Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    12-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Bergen

     

    Ik geef me er, in de dagen die zijn, weinig rekenschap van dat het zomer is, ik ben te zeer genomen door de blogs die ik schrijven moet, het overige dat van de dagen is neem ik er onachtzaam bij. Aldus wordt de opeenvolging van de dagen een opeenvolging van mijn geschriften.

    Destijds echter waren de maanden juli en/of augustus, mijn dagen van de bergen en ik voel dat hiervan nog restanten zijn overgebleven, dat ik in gedachten meer in de bergen leef dat hier op de begane grond. Duidelijk is dat ik ginds een slepende ziekte heb opgedaan.

    Ik hoorde ooit van mijn jongste broer, Georges - hij heeft ook die ziekte maar in een mindere mate - dat hij gehoopt had, op de dag van zijn 80ste verjaardag, de Cabane de Moiry te bereiken om er met zijn familie een glas champagne te drinken. Hij mailde me daarna dat hij de berghut genaderd was tot op 200 à 300 meter klimmen, maar dat verdergaan, ingevolge de sneeuw en de beijzelde wegel hem te gevaarlijk toescheen om verder te gaan, wat de familie, in volle jeugd, wel heeft gedaan.

    Hiermede riep hij tal van herinneringen op bij mij, want ik bezocht deze cabane ettelijke malen. Een laatste maal was het met twee vrienden uit de Valais, ik vernoemde hen reeds, Robert Panchard en Gustave Cotter.

    Vertrekkende heel vroeg in de kilte van de morgen, met de wagen, voorbij de barrage, tot aan de voet van de Moiry gletsjer – vandaag is de gletsjer tot een minimum terug gevallen – en van daar uit, te voet, over de moreen, langs een duidelijk getekende wegel naar de cabane, meer dan 2.800 meter hoog. Van daar uit, na een thee gedronken, een lange tocht door de sneeuw, steeds maar stijgend tot aan de eerste naakte rotsen van de Grand Cornier, een top van bijna, op enkele meters na, 4.000 meters hoog. Maar die dag bereikten we de top niet, na een half uur klimmen op de bergrug, moesten we terug, de rots was te beijzeld en te gevaarlijk.

    Ik geloof dat ik eerder opgelucht was dan ontgoocheld. Ik denk dat ik reeds  te vermoeid was om nog verder te gaan, misschien heeft Robert, de gids, dit ook gezien en heeft hij de ijzel aangegrepen om de klim af te breken. Misschien.

    Een andere tocht, deze van uit de Cabane du Grand Mountet naar la Pointe de Zinal, eerst een lange wandeling door de sneeuw tot aan het laatste deel waar we voor een wand van sneeuw stonden en holtes in de sneeuw moesten gekapt worden om de voet in te plaatsen en hoger te gaan in de sneeuwwand.

    Ik herinner me nog heel goed dat ik de tweede van de cordée was na Robert, die al het kapwerk moest doen; dat ik wachten moest tot de opening was gekapt en dat ik daar stond, tegen de sneeuwwand gedrukt, rillend van de kou en met bijna bevroren handen, wachtend tot Robert klaar was om verder te klimmen.

    Toen ook zijn we, bij gebrek aan de nodige ijsvijzen – zegde me Robert - terug gemoeten terwijl ons een lokale gids met zijn cliënte, een bejaarde dame, in allerijl voorbij stak. Hoe hij het deed weet ik niet, maar we stonden er allen met bewondering naar te kijken tot ze verdwenen waren, hoog boven ons op weg naar de vallei van Zermatt.

    Zo zijn er vele tochten geweest in de bergen van de Valais en vele nachten in de diverse cabanes van de streek. Zelfs tochten vanuit  Zermatt, maar dan niet naar de top van de Matterhorn (Cervin, Cervino) maar wel naar de top van de Mettenhorn en dit met een Nederlander, met een Franse naam, als gids en een Parijzenaar als vriend en klimgezel.

    Dit waren dan de beste dagen van mijn leven. Al deze tochten staan beschreven in mijn dagboeken van toen, maar ik heb niet de moed om de verhalen vandaag terug te halen. Wie weet hoe ik er uit zou komen.

    Wat ik wel weet is dat de sfeer van de berghutten totaal is veranderd, dat het nu bijna hotels zijn geworden met restaurant, terwijl je vroeger bij je aankomst in de berghut, je zakje soep afgaf aan de gardien, die dan in de keuken van al die zakjes bij elkaar, een soep brouwde die rondgedeeld werd aan de aanwezigen, allen alpinisten die de volgende dag een of andere beklimming zouden doen, de ene wat hoger dan de andere.

    Altijd waren er diverse nationaliteiten, Italianen, Fransen, Duitsers, Zwitsers, en of het er gemoedelijk toeging na het avondmaal, bij een koffie of een biertje of een glas wijn. En of er gezongen werd en of er Witze werden verteld.

    Heerlijke antieke avonden waren het, maar vandaag al te ver in de tijd achter mij om er meer over te vertellen, al kon het wel.

    De tijd, ‘ce grand sculpteur de Marguerite Yourcenar’, beeldhouwer van gedachten en gevoelens, er tussen in. We groeten hem.

    12-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ic ben so wyd.

     

    Waar ik dan uitkom, een paar dagen terug, als ik begin met een ‘slagzin’ van Goethe, als ik schrijf en blijf schrijven wat me, in verband met die zin, te binnen valt, of, hoe ik gevangen word door mijn woorden. Alles is te wijten aan de omstandigheden: het was zo voorzien, zoals het ook voorzien was dat ik, zo maar, op deze heldere maar buiige dag, deel IV van Gilliams’ ‘Vita Brevis’, uit zijn rek zou nemen en dit, na die vele, vele jaren dat het boek wachtende was, het openen zou.

    Want daar gaat het om, zoals het me wordt ingefluisterd, en dit kan enkel door de geest van mijn overleden broeder Daniël zijn, of door de geest van Gilliams zelf, of door wat absoluut geen toeval mag genoemd worden, om terug te vallen op dit korte gedicht van Zuster Hadewych[1]:

    Alle dinghen

    syn mi te inghe

    ick ben so wyd

    Gilliams voelt dit gedicht aan. Hij zegt ons: ‘dat in deze drie korte zinnen, Hadewych het besef van haar psychologische (en daarbij ook fysieke) toestand, weergeeft’. Waarbij ze ‘een zo hoge geestesstaat van onthechting had bereikt, dat de ruimte die we rondom ons heen gevoelen haar te begrensd, te eng voorkwam om te ademen.’

    Ik denk dat er in elk leven momenten zijn - en niet alleen bij Hadewijch, dat we nood hebben aan iets in meer, iets dat ons verheft boven het dagelijkse van ons bestaan; iets dat er moet zijn maar dat we niet bereiken kunnen, een soort van heerlijkheid, een Arcadia, zoals Dante er een creëert voor de dichters en geleerden van vóór Christus in zijn Canto IV van zijn ‘Inferno’(lees: Stefan Hertmans: ‘De mobilisatie van Arcadia’, De Bezige Bij, 2011)

    We beseffen ten volle haar nood, en begrijpen haar smeekbede naar een woord, een teken, een opening. Het is de schreeuw van de mens in de grote stilte van het Universum, of zoals Saramago, in zijn vroegere jaren – op een moment van metafysische twijfel ooit schreef in zijn ‘Schriften van Lanzarote‘dat God de stilte van het Universum was en de mens de kreet die er betekenis aan gaf’.

    En als hij hiermede bedoelde dat zonder de getuigenis van de mens er ook geen God zou zijn, dan ben ik het volledig eens met hem.

    Echter, de Saramago van vijftien jaar ouder, in zijn ‘Geschriften’ opgevat als Blog, meer literair geprezen dan die van mij, zal zich  opstellen als atheïst, in zo ver dat er in zijn grafschrift - zijn as wordt bewaard in Lissabon aan de Taag onder een oude olijfboom uit zijn geboortedorp zo iets vermeldt staat als: ‘ik ben van de aarde en ik blijf van de aarde.’ Zijnde de laatste woorden van Baltasar Sietesoles  in zijn ‘Memorial del Convento

    Voor Hadewych is het een roep naar de oneindigheid die voor haar God is, de oneindigheid van ruimte buiten de muren van haar kloostercel, over de bomen heen, de wijde trillende luchten in, de planeten en de sterren voorbij, naar de open armen van haar God, om er te zijn, ver weg van de engheid der dagelijkse dingen, het wassen, het koken, het boenen van vloeren, van meubels.

    Haar verlangen, haar roep naar het gans andere is zo wijd, zo groot, zo adembenemend dat het een geestelijke kwelling wordt.

    Is het ook niet, bijwijlen, onze roep?

    Saramago’s schreeuw is een schreeuw binnen de engheid van het bestaan, hij twijfelt zelfs niet. Maar, misschien mis schrijft hij zich en is, in de echo van zijn schreeuw, zijn zoeken te horen naar de betekenis van die God die hij niet vinden kan omdat hij Hem te dichtbij is blijven zoeken, niet verder heeft gekeken dan wat de Kerk hem voorhield. Zoals er hier zovelen rondlopen. Voor Hadewyck was dit ‘te inghe’, te leeg, te kleingeestig , ze bewoog zich geworteld in het kosmische. 

    11-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerk en Staat of zorgen in progressie.

     

    Wanneer een aangestelde als Regeringscommissaris in dit land, een jonge vrouw, met hoofddoek, aanvoelt dat het ogenblik gekomen is - zij ver vooruitziende wat de demografische evolutie betreft - de Kerk boven de Staat al ziet staan, dan is het absoluut noodzakelijk, vandaag en niet later dan vandaag, de God van hier en van daar en van ginds, te ontdoen van de schors die de mens van hier, van daar en van ginds eromheen gewikkeld heeft en, krachtig door te dringen tot de diepste essentie van dat goddelijke, af te zien van die spookgedachte die zij ervan gemaakt hebben.

    Alles samengenomen vrees Ik echter dat de Allah-geschiedenis - zoals nog bij velen van ons, de God-geschiedenis - te diep geworteld zit in het volk, zeker in dat van haar, en er veel, teveel generaties zullen nodig zijn opdat er, in hun geloof in die Allah van hen, enige wijziging zou kunnen optreden.

    Niettegenstaande alles, blijft het een ernstige opdracht voor de mens van het derde millennium - of is het reeds het tiende of het vijftiende millennium? - de mogelijkheid dat de Moskee het ooit haalt op de Staat, voor ogen te houden, te blijven bestrijden en zeker in deze zin geen enkele toegeving te doen. Bewust blijven van het gevaar dat de Islam inhoudt voor onze westerse beschaving, voor onze Romaanse kerken, voor onze kathedralen, voor onze Kunsten, onze Muziek en Letterkunde, en zeker voor onze levensgewoonten die ons heilig zijn.

    Laat het geen nieuwe revolutie worden waarbij de mens ondergeschikt wordt aan wat eeuwen geleden geboekstaafd werd en als wet wordt aanzien. Niet met ons, niet met de mens, volgelingen van Spinoza.

    De boodschap die ons ooit bereiken kan is een woordeloze boodschap uit de Kosmos. Het is daar en daar alleen dat ons spiegelbeeld getekend staat, want de geest in ons is geen toevalligheid, maar een toegift, is a vehicle, een middel om te komen tot de echtheid van het Zijn, tot de ware betekenis van onze aanwezigheid hier op de planeet Aarde, tollend omheen haar zon als levend deel van de Kosmos.

    Als er een Allah, een God is, dan is het er een van de Kosmos, de Aarde maar een stofje zijnde. Zo lang dit niet begrepen wordt lopen we, als vrienden van Spinoza, groot gevaar.

    Blijvend zich hiervoor inzetten is het vreemde verlangen dat hem rechthoudt, dat voor een deel aan zijn leven kleur en betekenis geeft. Want wat indien hij dit betrachten niet kennen zou?

    10-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is er van

     

    Wat is er van een man op hoge leeftijd die meent - doet alsof - dat hij na meer dan 3.000 blogs, nog altijd in staat is, er origineel nieuwe aan toe te voegen? Hij ijlt die man.

    Al ziet hij, als hij de nummering volgt, dat het aantal lezers blijft slinken, hij volhardt, hij blijft presteren wat hij nu al jaren doet, a blog a day, en hij zal het blijven doen ongeacht of hij gelezen wordt of niet, al was het voor zichzelf dat hij schrijft. Hij wil zo lang het enigszins kan zijn zelfde ritme behouden, is het geen beschrijving van het landschap van de geest, het houdt zijn vingers soepel en het geeft hem een zekere voldoening als hij erin slaagt te bereiken wat hij bereiken wilt.

    Nochtans, hij staat de eerste geklasseerd onder de meer dan 7.000 die een blog ‘dagboek-bedenkingen’ bijhouden, en 26ste op de lijst van de meer dan 100.000 ‘bloggers’ die er zijn. Waarover doet hij zijn beklag, ja waarover? Nog een reden om verder te gaan want elke dag is voor elk van ons een nieuwe dag, is voor velen een herhaling van wat was, niets meer dan een herbeginnen, wat het ook voor hem is. Het vergt hem alleen maar wat inzet om er aan te beginnen, het overige komt vanzelf.

    Het is zo iets, maar niet zo indringerig, niet zo sprankelend, als de Bolero van Ravel, hetzelfde thema hernomen, telkens met een instrument in meer bij een zelfde geroffel, zoals hij zich de Bolero herinnert en zal blijven herinneren, het ballet van Béjart er aan toegevoegd. Met dien verstande dat Ravel hier een hoogvogel geschoten heeft en hij, hoogstens een gaai. Waar hij het moet mee stellen als schrijver in de schaduw. Deze van de schrijvers in boekvorm.

    Van deze paragraaf is hij zeker dat hij nieuw is, of hij echter ook origineel is, weet hij niet, maar die paragraaf staat er als origineel voor hem en dit is hem ruim voldoende, want hij heeft het niet gehaald bij iemand anders. Hij heeft trouwens nog nooit iets gehaald bij anderen waarvan hij  niet gezegd heeft van wie het kwam, hij is altijd correct gebleven hierin, hij heeft dus niemand schade berokkend in wat ook.

    De zin van Goethe die hij gisteren gebruikte, heeft hijzelf niet ontdekt, hij komt van de Goethe-kenner, zijn  vriend Albert Schrever en hij is er hem dankbaar voor. Hij is allen dankbaar die hem vergasten op literaire of andere delicatessen, het mag ook Roger Tas zijn, een vriend, die hem verraste, enkele dagen terug, met een bericht dat grenst aan het ongelooflijke, geplukt uit ‘Il Giornale’: Hitler, the craziest and most dangerous, die zou gepoogd hebben het gebeente van Dante in Ravenna (en niet alleen dit van Dante) te laten overbrengen naar een te bouwen mausoleum in Duitsland.

    Iemand zoals hij die nog weinig leest wordt aldus door zijn lezers op de hoogte gehouden van het meest sensationele van de dag.

    Even sensationeel is het dat het Italië is en niet België die de finale speelt tegen Engeland. Maar dit zijn zeer persoonlijke bedenkingen die hij, uitzonderlijk, kwijt wilt.

    09-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoop dat leven is.

     

    Allen die schrijven zijn het eens met Goethe:  

    Mein unermesslich’ Reich ist der Gedanke / Und mein geflügelt Werkzeug ist das Wort[1]

    Beter en juister kan het niet gezegd worden. Het zoeken naar zinnen die waard zijn opgetekend te worden, omgezet in de meest passende en ‘geflügelte’ woorden  is waar we dag in dag uit, zelfs in de uren van de nacht, mee bezig zijn. Het is ons leven, het is onze adem. Of het nu is omheen Dante, omheen Respighi, omheen om het even welk gebeuren of fenomeen, we zijn gedoemd het te noteren in een of ander geschrift of bewaren in ons onderbewustzijn, waaruit het vroeg op laat zal opduiken.

    Jarenlang ben ik er al mee bezig. Ik richtte mijn leven er op in. Het drama is dat ik verkeerd ben geweest, dat ik veel belangrijkere zaken heb over het hoofd gezien en dat ik het geluk dat ik gemeend had ermede te verwerven een ijdele droom is geweest.

    Zelfs als ik nu dagelijks bezig ben met deze blogparade - een parade zoals de muziekstukken van Klara - waarop ik al mijn hoop had gesteld, dat uit de nevel van het verwachte, een stem zou zijn opgestaan die me een kans zou aangeboden hebben deze teksten op de markt te brengen, dan ben ik tot vandaag op een ontgoocheling uitgekomen, zoals er al zovele zijn geweest in mijn leven, of anders gezegd, ik heb uiteindelijk niet bereikt wat ik bereiken wou.

    Eergisteren of was het de dag ervoor, kreeg ik het bezoek van Margot, mijn lieve kleindochter, ze wou mijn kamer zien en was verbaasd over de vele boeken en dan vooral over de rij dagboeken – page a day diaries van the Economist – met de hand geschreven. Ze vroeg me wanneer ik dat allemaal had geschreven, en ik zegde haar, meestal vroeg in de morgen of laat in de nacht, dag aan dag. En ze keek me aan, hoe kun je zo iets doen en zoveel. En nu, de nacht in schrijvend, vraag ik me af met welk beeld ze is weggegaan van mij en welk beeld ze zal overhouden van die oude grootvader van haar met al zijn boeken en dagboeken en, met zijn tekeningen aan de wanden. Ze is achttien, ze is schattig, ik houd haar lang in mijn armen  als ze weggaat.

    Denkt ze soms aan mij, denken anderen soms aan mij?

    Het zal wel. Zoals ik aan hen denk, denken zij aan mij. Zoals ik soms denk aan hen die ik in geen tientallen jaren gezien, noch gesproken heb, maar die toch regelmatig in mijn gedachten komen: oude collega, een Michel Jamar, een Jacques Roelandts, een Jan De Winne - zijn ze nog onder ons? - en wie nog allemaal, die ik niet opsommen wil, maar waarvan ik hoop en blijf hopen, dat ze ooit door een of andere omstandigheid op mijn blog zullen vallen en me zullen benaderen, plots, morgen, overmorgen en ik hen lezen zal, om in een ruk, de afstand die er was tussen ons in de tijd, te verbreken. Dit ook is een fractie van de hoop die k meedraag. tot binnen deze woorden.

    Hoop, hoe weinig ook er van rest, dat leven is.

     

    [1] Te lezen, leert een vriend me, als deel van een inscriptie op de muren van het Stadtschloss van de Goethestad Weimar.

    08-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elegie.

     

    Een hoge vlucht nemend: Elegie

    Hij schrijft in de volle stilte van de woning. De ceder voor het raam,, de rusteloze, levende is, zo denkt hij, met zijn verste wortels doorgedrongen tot onder het huis. Hij weet zich zitten als in hun schoot, een veilige gewijde plaats. Hij denkt: zoals Pasternak, zoals Mahler in hun werken dringen aldus  de krachten van de natuur tot mij door, is er nu een deel van de natuur in wat ik schrijf en bereik ik aldus een dimensie in meer, is er een deel van het kosmisch gebeuren in met mijn woorden ingesloten.

    Hij weet nu, dat het neerzetten van gedachten, een lang proces is van noteren en aanpassen. Eerst in zijn brede lijnen, daarna uitgewerkt, uitgesponnen, hernomen en herdacht, aangevuld en geschrapt en terug hernomen. Hopende dat wat uiteindelijk bereikt wordt, dat, wat in woorden werd omgezet, duidelijk zal aantonen dat hij zich voortdurend heeft willen plaatsen op de ebbe- en vloedbeweging, van het transcendent-eeuwige, op het aanzwellen van de golf en de terugval ervan om terug op te klimmen met een witte rand waarover de meeuwen hangen, krijsend in de wind die van de geest is.

    En boeken zijn zijn leven (geweest en nog), hij gaat ermee slapen en staat ermee op. Hij woont er binnenin tot ver voorbij de laatste zin ervan.  Aldus tracht hij immer, en zovelen met hem, druppel na druppel te puren uit hun aroma. Soms is dit heel weinig, soms is dit meer, soms is dit heel veel. En het is het heel-vele dat de maatstaf is, dat aantoont hoe hoog hij wel geklommen is, de aarde wegschuivend onder hem: een blauwe lichtende bol tegen de mysterieuze oneindigheid van het zijnde.

    Het ogenblik van het schrijven is het ogenblik van de geest. Immer tasten we af én wat van vroeger is én de betekenis ervan in het licht van wat het heden is. Hierbij kunnen we enkel herhalen, met wat schakering in de kleur, wat anderen vóór ons reeds geschreven hebben en hebben ze het niet geschreven, het gedacht hebben. En dit zal immer zo zijn en zo blijven.

    Maar hoe goed het is te schrijven, hoe en in welke modus ook. Eens  zijn naam eronder zal het de tijdloosheid binnengaan en levend zijn in deze tijdloosheid; zullen bewegend zijn de ideeën die er in opgenomen werden, bewegend de gevoelens die erin ruimte zoeken, bewegend de poëzie die hij betracht heeft en zullen de woorden zijn van een grote roerloosheid zoals ‘a Chinese jar still moves perpetually in its stillness.

    Hij ook heeft dit reeds lang begrepen, hij ook weet met Eliot dat de rust een innerlijk bewegen is. En zijn woord is meer naar binnen gegroeid dan naar buiten en hij heeft het zo gewild. Maar naar binnen of naar buiten het was steeds in de richting van het licht, de enige richting die gevolgd wordt door boom of plant, met omwegen mogelijks, maar immer naar het licht toe, het hart van de eeuwigheid.

    07-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ottorino Respighi.

     

    Ik ontwaak met Klara. Ik denk Mozart maar het is Beethoven. Ik luister naar wat er in de wereld is gebeurd. Ik bezoek Lalo, Grieg, Respighi.

    Wat een mogelijkheden voor de geest om, ontwaakt uit een droom, terug te keren, half slapend nog, naar een andere droom en aan te komen in de geest van Ottorino Respighi die zijn gedroomde klankenwereld opgetekend heeft, vastgelegd, verankerd heeft om deze voor eeuwen door te geven naar het leven van de levenden.

    Ik ken het geluk mijn morgen te beleven op deze wijze. Te ontwaken en binnen te stappen, even maar in het gevulde leven van een Respighi, ik ken de man niet, maar geïnspireerd door de geluiden, de lichtinval, het schuiven van de wolken, zoals hij is, wandel ik met hem op vier plaatsen in Rome onder de pijnbomen, luisterend naar de klanken die hij was, een eeuw geleden alsof het nu was.

    Ik volg hem onder ’i pini di Roma’, en blijf hem volgen de ganse weg, in de zang van de pijnbomen over mij, de ogen gesloten me inbeeldend de lange rij pijnbomen waar ik ben, waar ik nog nooit geweest ben, wel die gezien op andere plaatsen, wel gezien die rijen pijnbomen in het heuvelende land van Toscane, waar ik ooit was met Dante aan mijn zijde.

    Zo wandel ik nu met Respighi, luister ik naar wat hij hierover te vertellen heeft in klanken die van heel ver komen, die hij in gelukzalige ogenblikken voor hem, heeft gehoord en opgetekend, niet wetende dat deze ook voor mij bestemd waren,  een dag in juli van mijn drieënnegentigste jaar.

    Ik zoek het niet uit om meer te weten over hem, maar hij luisterde, zoals ik naar de levende wind in de levende bomen, niet om het even welke wind maar een wind die de geest van Respighi beroerde en neerviel in wondere tekens op een notenbalk, neerviel in een partituur, een symfonisch gedicht dat hij schreef en nu omgezet in klanken die ook deze zijn van de bomen, van de pijnbomen van Rome.

    Gelukkig leef ik ruim. De wereld van de muziek en van het woord is die waar ik me elke dag in ophoud. En gelukkig dat ik mijn dag vandaag kan beginnen met Respighi, met Lalo, met Grieg en daarna kan afdalen in de boeken van anderen, van Hertmans, van Nooteboom, van om het even wie, zelfs van Borges, zelfs van Dante.

    Gelukkig dat ik daarna kan neerzitten en schrijven wat ik te schrijven heb, uitgelaten, al de rest vergetend, opnieuw geboren, telkens opnieuw als ik neerzit voor mijn klavier, zoals ver in de tijd voor mij, Respighi neerzat voor zijn piano, tastend naar klanken, ik naar woorden.

    Ik om daarna de dag in te gaan die zich al geopend heeft op de dingen van de geest en deze al  opgetekend, de grote weelde van klanken over mij gedruppeld in de klanken die van het woord zijn.

    Beleven van wat is, doen we beiden, hij met klanken, ik met woorden. Het verschil in interpretatie van het essentiële hierbij, is heel klein, het essentiële dat is van de ongrijpbare, onverklaarbare geest die in de bomen drijft, over de velden, de stromen en de zeeën, over de bergen, de steden en de dorpen, de woestijnen.

    Geest is alom, is woord en klank, hij is ‘des mensen’, en eens hij zich losrukt en zich toont  is hij  van de Kosmos.

    06-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gletsjer.

     

    In feite kan ik niet anders meer dan elke morgen, de afzondering opzoeken om de schrijver in mij, de Ugo, terug te vinden die ik vrije teugel geven moet. In andere woorden, Ik word een ander mens met een totaal andere ingesteldheid op de dingen en de gebeurtenissen. Ik leef een ander leven dan het alledaagse. De laatste tijd echter gaat dit minder vlot, er is sleet op het spontane in het ‘anders zijn’. Het vergt inspanning wat een teken is voor mij. Trouwens wie is er nog om me te lezen nu ik stilaan een ‘uitgeschrevene’ word?

    Ik heb dit wellicht al gezegd of iets in die zin, en indien niet dan heb ik het gedacht, zou Pessoa zeggen. En heb ik het nog niet gezegd of gedacht dan is het omdat ik ben gaan nadenken over het fenomeen, schrijven. Want schrijven is een fenomeen, is een veld zoeken op een plaats waar er nog geen veld is en het bezaaien, het bezaaien met woorden, meer is het niet en, wat nog is, de zaden liggen er voor het grijpen in het oneindige en het eeuwige, en eens je aan het zaaien begint, schakelt je je in, in het werk van de natuur, word je een schepper, vervul je je met krachten eigen aan de Kosmos.

    Dit zijn grote woorden die ik gebruik, maar wat anders is het schrijven dan vastgrijpen en transformeren in letters die woorden zijn die gedachten zijn, om een veld van gedachten dat voorheen, ergens, in mij, in potentie bestond, bloot te leggen.

    Zo gebeurt in een wereld van gebeurtenissen, op een dag in een veld van dagen, op een middag die van alle middagen zijn kan, dat ze afscheid namen op de binnenkoer;, dat Lucas - of wie ook - de wagen startte, in een brede zwaai omheen het perk verwilderde rozen reed en. ter hoogte van Ugo gekomen stopte, het raam opende en zegde:

    ‘Ugo, je hebt volkomen gelijk, de eerste zin uit het evangelie van Johannes is wellicht de meest belangrijke zin die ooit onze westerse   gedachtewereld is binnengebracht: in den beginne was het Woord of, zoals jij het interpreteert, in den beginne was de Geest. Ugo, het is een slagzin waar ik mee leven kan. Salut, mijn dag is goed en je hebt hier een schitterend domein’.

    Ugo wou antwoorden maar Lucas was al weg, hij stak nog even zijn arm op en reed weg onder de torenpoort de lange lindendreef in.

    Ugo volgde hem, zag hoe hij vertraagde bij de overweg, zag hoe hij de bocht nam en geruisloos wegschoof tussen de rozenvelden. Maar de woorden van Lucas hingen nog over de binnenkoer, mengden zich met de stilte van het huis en Ugo dacht aan wat hij niet gezegd had aan Lucas: ‘En het Woord was met God en het Woord was God’, omdat hij wist dat het woord ‘God’ de angel van een bij was voor Lucas, de ongelovige. Het is goed, dacht hij dat jij, Lucas, al weet dat alles ontstaan is uit de Geest, leef ernaar, Lucas, mijn vriend, en niets kan je overkomen.

    Hij ging binnen in de hall, het tafeltje met de vaas witte rozen, rozen die Lucas had meegebracht. Waarom witte wist hij niet, hij had trouwens nooit rozen bij als hij op bezoek kwam, maar had hij gezegd met de rozen in de hand, denk aan Gezelle, denk aan ‘die avond en die roze’, je bent de enige vriend die ik heb, die rozen verdient.

    Is het zo had hij Lucas gevraagd. Wel, niet helemaal, maar dan toch de enige die witte rozen verdient, de enige wiens gedachten puur zijn als een witte roos wit is.

    De kamer met de wijd open haard en de rijen boeken tegen de wand en alle meubels en schilderijen in de kamer wisten van het vele dat er gezegd was geweest tussen hen, en misschien, misschien was er een glas wijn teveel geweest, een ‘Malvoisie’ uit de Valais, uit het land, het dorp, de bergen, die hen beiden week maakten, omdat ze er veel samen waren geweest en er hadden rondgezworven.

    En het is treffend hoe de bergen de mensen binden. Onlangs nog had hij een vriend ontmoet, die hij in jaren niet meer gezien of gesproken had; ooit was die vriend bij hen op bezoek geweest in Grimentz of in Zinal, en het was het eerste dat hij had vernoemd, weet je nog, Ugo, weet je nog de cabane du Grand Mountet. Hij was er met hem en een paar andere vrienden nog, heen gegaan, een lange tocht langs de weg die nu niet meer genomen wordt, over de gletsjer, een tocht van uren. En gaan over een gletsjer vergeet niemand, je blijft  erover gaan in je dromen, in je gedachten die je telkens overvallen; die je niet uit jou wegduwen kunt, niet meer, nooit meer. Het geluid van je stappen over het korrelige ijs, kruipt in jou, blijf je horen, samen met het vloeien van water in de kloven. En jijzelf, hoe je je voelt, oneindig klein, maar met een groot zwellend hart in de oneindigheid van de bergen om je heen.

    Maar, de vriend, die niet stopt, weet je nog, weet je nog, Ugo, echter niets anders over van vroeger, alleen onmiddellijk over die Cabane en die tocht over de gletsjer, dank zij mij en, anders had ik dit nimmer gekend. Had ik met hem die tocht toen niet gedaan ik zou niet de vriend geweest zijn voor hem die ik nu ben.

    Ugo had die tocht niet gedaan met Lucas, maar met hem was het een binding, een verweving van de geest in hen.

    Op de tafel nog de fles en de twee glazen. Er was nog een kleine fond in de fles Malvoisie met het etiket van druivenranken. Hij schonk het zich in, en dronk. Hij hield lang het aroma en de smaak ervan. Hij ging neerliggen op de sofa voor de haard, het huis als een schelp van peis over hem.

    Ik zal maar niet verder schrijven hierover. Al hoor ik nog mijn stappen over het ijs, al hoor ik nog het vloeien van water in de diepe gleuven. Al voel ik me nog heel klein gehuld in de bergen waar ik nu nog ben voor een ogenblik, voor enkele ogenblikken, ik moeilijk terug kan naar de begane grond.

    05-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tot spijt van wie het benijdt.

     

    Als je geen vaste gang meer hebt, heb je geen vaste hand meer om te schrijven, helpt je het klavier van je laptop, wat niet hetzelfde is als je hand glijdend over het papier van je notablok.

    Heeft het een impact op wat je schrijft of hoe je woorden zich vormen? Ik weet het niet maar je hebt geen keuze, dus doen maar en nemen wat er komt, je wordt het gewoon, zoals je vele dingen gewoon raakt, ook het schrijven van een blog, liefst in de morgen, amper uit het bed gestapt, welk uur ook.

    Ik denk dat er vele schrijvers zijn die zo hun dag beginnen, die vóór hun ontbijt, gedaan hebben wat ze te doen hadden, om vrij en onbelast hun dag in te gaan, wat ook dit is waar het bij om gaat.

    Ik weet wel dat het de volgende dag een nieuw beginnen is, maar ik slaagde vandaag, waarom zou het morgen niet gaan.

    Ik heb dus een blind vertrouwen in mijn mogelijkheden, ware het niet zo ik zou blijven woorden voortbrengen om zekerheid te verwerven niet voor één dag maar voor een ganse week.

    Of hoe ik ben ingesteld, alles, of bijna alles zich samenballend in die enkele momenten die het me vergt om de essentie van wat ik zeggen l op mijn scherm getekend staat. Daarna komt het verfijnen, komt le fignolage de mes phrases, wat de meeste tijd vraagt en feitelijk, je mag het weten, de ganse dag doorloopt, ik blijf ‘fignoleren’, de tekst volgt me waar ik ga of wat ik ook doe; Pas als hij ingelogd staat verlaat me de intensiteit ervan.

    Een blog, mijn vriend, ik blijf het herhalen, is een hels iets is, om het gewoonweg te zeggen, een blok aan je been als veroordeelde. Al is het geen zwaar gewicht, het is een vaste greep op je geest. En ik spreek met een zekere ondervinding.

    Er is misschien een beloning aan verbonden, maar zeg me dewelke als het niet een verbazen zou zijn het vol te houden gedurende jaren. Wat heel mager is als beloning, mager en vlug te vergeten.

    Wat erger is, het werd een gewoonte er is geen zelfvoldoening meer mee gemoeid, wat het vroeger wel was. Ik zit dus gegrepen in mijn eigen mallemolen en kan er me niet meer van losmaken. Ik doe zelfs geen pogingen meer om het over een andere boeg te gooien - je leest het welke leeftijd ik heb. Ik ben wel geen Arthur van Schendel, de man van het Fregatschip Johanna-Maria, maar toch gebruik ik nog altijd zijn termen, als is hij door de tijd van nu al lang vergeten, zo schijnt het me toch toe.

    Echter het is nog altijd mijn wereld, samen met Faulkner, met Hemingway, met Steinbeck, met Proust, met Bernanos, enkel Stefan Hertmans en Cees Nooteboom hebben die wereld van toen kunnen verstoren, maar voor mij - Dante op zij geschoven - zijn zij de enigen die het haalden.

    Wellicht tot spijt van wie het benijdt.

    04-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedicht à la Auster.

     

    Geluk,
    echoënd in de lijnen
    die ik teken
    dankbaar dat ik,
    zo ver gekomen al,
    het nog vermag.

    Zo ken ik me,
    telkenmale ik hier kwam,
    bezeten door het land,
    bomen en luchten,
    weerspiegeld,
    ik openbloeiend.

    Heb ik geleerd
    om hier te zijn
    en nergens nog te keren,
    wetend
    dat het een laatste maal
    kan zijn,
    dat ik hier kom.

    Zo,
    van het ruisen in de bomen,
    van het gras hier teder als de zomer
    de vijver er en hoe hij is
    om van te houden,
    in het namiddaglicht:

    Ik met een oud boek
    om het te lezen,
    later.

    Onmachtig meer te zijn
    dan het afscheid nemen,
    vervulling
    van het vele dat van mij
    hier  blijven zal,

    als ik ver zal zijn.


    03-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Growing old.

     

    In al die jaren die voorbij zijn, heb ik nooit geschreven dat oud worden bitter was, een woord dat me gisteren ontsnapte. Ik moet dit gehaald hebben uit een oude zin uit een oude Bijbel, een zin die is blijven hangen, want oud worden zelf is niet bitter, het is een normale, geleidelijke overgang naar je einde toe, met alle gevolgen eraan verbonden en, het is het blank aanvaarden dat het proces vergemakkelijkt.

    Voor iemand die schrijft, die andere geestelijke - reflexieve - zorgen heeft, situeert het zich het proces op de achtergrond, zoals de muziek van KLARA, beide zijn aanwezig maar hun impact is beperkt. Trouwens tegen het ouder worden is geen kruid gewassen.

    Een vreugde echter is het evenmin. Facebook - die ik passief onderga - signaleert me de verjaring van Francine D. S. echtgenote van een overleden vriend van mijn overleden broer, Daniël. Ik kende haar als een jong meisje, als een jonge vrouw, maar verloor haar uit het oog. Ineens duikt ze op in Facebook, zegt men me dat ze 82 wordt en ik kan me zoiets niet voorstellen. Waarom hoefde dit cijfer erbij, waarom moest ze ineens in mijn gedachten gemetamorfoseerd worden tot een dame op leeftijd, een te grote breuk met het beeld dat ik van haar had overgehouden. Shame on you, facebook, shame on you, het beeld weg te nemen dat ik had van haar.

    Aldus is ouder worden een verschraling van beelden, van uiterlijkheden, schokkend soms, terwijl, zoals nu, als ik haar lees, ze nog altijd in haar woorden de Francine van vroeger is gebleven, ze heeft nog altijd dezelfde heldere, jeugdige stem, heeft nog altijd dezelfde lach, alleen werd er nu een cijfer op gekleefd, een cijfer dat alles verkleurt.

    En het kan, zoals het gebeurde dat de facebookredactie, de leeftijd van een verjaarde kennis fout berekent, hem het cijfer 71 meegaf in plaats van 61, en ik achteloos hierop ben ingegaan en hem gefeliciteerd heb met zijn 71. Een schromelijke flater die ik  beter niet had begaan en waarvoor ik me achteraf heb verontschuldigd, wat een pleister bleek op een houten been.

    Er zal bij mij geen vergissing in méér van tien jaren gebeuren, het zou me binnenleiden in een leeftijd van meer dan een eeuw; daarentegen, moest de vergissing ‘in min’ gebeuren, dan zou ik het gelukzalig vinden amper 83 te zijn. Maar zo iets overkomt je niet, en zelfs indien het je overkomen zou, zal je gelukzaligheid van korte duur zijn.

    Maar waar wil ik eigenlijk heen met deze gedachten over het oud worden, een proces waar niemand aan ontsnapt?

    Growing old is growing wiser, is becoming an explorer[1], een uitzoeker wat het leven is, wat het was en wat het worden zal eens het eindpunt bereikt. Want daar komt het op aan in het leven, zich ooit een beeld te hebben gevormd van wat er is na het sterven, of het, het absolute einde betekent ofwel of er een ander, een totaal nieuw leven op volgt. Growing old is zich die vraag stellen, is trachten te doorgronden, op basis van wat hierover en wordt en geschreven staat, voor zichzelf uit te maken wat er is van dat alles en niet te gaan als een blinde, de handen vooruit, aftastend.

    Ik wil niet dat dit me overkomt, ik wil niet weggaan in de onzekerheid, ik wil gaan met de zekerheid dat mijn leven, de geest in mij, eeuwig is, dat ik keren zal nar de bron waaruit ik ben opgestaan.  

    En dat aldus, de cirkel die mijn leven was, zich sluiten zal.

     

    [1] T. S. Eliot : Four Quartets , East Coker V : ‘Old men ought to be explorers / Here and there does not matter / We must be still and still moving / into another intensity… (Faber & Faber,  11 th impression, March MCMLVIII)

    02-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het ook moge verlopen?

     

    Elke dag geef ik mijn woorden vrije loop. Vandaag, de dag zijnde wat hij is, de eerste dag van juli, schijnt hij me bijna toe als een nieuw beginnen, want, er was ook een mail van Stefan Hertmans aan mij gericht, de inhoud ervan houd ik voor mij, maar hij werkte als een zweepslag. Wellicht iets waar ik nood aan had om verder te gaan, want evident wordt het niet, mijn schrijven stokt bijwijlen, de bloemknop die zich niet altijd opent, de wolk van geest die ons omhult die gesloten blijft.

    Ken je dit gevoel? Het is stresserend voor iemand die er persé komen wilt, die niet wankelen wilt, niet versagen, zelfs als hij voor een muur staat wil hij binnen.

    Zo zijn die dagen van hem, vol afwisseling, vol ongekende gevoelens die opduiken, plots, totaal onverwacht en hem door elkaar halen. Hij is een onstandvastig man, een twijfelman in een zekere zin, al zegt hij dit niet graag van zichzelf, hij voelt het toch zo aan, vooral dan als hij, ondanks de mail van gisteren, niet weet in welke richting hij vertrekken moet of kan.

    In elk geval is het een dag om aan te stippen in het dagboek dat hij, sedert zijn blogavontuur niet meer bij  houdt. Hij stuurde een bundel blogs door naar ‘Lannoo’; al weet hij met Hertmans dat een uitgever steeds minder geneigd is ‘reflexief proza’ - zo noemt Hertmans zijn geschriften - uit te geven in deze hyper-commerciële tijden.

    Het toch maar geprobeerd, zijn allerlaatste kans want de tijd, hij voelt het, hij weet het, begint te dringen. Hij tekent het hier op omdat hij er een spoor van wil behouden voor later, opdat hem niet verweten wordt niets gedaan te hebben om meer armslag te geven aan zijn woorden, alsof hij denken zou dat hij ‘later’ nog zal gelezen worden.

    Hiermede is hij heel ver gegaan. Hij heeft zijn dromen blootgelegd, Wat heel wat dieper reikt dan het bloot geven van zijn daden. Hij heeft gedaan wat weinigen aandurven. Hij loopt aldus het risico op een dag te moeten zeggen dat zijn geschriften werden afgewezen - wat hij had kunnen vermijden - omdat ze strijdig zijn met de op heden, in dit taalgebied, geldende regels van wat rest van wat eens letterkunde werd genoemd.

    Indien het zo uitvalt, valt het zo uit. Hij zal er verder moeten mee leven maar, en dit wil hij er nog aan toevoegen, het leven dat hij kent, de ongemakken ervan, zijn soms al bitter genoeg.

    01-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Being mindful.

     

    Ik reken, al is het maar een raming, dat dit de vier duizendste maal is dat ik mijn dag begin met een zoeken, eerder een uitkijken, naar een eerste zin. Vandaag was hij er voor ik ermee begon. De laatste dag van precies een half jaar is zo iets om een rekening te starten en, al had ik er voorheen nog niet aan gedacht, het cijfer vier duizend stak ineens de kop op.

    Niet dat ik me erop wil beroemen, het leven is nu eenmaal een opvolging van beginnen en herbeginnen van je dagen, een wakker worden uit de dromen van de nacht en, over het hoe van het gebeuren beslis jij niet, er wordt voor jou beslist welke je eerste gedachten zullen zijn.

    Wie let er echter op?

    Weinig zijn ze wellicht, enkel diegene zoals ik die er nood aan hebben bij het opstaan een stengel te zijn waaruit een bloemknop komen zal, en uit die knop een bloem met meeldraden en stamper - op zichzelf een klein mirakel - die een kleur dragen zal en een geur verspreiden, een lokmiddel om insecten uit te nodigen, en later, eens bevrucht, zaad te dragen, waar het om te doen is.

    Zo is mijn eerste zin die stengel, of hij uitgroeien zal tot zaad hangt van vele omstandigheden af. Het kan dat ik nooit verder geraak dan de meeldraden, dan de stamper, maar nooit tot een bevruchting en zaad, en ik kan niet anders dan me er bij neer leggen omdat de geheime krachten van de natuur, in mijn geval de geest, me niet bezocht hebben.

    Zo is elke poging een stap naar het finale punt toe, zonder enige zekerheid dit punt te bereiken, maar de bedoeling is er, ‘and for us there is only the trying, the rest, zegt T.S. Eliot, is not our business.

    Dit is mijn ingesteldheid, al betekent het ook dat ik mijn uiterste best doe, meestal, om te slagen in mijn opzet. Daar moet ik het mee stellen, dit is het mysterieuze van mijn opdracht hier in mijn leven, te zorgen - het betrachten te kennen - dat uit de stengel, de knop eruit, de bloem eruit, zaad ontstaat, lukt het me des te beter, lukt het me niet het pogen was er toch. En het is op het pogen dat het aankomt: meer te zijn dan rond te lopen met een ingeslapen geest.

    Het is ‘to be mindful’, zoals ik ooit las in het wapenschild van het kasteel - dat van Macbeth wordt er gefluisterd - in Cawdor, hoog in het noorden van Schotland.

    God behoede me ‘not being mindful’ van  wat het leven is in een Kosmos zoals we die kennen, zelfs al is onze kennis ervan maar, en ook omwille ervan, een sprankel.

    30-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat nog over Cees Nooteboom.

     

    Een maand die naar haar einde gaat, zo maar, omdat het zo geschreven staat, maar de dag zelf leert het ons niet,  het is een dag zoals de vorige dagen, alleen het licht in de morgen is anders dan het licht van gisteren en toch ook niet want licht is licht, wat feller of wat minder fel, zoals vandaag. Ik heb anders niet veel te vertellen, ik ben nog teveel nacht en teveel droom. iemand die even buiten westen is en tracht het goede spoor terug te vinden. Of, zoals het wellicht gebeurt, iemand op weg naar Compostella die plots aarzelt omdat hij niet weet hoe het verder moet, want ik ook ben elke morgen op weg naar een Compostella, of  dan toch naar iets dat ik nog niet ken maar dat er al is, verborgen deels in het lover, deels in de wolken.

    En, als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Een goede vriend, Rik Van Damme, een lezer van mijn geschriften mailt me mooie woorden over Cees Nooteboom en wel over dezes boek ‘Venetië, de leeuw, de stad en het water’. Het boek (uit 2018) is een revelatie leert me mijn vriend, een literair hoogtepunt. Hij schrijft erover met een dergelijk enthousiasme dat hij me ermee besmet en ik het, zo de tijd me rest, lezen zal, want ik weet dat hij spreekt met kennis van zaken; dat hij niet zo vlug in de pen schiet, maar als hij het heeft over een boek of over enige vorm van kunst dan kun je erop vertrouwen, zijn oordeel is waardevol.

    Hij schrijft, en ik voel de warmte en verering voor Nooteboom in zijn visie:

    ‘Ik ben al een hele tijd in de ban van Cees Nooteboom, niet zo zeer van zijn ‘Kozan-Ji’ wat wel enig is in zijn genre maar volgens mij niet op het niveau van wat hij presteert in zijn ‘Venetië, de leeuw, de stad en het water’. Hier weet hij met zijn een enig taalgevoel, ongelooflijk mooie zinnen te bouwen die kunnen wedijveren met de kunstzaken en gebouwen die hij bezoekt en beschrijft. Maar er is meer, zijn hoogtepunten liggen nu precies in deze bladzijden waar hij wat doelloos ronddoolt, in een café een koffie bestelt en een gazet leest, in de hoop dat ze hem niet zien als een toerist maar als iemand die het niet is, iemand die alles observeert en beschrijft.

    Maar tussen de blijvende be- en verwondering die hem vervult sluipt ook een zekere weemoed en zelfs angst voor wat deze stad te wachten staat. Hij is natuurlijk niet de banale toerist maar de man die bijna alles over de stad gelezen heeft en deze enorme eruditie verweeft, zonder een greintje pretentie tussen de draden van zijn verhaal.’

    Mijn vriend zal het me wel niet kwalijk nemen dat ik me red met zijn woorden. Ik ook ben in de ban van Cees Nooteboom, het is de enige die ik laatst nog las. En als ik ‘Kozan-Ji’ een grote status heb gegeven dan was het niet zo zeer om de woorden van Nooteboom, maar wel omdat ik vind dat het boek-je zelf, de presentatie ervan - de vorm, de kaft, druk en papier - er een klein, maar bijzonder te koesteren kunstwerk van gemaakt hebben. Ik zie het als een symbool voor het verre klooster en als ik het in de hand oud is het, het pak tijd, is het de stilte, is het de plaats in het bos die ik houd, is het een soort van totem voor mij.

    Maar wie ben ik opdat ik me zou mogen veroorloven dit erover te schrijven?

     

    .

    29-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezinning.

     

    Ik verdwaal in mijn woorden, ik verdwaal in wat ik schrijf, er zit geen lijn in, het is maar wat gebazel waar niemand iets aan heeft, ik zelf niet en toch ga ik verder al zie ik wat er gebeurt, ik schrijf mijn lezers moe van mij. De ene na de andere laat me, enkel resten nog deze van het eerste uur, tot ik op een dag zal vaststellen dat er niemand van de velen die me lazen nog overbleef.

    Tijd dus om me te bezinnen, niet om te stoppen met schrijven, dat zou mijn dood zijn, maar stoppen met het vrijgeven ervan, uit noodzaak toch niet meer gelezen te worden zoals ik het wensen zou. Mijn drijfveer om verder te gaan moet ik dus elders gaan zoeken, enkel bij me zelf en niet meer bij mijn mogelijke lezers.

    Ik kan raden wat hen afschrikt: mijn schrijven in de diepte. Ik die me wil, meestal, situeren binnen in de materie, waar weinigen me volgen omdat ik er een domein betreed dat nog steeds ontoegankelijk is voor hen, het domein van de New Physics, waar niemand mee vertrouwd is, ik evenmin, maar ik weet dat dit domein er is en dat het de ‘Ultieme Realiteit’ is die ik niet op zij wil schuiven, die ik aankleef omdat het de realiteit wordt van de mens van het derde millennium, in een zekere zin voorspeld door André Malraux. Dit betekent dat er een wereld op komst is die, vele generaties verder, deze van de geest zal zijn, deze van de religieuze mens, deze van de mens verbonden met de nu nog geheim gebleven essentiële krachten in het Universum. Dit is waarin ik geloof, en het is met het beeld van de religieuze - de verbondene met - mens dat ik schrijf, zodat mijn woorden speerpunten willen zijn, ver  vooruitkijkend naar wat ik denk dat op ons afkomt. En als ik schrijf wil ik het verleden achter mij, wil ik de toekomst in.

    Begrijpe dus wie mij begrijpen kan. Hieraan een jota wijzigen  zal niet gebeuren, verwacht het dus niet als je me verder lezen blijft.

    Ik zie dat het me windeieren legt, maar, het spook van de Dood kan niet enkel door de uiterlijke tekenen ervan ontcijferd worden, enkel in het licht van de New Physics, in het licht van de Ultieme Realiteit is er een kans de wit laken erover even op te lichten.

    En het is om deze ontcijfering dat het leven gaat.

    28-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik denk poëzie te zijn.

    ¨

    Poëzie is het kloppend hart van het woord in zijn verankering met andere woorden, niet het woord zelf, maar in de rol die het vervult. Poëzie is dus nooit passief, is altijd actief, altijd een gevolg van.

    Ik schrijf dit zo maar omdat het me ingegeven wordt om het te zeggen en het te zeggen om erover na te denken. Heel precies is het niet maar het gaat in de goede richting, in de zin dat poëzie, het resultaat is én van de plaats van het woord in het beeld én van zijn speling met, zijn verhouding tot, een ander woord. Poëzie is een gebeuren veroorzaakt door woorden.

    Ik denk niet dat we hieraan kunnen ontkomen. Als ik het gisteren had over het boekje van Cees Nooteboom over de tempel van Kozan-Ji; als ik het had over het sieraad dat het was, dan dacht ik niet alleen aan de inhoud ervan, de woorden geschreven door Cees Nooteboom - eigenlijk een intiem gesprek met zichzelf - maar aan alle betekenissen die het in zich droeg, het amper toegankelijke bos waarin het gelegen was, het uitzicht ervan, de ouderdom ervan - het dateert van 1233 - en de geronnen stilte die er heerst en dan aangevuld met foto’s en tekeningen; alles samen een parel van een boek(je), dat al deze eigenschappen van ouderdom, weggetrokken uit het wereldse en de stilte die er heerst, in zich draagt.  In een woord, de vertegenwoordiging is van al wat Poëzie is.

    Ik schrijf dit op het ogenblik dat het regent over de aarde, ook over de zwellende kweeperen in de tuin, over het ongekende, onbegrepen, on-doorzichtbare leven in de tuin. Ik hoor het stille vallen van de regen op de bladeren, in het grasperk, in de aarde, het uiterlijke van een gebeuren, maar wat er gebeurt binnenin de kweepeer, de grassen, de struiken aalbessen kan ik enkel gissen, maar daar gebeurt het wondere dat van het element ‘leven’ is.

    Zelfs indien ik de schichten zou zien van de atomen en elektronen en andere deeltjes, dan nog zou ik niets afweten van de krachten die dit alles beheersen, zoals ik totaal onwetend ben over de stilte in het klooster.Enkel kan ik bedenken dat de orde die dit alles regelt immens moet zijn en van een grote perfectie. En dit te weten en te begrijpen is het begin van het wonder ‘hier te zijn’.

    Schrijf dus niet, zoals in de mail die een vriend me stuurde, over de absurditeit van het leven waar een zekere Louise Fresco het over heeft en waarvan ik niet weet waarop ze zich baseert om deze boodschap uit te dragen, als er van het leven is, al wat ik hier uitdragen wil.

    ‘Levend zijn’ gebeurt ook als ik me verplaats zoals ik me verplaatsen kan, in gedachten, in het verre Japan naar dat klooster dat ik nooit anders dan in gedachten betreden zal. Als ik poog er iets meer over te zeggen dan is dit een vorm van  poëzie.

     

    27-06-2021, 04:36 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Japanse klooster Kozan-Ji.

     

    Droefheid die hem overvalt als hij wakker wordt, een oneindigheid aan droefheid: de dag liefst niet te beginnen, niet tegemoet te gaan, niet mee te maken zelfs wat hij brengen gaat, maar een monniken cel optrekken omheen hem en er te zijn zoals Nooteboom in het eeuwenoude Japanse klooster Kozan-Ji, midden in de bossen, hij evenwel de droefheid niet met zich, hij er zijnde in de grote mysterieuze stilte, een holte in de tijd van de tijdloosheid, en hij, Ugo daarentegen er rond gaande met Nooteboom maar in meer, diep in hem een droefheid die hem omhult als een laken, omhult al wat hij weet dat is, van het kleinste tot het grootste.

    Hij niets anders te vertellen heeft dan die droefheid die al lang reeds over hem heen hangt en waaruit hij zich, dagen voorheen, telkens loswrikken moest om te schrijven wat hij schreef. Hij, ‘week’ geworden, verslagen om verder te gaan en vandaag een Nooteboom ontmoet  in het klooster bewust verloren in het eeuwige dat van de stilte is. Een groot man, een groot schrijver die de stilte die over zich laat vloeien om er tijdloos te zijn in het tijdloze.

    Er zijn zonder er te zijn, maar er opgenomen als deel van het innerlijke dat van de gebouwen van het klooster is, de kern ervan is, de stilte van het ‘zijn” dat van het bos is er omheen, dat van de plaats is waar het staat, in het hart van de Kosmos geplant, een verborgen element van de oneindigheid der dingen.

    Je slaagt er niet in met je woorden door te dringen tot de essentie, maar je weet dat hier alles omringd is met eeuwen tijd. Alsof de tijd die zich oploste in een lang gerekte stilte van eeuwen, waaraan niemand ontkomt. Nooteboom ook niet, ik ook niet, al was ik er niet, al was ik er maar dankzij Nooteboom, mijn hoeder en beschermer, mijn voedstervader, al ben ik ouder dan hem, ik voel me beschut door zijn wijsheid.

    In een zekere zin - ik voel het aankomen - is hij een balsem op mijn droefheid, legt hij lam in mij  het deel dat op wenen stond, zelfs al ween je niet meer op mijn leeftijd, je neigt er naar toe, je voelt het ‘vunzen’ ervan achter je ogen, maar je laat het niet verder gaan dan wat gevuns.

    Je hebt evenwel geen reden het te verzwijgen aan je schrijvende vriend, Ugo, en je laat hem toe het te vermelden, al heeft het niet het minste nut. Maar hij voelt het aan hoe het moet, zo ik laat hem maar, trouwens waarom zou ik het hem beletten, open en bloot als ik altijd geweest ben voor jullie, ga ik me nu niet omkleden met een harnas. Dat hij dus schrijve over de droefheid die me deze morgen  plots in alle hevigheid overviel lijk een donderslag. Het kan ons allen overkomen.

    Ik heb nu tijd over, om te lezen ‘over het Japanse klooster Kozan-Ji en de beroemde dierentekeningen met foto’s van Simonne Sassen’,  geschreven door Cees Nooteboom. www.koppernik.nl.

    Het boekje ligt hier naast mij als een sieraad, om het  er altijd te laten en het nooit op te bergen, waar ook.

    26-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hij dacht.

     

    Hij dacht van vele zaken
    is de vijver troost,
    het donkere water
    is mijn koelte;
    hij dacht de korenvelden
    met papaver
    en korenbloem
    in het glorieuze licht,
    en wat Lorca wist:
    'la luz es Dios que desciende',
    Hij wist het ook.

    Hij dacht wat kon en niet kon.

    Hij dacht
    dat het leven
    een sarabande was
    van Johan Sebastian,
    een suite,
    in hoog violen,
    resonanties
    in verre bomen,
    tot de torens
    en de huizen tussenin.

    Hij schilderend.

    Hij kon het beter laten
    te zijn wie hij was,
    niet meer verrast te zijn
    niet meer gaan dromen;
    niet meer lijk meerkoeten
    onderduiken, maar onaangemeld
    zijn afscheid nemen,
    terug en terug.

    Hij romantieker
    in zijn oude dagen.

    Telkens hij hier kwam,
    omdat hij het land
    omhelzen wilde
    en hij er binnen schoof,
    er niet meer uit op te staan,
    er te blijven, er te zijn.

    Eigenlijk,
    een te laat geschenk
    opdat het duren zou,
    wat niet kon vandaag
    en morgen niet.

    Week wordend
    hij, verslagen
    door de tijd.

    25-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tijdloos

     

    E ‘l pensamento in sogno trasmutai [1]: Een tijdloos geschrift dat ik in mijn late dagen terugvond en, her-kneed, nieuw leven geven wil.

    Hij ontmoette haar op een plaats waar hij haar nooit had verwacht. Een dame op de fiets komende uit een lange dreef van hoog ruisende canada’s, naar hem toe precies op het ogenblik dat hij aankwam aan het begin van de dreef. Hij herkende haar van ver, een jonge vrouw, helder in het licht onder de bomen, haar losse haren, haar witte sjaal als een vaandel achter haar. En toen ze dichterbij kwam: haar ogen, haar glimlach, wist hij dat zij het was en niemand anders.

    Voor hem stilstaande met de fiets in de hand: zo plots op een punt in de dag, zodat hij zich geen vragen stelt maar waar hij staat als omgeven met lentebloesems, zij in een krans van licht als in een lang gedicht van Willem Kloos, zo dacht hij.

    Een paar dagen geleden  had hij ‘Le Passage d’un Homme’ in haar etalage gezien, was hij binnengegaan en stond ze ook voor hem. Hij haar toen bijna raken kon, hij toen had gezien hoe ze het boek in een rood papier had ingepakt. Nu was ze, een andere vrouw, komende uit een andere wereld, veel jonger en vooral groot levend.

    ‘Je hier te ontmoeten en niet tussen boeken’  zegt hij en hij had haar  zo willen houden, staande in het licht, haar gelaat om lief te hebben.

    ‘Wat een toeval’, zegt ze.

    ‘O, neen,’ zegt hij, ‘een afspraak gemaakt, buiten ons weten om, misschien op het ogenblik dat ik je winkel verliet met het boek van Doubrovsky in de hand.’

    ‘Je goochelt met woorden’ zegt ze, ‘er is niets dat geschreven staat of gepland, het is zuiver toeval.’

    Wel laat het dan. Ik ontmoet je graag tussen je boeken, maar hier is het duidelijk anders, hier zijn er de geuren van grassen en bloesems, van de canada’s, zijn er de vlinders en de eksters, hier is er het wijde land, de velden van mijn jeugd en hier bloei ik open, hier ben ik een ander mens, in een zekere zin, meer yang dan tussen de boeken van jou’.

    ‘Gevaarlijker, als yang?’

    ‘Enkel wat de liefde betref’, zegt hij

    ‘Heb het altijd gedacht dat je een dromer waart’, zegt ze, ‘ik zie het op de wijze waarop je de boeken neemt, het is alsof je ze streelt’.

     ‘Misschien als ik bij jou in de winkel sta en je boeken me aanstaren, dat het jou is die ik streel.’

    ‘Hoe?’ zegt ze, ‘wat bedoel je?

    ‘Dat ik dichter bij jou sta, hier onder de bomen, dan tussen je boeken’. Ze kijkt hem aan, een blik waarin hij haar vraag lezen kan.

    ‘Hier te staan met jou, jij met je fiets, ik met mijn eenzaamheid, geeft me een heerlijk gevoel. Hier ben je niet de vrouw die me de Doubrovsky verkocht, dit is hier het eiland van de irrealiteit.’

    Hij is nu heel dicht bij haar, een adem af van haar, hij kan zijn hand op haar hand leggen, zijn mond op haar lippen drukken.

    ‘Het is hier een vreemd land’, zegt hij, ‘een vreemd gebeuren.’

    ‘Hoe vreemd?’, vraagt ze, alsof ze hem uitdagen wil.

    ‘Ik denk aan Kafka’, zegt hij

    Aan Kafka?

    ‘Hij schrijft het in zijn dagboek. Hij was verliefd op een meisje en zij was verliefd op hem, maar hij wist dat hij niet in staat was lief te hebben en toen zag hij haar met een andere die gebruik maakte van haar en, haar kuste ‘.

    ‘En?’, vraagt ze. ‘Wat is er verkeerd aan, als hij haar verlaat?’

    ‘Kafka schreef dat het was alsof hij de lucht was langs waar hun lippen zich ontmoetten’.

    'Dit is duidelijk Kafka, het ontroert me’.

     ‘De zin heeft me altijd ontroerd’, zegt hij.

    ‘En jij’, zegt ze ‘heb me altijd geraakt als je binnenkwam’.

    ‘Omdat ik je kuste, omdat ik de lucht kuste die tussen ons was en jij, langs de lucht tussen ons, de kus op je lippen voelde’.

    Ze wou antwoorden, maar hij schudde het hoofd.

    ‘Laat het’ zegt hij. ‘Maar het boek van Doubrovsky, al is het goed geschreven, is niet veel zaaks’.

    ‘Breng het terug’, zegt ze, ‘dan voel ik je kus zoals niemand me ooit kuste.’

    ‘Ik breng het terug, heb er niets in onderlijnd en, leg iets klaar van Cees Nooteboom, het is hem die ik lees in de tijden van nu’,

    Hij raakte even haar hand, even maar, even maar haar hand.

    ‘Van Cees Nooteboom?’

    ‘Ja, zijn boek dat hij schreef over de stilte in die Japanse tempel’

    ‘Ah, over het klooster Kozan-Ji’

    ‘Precies.’

    ‘Ik leg het klaar voor jou. Maar het is een wonder van een toeval je hier te ontmoeten’, zegt ze.

    ‘Toeval? Neen. Toeval bestaat niet, dan toch niet een ontmoeting zoals deze. Dit is duidelijk een rendez-vous’.

    Onder geliefden dacht hij nog toen ze wegreed van hem.

    E ‘l pensamento in sogno trasmutai. En de gedachten gingen over in een droom.

     

    [1] Dante Alighieri: Purgatorio, canto XVIII,145 .

    24-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het kon ook niets geweest zijn.

     

    Je ontvangt - soms maar eerder zelden - reacties van lezers. Het geeft je een gevoel van kwetsbaarheid in de zin dat je begint te vermoeden wie je leest en hoe je beoordeeld wordt door lezers die worstelen met hun eigen problemen. Je bent niet meer een soloschrijver die zich kan permitteren in het ijle te schrijven, maar doordacht, zeker van wat je neerzet, daarenboven, je woorden worden geladen met een zekere schroom, vooral, vooral geen ontgoocheling te zijn voor wie je leest, een tijdverlies. Vooral het beste van jezelf te geven, uit te blinken, om een echo te zijn, een morgen- of avondmelodie, een soort romance met een boodschap die een lichtheid is om dragen, maar waarin ik zondig op dagen dat ik me lat gaan in gevleugelde woorden zoals het dan heet en me verteld wordt.

    En zelfs, wordt het me niet verteld, ik voel het wel aan. Ik zie me dan als een Bart Stouten die elke morgen van de week te beluisteren is op Klara en ook wel eens hoogdravende woorden durft gebruiken. Op gebied van woordgebruik ben ik dus geen eenzaat, echter misschien wel wat de inhoud betreft, maar dat ben ik nu eenmaal, te nemen of te laten en, als ik rekening houd met de cijfers op mijn blog - deze van zij die me lezen op PC - niet via smartphone die worden niet geteld - dan zijn er heel wat die in de laatste maanden hebben afgehaakt, die me verlaten hebben, me opzij geschoven hebben, wellicht omwille van de inhoud en de vorm van mijn geschriften.

    Of, worden ze getroffen, door een soort van moeheid tot lezen, wat ik ook ken?

    Treur ik er om? Natuurlijk. Belet het me verder te gaan? Voorlopig nog niet, ik houd nog een paar handvollen getrouwen die me volgen door hoog en laag. En is het niet voor mezelf, het is voor hen dat ik volhard.

    Desondanks al dit is er ok, nog steeds de faalangst niet te slagen, te verdorren in woord en beeld; blijft het een voortdurende struggle om toch maar te zijn wat je verlangt te zijn: een openbloeier, een zoekende vernieuwer. Terwijl de tijd, je weet het maar al te goed, vliedt, meer dan snel; terwijl het jaar, dit van het zoveelste van al zijn jaren – het cijfer niet meer uit te spreken noch te schrijven – voor de helft voorbij is.

    Gelukkig, maar ‘gelukkig’ is maar een woord, blijven over, driehonderd pagina’s geschriften, lijk een hoop afgevallen, dorre bladeren die hij ooit zag als een uiting van kunst in een museum, was het in dit van de site van Le Grand-Hornu?.

    Het kon ook helemaal niets geweest zijn.

    23-06-2021, 04:36 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs