Laat het ons houden bij het verjaren zelf, zijnde de dag dat ik, met de aarde mee, niets af wetende noch van de tolling noch van de snelheid, ten volle 95 maal om de zon ben heen getold, een cijfer dat om zijn veelheid opgemerkt wordt.
We stellen het vast en we houden het bij deze vaststelling, zonder er al te veel noch poëtische, noch literaire woorden aan te verspillen, de feiten zijnde wat ze zijn.
Trouwens, stond het niet geacteerd in oude registers, het ware niet geweten want alle getuigen van mijn geboorte zijn heengegaan en ikzelf was niet mondig genoeg om de precieze datum op dat ogenblik op te tekenen en waar te maken. Maar wees gerustgesteld de weergegeven cijfers zijn correct.
Wat ik dan wel gedaan heb op deze fameuze dag, ik ben gaan zien in de tuin naar de struikjes ‘Helleborus niger’, een plantje dat bloeit rond Kerstmis/Nieuwjaar. In feite is het dus een bloem die gelinkt is aan de dagen rond mijn geboorte als kind. Zou ‘mijne’ moeder het geweten hebben, stond er Helleborus in haar tuin om me te verwelkomen ?
Deze in de tuin van hier staat nu wel in bloem maar ze heeft zich nog niet geopend op het licht hoewel ik haar gevraagd heb een poging te doen, maar ze is op mijn verzoek niet ingegaan, ondanks mijn verjaardag, dus voor de Helleborus in de tuin zal dit evenement, als het er een zou zijn, onopgemerkt zijn voorbijgaan.
Het is best ook er niet te veel de aandacht op te vestigen, de tijd doet zijn werk, morgen is het al voorbij en vergeten en wordt het uitkijken naar de volgende. Echter of die er komt is twijfelachtig, zelfs al heb ik het opgeëist in mijn eerste blog na mijn ziekte, deze van 16 oktober. Want deze opeising biedt me niet de minste zekerheid maar het laat me toch toe te doen alsof, en mijn dagen ernaar te richten alsof het een verworven iets was.
Ook heb ik mijn planning, eerder ogenschijnlijk veel te druk for a man of my age, gemaakt op deze basis,.
Wat ook, ik kan jullie zeggen – en de dag leent er zich toe - dat ik volle hoop heb te slagen in wat ik me voorhoud nog te doen. Het is alsof de impuls die uitgaat van deze dag, na al wat ik erover geschreven heb, voldoende wijst in deze richting.
Hoe oud voel ik me dan wel, of schrijf ik dat ik wel oud ben maar de ouderdom niet voel, zelfs niet voelen wil? Zeker niet als ik door het huis wandel en waar ik ook kom ik de muziek van ‘Klara’ hoor. Klara die me gezelschap houdt in mijn zijn en in mijn schrijven, wat een niet te bepalen rijkdom is, alsof al de kamers van het huis bemeubeld waren met schilderijen en boeken en de vensters behangen met gordijnen die het licht filteren tot een waas van innerlijke geladenheid die aanzet neer te zitten en te schrijven wat je te binnenvalt en niet op te houden, geïnstalleerd zoals je aldus bent binnenin de grenzen van elk woord dat je schrijft en waaruit de vreugde van het schrijven uit opstijgt.
Oud of jong heeft hier geen impact op, integendeel het verheft je buiten de tijd en buiten het fenomeen leven en dood. Dit alles en meer nog met het doordringend gefladder van Bach om me heen:
Waar kon ik ooit beter zijn?
|