 |
|
 |
|
|
 |
16-01-2023 |
Le Sacre du Printemps. |
Ik kan niet nalaten, onmogelijk, hier niet te vermelden dat ik de uitvoering, op tv, heb meegemaakt en vooral ondergaan – mijn geest nu beneveld – van ‘Le Sacre du Printemps’ van Igor Strawinski, met als dirigent de ongelooflijke, niet te beschrijven leiding van Bernard Haitink.
Ik kende Le Sacre, het volgde me mijn leven lang, ik kende het goed, zelfs door en door en Béjart hielp me erbij, maar ik kende het niet visueel, omdat ik niet zag hoe het orkest het bezat, in golven zoals ebbe en vloed en hoe de uitvoering verliep in een enorme verscheidenheid van instrumenten, klanken en ritmeveranderingen.
Ontstellend, verrassend nu ik uitgevoerd zag in al zijn verscheidenheid door strijkers, blazers en het overheersend slagwerk. En dan het einde ervan, zoals bij Hamlet: ‘The rest is silence’, want alles is gedacht, gezegd, gehoord en gedaan, niets kan er nog aan toegevoegd en niets eruit verwijderd. Zoals het er is, is het de perfectie van de perfectie: ‘Le Sacre du Printemps’, een baanbrekend hoogtepunt, één van de grootste werken van de vroege twintigste eeuw, Ik droom ervan, weinig andere werken hebben me ooit beroerd zoals ‘Le Sacre’. Ik beken het, ik herhaal het. Een meesterwerk van klankenkleuren en ritmes.
Dit is geen gewone blog, dit is een bekentenis, dit is een gebeuren op het scherm - gewoonlijk meer armoede dan rijkdom tonend - dat getekend staat als een stevig hoogtepunt in mijn late dagen.
Ik schrijf erover omdat het een must is, iets dat ik niet achterwege kan laten zonder het zo uitvoerig mogelijk te benaderen, ook omdat het tekenend is voor de mens die ik ben. Ik zeg dit niet van de andere muziek van Strawinski, van zijn ‘Psalmensymfonie’ bijvoorbeeld of zijn ‘Pulcinella’ of zijn ‘Geschiedenis van de soldaat’ of nog andere muziek van hem, maar ’Le Sacre’ is en blijft een waagstuk. De eerste uitvoering ervan als ballet in 1913 in Parijs, waren parels voor enkelen, maar afkeer voor anderen en die lieten het blijken. Vandaag brengt het de muziekliefhebber in vervoering.
Of hoe alles keren kan, hoe de mens is geëvolueerd. Tekenend was het dat Disney het opnam in zijn ‘Fantasia’ samen met de ‘Pastorale’ van Beethoven en een ‘Toccata en Fuga’ van Bach.
Vóór ‘Fantasia’ bestond mijn klassieke muziek hoogstens uit ‘Eine kleine Nachtmusic’ van Mozart dat ik op vroege leeftijd leerde kennen op kamp met de toenmalige KSA, maar de film van Walt Disney betekende een omwenteling in mijn leven, ik was toen begin in de twintig. Daarna is Mahler gekomen met zijn eerste symfonieën en vooral zijn Lieder.
Of, hoe het gegroeid is en hoe de muziek me gevormd heeft, zodat ik nu niet zwijgen kan of wil, over een uitvoering van ‘Le Sacre du Printemps’, alsof het de enige muziek is die ik aanprijzen wil.
Aanprijzen opdat jullie niet zouden vergaan van onwetendheid wat het werk van Igor Strawinski betreft, wat helemaal niet zeggen wil dat er niet heel wat lezers zijn die hem kennen zoals ik hem ken.
Maar men zegge het voort.
16-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-01-2023 |
'Nacht op een kale Berg'. |
Weinigen lezen me maar ik blijf schrijven mijn halsstarrigheid een eigenschap zijnde of een ziekte, ik houd me geketend aan wat ik, nu al meer dan eigenlijk nodig, aan het doen ben. Je zou er kunnen bij duizelen maar toch het gebeurt en wat meer is ik ben niet zinnens er van af te zien, in de zin het achterwege te laten.
Zelfs al is het geen simpel gedoe maar een kwestie meer van moed en doorzetting dan van kunnen, maar het sterkt me, het geeft me levensvreugde en die heb ik meer dan nodig. Vooral nu als kleine voorwerpen die ik vind herinneringen oproepen die me neerhalen en me slaan met een droefheid, moeilijk om dragen zonder vochtige ogen, opwellingen van een kind dat zijn moeder zoekt.
Zo besta ik in deze dagen en het zal wellicht nog een eind duren vooraleer het een normaal gesprek zal worden met jullie en dan ook met anderen die me niet lezen, omdat ze er de tijd niet voor nemen, of simpelweg omdat het hen helemaal niet interesseert te weten hoe ik bepaalde momenten van mijn leven doorbreng, wat natuurlijk hun volste recht is, ik ook ga niet kijken in wat anderen om me heen te vertellen hebben, ik heb genoeg aan mezelf.
Ik wil me dan ook niet opdringen, ik schrijf mijn ‘ding’ en laat het tijdig los, het goede reis wensend en, of het wordt opgemerkt of niet, het belet me niet elke dag te herbeginnen en zeker niet ‘met de moed der wanhoop’ die ken ik niet, eerder als een van de geplogenheden om mijn dag door te brengen op een met gedachten gevulde wijze, wars van elke luiheid of gemakzucht.
Ik situeer me aldus op de voorplecht van het leven, vooruitziend op wat op mij afkomt met grote snelheid, want we schuiven het jaar binnen, een halve maand zit er bijna op, but not largely wasted, er rest iets van het nauwelijks voorbije van het jaar. Het staat geacteerd, al is het niet in de boeken van de wereld het is dan toch in die van mij. En dit volstaat me want het zal er nog zijn na mij en zelfs indien niet, ik heb dan toch bij leven de vreugde gekend een inspanning geleverd te hebben, en de inspanning volstaat, want ‘for us there is only the trying’ wist mijn ‘vriend’ T. S. Eliot – hij was wel niet ‘mijn vriend’ maar ik zag hem als een vriend.
En als je weten wilt hoe ik eindigen wil vandaag?
Wel het is ‘Nacht op een kale Berg’, een symfonisch gedicht van Modest Moessorgski, uitgebeeld zoals ik het in mijn geheugen nog houd door Walt Disney in zijn ‘Fantasia’, zonder hem had ik dit muzikaal gedicht misschien nimmer gekend.
Het loont de moeite of je hem nu kent of niet, de ‘berg’ eens op te zoeken om een afdruk te hebben van de Russische ziel in andere, betere tijden. En dan vooral herkenbaar in de laatste noten: de componist terug in zijn vertrouwde woning, zittend voor zijn klavier, zoals ik voor dit van mij.
‘Klara’ natuurlijk die me verraste met de oud-bekende Moessorgski.
Wat zou ik zijn zonder ‘Klara’.
14-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-01-2023 |
Thee. |
Hij drinkt nu thee in plaats van koffie en hij vraagt zich af waarom, na bijna de negen tienden van een eeuw wat een mooi pak tijd uitmaakt, hij de koffie op zij heeft gezet?.
Ogenschijnlijk is er geen reden voor is het meer een kwestie van gevoelens dan van smaak. Hij wil niet van snobisme spreken maar het lijkt erop, thee schijnt hem plechtmatiger toe, vergt meer aandacht en brengt hem nader tot het Oosten waar hij, nu sedert enkele maanden al meer thuishoort, en zelfs is het zo niet, hij beeldt zich in dat het zo is.
Dat hi j erover schrijft heeft ook zijn reden, het brengt hem in een andere wereld, de wereld van het dagelijkse, het simpele, het gewone. Hij ontloopt hiermede de diepte die hij dag na dag opzoekt voor zijn geschriften, nu stelt hij zich op als mens onder de mensen, niet er boven, niet er buiten maar in alle stilte en in alle nederigheid.
Want wat is er verkeerd aan begaan te zijn met de kleine dingen des levens en de grote, de ingewikkelde, de bevreemdende te laten voor de geschoolden, die hoog van de toren blazen. hij is het wellicht ook geweest en als hij nadenkt over al wat hij ooit al heeft rondgestuurd dan is het zo ook.
Zo vandaag daalt hij af tot de gewone sfeer van het zijn, hij heeft zich een thee klaar gezet niet naar de Chinese gewoontes, waar hij van hoorde en las, maar hij heeft er toch een plechtig ogenblik van gemaakt en hij voelt er zich goed bij als hij bijna kokend water giet over het builtje in het glas. Hij weet, en wilt het zo, dat dit een plechtig moment is en hij wilt het verlengen, hij wil het zo lang mogelijk houden, het is nog geen middag, hij weet nog niet wat hij eten zal en of hij iets eten zal, maar nu zit hij neer in het tijdloze ogenblik van het zijn dat even goed het niet-zijn kan zijn, de tijd van thee.
Er zijn weinige ogenblikken in de dag van dergelijke aard en hij wilt ze zo lang mogelijk houden zichzelf vergetend en vooral al zijn plannen vergetend. Er zittend met de kop thee in de hand wachtend nog even tot de thee is afgekoeld om te proeven want het is een totaal nieuwe thee die hij uitgekozen heeft, een groene thee, hierbij denkend aan een ouderling – jonger dan hij nu – die vers geplukte blaadjes aan het drogen was, roerend in een soort houten vat dat verwarmd werd en hij en het gezelschap vergast werden op een kopje thee, kokend water gegoten op een snuifje blaadjes in een tas, waarvan hij zich nu nog, zo meent hij, de smaak herinnert al is het eerder het beeld van de dames boven de theeplanten uitstekend, de jonge blaadjes plukkend in het zuiver groene landschap.
Ongewone ogenblikken in het leven, een momentopname die hem is bijgebleven zoals zovele andere, maar hier teruggenomen als een enig moment waarvan hij ooit getuige was.
Misschien is dit ook een van de redenen waarom hij thee verkiest boven koffie, al herinnert hij zich ook wat er gebeurde met een koffieboon die hij raapte onder een koffieplant op een van de Gentse Floraliën, een boon die hij geplant had en die uitgroeide tot een plant die hij in april bij ons, te vroeg had buiten gezet.
Eigenlijk, kleine maar toch opvallende gebeurtenissen die bijgebleven zijn, levendig zelfs alsof je ze terug beleefde tot in de minste details, wat niet kan natuurlijk, maar toch heel duidelijk nog.
Allemaal overwegingen bij het zetten van een kop thee die je nu, licht afgekoeld drinken gaat, terwijl de tijd verschuift naar de middag toe.
PS.
Als je me niet bereiken kunt via mijn blog, bereikt je me easily via karellmortier@skynet.be
13-01-2023, 03:53 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-01-2023 |
Het ' verdriet' van Stefan Hertmans. |
Een droefheid die ik niet stoppen kon en me bij is gebleven de ganse voormiddag bij het lezen van Hertmans’ essay ‘Milieu zonder centrum’ in zijn ‘Verschuivingen’[1].
Hij legt o, zo duidelijk de vinger op de wonde. In enkele schitterende pagina’s literatuur schets hij een opsomming van wat er nog was in zijn jeugd, vijftig jaar geleden – bij mij zestig jaar geleden – aan vogels en bijen en vlinders en insecten en bloemen, en toch nog onvolledig.
Hij schrijft hierover:
‘Wij kennen niet langer de duizelingwekkende geur van ongerepte natuur in onze eigen habitat. Uitlaatgassen doden meer dan negentig procent van de fragiele natuurlijke geuren – daarom is ’ongerepte natuur’ in dicht bewoonde regio’s als Vlaanderen en Nederland niet veel meer dan een geheugenloze fantasie. We doen wel aan natuurbescherming, maar de geurige betovering van het oude landschap zoals die nog in mijn kinderjaren bestond, is definitief verloren.’’
En dit is maar een vleugje van zijn betoog. Maar, zegt hij nog, en ik denk aan mijn achterkleinkinderen, ‘wat je nooit gekend hebt, kan ook niet als verlies worden ervaren.’
Ik dacht aan wat ik ooit geschreven heb, dat de evolutie van de mens van Neanderthaler tot Homo Sapiens niet het werk is van de mens zelf maar van de Kosmos - zoals de eikel niet het werk van de eik, maar eik en eikel het werk van de Kosmos – mag ik dan ook niet verwachten dat de Kosmos ingrijpen zal om wat ik noemen wil ‘het verdriet van Hertmans’, de negatieve beweging waar Hertmans het over heeft, te neutraliseren om ons terug op het goede ecologisch spoor te brengen. Ik reken er niet op, de onzichtbare beweging naar meer inzicht in het leven, die plaats vond in de geest van de mens dankzij de Kosmos, heeft niets te maken met de ‘verdrietige’ beweging in de natuur het is dus geen zaak van de Kosmos.
Ik zal het niet meemaken of niemand van ons, maar het kan en ik hoop het, dat het negatieve dat optrad de laatste vijftig jaar opgeslorpt zal worden de volgende vijftig, door toedoen van de mens zelf die nu, zoals we vaststellen kunnen, aan het reageren is op een nog steeds kleine schaal die misschien op een bepaald ogenblik exponentieel gaat toenemen.
Er is dus geen rechtstreekse tussenkomst van de Kosmos vereist, deze zal lopen via de mens zelf die ‘wijzer’ wordt onder de invloed van de Kosmos.
Is dit wishful thinking of, is er geen verbetering meer mogelijk van de huidige situatie die krachtdadig genoeg zal zijn om het tij te doen keren?
Wie zal het mij zeggen?
Maar ik, ik wil de hoop op beterschap niet opgeven. Ik meen dat er, ondanks het zwarte gat waarin we zijn terecht gekomen, een kans bestaat – zelfs een grote kans – dat we mettertijd eruit ontsnappen zullen.
Ik wil trouwens mijn laatste dagen, maanden misschien, niet doorbrengen met het doembeeld, het ‘verdriet van Hertmans’, voor ogen.
Het mag niet het ‘verdriet’ van mijn achterkleinkinderen worden hoewel zij er weinig zullen van merken.
[1] Hertmans Stefan: ‘Vers-chuiv-ingen’, De Bezige Bij, 2022.
12-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-01-2023 |
Het lot dat er over waakte. |
Ik schrijf maar, de woorden hopen zich op, er komt geen einde aan. Begrijpe wie het kan, maar ik, ik begrijp het niet noch wil ik het begrijpen want het zou kunnen dat indien ik het wist de woorden niet meer komen zouden en dan wat, hoe zou ik verder leven na al de jaren die ik heb mee-en doorgemaakt met hen?
Maar wik ik en weeg ik genoeg de woorden die ik schrijf in een dag, soms weinig, soms eindeloos, al naar gelang, ja ‘al naar gelang’ wat?
Ik weet het niet, het is van de dag zelf van die van mij en niet van die van jou, die van jou dat is jouw zaak, dat is hoe jij je dag doorbrengt, alsof het niet je laatste kon zijn of de eerste van een nieuwe periode, van een periode die je vruchtbaar doorbrengen wilt, gezeten op een wit paard en de velden doorkruist, gelaarsd en gespoord, opgetogen, jong en vrolijk, denkend aan de Negende van Beethoven, daar waar de tenor invalt, in volle galop de wereld in, eindeloos ver.
Iets waar je van droomt, omdat je een dromer bent, geworden of altijd geweest, echter niet zakelijk genoeg om in de wereld te staan, je geest te veel gericht naar de poëzie - ‘qui comme chez Francis Jammes gâta ta vie’ - je ertegen geen verhaal had, want zo waart je ontstaan in de schoot van je moeder. Je hebt er dus weinig of geen schuld aan, zo geen spijt erover, eerder dankbaar zijn dat je zo hebt geleefd, de blik naar binnen meer dan naar buiten, alsof binnen in de dingen alles te vinden was en weinig of niets er buiten. Trouwens spijt hebben is geen oplossing, hoogstens een zelfvergeving als je er nood aan zou hebben en je nog kiezen kunt om een ander leven te gaan leiden om er misschien onder te lijden.
Maar in je leven is er zoveel geweest, het kan dat het Strawinski was en zijn ‘Sacre du Printemps’, of Beethoven en zijn ‘Pastorale’ of Mozart en zijn ‘Requiem’, of Bach en zijn ‘Mattheus Passie’, of Mahler en zijn ‘Lied von der Erde’ of, en nu raak ik de wortels, ‘Fantasia’ de film van Walt Disney als ik 75 jaar terug ga, en ook zovele anderen.
Of als je denkt dat het boeken zijn geweest: Gilliams en zijn ‘Elias’, of Knut Hamsun en zijn ’Benoni’ of Ernest Claes en zijn ‘Jeugd’ of Marnix Gysen en zijn ‘Vadertje, hij was rechtvaardigheid’, of zovele anderen.
Maar je hebt van iemand, misschien zelfs van je moeder meer dan van je vader, al twijfel je, al twijfel je, want je vader zou je moeder niet bemind hebben ware hij of zij niet geweest zoals ze waren, en enkel zo zijnde ze elkaar hebben ontmoet en er een flits is geweest die binnen is gedrongen in hun geest als in alle cellen van hun lichaam en ze in elkaar zijn opgegaan.
Ze hebben het je nooit verteld maar het kan dat het zo is gebeurd omdat jij eruit tevoorschijn bent gekomen met een neiging naar het schrijven en wie schrijven zegt, zegt poëzie, dit is nu eenmaal de regel waar je niet aan ontsnapt, vooral als je weet dat ook de sterren en de planeten, je zodiac, ervoor hebben gezorgd en je aan hen niet kunt of moogt weerstaan.
Alles samengenomen kon je niet anders, kon je onmogelijk anders dan worden en zijn wie je bent.
Het was je lot dat erover waakte.
11-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-01-2023 |
Als je niets weet te schrijven (tweede versie). |
Je hebt altijd iets te vertellen zelfs als je niets te vertellen hebt want op het ogenblik dat je dit schrijft komt er Bach, Bach die je beroert met zijn ‘Mache dich, mein Herze, rein’ en je bent vertrokken, hoe vroeg het ook is, vroeger dan vroeg, zoals Bach doordringt tot je geest verder dan ver, hij je openscheurt tot waar hij nooit geweest is.
Je wist het niet waarom je zo vroeg bent opgestaan, maar je weet het nu, er was de roep van Bach en jij, jij die dacht dat je helemaal niets te vertellen had deze morgen van 9 januari 2023. En eigenlijk heb je nooit met Bach, zoals vandaag, een morgen gekend in je leven, zo plots, zo totaal onverwacht, dat je het vermelden moet, het uitroepen moet omdat het Bach is , de enige, de uitzonderlijke zoals hij optreedt in zijn Mattheus Passie. En je erover schrijven wilt hoewel je eerst niets te vertellen had, vertel je nu wat Bach is voor jou in deze ogenblikken die je normaal niet zou gekend hebben ware je blijven liggen waar je lag en, daarenboven om te schrijven wat je nog nooit geschreven hebt over een Bach in de morgen en wat wellicht nooit meer gebeuren zal zoals het gebeurde en dan nog met Schubert in zijn spoor, maar dan in een andere wereld, gelukkig hij in zijn ‘Forellen kwartet’ denk ik, ook dat hij gelukkig was toen hij het componeerde.
Maar hoe heb ik ooit durven verkondigen dat ik niets te zeggen heb als er Bach en Schubert is die spreken tot mij en ik die het vertel aan jullie.
Het is voldoende voor deze morgen. Zoals ik het stel is het een rijkdom aan noten. ‘Music is notes, nothing but notes’, wist Bernstein, maar de noten van hen dragen de eeuwigheid want als er iets eeuwig is dan is het hun muziek.
Schubert is het, Bach is het, mijn kleine wereld is overvol van hen en het is pas vijf uur, ik moet mijn dag nog beginnen. Ik neem hen mee in mijn petieterige wereld van elke dag, in een blog, juist voldoende om gerust te zijn over het verder verloop van mijn dag, zelfs over wat me tegemoet gaat komen uit de tijd die voor mij ligt, die ik nog niet ken, helemaal niets ervan, alleen het raden er naar als ik maar weet hoe oneindig ik bevoorrecht ben ten overstaan van mijn voorganger uit de middeleeuwen, hij had geen Bach, geen Schubert om zijn dag te beginnen en ik, besef ik het wel? Ik zwem erin, ik duik er in onder en ze overwelmen me, uitzonderlijk deze morgen zoals ze het nog nimmer gedaan hebben.
Eigenlijk ligt het niet bij hen het ligt bij mij die het geluk heeft hen te ontmoeten zo vroeg in de dag want ware ik niet opgestaan ik zou hun levensgezangen niet gehoord hebben.
Zo wie zorgde ervoor, welke voorzienigheid stond erop dat ik hen ontmoeten zou? Ik kan gissen, meer niet, en het heeft geen belang als ik maar danken kan, wie ook, dat ik Bach en Schubert heb beleefd en dat ze me geraakt hebben precies daar waar ze me konden raken in de woorden die ik te schrijven had.
Of hoe alles zich uiteindelijk oplost als je helemaal niets weet te schrijven.
10-01-2023, 08:47 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-01-2023 |
Het onverwachte, einde. |
Heel vroeg in de morgen van 8 januari schreef ik een blog met de pen, de tekst ziet er mooi uit, regelmatig en vlot geschreven maar, nu ik ermee geconfronteerd word, kan ik hem niet meer ontcijferen, ik kan mijn eigen geschrift niet meer lezen zoals ik het willen zou. Ik dacht nochtans dat het een goede blog zou geweest zijn maar het zal gemakkelijker zijn een nieuwe te beginnen dan te pogen wat geschreven werd in de nacht, over te nemen.
Is het erg, ja en neen, het is een les in nederigheid en me voortaan tevreden te stellen met mijn klavier en niet te denken en te hopen op het einde van de rit, een mooi maar onleesbaar dagboek achter te laten als een soort relikwie, want ik begin meer en meer te denken op welke wijze ik na mijn dood nog in leven kan blijven zoals een Gilliams of een Bernanos, niet als Mozart of Beethoven dus, of Proust, maar gematigd, mijn naam nu en dan nog eens vernoemd en een van mijn geschriften herlezen. Misschien is dit ijdele hoop, en eigenlijk verandert het niets aan het heengaan, maar in volle leven nog kun je niet anders dan hopen dat je niet helemaal dood en vergeten zult zijn na je overlijden. Ik heb trouwens nu voldoende ondervinding om te weten dat de dode leven blijft, zelfs soms in volle ornaat, zoals je ze de laatste maal zag verschijnen, statig als dame met de glimlach nog op de lippen.
Uiteindelijk is dit niet de reden waarom ik schrijf, het is het misschien voor 5 %, maar zeker voor 95 % omdat het mijn leven is, mijn zijn, mijn bestaan. Neem het weg en ik verdor tot een geraamte, een nutteloos stukje mens dat daar maar ronddolen blijft en eigenlijk zen last is voor velen.
Maar de 95% houden me groot levend en geven me nog een zekere betekenis die me kroont, zoals de kleine Rachelle hier een paar dagen in huis rondliep met een verjaardag kroontje op haar hoofd – een kroontje dat ik terugvond na haar vertrek – mijn kroon is wel niet zichtbaar als ik erover schrijf dan betekent dit dat ik me dat kroontje toe-eigen. ’I do need it.’
Ik ben nu een totaal andere weg opgegaan als de voorbije nacht want ik slaagde er dan toch in enkele passages eruit te kunnen lezen, onder andere waar ik het had – en dat zal gisteren het geval geweest zijn - dat ik niet bereik wat ik bereiken wil, dat het schrijven stokt, dat ik schrijf met lange tanden zoals een maaltijd die je absoluut niet lust. En toch begin ik elke dag opnieuw en opnieuw en als ik begin weet ik zelden hoe ik eindigen zal. Zo kan het dat er uit een gevoelloos begin een einde opduikt dat een vreugde is. Dit is dan het mirakel van het schrijven En soms gebeurt het, totaal onverwacht.
Zoals het hoort.
09-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
08-01-2023 |
Eric Satie bij het ontbijt. |
Weet je wel welke stille vreugde het soms is Eric Satie (Gnossienne nr 3) te ontmoeten bij het ontbijt, hoe zijn muziek je opent en je de impressie ervan meeneemt naar je klavier om er mee je dag te beginnen?
Het gevoel zal je volgen de ganse voormiddag, wat je ook doet, het zal aanwezig blijven ergens diep in jou als iets in meer, iets dat je dag een innerlijke, niet te bepalen kleur meegeeft en zich zal reflecteren in de woorden die je schrijft.
Je bent zo gevoelig de laatste tijd dat het minste gebeuren zich vermenigvuldigd vasthecht in jou en je het aldus meeneemt in al wat je mogelijks schrijven zult vandaag.
En nochtans hoe dikwijls hoor je Satie niet op Klara en hoe dikwijls gaat je eraan voorbij, maar niet ditmaal en je vraagt je af waarom het is, waarom de dag anders is begonnen dan de andere dagen? Is het omdat ver van jou, een kleine Rachelle, een parel in je oog, vier jaar is geworden - je schrijft deze woorden op 6 januari – of is het om welke andere reden ook. Maar je herhaalt het in een andere vorm, hoe goed het is Eric Satie te horen bij het ontbijt.
Mijn God een klein gebeuren in het kleine leven dat je kent maar het verheugt je zoals verder in de dag Mahler je verheugen zal en Bach en Maria Callas in Casta Diva uit Norma (Bellini); maar Sqtie was het begin, alles wat je verder schrijven zult is ervan doordrongen.
Zo weet je wat het betekent als ‘stille man’ met de muziek in het hoofd rond te lopen in de kamers waar je komt, klanken waar ook, en erin op te gaan, erin op te stijgen om minder gebonden te zijn aan de wereld om hem heen en meer, veel meer zichzelf te zijn om - laat het me anders zeggen - een groter geloof te hebben in wat hij doet of denkt of schrijft of, achterwege laat omdat het te ingewikkeld is het te formuleren op een lichte en klare wijze.
Hij kent dergelijke momenten wel eens nu en dan, maar nimmer had hij de gelegenheid erover te schrijven zoals nu, met Eric Satie aan zijn zijde.
Eigenlijk had het om het even wat kunnen zijn, hij was opgestaan en had het gevoel dat hij een gelukkig man was te kunnen opstaan en zijn dag te beginnen met het herlezen van zijn blog van de vorige dag waarin hij heel ver was gegaan, veel verder binnen in zich dan dat hij ooit gegaan was, en eigenlijk, zoals hij het al zegde, was het niet om het nu te lezen nu hij nog bij leven was, maar pas erna als hij vertrokken zou zijn naar andere, wellicht wijzere en betere oorden.
Maar dit is nu eenmaal hoe het schrijven is en hoe de woorden soms, het gebeurt niet elke dag, blijven komen alsof er geen einde hoeft aan wat je schrijft, maar dat je je blijft herhalen gedragen door wat je ontmoette bij het ontbijt, wie het was en wat het was en hoe het je dag kleurde en zeker de woorden die je achterlaten zult eens en voor altijd, om later, hopelijk heel wat later, opgepikt te worden waarbij men zich afvragen zal wat die man, die zich een stille man noemt, wel heeft willen duidelijk maken.
In feite niet veel meer dan dat hij enkele ogenblikken gelukkig was.
08-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
07-01-2023 |
Schuchterheid. |
Je weet nu hoe ik bezig ben maar je weet niet hoe ik me er bij voel, welke gedachten er bij horen, welke ik behandelen en welke hangen blijven voor later. Het ganse proces van het schrijven van een samenhangend verhaal waarover je luttele gegevens hebt, dus niet over zaken die je weet of meent te weten, maar over de stiltes in jou als je bezig bent met de kleine dingen zoals je wassen en scheren in de morgen of het klaar maken van wat je eten zult, of het wachten op woorden, een tijd lang tot je neer gaat zitten voor je klavier en opneemt wat je in feite gedicteerd wordt van uit een of andere hoek. Ikzelf heb er het raden naar. Maar het eist een ingesteldheid op het nog niet bestaande dat je bestaansrecht geven wilt.
Je hebt geen vast stramien meer in je leven, je schrijven kan plaats vinden op elk ogenblik van de dag of de nacht. Je zegt wel dat je de voormiddag vrij houdt voor je blog, maar niets is minder waar, het gebeurt wel dat het vroeg in de morgen is maar ook dat het laat op de avond is of, wat in een zekere mate erger is, in het holste van de nacht, Zo wordt je vrijheid van het zijn gedragen door de drang, waaraan je niet ontsnappen kunt, voor je klavier te gaan zitten, alsof het de woorden zouden zijn die beslissen over je doen en laten, meer nog de ogenblikken te bepalen die rijp zijn om te gaan schrijven, al weet je meestal niet over wat, zoals dit hier nu aan het zich voltrekken is, en ik houd het vol tot ik voel dat mijn hart, mon pauvre coeur, me verwittigt dat een moeheid zich aan het opstapelen is, en je weet dat het best is te stoppen en te gaan neerliggen waar ook, in bed terug of op de sofa, maar je weet dat het dringt.
Zo leef je in het huis en zo leeft het huis met jou erin en in elke plaats waar je gaat de muziek van ‘Klara’ voor het ogenblik je enige geliefde, al denkt je wel aan andere (vrije) vrouwen, ver en dichterbij, en dringen gedachten zich op, gedachten die misschien over de rand gaan van het toelaatbare, dat hij graag eens met hen het bed wou delen tegen hem aan, zoals het vroeger was. Hij denkt dit niet over elke vrouw die hij kent, maar er zijn er toch die hij zou kunnen liefhebben de tijd dat ze naast hem liggen zou en hij de warmte zou voelen én van haar lichaam én even noodzakelijk en meer zelfs, de warmte van haar gevoelens voor hem.
Het hoeft geen nacht te zijn, hij dagdroomt dit zelfs nu en dan, als het eenzaam-zijn hem ogenblikken te zwaar wordt. Echter is het van voorbijgaande aard, hij voelt het aan wanneer die dromen gaan komen en hij kan ze meestal wegduwen uit hem met een boek te nemen of zich een tonic uit te schenken, of zelfs met wat koud water in zijn aangezicht.
Maar, vraagt hij zich af, was het wel nodig deze laatste paragraaf toe te voegen aan zijn blog?
Wel, waarom niet, zo abnormaal is het toch ook niet wat hij hier heeft nagelaten, er was alleen wat schuchterheid te overwinnen. En, hij overwon die schuchterheid zoals je lezen kunt. En als je het weten wilt, hij schrijft dit de avond van Driekoningen en het is nu precies, 21.47 uur. Eigenlijk zijn het zaken die maar zouden mogen gelezen worden als hij er niet meer zal zijn.
Maar waar begint de schuchterheid of waar eindigt ze?
07-01-2023, 02:19 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
06-01-2023 |
Het ongerijmde van het eeuwige. |
Je hebt afscheid genomen van heel wat zaken, tot zelfs van het rondwandelen in de tuin en te gaan kijken naar het weinige dat beweegt: de struiken kerstrozen onder de herfstbladeren; Je vreest een misstap en een val en de mogelijke gevolgen ervan, het einde van alles dat roert in jou en in je woorden, altijd maar woorden die komen en gaan, die worden gekleed, geschikt en verspreid.
Wat je hoofddoel is in je leven van nu, eigenlijk van altijd als je het waagt terug te blikken in wat je leven is geweest, want al het andere kende een einde maar het schrijven dag aan dag is wat overbleef, een stukje oneindig verre echo van de oerknal doorgekomen tot jou, denkt je soms – of is dit te ver gedacht? – denkt je soms 13,8 miljard jaren eerder, zoals elke van jullie, aanwezig te zijn geweest in potentie toen ontstond wat nu het Universum is.
Het is gewaagd zo iets te schrijven of zelfs te denken, maar alles is voortgekomen uit die oerknal en er is maar een knal geweest voor dit alles. Zo wat is er verkeerd aan in potentie aanwezig te zijn geweest toen gebeurde wat te gebeuren stond. Of, stond dit ‘niet’ te gebeuren, was er helemaal niets vóór die fameuze knal?
Dit is nu eens wat ik graag noemen zou de hamvraag, de nacht- en de dagvraag waar we met opgeschept zitten. Wijs is deze terzijde te laten, maar eens gesteld, eens met wit krijt op het bord geschreven blijft ze er tot ze ons bekoren gaat en blijft bekoren, zo dat we geloven gaan, zonder maar een fractie te aarzelen dat de oerknal te gebeuren stond, dat er iets ‘moet’ geweest zijn vóór de oerknal.
Ik tril bij de schoonheid van deze besluitneming, de schoonheid ervan die maakt wellicht dat ik hier in alle rust zit te schrijven in het morgenlicht, terwijl het roodborstje in de zaadbollen hangt in de rozenstruik, terwijl er een ‘Fantasie nr 3’ zingt van Peter Benoit op Klara en terwijl je wacht – een gedachte in je achterhoofd - op het bezoek van vrienden dat een paar uren verder realiteit zal worden.
Al dit aanwezig in potentie aanwezig in het massaal enorme waaruit de oerknal zal ontstaan.
Je schrijft maar, je wordt voortdurend uitgedaagd vernieuwend te zijn, of af te wijken of te bevestigen van wat jet ooit al schreef om te bereiken van wat je je voorgenomen had te bereiken.
Of, waar je soms aankomt als je je gedachten vrije loop laat en je zonder het eigenlijk te willen terecht komt in een wirwar die een beeld moet geven van de oneindigheid vóór ons en de oneindigheid na ons die wacht.
Geloof me zo ver ben ik zelden afgedwaald. Het is voorzeker de schuld van die professor Thomas Hertog, hoe mooi is het zich af te vragen of er misschien een oerknal is geweest voor deze die we kennen, het wonder van een begin voor het beginnen en wie weet, nog een begin ervoor tot in het oneindige ervoor.
We struikelen niet, we willen enkel soms eens gaan tot er geen wegen meer te vinden zijn en alles samenkomt in wat genoemd zou kunnen worden, het ongerijmde van het eeuwige waar ik vandaag heen ben gereisd. En, er triomfantelijk aan te komen.
Hoe dwaas ik soms ben te schrijven.
06-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
05-01-2023 |
Het op adem komen. |
Ik ben eens te meer vol op weg, maar naar waar weet ik nog niet, wel weet ik dat de weg lang zal zijn. Maar ik ben begonnen en alleen hij die begint kan eindigen, zo is het dat ik met een groot gevoel van slagen begonnen ben aan iets dat zal ontstaan op de achtergrond van mijn dagelijkse blogs zo verwacht ik toch. Maar het is geen Eureka, het is niet dat ik nu al duidelijk weet waarover het gaan zal, neen, het zal ontstaan uit een groeiproces dat een paar dagen terug in gang werd gezet. Meer valt er nu niet over te zeggen; Pas op 20 maart, de dag van de astronomische lente of de lente-equinox, zal ik weten waar ik sta en of ik enige kans maak tot slagen.
Dit is een belangrijk, voor mij een ontzaglijk engagement dat ik mee neem in de dagen vóór me, of het een weerklank zal hebben in mijn blogs weet ik niet, wel misschien op de lengte ervan maar dit gezegd zijnde weet ik dat niet slagen een ontgoocheling van formaat zou zijn.
Een blog schrijven is een wandeling maken in ‘Van Dale’ en nog iets meer. Ik dacht er ooit aan erin te gaan bladeren, er de meest ongewone woorden op te zoeken en deze een rol te geven in een verhaal. ‘Van Dale’ dus te gaan lezen en er een zoektocht van te maken – ik las zo iets van de hoofdpersoon in ‘La Nausée’ van 1938 van Jean-Paul Sartre, maar weet niet meer om welke reden deze het woordenboek las – Ikzelf heb het wel eens gedaan maar wat ik bereikte was niet voldoende om er iets uit te halen, wel ben ik geschrokken én bij het aantal woorden én bij woorden die ik niet of amper kende. Begrijpelijk voor iemand zoals ik die weinig tijd heeft zich te vermeien met lezen van dag- of weekbladen, zelfs boeken raak ik niet meer aan. ‘Verschuivingen’ van Hertmans ligt wel naast mij, volgt me waar ik ga zitten maar ik open het niet alsof ik vreesde me erin te verliezen of niet te begrijpen wat ik lees.
Niet dat ik er geen essays uit gelezen heb, maar ik maak me wijs dat ik er de tijd niet voor heb wat, ik weet het maar al te goed, fout is en een belemmering is voor de variatie in mijn blogs.
Zo hangt alles aaneen is het absoluut nodig altijd bezig te zijn met lezen, met denken over wat je leest, en met schrijven over wat je gelezen hebt en wat je erover gedacht hebt. Het is een manier van leven, een proces van denken en werken het beeld van het grote ‘Dasein’ van de mens in zijn dagelijkse omgeving om toch maar geen greintje tijd te verspillen. Iets, en ik ondervind dit dagelijks, niet vol te houden is, niet dat de televisie een verleiding zou zijn, verre van, maar er zijn ogenblikken nodig om terug, zoals een afstandsloper, op adem te komen en deze zijn noodzakelijk.
Zoals nu.
05-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
04-01-2023 |
De tijd die we o zo gemakkelijk verspillen kunnen |
06.00: Ik voel me goed, had een goede nacht en als ik me bekijk in de spiegel vind ik me niet oud-oud. Wel mijn lichaam, maar dit heeft weinig betekenis, als ik schrijven ga zijn de kwalen van het lichaam opgelost. Wat ik schrijven ga weet ik nog niet, het komt wel. Ik weet ik dat het een vreemde, eerder eigenaardige ingesteldheid vergt om, naast het schrijven van een blog, een verhaal te vinden, een verhaal over een half ingebeeld iemand, iemand die je kent maar optreedt in omstandigheden die je je indenken moet.
Wat ik jullie gisteren meegaf, zijnde iets tezelfdertijd dwaas en oneindig is iets dat me bezig houdt in de dag, ik vraag me af of ik Hertog niet verkeerd begrepen heb en ik herbeluister in gedachten het verloop van zijn boodschap om te horen dat wat ik schreef wel degelijk het besluit is dat ik er uit halen wou.
Ondertussen ben ik ver weg van het verhaal dat ik begonnen was en zich afspeelt in een totaal ander klimaat van het ‘zijn’. Ik moet dus een andere wereld binnenstappen en dit vergt een zekere tijd en een andere plaats van je harde schijf. Het is dit verlaten van en het betreden van dat o zo moeilijk is, zo totaal onlogisch is. Je maakt geen twee reizen tezelfdertijd en nochtans is het dit dat ik willen zou.
Een gekheid natuurlijk, maar passend voor de vreemde man die je bent, die je altijd geweest bent. Wat je wel weet, je wilt geen verhaal van 120.000 woorden zoals het vorige. Je wilt er een van 30.000 zoals ‘Verschuivingen’ van Hertmans, of van hoogstens 50.000 zoals ‘Het dagenboek’ van Nooteboom. Als ik zo ver kom zal ik al heel gelukkig zijn.
Maar je ziet in welke omstandigheden ik me bevinden zal heel die tijd, schrijven zal dus een kwelling worden, een zelfkwelling.
Ondanks dit, kijken we het met een zekere hoop tegemoet. Zullen we er ons goed bij voelen en meenemen wat we vinden zullen op beide reizen waarop we ons hebben ingesteld, de ene met de wagen de andere met de fiets.
Ondertussen heb ik allerlei zaken afgehandeld, even gestopt om te ontbijten, gestopt om me te wassen en te scheren, om me aan te kleden, om mijn e-mails te checken en te schrijven, om verder te schrijven aan mijn blog en is het 10.30 geworden. Hoe vlug de tijd vervliegt en hoeveel tijd alles niet in beslag neemt de dagen van vandaag. Tussen haakjes ik was ook even(?) ingeslapen op de sofa, en ook, ondertussen was er heel die tijd de muziek van ‘Klara’. Echter niemand stoorde me in mijn opzet te doen wat ik deed.
IK ben dus door het verlies dat me overkwam uitgekomen, op een ander iemand die zijn dagen vullen kan nog altijd zoals hij het wenst, maar dan toch met een zekere gerichtheid in zijn wensen.
Zeggen we dat ik geen tijd te verliezen heb, niet zoals het vroeger gebeurde.
04-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
03-01-2023 |
Thomas Hertog |
Als ik even maar terugga naar de spreekbeurt gehouden op de VRT door Thomas Hertog, professor Kosmologie aan de KUL op 31 december, en dan meer in het bijzonder naar het raadsel verweven in zijn besluitvorming, dan komt het raadsel neer op het vermoeden dat er vóór de Big Bang een ander Big Bang kan plaats gevonden hebben maar dan van een gans andere orde, namelijk het punt waar de natuurwetten zijn ontstaan. Hertog heeft dit zo niet gezegd maar ik heb het opgemaakt uit zijn woorden als hij stelt dat mogelijks de natuurwetten een ‘darwiniaans’ ontstaan kunnen gekend hebben, dat ze zichzelf geschreven hebben, vertrekkende om zo te zeggen uit het niets. Tenware, en dat zeg ik, dat laatste ‘niets’ zou voortgekomen zijn uit een vorig ‘niets’ en zo verder de ‘negatieve tijd’ binnen.
Of hoe moeilijk het is voor de wetenschap het antwoord te zoeken bij Johannes en te zeggen dat de Big Bang van Lemaître ontstaan js uit de Higgsdeeltjes, die deeltjes zijn van de geest die er in den beginne was.
Thomas Hertog heeft het nodig geacht het woord God uit te spreken, ik heb het noch gisteren gedaan, noch vandaag omdat het woord God een ‘vindsel’ is van de mens, zoals roos er een is en wolk er een is. Zeg ik dus dat er in den beginne het ‘Onnoembare’ was waaruit de Big Bang is ontstaan.
Lemaître was een religieus man, maar ook een wijs man. Hij wist voorzeker tot hoever hij gaan kon opdat zijn theorie aanvaard zou worden– geen nutteloze woorden dus. Hij kon wat hij vooropstelde wetenschappelijk bewijzen, het daaruit volgende was van een gans andere orde. die hij, zoals ik die behandel voor mezelf, hij voor zichzelf zal gedaan hebben.
Al heb ik geen absolute zekerheid, ik denk niet dat ik een andere weg ben opgegaan dan Lemaître. Hij heeft het gedacht en voor zich gehouden Ik heb het gedacht én het geschreven om het over te brengen aan de vrienden die me lezen. Het is nu aan hen om zich een besluit te vormen en dit besluit te koesteren als een (mogelijke) waarheid.
In elk geval eens het raadsel van Hertog opgelost zal er moeten gezocht worden waarom dit raadsel opgedoken is. Was het niet omdat er nood was aan een Iets zoals de denkende mens?
En nog dit om er aan toe te voegen, het is zondagavond 1 januari, 23.17, het is niet omdat er tot hier maar 411 woorden staan dat dit geschrift hier minder wegen zou dan een van 500 woorden.
Ik weet heel goed wat er staat. Weten jullie het ook?
03-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
02-01-2023 |
'In den beginne' van het jaar. |
Reken van nu af niet meer op blogs van 500 woorden, het kan nog wel maar het kan even goed dat ik mijn inspiratie verschiet op andere plaatsen, plaatsen die ik voorlopig nog voor mij houd. Het is dat een blog soms heel wat tijd vergt, weet dat ik meer dan een uur intens gewerkt heb aan mijn blog van gisteren en dan zeg ik nog niet op welk uur van de dag/nacht.
Gelukkig is hij nochtans die zijn dagen ten dele vult met het woord dat in den beginne was. Weet dan ook dat bij de broeders in de Tempel van de Loges, deze die de Grote Architect van het Universum hoog in hun vaandel voeren, de Bijbel open ligt op de eerste regels van het Evangelie van Johannes, wat ik enig vind en hoogstaand. Welke tekst is meer valabel, is meer de geest aanroepend dan de eerste woorden van Johannes. Een spreker over de Big Bang en het ontstaan van het Universum heeft hier geen woorden voor en nochtans schijnt het me toe dat die zin van Johannes, ‘in den beginne was het Woord’, dat de geest, dat het spirituele het begin van alles moet geweest zijn want hoe konden de eerste deeltjes waarmee wellicht alles begon, ooit weten hoe zich te gedragen zich in te stellen op andere deeltjes om, al was het maar een atoom te vormen.
Ik heb hier geen zeggingskracht over maar het schijnt me toe, en ik herhaal me in het begin van het nieuwe jaar, dat de Big Bang niet begonnen is met het grote maar met het minieme waaruit het grote is ontstaan. De spreker van gisteren, een grote wetenschapper, heeft hier met geen woord over gerept.
Zo vraag ik me af waar we zouden gestaan hebben indien Johannes – maar was hij het wel? – deze woorden nooit noch zou geschreven hebben noch uitgebazuind. Echter of het Woord daarna is vlees geworden en onder ons heeft gewoond is op vele wijzen te interpreteren. Duidelijk is het me, dat het woord zich gevestigd heeft in de mens en niet in plant of dier, dan zeker toch niet in zelfde mate, en dat het aldus onder de mensen geleefd heeft, dus ook in de Jezus van de Kerk, maar ik wil er niet verder op in gaan. Ik wil enkel deze blog wijden aan de geest in ons, hoewel ik nog niet precies weet hoe ik deze omschrijven kan met de juiste woorden. Ik weet het wel omdat ik het voel als ik aan het schrijven ben, maar meer dan het voelen, het omschrijven bijvoorbeeld, is er niet.
Ik zoek ook niet om te trachten de woorden te vinden die een radiografie zouden inhouden van het woord geest, het volstaat voor mij dat hij er was in den beginne, zelfs voor de tijd begonnen is, dat hij dus geen begin heeft gekend en ook geen einde kennen zal, maar daar houdt het op, verder reikt mijn verklaring niet, want ik geloof dat het niet mogelijk is verder te gaan.
En, weet dat het in het licht – en de schaduw – van dat alles is dat ik schrijf alsof ik genoeg heb aan datgene dat ik meen te bezitten en te begrijpen, dat ik niet dieper moet ingaan op de dingen die ons verbazen als zijnde het terug tot leven komen van een schijnbaar uitgedoofde orchidee.
Welke krachten zijn hier aan het werk, als jullie het weten zeg het me, ik zal jullie misschien dankbaar zijn, misschien zo ik ermee instemmen kan.
Er is een groot deel ongeloof in mij, het ongeloof waarin Thomas, ten onrechte volgens mij, werd gehuld, terwijl hij misschien de enige was die met Paulus de man Jezus Christus begreep. Men leze maar zijn Evangelie dat door de Kerk gewild apocrief gehouden werd.
Er zijn er nog die denken over Jezus Christus zoals Thomas. Gelukkig.
02-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
01-01-2023 |
De eerste golf. |
Ik wachtte al een tijdje in alle nederigheid op deze allereerste golf van woorden alsof ik onder al wat er al stond een brede lijn zou getrokken hebben om duidelijk te maken dat dit een nieuw beginnen is, wat het niet is, zelfs al heb ik het gevoel dat het dan toch een nieuw is.
Het is omdat ik nu eenmaal, en wellicht jullie ook, ingesteld ben om deze dag van 1 januari te zien als iets totaal nieuw, een dag vol voornemens om dit te doen en dat anders te doen of niet meer.
Ik heb er me ook aan gewaagd, omdat the days ahead een eindgetal hebben meegekregen dat ikzelf heb ingesteld, lichtzinnig wellicht, maar dan toch met een lading die moet lijken als een aanmoediging om te bereiken wat ik bereiken wil, en het is heel wat datgene dat diep in mij is opgestaan of liever dat ik van uit de verte van het jaar op mij wil zien afkomen.
Dit is geen teken van nederigheid, het getuigt eerder van een overschatting van wat ik nog bij machte ben te verwezenlijken. Neem deze woorden dan ook eerder als een inleiding op 2023 dan als een vooropstelling van al wat ik in dat ‘grote’ jaar – het zou mijn laatste zijn – wil bereiken.
Ik start dus niet alleen met goede maar voor mij ook met grote voornemens die ik hier niet wil vooropstellen - woorden zijn maar woorden en geen daden – maar die blijken moeten uit wat de dagen dicht en ver voor mij brengen zullen.
Het is dus op deze wijze dat de golf van woorden die schijnbaar klaar stonden op mij is afgekomen in alle eerlijkheid, zonder ook maar iets te verbloemen of te overdrijven. We wachten af met jullie, hoe talrijk ook, op wat er allemaal te voorschijn zal komen.
Ik schrijf dit in alle ernst, het is mijn leven van elke dag dat ik nu bepaal, dat ik tracht in een vorm te gieten op deze uiterst eigenzinnige dag van 1 januari als ik hoor wat er omheen mij verteld wordt aan voornemens allerlei. Ik ook heb er dus maar me kennende en de dagen zijnde wat ze zijn vol gevaren en soms en meer dan soms, nutteloos tijdgebruik blijf ik, ondanks alles, waaronder mijn begeestering, in een zekere mate sceptisch wat het bereiken van mijn ‘vele doelen’ betreft.
Dit wordt dus de eerste blog van het jaar 2023, een orakel dat opstijgt uit de vormgevingen van het verleden, de nog dichtbije als de al vergetene, de verdwaalde als de nog gistende en het is vooral uit deze laatste dat het orakel is opgestaan en zijn realiseerbaarheid te wachten ligt.
Ons rest er het vertrouwen, ons rest er de daad, het uitspitten van de tijd die ons zal gegeven worden. Vertrekkende van hieruit, zijnde de allereerste momenten van het nieuwe dat is afgestemd op het oude en dan gaan we een stuk in de tijd terug.
Een stuk terug om beter vooruit te gaan.
01-01-2023, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
31-12-2022 |
Hugo |
Waar hij woonde aan de rand van het bos, nu sedert enkele maanden al, stond er eenzaam midden in de akkers een prachtige boom, een eik. Hij stond daar in volle blad als een talisman, als het teken voor Hugo dat hij er goed woonde. En er was zelfs meer wat de boom betrof, want Hugo zou vaststellen dat de boom op weinig na voor hem het juiste oosten aangaf daar waar de zon opkomt op het lente-equinoxpunt, wat aan de boom, de eik, een zekere waardigheid meegaf die weinige bomen, vooral dan eenzame, bezitten.
Hugo dacht hierbij soms aan Rilke, dat de eik er stond, hoog en statig, samen met het huis en Rilke interpreterend, als de laatste boom en het laatste huis in het dorp en verder denkend, huis en boom als de laatste tekens van een beschaving die er ooit zou geweest zijn, ene waar de poëzie van het woord hoog stond aangeschreven.
Hugo zag in de eik, en dit gebeurde vlug, wat men een vriend zou noemen, een kameraad, want hij was het eerste waardevolle dat hij zag als hij in de morgen de gordijnen openschoof en de boom, zo voelde hij het aan, hem groette als: ‘Hugo had je een goede nacht?’
Meer vroeg hij niet, meer zegde hij niet, maar het was als een hand die hij uitstak naar hem, een hand die Hugo vastgreep en hem omhulde als een wolk genegenheid om zijn dag mee te beginnen, hoewel hij al, elke dag, vóór het openschuiven van de gordijnen, ‘Klara‘ had aangezet en het soms gebeurde dat het was met de muziek van een grootmeester, Debussy, of Strawinski of Bach, maar alle muziek was groot in de eerste uren.
Dit was in elk geval hoe hij in de morgen wegwandelde uit de slaap en wachtte op het grote licht van de dag dat onopgemerkt eerst, binnengleed samen mef Ezra Pound die ooit schreef: ‘Dawn enters with little feet like a gilded Pavlova’[1] en elke morgen stelde hij het vast, beleefde hij dit innerlijk al was het geen ontwaken ‘samen’ zoals bij Pound, al was het van zijn ontwaken in alle stilte in een leeg bed met de resten van een droom nog ergens, want hij weet niet waar hij de droom achterliet zoals hij niet weet vanwaar de droom oprees in de nacht.
Zoals hij niets afwist van de oude orchidee, die hij dood en verloren waande ineens terug was gaan botten op drie takjes ervan. Een klein wonder dacht hij, dan toch voor hem. En In de diepte van zijn wezen was hij geroerd door kleine, eigenlijk natuurlijke dingen, zoals wat er binnenin de orchidee gebeurd was, een gebeuren waar hij niet het minste zicht op had, niet het minste verhaal, hij totaal een leek zijnde in dergelijke zaken, maar hij aanvaardde het, hij wist het leven om hem als een grote zaak, een te grote opdat hij er iets van begrijpen zou, hoe het gebeuren kon dat een orchidee in een schamel aarden potje dat zijn oudste dochter in haar jeugd had gebakken, opnieuw tot leven was gekomen na er maanden te hebben gestaan, eigenlijk verwaarloosd om weggegooid te worden, er te zijn lijk een pak boeken, gewild achtergelaten in een koffer op zolder en het waren dan nog wel boeken van Jules Verne, de grote vriend uit zijn jeugd, zoals de orchidee vergeten.
*
Ik vraag jullie, wat zegt jullie dit als de eerste vijfhonderd woorden van een boek; ga ik er mee verder of laat ik het achter als Blog en vergeet ik dat ik het ooit geschreven heb?
Noteer dat ik weet dat dit eens te meer buiten het stramien valt van wat heden ten dage gelezen wordt. Wat jullie er ook mogen over denken, mijn antwoord zal te lezen staan honderd dagen verder in 2023.
En nog iets, het gaat jullie heel goed in precies dat jaar en ook in de jaren erna.
[1] Dawn enters with little feet / like a gilded Pavlova / And I am near my desire. / Nor has life in it aught better / Than this hour of clear coolness / the hour of waking together (Ezra Pound, The Garret Lyrics)
31-12-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
30-12-2022 |
Morgen is altijd heel dichtbij. |
Hoe stijg ik op vandaag, hoe verlaat ik deze soms wrange wereld die ik in woorden mijden wil, vergeten zelfs, om er te staan als een basaltzuil van poëzie. Alsof zo iets zou bestaan of kunnen bestaan, hoewel poëzie zich alles toe-eigenen kan, het meest sprakeloze eerst als ik Paul Auster er op nahoud, alsof ik hem vandaag zou willen citeren en niet Gezelle of Alice Nahon of Paul Snoek of wie ook van allen die me zijn voorgegaan en er zijn er velen die ik ken en nog veel meer die ik niet ken.
Zo is deze voorlaatste dag van de ‘epagomenen’ naar de poëzie gericht. Ik was het eigenlijk niet zinnens, had er in de verste verte niet aan gedacht maar het is de basaltzuil die het gedaan heeft, het woord is gekomen en ik vond dat het geladen was met iets heel bijzonders dat niet anders zijn kon dan bekleed, zoals de Ka’aba in Mekka, met draperieën beschreven met poëzie.
Vergeef het me als ik te ver ben gegaan in mijn ontboezemingen op deze voorlaatste dag van het jaar, een dag die me enigszins bedwelmd om de status ervan, het sterk ongewone: de aanloop te zijn naar een jaareinde en dit te willen kwalificeren gehuld in woorden die er weinig aan toevoegen kunnen.
Trouwens ik al verder ben in mijn vooruitzichten dan het jaareinde. Vooruitzichten al geankerd in de eerste dagen van 2023.
Of ze zich realiseren zullen zoals ik het wensen zou blijft meer dan een raadsel, want een raadsel kent gewoonlijk zijn oplossing, zoals het raadsel gesteld aan de poort van Thebe, terwijl die vooruitzichten van mij afhankelijk zijn van tal van omstandigheden waaronder inspiratie.
Vooropgestelde plannen die geen doos van Pandora mogen worden die ik openen zou en hiermee de rest van mijn dagen zou vergallen. Neen, het zijn plannen die ik voor mogelijk acht gerealiseerd te worden mits de nodige inzet en rekenend op mijn ‘kunde’, ten minste zo ik deze ‘kunde’ van mij niet schromelijk overschat.
En ook, wie weet trouwens wat me, lichaam en bloed me omhullend, te wachten staat want het is nog een lange reeks dagen die me opwachten en me raken kunnen tot in mijn gebeente, al denk ik er wel niet aan, zoals ik er de vorige keren niet aan dacht.
Zo, laat ik het vandaag houden bij mijn basaltzuil, niet bij de zoutpilaar waarin de vrouw van Lot veranderde toen ze omkeek naar het spektakel dat Sodoma en Gomorra haar destijds bood - dan toch in Genesis 18, 19 - maar ik wil hoog en breed, van het zuiverste basalt, een zuil die opstijgt als een feniks uit de literatuur van vandaag waar Hertmans het eerder minachtend over heeft, in zijn ‘Vers-chuiv-ingen’, hierin Blanchot volgend die het gebrek aan stilte in de literatuur van nu, aan de kaak stelt. En Hertmans kan het weten, hij staat er volop in.
Al weet ik niet wat de ‘literatuur van de stilte’ inhoudt of betekent, ik wil er toch op zoek naar gaan van morgen af.
En morgen is altijd heel dichtbij.
30-12-2022, 09:39 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
29-12-2022 |
Verjaring. |
Laat het ons houden bij het verjaren zelf, zijnde de dag dat ik, met de aarde mee, niets af wetende noch van de tolling noch van de snelheid, ten volle 95 maal om de zon ben heen getold, een cijfer dat om zijn veelheid opgemerkt wordt.
We stellen het vast en we houden het bij deze vaststelling, zonder er al te veel noch poëtische, noch literaire woorden aan te verspillen, de feiten zijnde wat ze zijn.
Trouwens, stond het niet geacteerd in oude registers, het ware niet geweten want alle getuigen van mijn geboorte zijn heengegaan en ikzelf was niet mondig genoeg om de precieze datum op dat ogenblik op te tekenen en waar te maken. Maar wees gerustgesteld de weergegeven cijfers zijn correct.
Wat ik dan wel gedaan heb op deze fameuze dag, ik ben gaan zien in de tuin naar de struikjes ‘Helleborus niger’, een plantje dat bloeit rond Kerstmis/Nieuwjaar. In feite is het dus een bloem die gelinkt is aan de dagen rond mijn geboorte als kind. Zou ‘mijne’ moeder het geweten hebben, stond er Helleborus in haar tuin om me te verwelkomen ?
Deze in de tuin van hier staat nu wel in bloem maar ze heeft zich nog niet geopend op het licht hoewel ik haar gevraagd heb een poging te doen, maar ze is op mijn verzoek niet ingegaan, ondanks mijn verjaardag, dus voor de Helleborus in de tuin zal dit evenement, als het er een zou zijn, onopgemerkt zijn voorbijgaan.
Het is best ook er niet te veel de aandacht op te vestigen, de tijd doet zijn werk, morgen is het al voorbij en vergeten en wordt het uitkijken naar de volgende. Echter of die er komt is twijfelachtig, zelfs al heb ik het opgeëist in mijn eerste blog na mijn ziekte, deze van 16 oktober. Want deze opeising biedt me niet de minste zekerheid maar het laat me toch toe te doen alsof, en mijn dagen ernaar te richten alsof het een verworven iets was.
Ook heb ik mijn planning, eerder ogenschijnlijk veel te druk for a man of my age, gemaakt op deze basis,.
Wat ook, ik kan jullie zeggen – en de dag leent er zich toe - dat ik volle hoop heb te slagen in wat ik me voorhoud nog te doen. Het is alsof de impuls die uitgaat van deze dag, na al wat ik erover geschreven heb, voldoende wijst in deze richting.
Hoe oud voel ik me dan wel, of schrijf ik dat ik wel oud ben maar de ouderdom niet voel, zelfs niet voelen wil? Zeker niet als ik door het huis wandel en waar ik ook kom ik de muziek van ‘Klara’ hoor. Klara die me gezelschap houdt in mijn zijn en in mijn schrijven, wat een niet te bepalen rijkdom is, alsof al de kamers van het huis bemeubeld waren met schilderijen en boeken en de vensters behangen met gordijnen die het licht filteren tot een waas van innerlijke geladenheid die aanzet neer te zitten en te schrijven wat je te binnenvalt en niet op te houden, geïnstalleerd zoals je aldus bent binnenin de grenzen van elk woord dat je schrijft en waaruit de vreugde van het schrijven uit opstijgt.
Oud of jong heeft hier geen impact op, integendeel het verheft je buiten de tijd en buiten het fenomeen leven en dood. Dit alles en meer nog met het doordringend gefladder van Bach om me heen:
Waar kon ik ooit beter zijn?
29-12-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
28-12-2022 |
Was het allemaal wel nodig? |
Ik ga niet verder op mijn elan van gisteren, wie weet waar ik zou uitgekomen zijn? Ik zou niet alleen mezelf hebben weggeschreven maar ook jullie en dan wat? Dan ware er niemand geweest om mijn blogs te lezen die nooit zouden geschreven geweest zijn.
Uiteindelijk als ik verder ga zou misschien zelfs de wereld niet bestaan hebben. Of dan toch niet de wereld die we nu kennen en dan zou mijn bestaan er schuld aan hebben dat de wereld is zoals hij er vandaag is. Aldus mijn schreeuw die de jaren scheurt: mijn God, waarom heb je mij op die wereld neergezet, was dit wel nodig?
Ik schrijf 28 december van het jaar 1927: ‘I, in the womb of my mother, longing to start my days of life on earth.’
Op de aarde die ik niet ken, het licht dat ik niet ken, wat me er te wachten staat dat ik zeker niet ken, al staat het al geschreven, maar ik, sterk verlangend weg te komen uit het warme lichaam van wie ik nog niet ken maar van wie ik alle eigenheden, alle kenmerken heb meegekregen en die ‘mijne’ moeder is – ‘mijne’ zoals Gilliams zijn moeder noemde - het wonderlijke van het geboren worden dat me wacht en het even wonderlijke van het leven dat me opnemen gaat.
De tijd bijna, bijna rijp zijnde, en ik wachtende, een dag nog, om geïntegreerd te worden, toegevoegd aan al wat leeft en beweegt, aan al wat is. En wat is op dat toen van het nu, een dag, een uur, een moment?
Ik kan niet terug naar die warme schoot, al wou ik wel, maar het monumentale ogenblik ligt vast, er kan niets meer aan gewijzigd worden, de natuur heeft zijn werk gedaan, het orgelpunt komt nader.
Ik keer aldus tot mijn ‘roots’, en verder tot mijn ‘oerbegin’ dat lag ver voor de bevruchting van de vrouwelijke eicel, een bevruchting gewild en veroorzaakt door het ‘oergeweldige’ in de Kosmos, dat met niets te vergelijken is, zoals het Leven met niets te vergelijken is.
Het is waard even vooruit te zien, ik wachtende nog altijd, op het meest geschikte ogenblik dat er aankomt naarmate de aarde zich verder slingert om de zon. Ik, die weet, zonder het te ‘weten’ wanneer ik gaan moet alsof ik de baan van de aarde volgen kon en precies weten op welk punt ik ageren moet, ageren om te bestaan en de stralingen van de planeten en de sterren om me heen op te vangen om te zijn wie ik worden zal als mens en om het zo - me totaal matigend - te stellen als schrijver van blogs, ook dit lag reeds bevat in wie ik worden zou.
En wat dit betreft heb ik niet gefaald, zoals ik wel gefaald heb in andere aangelegenheden.
Tot daar dan toe, en ik herhaal me, mijn God was het allemaal wel nodig?
28-12-2022, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |