Ik ga niet verder op mijn elan van gisteren, wie weet waar ik zou uitgekomen zijn? Ik zou niet alleen mezelf hebben weggeschreven maar ook jullie en dan wat? Dan ware er niemand geweest om mijn blogs te lezen die nooit zouden geschreven geweest zijn.
Uiteindelijk als ik verder ga zou misschien zelfs de wereld niet bestaan hebben. Of dan toch niet de wereld die we nu kennen en dan zou mijn bestaan er schuld aan hebben dat de wereld is zoals hij er vandaag is. Aldus mijn schreeuw die de jaren scheurt: mijn God, waarom heb je mij op die wereld neergezet, was dit wel nodig?
Ik schrijf 28 december van het jaar 1927: ‘I, in the womb of my mother, longing to start my days of life on earth.’
Op de aarde die ik niet ken, het licht dat ik niet ken, wat me er te wachten staat dat ik zeker niet ken, al staat het al geschreven, maar ik, sterk verlangend weg te komen uit het warme lichaam van wie ik nog niet ken maar van wie ik alle eigenheden, alle kenmerken heb meegekregen en die ‘mijne’ moeder is – ‘mijne’ zoals Gilliams zijn moeder noemde - het wonderlijke van het geboren worden dat me wacht en het even wonderlijke van het leven dat me opnemen gaat.
De tijd bijna, bijna rijp zijnde, en ik wachtende, een dag nog, om geïntegreerd te worden, toegevoegd aan al wat leeft en beweegt, aan al wat is. En wat is op dat toen van het nu, een dag, een uur, een moment?
Ik kan niet terug naar die warme schoot, al wou ik wel, maar het monumentale ogenblik ligt vast, er kan niets meer aan gewijzigd worden, de natuur heeft zijn werk gedaan, het orgelpunt komt nader.
Ik keer aldus tot mijn ‘roots’, en verder tot mijn ‘oerbegin’ dat lag ver voor de bevruchting van de vrouwelijke eicel, een bevruchting gewild en veroorzaakt door het ‘oergeweldige’ in de Kosmos, dat met niets te vergelijken is, zoals het Leven met niets te vergelijken is.
Het is waard even vooruit te zien, ik wachtende nog altijd, op het meest geschikte ogenblik dat er aankomt naarmate de aarde zich verder slingert om de zon. Ik, die weet, zonder het te ‘weten’ wanneer ik gaan moet alsof ik de baan van de aarde volgen kon en precies weten op welk punt ik ageren moet, ageren om te bestaan en de stralingen van de planeten en de sterren om me heen op te vangen om te zijn wie ik worden zal als mens en om het zo - me totaal matigend - te stellen als schrijver van blogs, ook dit lag reeds bevat in wie ik worden zou.
En wat dit betreft heb ik niet gefaald, zoals ik wel gefaald heb in andere aangelegenheden.
Tot daar dan toe, en ik herhaal me, mijn God was het allemaal wel nodig?
|