Je hebt altijd iets te vertellen zelfs als je niets te vertellen hebt want op het ogenblik dat je dit schrijft komt er Bach, Bach die je beroert met zijn ‘Mache dich, mein Herze, rein’ en je bent vertrokken, hoe vroeg het ook is, vroeger dan vroeg, zoals Bach doordringt tot je geest verder dan ver, hij je openscheurt tot waar hij nooit geweest is.
Je wist het niet waarom je zo vroeg bent opgestaan, maar je weet het nu, er was de roep van Bach en jij, jij die dacht dat je helemaal niets te vertellen had deze morgen van 9 januari 2023. En eigenlijk heb je nooit met Bach, zoals vandaag, een morgen gekend in je leven, zo plots, zo totaal onverwacht, dat je het vermelden moet, het uitroepen moet omdat het Bach is , de enige, de uitzonderlijke zoals hij optreedt in zijn Mattheus Passie. En je erover schrijven wilt hoewel je eerst niets te vertellen had, vertel je nu wat Bach is voor jou in deze ogenblikken die je normaal niet zou gekend hebben ware je blijven liggen waar je lag en, daarenboven om te schrijven wat je nog nooit geschreven hebt over een Bach in de morgen en wat wellicht nooit meer gebeuren zal zoals het gebeurde en dan nog met Schubert in zijn spoor, maar dan in een andere wereld, gelukkig hij in zijn ‘Forellen kwartet’ denk ik, ook dat hij gelukkig was toen hij het componeerde.
Maar hoe heb ik ooit durven verkondigen dat ik niets te zeggen heb als er Bach en Schubert is die spreken tot mij en ik die het vertel aan jullie.
Het is voldoende voor deze morgen. Zoals ik het stel is het een rijkdom aan noten. ‘Music is notes, nothing but notes’, wist Bernstein, maar de noten van hen dragen de eeuwigheid want als er iets eeuwig is dan is het hun muziek.
Schubert is het, Bach is het, mijn kleine wereld is overvol van hen en het is pas vijf uur, ik moet mijn dag nog beginnen. Ik neem hen mee in mijn petieterige wereld van elke dag, in een blog, juist voldoende om gerust te zijn over het verder verloop van mijn dag, zelfs over wat me tegemoet gaat komen uit de tijd die voor mij ligt, die ik nog niet ken, helemaal niets ervan, alleen het raden er naar als ik maar weet hoe oneindig ik bevoorrecht ben ten overstaan van mijn voorganger uit de middeleeuwen, hij had geen Bach, geen Schubert om zijn dag te beginnen en ik, besef ik het wel? Ik zwem erin, ik duik er in onder en ze overwelmen me, uitzonderlijk deze morgen zoals ze het nog nimmer gedaan hebben.
Eigenlijk ligt het niet bij hen het ligt bij mij die het geluk heeft hen te ontmoeten zo vroeg in de dag want ware ik niet opgestaan ik zou hun levensgezangen niet gehoord hebben.
Zo wie zorgde ervoor, welke voorzienigheid stond erop dat ik hen ontmoeten zou? Ik kan gissen, meer niet, en het heeft geen belang als ik maar danken kan, wie ook, dat ik Bach en Schubert heb beleefd en dat ze me geraakt hebben precies daar waar ze me konden raken in de woorden die ik te schrijven had.
Of hoe alles zich uiteindelijk oplost als je helemaal niets weet te schrijven.
|