegeven over de grootheid van het leven, tenminste zo heb je het begrepen.

    Jij, kleine man toen, stuk poëet als je er waart, de tijd vergetend, de wereld vergetend, gekerstend door dat ene plantje waar je naar uitkeek als naar een relikwie van het sacrale in de natuur die, nu je erover schrijft - niet goed wetende hoe te verhalen wat er is van dat bosje in die vlakte tussen twee bergruggen in - wie je waart toen opdat je er nu over schrijven zou.

    Hoe werd je erdoor bezeten toen en hoe komt die plaats terug tot jou, inniger, waardevoller, om nooit te vergeten, hoe heeft die zich in jou genesteld toen?

    En hoe komt het dat een foto, zoals ik Patricia ken, met liefde genomen en voorzeker denkend aan mij, haar oude vader, een dergelijke impact heeft op mij?

    De wegen van de mens, de wegen van het woord, de wegen van de herinnering, zijn soms gouden wegen, je bewandelt ze keer op keer, je leven lang.

    Ze zijn eindeloos.

     

     [1] Linaigrette: wolgras, ook veenpluim.

    30-09-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

     

     

    Ik ben een dode mus als ik schrijven wil over de dagelijksheid der dingen, die woorden komen niet of dan toch heel zelden, té zelden om er iets van te maken, zodat ik telkens uitzwerm in een doolhof van gedachten. Ik zou die gedachten, gesplitst moeten kunnen opvangen in een gedicht, maar het is proza dat mijn gesternte is en dit vereist een lange brede, uitgestreken vormgeving.

    Dagen al wil ik iets schrijven over de herfst, maar ik voel hem nog niet diep genoeg in mij. En aan de vijver waar ik laatst was, was het nazomer, zat ik in een roes van zon, gedachteloos en lange tijd tijdloos als zo iets kan: een stuk dag dat de tijd stil staat, dat je de ogen sluit en wegzinkt in een niet-zijn, een niet-weten wat is en niet is.

    Maar de herfst zelf raakt me nog niet. ik heb geen bos meer om in te wandelen en de velden waar we doorrijden tonen nog niet hun herfstkleuren opdat ik erdoor gebeten zou worden, erdoor in onevenwicht gebracht.

    Heb ook nog niet de zwaluwen gezien die zich wellicht nochtans verzameld hebben op de elektriciteitsdraden vóór hun vertrek. Ook de luchten zijn leeg, ik zie niets van de trek van vogels naar warmere oorden. Het is maar dat ik totaal wordt opgehouden door wat van mijn leeftijd is én, wat is van mijn geschriften, maar niet door de kleuren van de herfst. Het gaat zo ver met mij wat mijn interesses betreffen dat ik deze morgen vaststel aangekomen te zijn op het einde van september en pas nu besef dat ik de verjaardag van een beste vriend vergeten ben, vergeten alsof ik nog alleen overblijf in deze wereld.

    Leef ik nog wel onder de mensen, of leef ik totaal opgeslorpt door mezelf, mezelf mijn geschriften zijnde, het overige achterwege latend .

    Ik zoek ook niet de dichters op, niet Dylan Thomas, zoals een vriend het deed, die door zijn ‘Dying of the light’ geïnspireerd werd. Ik weet nu wel dat ik morgen of overmorgen een gedicht zal toegestuurd krijgen met een foto erbij. Anderen sturen me een foto zonder gedicht, een foto de herfst meer dan waardig, zoals deze hierboven van Karel Depelsemaeker, een beeld trillend van licht - instead of -doordrongen van de mateloze herfst dat me herinnert aan het bos van mijn jeugd en nu in al zijn glorie aan kleuren en details me meer dan opmontert.

    Het vertelt me, nu ik er het meest nood aan heb, over de geur van aarde, de geur van bladeren, van mossen en zwammen, de geur van wat komen gaat, en ik weet hoe het is om er middenin te staan, om er, de voeten erin wegzinkend, over te wandelen en te horen hoe het ritselgeluid van je stappen is. Ook omdat alles zo innig stil is omheen jou, zodat je jezelf leven voelt, trillend op je benen als de zon op haar hoogst is in dagen van herfst.

    Dit alles ware van een grote verfijning geweest het te schrijven,  indien ik me niet schuldig voelde, met al mijn ‘tralala’, een vriend van jaren  vergeten te hebben. Hij is een van de eersten om mij te lezen. Hopelijk begrijpt hij me en weet hij hoe zeer ik - de totaliteit van mij - verweven zit in het opstellen van wat ik dagelijks schrijf.

    Een verwevenheid die reikt van in het voorbij tot in het heden, tot in het komende.

    Hoe roekeloos ik soms ben als, dode mus.

     

    29-09-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terugkeer van het sacrale?

     

    Gisteren was ik geïntrigeerd door het woordje ‘wren’ en de som van alle gegevens erover - veel waren er niet -  bracht een verhaal teweeg dat ik vaag eens moet gehoord hebben of, ja, waarom niet, gedacht. Maar wat bij mij vragen opriep was dat het zo in het Engels als in het Nederlands het woord ‘winter’, a winterwren en een winterkoninkje, kreeg toegevoegd. Het hield me bezig en ik schreef erover wat ik schreef. Het had beter gemoeten, het verhaal is te plots gekomen en te vroeg weggegaan, het had geen voedsel voor onderweg, gelukkig was er Barnes nog op het einde..

    Maar ik had ook verder kunnen gaan met een uitspraak van André Malraux, als gevolg op wat ik de voorgaande dagen heb geschreven:

    ‘Je pense que la tâche du prochain siècle, en face de la plus terrible menace qu’ait connu l’humanité, va être d’y réintégrer les dieux.’

    Gedachten die drie generaties terug werden geuit, die ik, o zo graag zie als deze van een ‘ziener’, van iemand die vooruit blikt en wil dat we terug oog hebben voor het sacrale in het leven van elke dag.

    Ik had het onlangs over Kristien Hemmerechts die de weg naar de Kerk teruggevonden heeft. Ik hoop dat het de weg is die Malraux heeft gezien, de weg van de verdieping die ook deze is naar het binnenste van de Kosmos. Want er is een binnenste om er naar uit te kijken.

    De dingen zijn niet wat we zien, ze hebben een verbondenheid met elkaar, ze liggen in elkaar en zijn toekomst gericht, dit van in den beginne al, ligt alles op een lang gerekte lijn die zich, zoals ik het zie en wil zien, geculmineerd heeft in het worden van de mens, in zijn opgang naar de homo sapiens. Ik geloof niet dat deze opgang gestuit kan worden, is dit wel het geval dan stort al wat ik gedacht heb en vooropgesteld als een kaartenhuisje in elkaar en kan ik een kruis maken over al het essentiële over het leven, dat ik ooit geschreven heb.

    Mijn heil ligt in wat op ons afkomt, dit was ook het geval voor Malraux, hij zegde het in andere woorden, maar ondertussen zijn we enkele stadia verder, kijken we binnen in de materie en doen we ontdekkingen die ons de ogen openen en ons leren dat niets is zoals het er uitziet, en dat er ondergrondse stromingen zijn waarin we worden meegenomen eens we erin terecht komen, eens we beginnen in te zien de rol die we hier te spelen hebben in ernst en in wijding.

    Eens te meer heb ik me laten leiden door de woorden die op mij afkwamen, heeft de leegte die er was toen ik begon vanmorgen, zich ingevuld, is er een gelaagdheid gekomen, en ben ik van het uiterlijke van het zijn weggegleden in het innerlijke ervan, het kloppend hart ervan.

    Soms, ik weet het, ben ik niet te stoppen, schrijf ik niet voor jullie die me lezen, schrijf ik voor mezelf en dan is het wat ik graag hoor van mezelf.

    Hoe het over komt kan me weinig baat bij brengen. Ik zie hoe ik nog gelezen wordt. De dertig die er waren zijn geslonken tot een goede tiental, het zijn volgelingen van mij, al ben ik niet hun goeroe.

     

    28-09-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The wren.

     

    Het verhaal gaat over a wren, a winterwren, een winterkoninkje, het kleinste vogeltje van bij ons - wellicht ook in Great Brittain - op een dag van regen en wind rustend op de vensterbank van het appartement van een dame op leeftijd die in haar alleen-zijn, het ziet zitten, bescherming zoekend. Ze opent het venster en kan het zo maar nemen, een klein petieterig, nat vogeltje. Ze legt het voorzichtig op een wollen doek en haalt wat melk op een schoteltje, en wat broodkruimels en het vogeltje komt tot leven terug, vliegt op  en nestelt zich hoog op haar boekenkast, tussen de boeken. De dame vindt het heerlijk, een gezel denkt ze. Ze laat het rondvliegen in de kamer, vertroetelt het en spreekt ermee en na een paar dagen volgt het vogeltje haar waar ze ook gaat in het appartement, ze heeft er een naam voor bedacht en noemt het ‘Mister Wren’ omdat ze geen andere naam vinden kan, en ze is gelukkig als ze ziet hoe het rond vliegt, hoe het eet uit haar handen en hoe blinkend de oogjes kijken naar haar als ze neerzit met een boek voor haar op de tafel.

    Toch heeft ze wat wroeging, toch laat ze uren lang het venster op een kier maar Mister Wren wil niet weg, het zit neer bij haar als ze eet en pikt het eten uit haar bord, een stukje aardappel, een stukje wortel, het schijnt gelukkig en volgt haar tot ‘s nachts in de slaapkamer.

    Weet je wel hoe het aanvoelt, als dame op leeftijd, een vogeltje, a little wren, als gezelschap te hebben. Ze stoort zich helemaal niet aan wat het achterlaat hier en daar, ze vertelt hem van wat ze leest, in het boek over wat ze o zo mooi vindt; ze vertelt hem over de dagen die voorbij zijn gegaan als een sneltrein; vertelt hem over haar eenzaamzijn dat nu doorbroken is. En het vogeltje luistert, en zingt een liedje nu en dan. Zo, hoe gaat het in het leven als je ineens een gezel hebt bij jou, hoe klein ook, maar het is een klein leven, een tere aanwezigheid.

    En dan gebeurt het. De dame hoort dat ze moet opgenomen worden in het ziekenhuis. Ze denkt, misschien kom ik niet meer terug en wat dan met Mister Wren. Ze kan het niet over haar hart krijgen het op te sluiten in een kooi en kooi en koninkje toe te vertrouwen aan de gebuur op de gang; en dagen voor haar opname laat ze vensters en deuren open in de hoop dat het wegvliegen zal, de vrijheid tegemoet. En op een dag is het verdwenen, ziet ze het nergens meer en vertrekt voor een opname die een maand duren zal.

    Eens terug thuis gaat ze elke dag naar het raam hopende Mister Wren terug te zien op de vensterbank, maar deze toont zich niet meer.

    Op een middag voelt ze zich onrustig, voelt ze dat er iets gebeuren gaat, ze gaat zitten in een hoek van de kamer waar ze zelden gaat zitten en ziet aan haar voeten, op de grond het uitgedroogd lichaampje, de vleugels gespreid, van Mister Wren. Ze schrok ervan, is blijven zitten er naar kijkend, en heeft niet meer bewogen.

    Weken later hebben de buren haar gevonden, samen met het dode winterkoninkje aan haar voeten. Niemand heeft ooit begrepen hoe dat vogeltje er gekomen was, alleen een jong meisje dat nu en dan eens langs kwam bij de dame wist het, maar die heeft het aan niemand verteld.

    Het verhaal - een verhaal dat gebeurd is - doet me denken aan een ander verhaal, een van Julian Barnes[1].

    Een dochter die om de zonden van haar vader uit te wissen op zoek gaat, met gids en dienstmeid, naar de ark van Noah op de Araratberg. Hoog op de berg struikelt ze en breekt ze haar enkel, het is voor haar een teken om niet verder te gaan, ze stuurt gids en dienstmeid terug en gaat neerliggen in een grot om niet meer op te staan. Of dit een echt gebeuren is weet ik niet. Barnes echter heeft hier nog een ander einde aan verbonden, te lang om verteld te worden, maar het gebeente van de docht wordt een halve eeuw later  gevonden door twee andere beklimmers van de berg Ararat ook op zoek naar de ark, denkende dat ze het geraamte van Noah hebben gevonden, een nieuws dat de wereld rond gaat.

    Weet echter dat het enkel Julian Barnes is die dergelijke verhalen schrijven kan.

     

    [1] Julian Barnes: History of the world in 10 ½ chap’ters, 1989

    27-09-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In den beginne was het Zijnde.

     

    Weet, voor ik verder ga, dat ik nimmer zo ver ben geweest dan in mijn geschrift van gisteren. De zin dat alles ontstaan is uit het Zijnde is me zo te binnen gevallen en ik heb hem met dank en ook met een zekere verwondering ontvangen.

    Het was nochtans een gewone dag, en die zin is gekomen uit de gedachte dat uit het Niets, niets kon ontstaan, dus dat er Iets moest geweest zijn waaruit de Big Bang is ontstaan.

    Dit was de dag van 24 september van het jaar 2021, ik geloof niet dat ik het Zijnde ooit heb vernoemd als het begin van het Universum. Nu voeg ik er aan toe dat ik nu weet wie of wat God is, Hij is het Zijnde. Hij is dus niet God de vader uit de Bijbel, Hij is al wat is, Hij is het Groot Levende.

    Ik waag me heel ver, maar op mijn leeftijd met de dagen die me nog resten hoef ik geen blad meer voor de mond te houden, al moet ik eerlijk bekennen dat ikzelf verbaasd ben over wat ik waag te schrijven, maar wat meer is, me gelukkig voel het bij leven voor te leggen aan jullie.

    Zou ik, wat ik gisteren schreef, durven schrijven hebben indien het bestemd ware geweest voor een column in De Standaard of in De Morgen? Ik denk het, ik zou elke schroom achterwege gelaten hebben, ik zou de zin voorgelegd hebben aan de Redactie en hen de verantwoordelijkheid voor mijn woorden gelaten hebben.

    Maar er is nog een andere gedachte die bij mij opkomt: hoe zien jullie mij, wat denken jullie van mij en van wat ik schrijf? Er komt uit mij bijna geen enkele normale zin. Ik verras me telkens  met ingetogen te vertrekken op mijn kousenvoeten en na enkele stappen op te stijgen naar oorden die in mijn omgeving tot in de media toe, niet aan bod komen.

    Wie is het die keer op keer het domein van de metafysica opzoekt, als ik het niet zou zijn, kan ik nu niet schrijven over normale dingen, verveel ik jullie niet met wat ik schrijf, jaag ik jullie niet op stang, zeggend daar is hij weer met zijn woorden over geest en over God?

    Ik haalde gisteren Prigogine nog eens boven, het is een vriend lezer die het pocketboekje me schonk. Het is gemakkelijk mee te nemen en o zo precieus om erin te bladeren, zelfs, wetende wat ik erin heb onderlijnd, om het in de hand te houden, ik heb niet veel dergelijke werken, hoogstens een vijftigtal - heb ze nooit geteld - die me nauw aan het hart liggen, maar het Prigogine-boekje is me bijzonder duurbaar omdat ik voel en weet dat hij een idee had hoe alles kon gebeurd zijn en dat het ‘pré-univers’ waarover hij het heeft heel dicht aanleunt bij mijn idee van een Universum in potentie, trouwens hij zegt ook dat in den beginne ‘il y avait des particules en puissance qui sont devenues des particules réelles’ Wat kon ik meer verwachten van hem?

    Alles overschouwend permitteer ik me een variatie op Johannes: In den beginne was het Zijnde en hieruit is alles ontstaan.   

    26-09-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoger, hoogst

     

    Eens dacht ik: op een goed ogenblik van een goede morgen van een goede dag, schrijf ik over het Niets van het Iets, of, beter nog, over het Iets van het Niets, waaruit dan een Universum is ontstaan. Dus niet zoals velen denken en zonder meer stellen dat het, uit het Niets is en, niet uit het Iets, dat het is ontstaan.

    Een zuiver wonder dus, hoewel ik nog nooit gehoord heb van een onder hen, dat het ontstaan van het Universum een wonder is geweest. Tot een dergelijke uitspraak waagt men zich niet want dan wordt men geconfronteerd met de eigenheid van het woord ‘wonder’ en wonderen worden door de wetenschap niet aanvaard en zeker niet besproken.

    Maar, mijn Heer en mijn God, als er niets is, kan  er niets ontstaan, enkel uit het zaad van iets kan er iets voortkomen wist Augustinus. Maar geen zaad, geen Universum.

    Ik weet niet meer of Dimitri Verhulst in zijn ‘ Gdvd.dagen’, gedacht heeft aan het ontstaan van het Universum - heb er trouwens maar een tiental pagina’s van gelezen - en als hij het heeft laten ontstaan, hoe het er, volgens hem gekomen is. Ik kan ook die vraag stellen aan Fred Hoyle (1915-2001) die beweert dat het leven op aarde herkomstig is uit de Kosmos, maar hij zegt helemaal niet hoe het leven is ontstaan in die Kosmos, noch, hoe de Kosmos zelf is ontstaan. Hij heeft er geen zorgen mee, echter voor hem is het Universum intelligent[1], en ik geloof dit ten volle.

    Beiden zijn dus niet een help voor mij en anderen ken ik niet die een help zouden kunnen zijn. Steven Hawking had een gedacht hierover, maar uitgesproken vaststaand was het niet, als ik zie hoe dikwijls hij op het einde de naam God vermeldt in zijn lezing over ‘The origin of the Universe’ van juni 1987[2], begrijp ik dat hij, wat het ontstaan van het Universum betreft vindt dat de oplossing ligt in het domein van de metafysica en dus gevaarlijk om dat domein te bewandelen.

    Ilya Prigogine (1917- 2003), Nobelprijs scheikunde, daarentegen zegt onomwonden ‘Que l’ univers provient d’un pré-univers, le vide quantique. C’est probablement ce vide qui par ses fluctuations, a créé l’univers dans lequel nous nous trouvons’[3].

     Metafysischer kan het niet.

    Heel wat zijn er  die er hun levenswerk van gemaakt hebben uit te zoeken hoe het Universum is kunnen ontstaan, en als het, zoals kanunnik Lemaître (1894-1966) ontstaan is uit een Big Bang, hoe is die Big Bang tot stand gekomen.

    Het is een discussie zonder begin en zonder einde, zeker zonder begin en zo lang we het begin niet kennen, kennen we evenmin het einde.

    Tenware alles illusie zijn zou, tenware er helemaal niets ‘IS’, alles verbeelding zijnde. Wat het toppunt van het toppunt zijn zou en in dit geval, het Niets, het Niets zou baren. Alles onwezenlijk zijnde, droom zijnde. Echter als de metafysica ermee gemoeid is, hoe kan er een andere een verklaring zijn, dan een die de realiteit overstijgt, ondoordringbaar is en ondoordringbaar blijven zal.

    Maar, en nu komt wat ik altijd heb willen zeggen maar er de juiste woorden niet voor vond: als er vóór den beginne niets zichtbaar was dan was er wel iets onzichtbaar, was er het ZIJN, was er het ZIJNDE, was er, wat er altijd is geweest en altijd zijn zal. Niemand ontkomt hier aan. Niemand kan zeggen dat het Zijnde er niet was maar dat het ontstaan is samen met het Universum, maar wel het tegengestelde: dat het Universum ontstaan is ‘uit’ het Zijnde.

    Hoe dit kon weet ik niet, hoef ik ook niet te weten dat is het werk van de Wetenschap en ik ben geen wetenschapper, ik ben maar iemand die verloren is als hij niets te schrijven heeft, een zoeker naar een bron, om het even dewelke, om iets te schrijven te hebben.

    En vanmorgen begon het zoals het begonnen is. Het had ook iets totaal anders kunnen geweest zijn, maar dan zou ik niet ontdekt hebben dat alles ontstaan is uit het ZIJNDE, dat er was vóór het Universum er was. 

    Een ver dragende zekerheid, dan toch voor mij.

     

    [1] Fred Hoyle: ‘The intelligence of the Universe’, Holt, Rinehart and Winsten, New York 1983
    [2] Steven Hawking: Black Holes and Baby Universes, and other essays’ Bantam books 1993.
    [3] Ilya Prigogine: ‘De l’être au devenir’, Alice édition, 2000, page 45

    25-09-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs