Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    16-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IONA een poëtische evocatie

     

    Iona, een poëtische evocatie[1] 

    Ik ben totaal ontregeld wat het schrijven van mijn blog aanagaat. Voorheen presenteerde ik mijn tekst op een schenkblad, je zocht hem op of niet, en nu schuif ik hem in je voeten of je het nu wilt of niet. Er is dus, elke morgen, in mij een zekere onwil het te doen. Anderzijds wil ik niet stoppen en wil ik bepaalde geschriften van vroeger een langer leven geven door ze terug te nemen, te herdenken en te herschikken omdat ik ze niet wil laten verloren gaan in de kolkende rivier die de tijd is - zoals er zoveel is teloor gegaan de laatste dagen - daarom deze poëtische evocatie’.

    Zo die morgen de tocht, de oude pelgrimsweg volgend, over het eiland Mull naar het dorpje Fionnphort toe: een spreken en een zwijgen onder de bijna-regenlucht. Zo is het bruine land van Mull een tocht langs meren en heuvels en dalen, met hier en daar witte vlekken van huizen, kleine tekens van leven in een niet te noemen verlatenheid.

    En houden ze even de wagen stil voor het simpele langs de weg, terwijl de aarde zich door het Universum slingert, en beroeren ze het woekerende bekermos, het tere haarmos met de huif, glimmend van vocht en licht, trillend in de wind en denkt hij er omheen de onzichtbare korrels sporen die neervallen op zijn handen en over de aarde.

    Hij denkt : ik ben rust en ontvankelijkheid, ik ben ruimte en herinnering, ik ben verleden en heden - een sperwer schiet naar de grond toe en er hangt een schreeuw – ik ben landschap en oneindigheid. En van de dichter Macdiarmid las hij:

    The Rose of all the world is not for me

    I want for my part

    only the little white rose of Scotland

    that smells sharp and sweet – and breaks the heart. 

    En uit een draai van de weg tot hen gekomen, Iona, en wat zo lang reeds wemelde in hun verbeelden, ligt voor hen, zo heel dichtbij dat ze het bijna raken kunnen over de smalle strook water heen. Het is een wereld van groen en heuvels geworden. Het is een geblokte donkere kathedraal naast een handvol huizen. Het is een roerloze baken, een toevlucht.

    De kleine ferry glijdt over het helderste water, spiegelkleuren van geelgroen tot blauwgroen. Zijn hand in het water voelt hij de koelte ervan in zijn vingertoppen. En als de boot aanlegt onder een immense koepel van luchten, betreden ze een wereld van eeuwen her, van monniken en nonnen, van druïden en Kelten van Vikingers en Schotten, van vele geslachten die er waren, lang voor hen.

    Het is de herinnering aan wat nog kleeft aan de steiger waar ze aanleggen, aan de grond waar ze hun voeten zetten, aan de smalle huizen, aan de afgebrokkelde muren van wat eens de ‘nunnery’ was.

    Ze staan bij het eeuwenoude, hoge Keltisch kruis dat het symbool, de geest van Christus geborgen houdt. Ze lopen over de resten van het oude kerkhof waar eens de Schotse koningen werden begraven. Ze wandelen binnen in de schemerige maar o zo sobere kathedraal en:

    Instead of monks’ voices

    the lowing of cattle shall be heard. 

    Als ze terug buitenkomen, een trage regen valt over de aarde. In een roerloze boom, een roerloze tortel en een vers komt terug:

    Mon cheval arrêté sous l’arbre qui roucoule, Je siffle un sifflement plus pur… Et paix à ceux, s’ils vont mourir, qui n’ont point vu ce jour. Mais de mon frère le poète on a eu des nouvelles. Il a écrit encore une chose très douce. Et quelques-uns en eurent connaissance.

    Hoe groot is thans de vriendschap in hen en hoe arm hij die dit alles verwoorden wil. Want weinig talrijk zijn zij die dit lezen zullen, doch deze weinigen zullen broeders zijn met hem en met Saint-John Perse die deze verzen schreef[2].

    Het is dan dat het mirakel van het licht zich voltrekt. De wolken zijn opengeschoven en de zon springt lijk een waterval over de wereld. Alles is nu kleur en verrukking: de ruïnes van het klooster, de lage muren langs de weg, de trosjes dwergvarens gevat en levend tussen de oude stenen, de gouden fuchsiahagen en de schittering van de zee ver beneden hen.

    Ze kopen wat spijs en drank in de souvenirshop en wandelen langs de kustlijn het eiland in, de heuvel op en stijgen, als hadden ze vleugels, over rotsen en weiden tot de hoogste top, jong, overmoedig en vrijer dan ooit.

    Boven de wereld van eilanden en water breken ze het brood. De zon brandt hun handen en wintergelaten en de wind joelt in hun haar, in hun gedachten, in hun woorden.

    Dit ook is reeds herinneren als ze afdalen terug naar het vlekje wit strand, naar het turkooisgroen van het water, terwijl boven hen een leeuwerik zingend ten hemel stijgt.

    Op het hagelwitte strand van Iona spoelen kleine takjes wieren aan, donkerrood, karmozijnrood, levend in de palm van zijn hand. Hij ziet hoe teer ze zijn, hoe wonderlijk van vorm en hoe de kleur als van robijnen is naar de uiteinden toe. Ondoordringbare wereld van het intense, roekeloze leven waarover zijn adem is en zijn verwachten.

    Op het hagelwitte strand spoelen takjes wieren aan, tussen schelpen, rottende resten van planten en beenderen van vogels, overspoeld, weggeduwd en terug gezogen en van de oceaan is de zang erover en het licht is het licht van de eeuwigheid.

    Het is maar een onooglijk strookje strand, een inham tussen de rotsen en het beginpunt van de glooiing naar de top van het eiland toe. Omheen het eiland is de breeklijn van de branding, de glanzende oceaan uit deinend tot in de grijze oneindigheid van vele eilanden, ongenaakbaar, onveranderlijk van in het begin der tijden tot het einde ervan.

    Terwijl hij, onachtzaam, de kleine blaadjes wieren gladstrijkt over zijn handpalm, terwijl meeuwen wegschieten over het water en over het land. Terwijl het licht de tijdloosheid doorkruist en zij deel ervan, barrevoets in het water.

     

    [1] Iona, Holy Isle, birthplace of Celtic Christianity and ancient burial ground of Scottish Kings.

    Poëtische Evocatie van heel wat tijd geleden en eens als blog gebruikt op 30 nov. en 1 dec. van het jaar …?

    [2] Saint-John Perse :  Œuvre poétique I : Anabase : page 162, Gallimard 1960

    16-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thomas Stearns Eliot (1888-1965

     

    Alles overwogen, is het een (dunne) dichtbundel van de grote T.S. Eliot, de‘Four Quartets’, geweest die in grote mate de wijze heeft bepaald waaraan ik me houden wilde om poëzie te bedrijven.

    Ik ontdekte die bundel, meer dan een halve eeuw geleden, bij Smith & Sons op de Adolphe Maxlaan in de hoofdstad. Ik stond er voor de stand ‘Poetry’ en had een dun boekje uit het rek genomen en toen ik het opensloeg en las, was ik verloren voor de rest van mijn dagen:

    Time present and time past

    Are both perhaps present in time future,

    And time future contained in time past.[1]

    Wie schreef er ooit zoiets?

    Ik was totaal in de ban van die drie versregels, een levenswaarheid in enkele woorden: Time future contained in time past. Misschien zegt Eliot nog, hoewel zijn ‘perhaps’ maar noodzakelijk is voor de soepele lezing van het vers. Dit is het dan: een poëet, die van dan af is blijven aanwezig zijn in mijn gedachten, die mijn woorden en zinnen draagt en kleurt en opvult met een geladenheid die verwijst naar Eliot.

    En ik, vandaag schrijvend naar Eliot toe, hem dankend voor het enorme dat hij mij bezorgde en de impact die hij had op de persoon die ik zou worden.

    Grote poëzie, een rijkdom aan gedachten, woorden en beelden, klank en kleur, inwerkend op elkaar, om een bijwijlen verrassende levenswijsheid uit te dragen, maar op basis van de poëzie die nu hoog geprezen wordt, alle belangstelling heeft ingeboet.

    Ik hoef me maar los te laten op de poëzie van vandaag, te verwijzen naar de gedichten van Paul Auster om vast te stellen in welke mate de visie over wat poëzie is, zich gewijzigd heeft. En ik moet het bekennen, in mijn laatste gedichten ben ik, zonder het goed te beseffen dezelfde weg als Auster opgegaan.

    Een feit is zeker evenwel, T.S. Eliot heeft mijn schrijven - en met hem Maurice Gilliams - in grote mate beïnvloed. Blijkt dit niet uit mijn woorden dan is het omdat ik niet bij machte was dit te laten blijken. Maar als ik schrijf zoals ik schrijf en het blijf doen dan is het met  in mijn achterhoofd: 

    Trying to learn the use of words, and every attempt

    Is a wholly new start, and a different kind of failure[2] 

    Of, ik kan andere passages gaan opzoeken, Eliot’s verzen zijn endless, zijn een rijkdom aan gedachten, meer dan aan beelden, of:

    The only wisdom we can hope to acquire

     is the wisdom of humility,humility is endless[3] 

    Wie schrijft er nog poëzie zoals Eliot schreef, wie leest zijn gedichten nog. Hij spreekt tot mij bijna elke dag. Elk laat uur, voor mijn inslapen, liggen zijn quartets binnen bereik, niet altijd om de bundel, te openen, maar zijn woorden liggen er. De diepere betekenis ervan te begrijpen; na al die jaren, weten hoe zijn gedachten zijn ontstaan en vooral hoe ze liggen ingebed - het is zoals bij Dante - is me niet immer gegeven. Hij zegt dingen waar ik machteloos bij sta. Al weet ik waaraan ik me verwachten moet nadat ik van Paul Claes de vertaling en de verklaring bij The Waste Land[4] heb gelezen.

    Hij verbergt de wereldliteratuur in zijn werk en Paul Claes heeft dat verborgen gedeelte bloot gelegd. Heeft woord na woord in zijn precieze context geplaatst. Ik besef dat zijn Four Quartets op een zelfde basis zijn gestructureerd. Ik heb, lang geleden, ettelijke werken erover gelezen: Peter Ackroyd, George Williamson, D.E.S.Maxwell, dus niet het enorme aantal dat Paul Claes opsomt in zijn bibliografie bij zijn vertaling.

    Maar als ik een van mijn boeken opensla vind ik de passages terug die ik met potlood heb onderlijnd. En dan vooral deze, alsof speciaal voor mij ‘old man’, geschreven, die ik interpreteer als een dieper binnen dringen in het omringende, in het mysterieuze van geboorte en sterven om te komen tot een grotere levensintensiteit - mijn schrijven van elke dag – en een grotere verbondenheid:

     

    [1] Four Quartets: Burnt Norton: I, 1-3, Faber & Faber, first published in 1944

    [2] Four Quartets: ‘East Coker, V: 3,4

    [3] Idem: II: 97,98

    [4] T.S.Eliot: ‘Het barre Land’ (The waste Land) Vertaling Paul Claes. De bezige Bij, Amsterdam, 2007

    15-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hamlet's nutshell

     

    Shakespeare: Hamlet die even binnenkomt, het is nog volle nacht maar ik weet waar ik het vinden kan, ik zoek het op en laat mijn Shakespeare open liggen om het over te nemen in de morgen:

    I could be bounded in a nutshell and count myself a king of infinite space.’  ( Act II, 2),

    Want, als je schrijft, wat als je de woorden op jou voelt afkomen en je je voelt as a king of infinite space - een kleine weliswaar - van de oneindigheid die voor jou ligt.

    En je schrijft maar, je tekent alles op zoals het in je gedachten binnenkomt, met Hamlet and his nutshell op de achtergrond, je schrijft over tal van andere zaken die op jou afkomen; je denkt aan Dante en zijn Ulysses die het waagt met zijn gezellen te varen tot voorbij de bakens door Hercules neergezet of, over wat Borges te verhalen wist over graaf Ugolino met kinderen en kleinkinderen opgesloten in een toegemetste kerker, had hij of had hij niet van zijn kleinkinderen gegeten?

    Terwijl je eigenlijk de eerste gedachte die je, na Hamlet in de nacht, overviel deze morgen, zijnde de bekentenis die je wou doen dat je leven een leven zonder avontuur is geweest; dat je enig avontuur de boeken zijn geweest die je las, de te weinige boeken die je las. Eens, na een toespraak die je gehouden had en iemand je feliciteerde, en het was de kardinaal zelf, en zegde dat je een belezen man waart, en je toen antwoordde, en je meende het, dat je duizend boeken te weinig gelezen had.

    En inderdaad nu weet je dat je grondiger Homerus had moeten lezen en zeker beter Vergilius, dat je Ovidius onvoldoende las, Kafka, Jünger, Steinbeck, Hemingway, Sholokov, Pasternak, Gide, Sartre, Bernanos, Musil, Joyce en zovele, zovele anderen. Je zegde het niet maar je dacht het achteraf.

    Nochtans, het antwoord dat je toen kreeg was het antwoord van een wijze man: je kunt toch niet alles lezen. Wat een troost is nu, je kunt niet alles lezen, maar had ik die allen ‘grondig’ gelezen dan ware het een groot avontuur geweest.

    Ik zie en ik hoor, ik volg in de Standaard wat er verschijnt aan nieuwe boeken en stel vast dat de ganse wereld aan het schrijven is. Het verschil is dat anderen schrijven en gepubliceerd worden, wat ze ook moge schrijven, ze komen met zaken die ik nooit zou wagen te publiceren. Maar ondanks alles en ondanks mijn bloggeschiedenis a FORBIDDEN case geworden is - wie er voor zorgde weet ik niet, maar het is een feit - ga ik verder en verstuur ik nu mijn geschriften per e-mail. (FORBIDDEN van 10 juli af).

     Ik vind het me opdringen, want of ze mijn geschriften willen of niet ze, mijn lezers, tenminste deze van wie ik het e-mail bezit, krijgen mijn dagelijkse geschriften toegestuurd, Ik bezoedel hun mails met mijn woorden. Zodat ik hen verplicht me te lezen.

    Zo voel ik het nu aan, ik ben er niet gelukkig mee, je mag het weten, het wordt nu een mail die ik dagelijks in de morgen te schrijven heb, eigenlijk op het uur dat me past, maar niet dat van jullie wellicht.

    Begrijpe wie het kan wat het betekent neer te zitten, en te schrijven over wat je te binnen valt, zo maar. Ik weet dat er heel wat zijn die dit doen. Ik las dat Louis Paul Boon die ik bezig zag op de trein van Aalst naar Brussel - ik kwam toen van Schellebelle - er een meester, een keizer in was. Hij weze hoog geprezen want ik weet wat het betekent je elke dag leeg te schrijven, soms nog met de slaap in de ogen, zoals vandaag.

     

    14-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samenspraak

     

    Boeken en de vraag: ‘heb je die allemaal gelezen?’ ‘Neen, maar toch een groot deel ervan’. ‘En waarom bewaart je die nog, als je ze toch al gelezen hebt?’

    ‘Ze zijn de planten van de tuin die in mij is gegroeid ze zijn een deel van mij, een heel belangrijk deel van mijn geest. Weet je, kostuums, dassen, kousen, schoenen, kun je verwijderen, maar boeken zijn gezellen, zijn je avonden, je nachten, je dagen in de lommerd van de kerselaar, de appelaar, de notelaar. Ze zijn het voedsel dat je herkauwt, heropneemt, verwerkt en opsmukt, ze zijn je leven, je tastbare herinneringen. Je kunt dit alles zo maar niet achterlaten.’

    ‘Maar ze zitten onder het stof, het papier is vergeeld, de letters bijna weggeteerd, ze nemen een groot deel van je werkkamer in, ze verengen het uitzicht van de kamer en toch blijf je ze bewaren’.

    ‘Ik bewaar ook de stukken wortels die ik raapte hier of daar, ik bewaar ook de stenen die ik meebracht van Schotland, van Yemen, van le Crac des Chevaliers, van de Valais, van de vele plaatsen waar ik ooit was. Al die stukken zijn zonder belang voor jou, je kijkt er met een glimlach naar, voor mij zijn ze mijn leven, zijn ze mijn vrienden.’

    ‘Je bent een vreemde man, je bewaart niet alleen de boeken die je las, stenen en wortels die je vond, maar je schrijft ook elke dag een blog. Naar ik zie sta je er voor op in de nacht, wil je niet dat er een dag voorbij gaat dat je je tekst niet hebt ingelogd. Alhoewel er niet zo denderend veel zijn die je lezen - je ziet het aan het cijfer van de bezoekers – en daarenboven hun respons is heel dun. En toch, en toch blijf je schrijven.’

    ‘Ik weet het, mijn beste vriend, en geloof me ik had meer lezers verwacht, ik had er drommen verwacht, zoals deze die zullen opduiken op de dag van het Laatste Oordeel in de vallei van Josafat, als dat er ooit komt. En ook, ik beken je eerlijk, soms wil ik er mee stoppen, maar ik kan niet, ik kan niet, ik moet verder schrijven. Nochtans weet ik dat, als je begint over Dante, en je bent er vol van, dat er zijn die Dante ver weg wensen, die helemaal niet willen weten wat hij te vertellen heeft over zijn tocht door de Hel, want, zeggen ze, -  jij zelf ook trouwens - hoe zien die geesten er

    uit die hij ontmoet en waarover hij schrijft? En dan nog, welk recht heeft hij om iemand, wat hij ook moge gedaan hebben in zijn leven, om die man, die vrouw in de Hel te duwen. Wat weet hij over de laatste ogenblikken van hen?

    en toch blijf je hem citeren.’

    ‘Weet je, ik ben er ooit in verstrikt geraakt, ik ben veroordeeld om hem voortdurend in mijn gedachten binnen te laten, he has poisoned me with his verses:

    Ed è ragion, ché tra li lazzi sorbi / si disconvien fruttare al dolce fico.(Canto XV : 65-66). Waarom ook niet, want tussen zure bessen behoort de zoete vijg geen vrucht te dragen. (Vertaling Kan. A. De Beer, Davidsfonds 1954)

    Wat ook bij Dante de diepere ondergrond ervan moge zijn.

     

    13-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Bergen

     

    Ik geef me er, in de dagen die zijn, weinig rekenschap van dat het zomer is, ik ben te zeer genomen door de blogs die ik schrijven moet, het overige dat van de dagen is neem ik er onachtzaam bij. Aldus wordt de opeenvolging van de dagen een opeenvolging van mijn geschriften.

    Destijds echter waren de maanden juli en/of augustus, mijn dagen van de bergen en ik voel dat hiervan nog restanten zijn overgebleven, dat ik in gedachten meer in de bergen leef dat hier op de begane grond. Duidelijk is dat ik ginds een slepende ziekte heb opgedaan.

    Ik hoorde ooit van mijn jongste broer, Georges - hij heeft ook die ziekte maar in een mindere mate - dat hij gehoopt had, op de dag van zijn 80ste verjaardag, de Cabane de Moiry te bereiken om er met zijn familie een glas champagne te drinken. Hij mailde me daarna dat hij de berghut genaderd was tot op 200 à 300 meter klimmen, maar dat verdergaan, ingevolge de sneeuw en de beijzelde wegel hem te gevaarlijk toescheen om verder te gaan, wat de familie, in volle jeugd, wel heeft gedaan.

    Hiermede riep hij tal van herinneringen op bij mij, want ik bezocht deze cabane ettelijke malen. Een laatste maal was het met twee vrienden uit de Valais, ik vernoemde hen reeds, Robert Panchard en Gustave Cotter.

    Vertrekkende heel vroeg in de kilte van de morgen, met de wagen, voorbij de barrage, tot aan de voet van de Moiry gletsjer – vandaag is de gletsjer tot een minimum terug gevallen – en van daar uit, te voet, over de moreen, langs een duidelijk getekende wegel naar de cabane, meer dan 2.800 meter hoog. Van daar uit, na een thee gedronken, een lange tocht door de sneeuw, steeds maar stijgend tot aan de eerste naakte rotsen van de Grand Cornier, een top van bijna, op enkele meters na, 4.000 meters hoog. Maar die dag bereikten we de top niet, na een half uur klimmen op de bergrug, moesten we terug, de rots was te beijzeld en te gevaarlijk.

    Ik geloof dat ik eerder opgelucht was dan ontgoocheld. Ik denk dat ik reeds  te vermoeid was om nog verder te gaan, misschien heeft Robert, de gids, dit ook gezien en heeft hij de ijzel aangegrepen om de klim af te breken. Misschien.

    Een andere tocht, deze van uit de Cabane du Grand Mountet naar la Pointe de Zinal, eerst een lange wandeling door de sneeuw tot aan het laatste deel waar we voor een wand van sneeuw stonden en holtes in de sneeuw moesten gekapt worden om de voet in te plaatsen en hoger te gaan in de sneeuwwand.

    Ik herinner me nog heel goed dat ik de tweede van de cordée was na Robert, die al het kapwerk moest doen; dat ik wachten moest tot de opening was gekapt en dat ik daar stond, tegen de sneeuwwand gedrukt, rillend van de kou en met bijna bevroren handen, wachtend tot Robert klaar was om verder te klimmen.

    Toen ook zijn we, bij gebrek aan de nodige ijsvijzen – zegde me Robert - terug gemoeten terwijl ons een lokale gids met zijn cliënte, een bejaarde dame, in allerijl voorbij stak. Hoe hij het deed weet ik niet, maar we stonden er allen met bewondering naar te kijken tot ze verdwenen waren, hoog boven ons op weg naar de vallei van Zermatt.

    Zo zijn er vele tochten geweest in de bergen van de Valais en vele nachten in de diverse cabanes van de streek. Zelfs tochten vanuit  Zermatt, maar dan niet naar de top van de Matterhorn (Cervin, Cervino) maar wel naar de top van de Mettenhorn en dit met een Nederlander, met een Franse naam, als gids en een Parijzenaar als vriend en klimgezel.

    Dit waren dan de beste dagen van mijn leven. Al deze tochten staan beschreven in mijn dagboeken van toen, maar ik heb niet de moed om de verhalen vandaag terug te halen. Wie weet hoe ik er uit zou komen.

    Wat ik wel weet is dat de sfeer van de berghutten totaal is veranderd, dat het nu bijna hotels zijn geworden met restaurant, terwijl je vroeger bij je aankomst in de berghut, je zakje soep afgaf aan de gardien, die dan in de keuken van al die zakjes bij elkaar, een soep brouwde die rondgedeeld werd aan de aanwezigen, allen alpinisten die de volgende dag een of andere beklimming zouden doen, de ene wat hoger dan de andere.

    Altijd waren er diverse nationaliteiten, Italianen, Fransen, Duitsers, Zwitsers, en of het er gemoedelijk toeging na het avondmaal, bij een koffie of een biertje of een glas wijn. En of er gezongen werd en of er Witze werden verteld.

    Heerlijke antieke avonden waren het, maar vandaag al te ver in de tijd achter mij om er meer over te vertellen, al kon het wel.

    De tijd, ‘ce grand sculpteur de Marguerite Yourcenar’, beeldhouwer van gedachten en gevoelens, er tussen in. We groeten hem.

    12-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ic ben so wyd.

     

    Waar ik dan uitkom, een paar dagen terug, als ik begin met een ‘slagzin’ van Goethe, als ik schrijf en blijf schrijven wat me, in verband met die zin, te binnen valt, of, hoe ik gevangen word door mijn woorden. Alles is te wijten aan de omstandigheden: het was zo voorzien, zoals het ook voorzien was dat ik, zo maar, op deze heldere maar buiige dag, deel IV van Gilliams’ ‘Vita Brevis’, uit zijn rek zou nemen en dit, na die vele, vele jaren dat het boek wachtende was, het openen zou.

    Want daar gaat het om, zoals het me wordt ingefluisterd, en dit kan enkel door de geest van mijn overleden broeder Daniël zijn, of door de geest van Gilliams zelf, of door wat absoluut geen toeval mag genoemd worden, om terug te vallen op dit korte gedicht van Zuster Hadewych[1]:

    Alle dinghen

    syn mi te inghe

    ick ben so wyd

    Gilliams voelt dit gedicht aan. Hij zegt ons: ‘dat in deze drie korte zinnen, Hadewych het besef van haar psychologische (en daarbij ook fysieke) toestand, weergeeft’. Waarbij ze ‘een zo hoge geestesstaat van onthechting had bereikt, dat de ruimte die we rondom ons heen gevoelen haar te begrensd, te eng voorkwam om te ademen.’

    Ik denk dat er in elk leven momenten zijn - en niet alleen bij Hadewijch, dat we nood hebben aan iets in meer, iets dat ons verheft boven het dagelijkse van ons bestaan; iets dat er moet zijn maar dat we niet bereiken kunnen, een soort van heerlijkheid, een Arcadia, zoals Dante er een creëert voor de dichters en geleerden van vóór Christus in zijn Canto IV van zijn ‘Inferno’(lees: Stefan Hertmans: ‘De mobilisatie van Arcadia’, De Bezige Bij, 2011)

    We beseffen ten volle haar nood, en begrijpen haar smeekbede naar een woord, een teken, een opening. Het is de schreeuw van de mens in de grote stilte van het Universum, of zoals Saramago, in zijn vroegere jaren – op een moment van metafysische twijfel ooit schreef in zijn ‘Schriften van Lanzarote‘dat God de stilte van het Universum was en de mens de kreet die er betekenis aan gaf’.

    En als hij hiermede bedoelde dat zonder de getuigenis van de mens er ook geen God zou zijn, dan ben ik het volledig eens met hem.

    Echter, de Saramago van vijftien jaar ouder, in zijn ‘Geschriften’ opgevat als Blog, meer literair geprezen dan die van mij, zal zich  opstellen als atheïst, in zo ver dat er in zijn grafschrift - zijn as wordt bewaard in Lissabon aan de Taag onder een oude olijfboom uit zijn geboortedorp zo iets vermeldt staat als: ‘ik ben van de aarde en ik blijf van de aarde.’ Zijnde de laatste woorden van Baltasar Sietesoles  in zijn ‘Memorial del Convento

    Voor Hadewych is het een roep naar de oneindigheid die voor haar God is, de oneindigheid van ruimte buiten de muren van haar kloostercel, over de bomen heen, de wijde trillende luchten in, de planeten en de sterren voorbij, naar de open armen van haar God, om er te zijn, ver weg van de engheid der dagelijkse dingen, het wassen, het koken, het boenen van vloeren, van meubels.

    Haar verlangen, haar roep naar het gans andere is zo wijd, zo groot, zo adembenemend dat het een geestelijke kwelling wordt.

    Is het ook niet, bijwijlen, onze roep?

    Saramago’s schreeuw is een schreeuw binnen de engheid van het bestaan, hij twijfelt zelfs niet. Maar, misschien mis schrijft hij zich en is, in de echo van zijn schreeuw, zijn zoeken te horen naar de betekenis van die God die hij niet vinden kan omdat hij Hem te dichtbij is blijven zoeken, niet verder heeft gekeken dan wat de Kerk hem voorhield. Zoals er hier zovelen rondlopen. Voor Hadewyck was dit ‘te inghe’, te leeg, te kleingeestig , ze bewoog zich geworteld in het kosmische. 

    11-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerk en Staat of zorgen in progressie.

     

    Wanneer een aangestelde als Regeringscommissaris in dit land, een jonge vrouw, met hoofddoek, aanvoelt dat het ogenblik gekomen is - zij ver vooruitziende wat de demografische evolutie betreft - de Kerk boven de Staat al ziet staan, dan is het absoluut noodzakelijk, vandaag en niet later dan vandaag, de God van hier en van daar en van ginds, te ontdoen van de schors die de mens van hier, van daar en van ginds eromheen gewikkeld heeft en, krachtig door te dringen tot de diepste essentie van dat goddelijke, af te zien van die spookgedachte die zij ervan gemaakt hebben.

    Alles samengenomen vrees Ik echter dat de Allah-geschiedenis - zoals nog bij velen van ons, de God-geschiedenis - te diep geworteld zit in het volk, zeker in dat van haar, en er veel, teveel generaties zullen nodig zijn opdat er, in hun geloof in die Allah van hen, enige wijziging zou kunnen optreden.

    Niettegenstaande alles, blijft het een ernstige opdracht voor de mens van het derde millennium - of is het reeds het tiende of het vijftiende millennium? - de mogelijkheid dat de Moskee het ooit haalt op de Staat, voor ogen te houden, te blijven bestrijden en zeker in deze zin geen enkele toegeving te doen. Bewust blijven van het gevaar dat de Islam inhoudt voor onze westerse beschaving, voor onze Romaanse kerken, voor onze kathedralen, voor onze Kunsten, onze Muziek en Letterkunde, en zeker voor onze levensgewoonten die ons heilig zijn.

    Laat het geen nieuwe revolutie worden waarbij de mens ondergeschikt wordt aan wat eeuwen geleden geboekstaafd werd en als wet wordt aanzien. Niet met ons, niet met de mens, volgelingen van Spinoza.

    De boodschap die ons ooit bereiken kan is een woordeloze boodschap uit de Kosmos. Het is daar en daar alleen dat ons spiegelbeeld getekend staat, want de geest in ons is geen toevalligheid, maar een toegift, is a vehicle, een middel om te komen tot de echtheid van het Zijn, tot de ware betekenis van onze aanwezigheid hier op de planeet Aarde, tollend omheen haar zon als levend deel van de Kosmos.

    Als er een Allah, een God is, dan is het er een van de Kosmos, de Aarde maar een stofje zijnde. Zo lang dit niet begrepen wordt lopen we, als vrienden van Spinoza, groot gevaar.

    Blijvend zich hiervoor inzetten is het vreemde verlangen dat hem rechthoudt, dat voor een deel aan zijn leven kleur en betekenis geeft. Want wat indien hij dit betrachten niet kennen zou?

    10-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is er van

     

    Wat is er van een man op hoge leeftijd die meent - doet alsof - dat hij na meer dan 3.000 blogs, nog altijd in staat is, er origineel nieuwe aan toe te voegen? Hij ijlt die man.

    Al ziet hij, als hij de nummering volgt, dat het aantal lezers blijft slinken, hij volhardt, hij blijft presteren wat hij nu al jaren doet, a blog a day, en hij zal het blijven doen ongeacht of hij gelezen wordt of niet, al was het voor zichzelf dat hij schrijft. Hij wil zo lang het enigszins kan zijn zelfde ritme behouden, is het geen beschrijving van het landschap van de geest, het houdt zijn vingers soepel en het geeft hem een zekere voldoening als hij erin slaagt te bereiken wat hij bereiken wilt.

    Nochtans, hij staat de eerste geklasseerd onder de meer dan 7.000 die een blog ‘dagboek-bedenkingen’ bijhouden, en 26ste op de lijst van de meer dan 100.000 ‘bloggers’ die er zijn. Waarover doet hij zijn beklag, ja waarover? Nog een reden om verder te gaan want elke dag is voor elk van ons een nieuwe dag, is voor velen een herhaling van wat was, niets meer dan een herbeginnen, wat het ook voor hem is. Het vergt hem alleen maar wat inzet om er aan te beginnen, het overige komt vanzelf.

    Het is zo iets, maar niet zo indringerig, niet zo sprankelend, als de Bolero van Ravel, hetzelfde thema hernomen, telkens met een instrument in meer bij een zelfde geroffel, zoals hij zich de Bolero herinnert en zal blijven herinneren, het ballet van Béjart er aan toegevoegd. Met dien verstande dat Ravel hier een hoogvogel geschoten heeft en hij, hoogstens een gaai. Waar hij het moet mee stellen als schrijver in de schaduw. Deze van de schrijvers in boekvorm.

    Van deze paragraaf is hij zeker dat hij nieuw is, of hij echter ook origineel is, weet hij niet, maar die paragraaf staat er als origineel voor hem en dit is hem ruim voldoende, want hij heeft het niet gehaald bij iemand anders. Hij heeft trouwens nog nooit iets gehaald bij anderen waarvan hij  niet gezegd heeft van wie het kwam, hij is altijd correct gebleven hierin, hij heeft dus niemand schade berokkend in wat ook.

    De zin van Goethe die hij gisteren gebruikte, heeft hijzelf niet ontdekt, hij komt van de Goethe-kenner, zijn  vriend Albert Schrever en hij is er hem dankbaar voor. Hij is allen dankbaar die hem vergasten op literaire of andere delicatessen, het mag ook Roger Tas zijn, een vriend, die hem verraste, enkele dagen terug, met een bericht dat grenst aan het ongelooflijke, geplukt uit ‘Il Giornale’: Hitler, the craziest and most dangerous, die zou gepoogd hebben het gebeente van Dante in Ravenna (en niet alleen dit van Dante) te laten overbrengen naar een te bouwen mausoleum in Duitsland.

    Iemand zoals hij die nog weinig leest wordt aldus door zijn lezers op de hoogte gehouden van het meest sensationele van de dag.

    Even sensationeel is het dat het Italië is en niet België die de finale speelt tegen Engeland. Maar dit zijn zeer persoonlijke bedenkingen die hij, uitzonderlijk, kwijt wilt.

    09-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoop dat leven is.

     

    Allen die schrijven zijn het eens met Goethe:  

    Mein unermesslich’ Reich ist der Gedanke / Und mein geflügelt Werkzeug ist das Wort[1]

    Beter en juister kan het niet gezegd worden. Het zoeken naar zinnen die waard zijn opgetekend te worden, omgezet in de meest passende en ‘geflügelte’ woorden  is waar we dag in dag uit, zelfs in de uren van de nacht, mee bezig zijn. Het is ons leven, het is onze adem. Of het nu is omheen Dante, omheen Respighi, omheen om het even welk gebeuren of fenomeen, we zijn gedoemd het te noteren in een of ander geschrift of bewaren in ons onderbewustzijn, waaruit het vroeg op laat zal opduiken.

    Jarenlang ben ik er al mee bezig. Ik richtte mijn leven er op in. Het drama is dat ik verkeerd ben geweest, dat ik veel belangrijkere zaken heb over het hoofd gezien en dat ik het geluk dat ik gemeend had ermede te verwerven een ijdele droom is geweest.

    Zelfs als ik nu dagelijks bezig ben met deze blogparade - een parade zoals de muziekstukken van Klara - waarop ik al mijn hoop had gesteld, dat uit de nevel van het verwachte, een stem zou zijn opgestaan die me een kans zou aangeboden hebben deze teksten op de markt te brengen, dan ben ik tot vandaag op een ontgoocheling uitgekomen, zoals er al zovele zijn geweest in mijn leven, of anders gezegd, ik heb uiteindelijk niet bereikt wat ik bereiken wou.

    Eergisteren of was het de dag ervoor, kreeg ik het bezoek van Margot, mijn lieve kleindochter, ze wou mijn kamer zien en was verbaasd over de vele boeken en dan vooral over de rij dagboeken – page a day diaries van the Economist – met de hand geschreven. Ze vroeg me wanneer ik dat allemaal had geschreven, en ik zegde haar, meestal vroeg in de morgen of laat in de nacht, dag aan dag. En ze keek me aan, hoe kun je zo iets doen en zoveel. En nu, de nacht in schrijvend, vraag ik me af met welk beeld ze is weggegaan van mij en welk beeld ze zal overhouden van die oude grootvader van haar met al zijn boeken en dagboeken en, met zijn tekeningen aan de wanden. Ze is achttien, ze is schattig, ik houd haar lang in mijn armen  als ze weggaat.

    Denkt ze soms aan mij, denken anderen soms aan mij?

    Het zal wel. Zoals ik aan hen denk, denken zij aan mij. Zoals ik soms denk aan hen die ik in geen tientallen jaren gezien, noch gesproken heb, maar die toch regelmatig in mijn gedachten komen: oude collega, een Michel Jamar, een Jacques Roelandts, een Jan De Winne - zijn ze nog onder ons? - en wie nog allemaal, die ik niet opsommen wil, maar waarvan ik hoop en blijf hopen, dat ze ooit door een of andere omstandigheid op mijn blog zullen vallen en me zullen benaderen, plots, morgen, overmorgen en ik hen lezen zal, om in een ruk, de afstand die er was tussen ons in de tijd, te verbreken. Dit ook is een fractie van de hoop die k meedraag. tot binnen deze woorden.

    Hoop, hoe weinig ook er van rest, dat leven is.

     

    [1] Te lezen, leert een vriend me, als deel van een inscriptie op de muren van het Stadtschloss van de Goethestad Weimar.

    08-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elegie.

     

    Een hoge vlucht nemend: Elegie

    Hij schrijft in de volle stilte van de woning. De ceder voor het raam,, de rusteloze, levende is, zo denkt hij, met zijn verste wortels doorgedrongen tot onder het huis. Hij weet zich zitten als in hun schoot, een veilige gewijde plaats. Hij denkt: zoals Pasternak, zoals Mahler in hun werken dringen aldus  de krachten van de natuur tot mij door, is er nu een deel van de natuur in wat ik schrijf en bereik ik aldus een dimensie in meer, is er een deel van het kosmisch gebeuren in met mijn woorden ingesloten.

    Hij weet nu, dat het neerzetten van gedachten, een lang proces is van noteren en aanpassen. Eerst in zijn brede lijnen, daarna uitgewerkt, uitgesponnen, hernomen en herdacht, aangevuld en geschrapt en terug hernomen. Hopende dat wat uiteindelijk bereikt wordt, dat, wat in woorden werd omgezet, duidelijk zal aantonen dat hij zich voortdurend heeft willen plaatsen op de ebbe- en vloedbeweging, van het transcendent-eeuwige, op het aanzwellen van de golf en de terugval ervan om terug op te klimmen met een witte rand waarover de meeuwen hangen, krijsend in de wind die van de geest is.

    En boeken zijn zijn leven (geweest en nog), hij gaat ermee slapen en staat ermee op. Hij woont er binnenin tot ver voorbij de laatste zin ervan.  Aldus tracht hij immer, en zovelen met hem, druppel na druppel te puren uit hun aroma. Soms is dit heel weinig, soms is dit meer, soms is dit heel veel. En het is het heel-vele dat de maatstaf is, dat aantoont hoe hoog hij wel geklommen is, de aarde wegschuivend onder hem: een blauwe lichtende bol tegen de mysterieuze oneindigheid van het zijnde.

    Het ogenblik van het schrijven is het ogenblik van de geest. Immer tasten we af én wat van vroeger is én de betekenis ervan in het licht van wat het heden is. Hierbij kunnen we enkel herhalen, met wat schakering in de kleur, wat anderen vóór ons reeds geschreven hebben en hebben ze het niet geschreven, het gedacht hebben. En dit zal immer zo zijn en zo blijven.

    Maar hoe goed het is te schrijven, hoe en in welke modus ook. Eens  zijn naam eronder zal het de tijdloosheid binnengaan en levend zijn in deze tijdloosheid; zullen bewegend zijn de ideeën die er in opgenomen werden, bewegend de gevoelens die erin ruimte zoeken, bewegend de poëzie die hij betracht heeft en zullen de woorden zijn van een grote roerloosheid zoals ‘a Chinese jar still moves perpetually in its stillness.

    Hij ook heeft dit reeds lang begrepen, hij ook weet met Eliot dat de rust een innerlijk bewegen is. En zijn woord is meer naar binnen gegroeid dan naar buiten en hij heeft het zo gewild. Maar naar binnen of naar buiten het was steeds in de richting van het licht, de enige richting die gevolgd wordt door boom of plant, met omwegen mogelijks, maar immer naar het licht toe, het hart van de eeuwigheid.

    07-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ottorino Respighi.

     

    Ik ontwaak met Klara. Ik denk Mozart maar het is Beethoven. Ik luister naar wat er in de wereld is gebeurd. Ik bezoek Lalo, Grieg, Respighi.

    Wat een mogelijkheden voor de geest om, ontwaakt uit een droom, terug te keren, half slapend nog, naar een andere droom en aan te komen in de geest van Ottorino Respighi die zijn gedroomde klankenwereld opgetekend heeft, vastgelegd, verankerd heeft om deze voor eeuwen door te geven naar het leven van de levenden.

    Ik ken het geluk mijn morgen te beleven op deze wijze. Te ontwaken en binnen te stappen, even maar in het gevulde leven van een Respighi, ik ken de man niet, maar geïnspireerd door de geluiden, de lichtinval, het schuiven van de wolken, zoals hij is, wandel ik met hem op vier plaatsen in Rome onder de pijnbomen, luisterend naar de klanken die hij was, een eeuw geleden alsof het nu was.

    Ik volg hem onder ’i pini di Roma’, en blijf hem volgen de ganse weg, in de zang van de pijnbomen over mij, de ogen gesloten me inbeeldend de lange rij pijnbomen waar ik ben, waar ik nog nooit geweest ben, wel die gezien op andere plaatsen, wel gezien die rijen pijnbomen in het heuvelende land van Toscane, waar ik ooit was met Dante aan mijn zijde.

    Zo wandel ik nu met Respighi, luister ik naar wat hij hierover te vertellen heeft in klanken die van heel ver komen, die hij in gelukzalige ogenblikken voor hem, heeft gehoord en opgetekend, niet wetende dat deze ook voor mij bestemd waren,  een dag in juli van mijn drieënnegentigste jaar.

    Ik zoek het niet uit om meer te weten over hem, maar hij luisterde, zoals ik naar de levende wind in de levende bomen, niet om het even welke wind maar een wind die de geest van Respighi beroerde en neerviel in wondere tekens op een notenbalk, neerviel in een partituur, een symfonisch gedicht dat hij schreef en nu omgezet in klanken die ook deze zijn van de bomen, van de pijnbomen van Rome.

    Gelukkig leef ik ruim. De wereld van de muziek en van het woord is die waar ik me elke dag in ophoud. En gelukkig dat ik mijn dag vandaag kan beginnen met Respighi, met Lalo, met Grieg en daarna kan afdalen in de boeken van anderen, van Hertmans, van Nooteboom, van om het even wie, zelfs van Borges, zelfs van Dante.

    Gelukkig dat ik daarna kan neerzitten en schrijven wat ik te schrijven heb, uitgelaten, al de rest vergetend, opnieuw geboren, telkens opnieuw als ik neerzit voor mijn klavier, zoals ver in de tijd voor mij, Respighi neerzat voor zijn piano, tastend naar klanken, ik naar woorden.

    Ik om daarna de dag in te gaan die zich al geopend heeft op de dingen van de geest en deze al  opgetekend, de grote weelde van klanken over mij gedruppeld in de klanken die van het woord zijn.

    Beleven van wat is, doen we beiden, hij met klanken, ik met woorden. Het verschil in interpretatie van het essentiële hierbij, is heel klein, het essentiële dat is van de ongrijpbare, onverklaarbare geest die in de bomen drijft, over de velden, de stromen en de zeeën, over de bergen, de steden en de dorpen, de woestijnen.

    Geest is alom, is woord en klank, hij is ‘des mensen’, en eens hij zich losrukt en zich toont  is hij  van de Kosmos.

    06-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gletsjer.

     

    In feite kan ik niet anders meer dan elke morgen, de afzondering opzoeken om de schrijver in mij, de Ugo, terug te vinden die ik vrije teugel geven moet. In andere woorden, Ik word een ander mens met een totaal andere ingesteldheid op de dingen en de gebeurtenissen. Ik leef een ander leven dan het alledaagse. De laatste tijd echter gaat dit minder vlot, er is sleet op het spontane in het ‘anders zijn’. Het vergt inspanning wat een teken is voor mij. Trouwens wie is er nog om me te lezen nu ik stilaan een ‘uitgeschrevene’ word?

    Ik heb dit wellicht al gezegd of iets in die zin, en indien niet dan heb ik het gedacht, zou Pessoa zeggen. En heb ik het nog niet gezegd of gedacht dan is het omdat ik ben gaan nadenken over het fenomeen, schrijven. Want schrijven is een fenomeen, is een veld zoeken op een plaats waar er nog geen veld is en het bezaaien, het bezaaien met woorden, meer is het niet en, wat nog is, de zaden liggen er voor het grijpen in het oneindige en het eeuwige, en eens je aan het zaaien begint, schakelt je je in, in het werk van de natuur, word je een schepper, vervul je je met krachten eigen aan de Kosmos.

    Dit zijn grote woorden die ik gebruik, maar wat anders is het schrijven dan vastgrijpen en transformeren in letters die woorden zijn die gedachten zijn, om een veld van gedachten dat voorheen, ergens, in mij, in potentie bestond, bloot te leggen.

    Zo gebeurt in een wereld van gebeurtenissen, op een dag in een veld van dagen, op een middag die van alle middagen zijn kan, dat ze afscheid namen op de binnenkoer;, dat Lucas - of wie ook - de wagen startte, in een brede zwaai omheen het perk verwilderde rozen reed en. ter hoogte van Ugo gekomen stopte, het raam opende en zegde:

    ‘Ugo, je hebt volkomen gelijk, de eerste zin uit het evangelie van Johannes is wellicht de meest belangrijke zin die ooit onze westerse   gedachtewereld is binnengebracht: in den beginne was het Woord of, zoals jij het interpreteert, in den beginne was de Geest. Ugo, het is een slagzin waar ik mee leven kan. Salut, mijn dag is goed en je hebt hier een schitterend domein’.

    Ugo wou antwoorden maar Lucas was al weg, hij stak nog even zijn arm op en reed weg onder de torenpoort de lange lindendreef in.

    Ugo volgde hem, zag hoe hij vertraagde bij de overweg, zag hoe hij de bocht nam en geruisloos wegschoof tussen de rozenvelden. Maar de woorden van Lucas hingen nog over de binnenkoer, mengden zich met de stilte van het huis en Ugo dacht aan wat hij niet gezegd had aan Lucas: ‘En het Woord was met God en het Woord was God’, omdat hij wist dat het woord ‘God’ de angel van een bij was voor Lucas, de ongelovige. Het is goed, dacht hij dat jij, Lucas, al weet dat alles ontstaan is uit de Geest, leef ernaar, Lucas, mijn vriend, en niets kan je overkomen.

    Hij ging binnen in de hall, het tafeltje met de vaas witte rozen, rozen die Lucas had meegebracht. Waarom witte wist hij niet, hij had trouwens nooit rozen bij als hij op bezoek kwam, maar had hij gezegd met de rozen in de hand, denk aan Gezelle, denk aan ‘die avond en die roze’, je bent de enige vriend die ik heb, die rozen verdient.

    Is het zo had hij Lucas gevraagd. Wel, niet helemaal, maar dan toch de enige die witte rozen verdient, de enige wiens gedachten puur zijn als een witte roos wit is.

    De kamer met de wijd open haard en de rijen boeken tegen de wand en alle meubels en schilderijen in de kamer wisten van het vele dat er gezegd was geweest tussen hen, en misschien, misschien was er een glas wijn teveel geweest, een ‘Malvoisie’ uit de Valais, uit het land, het dorp, de bergen, die hen beiden week maakten, omdat ze er veel samen waren geweest en er hadden rondgezworven.

    En het is treffend hoe de bergen de mensen binden. Onlangs nog had hij een vriend ontmoet, die hij in jaren niet meer gezien of gesproken had; ooit was die vriend bij hen op bezoek geweest in Grimentz of in Zinal, en het was het eerste dat hij had vernoemd, weet je nog, Ugo, weet je nog de cabane du Grand Mountet. Hij was er met hem en een paar andere vrienden nog, heen gegaan, een lange tocht langs de weg die nu niet meer genomen wordt, over de gletsjer, een tocht van uren. En gaan over een gletsjer vergeet niemand, je blijft  erover gaan in je dromen, in je gedachten die je telkens overvallen; die je niet uit jou wegduwen kunt, niet meer, nooit meer. Het geluid van je stappen over het korrelige ijs, kruipt in jou, blijf je horen, samen met het vloeien van water in de kloven. En jijzelf, hoe je je voelt, oneindig klein, maar met een groot zwellend hart in de oneindigheid van de bergen om je heen.

    Maar, de vriend, die niet stopt, weet je nog, weet je nog, Ugo, echter niets anders over van vroeger, alleen onmiddellijk over die Cabane en die tocht over de gletsjer, dank zij mij en, anders had ik dit nimmer gekend. Had ik met hem die tocht toen niet gedaan ik zou niet de vriend geweest zijn voor hem die ik nu ben.

    Ugo had die tocht niet gedaan met Lucas, maar met hem was het een binding, een verweving van de geest in hen.

    Op de tafel nog de fles en de twee glazen. Er was nog een kleine fond in de fles Malvoisie met het etiket van druivenranken. Hij schonk het zich in, en dronk. Hij hield lang het aroma en de smaak ervan. Hij ging neerliggen op de sofa voor de haard, het huis als een schelp van peis over hem.

    Ik zal maar niet verder schrijven hierover. Al hoor ik nog mijn stappen over het ijs, al hoor ik nog het vloeien van water in de diepe gleuven. Al voel ik me nog heel klein gehuld in de bergen waar ik nu nog ben voor een ogenblik, voor enkele ogenblikken, ik moeilijk terug kan naar de begane grond.

    05-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tot spijt van wie het benijdt.

     

    Als je geen vaste gang meer hebt, heb je geen vaste hand meer om te schrijven, helpt je het klavier van je laptop, wat niet hetzelfde is als je hand glijdend over het papier van je notablok.

    Heeft het een impact op wat je schrijft of hoe je woorden zich vormen? Ik weet het niet maar je hebt geen keuze, dus doen maar en nemen wat er komt, je wordt het gewoon, zoals je vele dingen gewoon raakt, ook het schrijven van een blog, liefst in de morgen, amper uit het bed gestapt, welk uur ook.

    Ik denk dat er vele schrijvers zijn die zo hun dag beginnen, die vóór hun ontbijt, gedaan hebben wat ze te doen hadden, om vrij en onbelast hun dag in te gaan, wat ook dit is waar het bij om gaat.

    Ik weet wel dat het de volgende dag een nieuw beginnen is, maar ik slaagde vandaag, waarom zou het morgen niet gaan.

    Ik heb dus een blind vertrouwen in mijn mogelijkheden, ware het niet zo ik zou blijven woorden voortbrengen om zekerheid te verwerven niet voor één dag maar voor een ganse week.

    Of hoe ik ben ingesteld, alles, of bijna alles zich samenballend in die enkele momenten die het me vergt om de essentie van wat ik zeggen l op mijn scherm getekend staat. Daarna komt het verfijnen, komt le fignolage de mes phrases, wat de meeste tijd vraagt en feitelijk, je mag het weten, de ganse dag doorloopt, ik blijf ‘fignoleren’, de tekst volgt me waar ik ga of wat ik ook doe; Pas als hij ingelogd staat verlaat me de intensiteit ervan.

    Een blog, mijn vriend, ik blijf het herhalen, is een hels iets is, om het gewoonweg te zeggen, een blok aan je been als veroordeelde. Al is het geen zwaar gewicht, het is een vaste greep op je geest. En ik spreek met een zekere ondervinding.

    Er is misschien een beloning aan verbonden, maar zeg me dewelke als het niet een verbazen zou zijn het vol te houden gedurende jaren. Wat heel mager is als beloning, mager en vlug te vergeten.

    Wat erger is, het werd een gewoonte er is geen zelfvoldoening meer mee gemoeid, wat het vroeger wel was. Ik zit dus gegrepen in mijn eigen mallemolen en kan er me niet meer van losmaken. Ik doe zelfs geen pogingen meer om het over een andere boeg te gooien - je leest het welke leeftijd ik heb. Ik ben wel geen Arthur van Schendel, de man van het Fregatschip Johanna-Maria, maar toch gebruik ik nog altijd zijn termen, als is hij door de tijd van nu al lang vergeten, zo schijnt het me toch toe.

    Echter het is nog altijd mijn wereld, samen met Faulkner, met Hemingway, met Steinbeck, met Proust, met Bernanos, enkel Stefan Hertmans en Cees Nooteboom hebben die wereld van toen kunnen verstoren, maar voor mij - Dante op zij geschoven - zijn zij de enigen die het haalden.

    Wellicht tot spijt van wie het benijdt.

    04-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedicht à la Auster.

     

    Geluk,
    echoënd in de lijnen
    die ik teken
    dankbaar dat ik,
    zo ver gekomen al,
    het nog vermag.

    Zo ken ik me,
    telkenmale ik hier kwam,
    bezeten door het land,
    bomen en luchten,
    weerspiegeld,
    ik openbloeiend.

    Heb ik geleerd
    om hier te zijn
    en nergens nog te keren,
    wetend
    dat het een laatste maal
    kan zijn,
    dat ik hier kom.

    Zo,
    van het ruisen in de bomen,
    van het gras hier teder als de zomer
    de vijver er en hoe hij is
    om van te houden,
    in het namiddaglicht:

    Ik met een oud boek
    om het te lezen,
    later.

    Onmachtig meer te zijn
    dan het afscheid nemen,
    vervulling
    van het vele dat van mij
    hier  blijven zal,

    als ik ver zal zijn.


    03-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Growing old.

     

    In al die jaren die voorbij zijn, heb ik nooit geschreven dat oud worden bitter was, een woord dat me gisteren ontsnapte. Ik moet dit gehaald hebben uit een oude zin uit een oude Bijbel, een zin die is blijven hangen, want oud worden zelf is niet bitter, het is een normale, geleidelijke overgang naar je einde toe, met alle gevolgen eraan verbonden en, het is het blank aanvaarden dat het proces vergemakkelijkt.

    Voor iemand die schrijft, die andere geestelijke - reflexieve - zorgen heeft, situeert het zich het proces op de achtergrond, zoals de muziek van KLARA, beide zijn aanwezig maar hun impact is beperkt. Trouwens tegen het ouder worden is geen kruid gewassen.

    Een vreugde echter is het evenmin. Facebook - die ik passief onderga - signaleert me de verjaring van Francine D. S. echtgenote van een overleden vriend van mijn overleden broer, Daniël. Ik kende haar als een jong meisje, als een jonge vrouw, maar verloor haar uit het oog. Ineens duikt ze op in Facebook, zegt men me dat ze 82 wordt en ik kan me zoiets niet voorstellen. Waarom hoefde dit cijfer erbij, waarom moest ze ineens in mijn gedachten gemetamorfoseerd worden tot een dame op leeftijd, een te grote breuk met het beeld dat ik van haar had overgehouden. Shame on you, facebook, shame on you, het beeld weg te nemen dat ik had van haar.

    Aldus is ouder worden een verschraling van beelden, van uiterlijkheden, schokkend soms, terwijl, zoals nu, als ik haar lees, ze nog altijd in haar woorden de Francine van vroeger is gebleven, ze heeft nog altijd dezelfde heldere, jeugdige stem, heeft nog altijd dezelfde lach, alleen werd er nu een cijfer op gekleefd, een cijfer dat alles verkleurt.

    En het kan, zoals het gebeurde dat de facebookredactie, de leeftijd van een verjaarde kennis fout berekent, hem het cijfer 71 meegaf in plaats van 61, en ik achteloos hierop ben ingegaan en hem gefeliciteerd heb met zijn 71. Een schromelijke flater die ik  beter niet had begaan en waarvoor ik me achteraf heb verontschuldigd, wat een pleister bleek op een houten been.

    Er zal bij mij geen vergissing in méér van tien jaren gebeuren, het zou me binnenleiden in een leeftijd van meer dan een eeuw; daarentegen, moest de vergissing ‘in min’ gebeuren, dan zou ik het gelukzalig vinden amper 83 te zijn. Maar zo iets overkomt je niet, en zelfs indien het je overkomen zou, zal je gelukzaligheid van korte duur zijn.

    Maar waar wil ik eigenlijk heen met deze gedachten over het oud worden, een proces waar niemand aan ontsnapt?

    Growing old is growing wiser, is becoming an explorer[1], een uitzoeker wat het leven is, wat het was en wat het worden zal eens het eindpunt bereikt. Want daar komt het op aan in het leven, zich ooit een beeld te hebben gevormd van wat er is na het sterven, of het, het absolute einde betekent ofwel of er een ander, een totaal nieuw leven op volgt. Growing old is zich die vraag stellen, is trachten te doorgronden, op basis van wat hierover en wordt en geschreven staat, voor zichzelf uit te maken wat er is van dat alles en niet te gaan als een blinde, de handen vooruit, aftastend.

    Ik wil niet dat dit me overkomt, ik wil niet weggaan in de onzekerheid, ik wil gaan met de zekerheid dat mijn leven, de geest in mij, eeuwig is, dat ik keren zal nar de bron waaruit ik ben opgestaan.  

    En dat aldus, de cirkel die mijn leven was, zich sluiten zal.

     

    [1] T. S. Eliot : Four Quartets , East Coker V : ‘Old men ought to be explorers / Here and there does not matter / We must be still and still moving / into another intensity… (Faber & Faber,  11 th impression, March MCMLVIII)

    02-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het ook moge verlopen?

     

    Elke dag geef ik mijn woorden vrije loop. Vandaag, de dag zijnde wat hij is, de eerste dag van juli, schijnt hij me bijna toe als een nieuw beginnen, want, er was ook een mail van Stefan Hertmans aan mij gericht, de inhoud ervan houd ik voor mij, maar hij werkte als een zweepslag. Wellicht iets waar ik nood aan had om verder te gaan, want evident wordt het niet, mijn schrijven stokt bijwijlen, de bloemknop die zich niet altijd opent, de wolk van geest die ons omhult die gesloten blijft.

    Ken je dit gevoel? Het is stresserend voor iemand die er persé komen wilt, die niet wankelen wilt, niet versagen, zelfs als hij voor een muur staat wil hij binnen.

    Zo zijn die dagen van hem, vol afwisseling, vol ongekende gevoelens die opduiken, plots, totaal onverwacht en hem door elkaar halen. Hij is een onstandvastig man, een twijfelman in een zekere zin, al zegt hij dit niet graag van zichzelf, hij voelt het toch zo aan, vooral dan als hij, ondanks de mail van gisteren, niet weet in welke richting hij vertrekken moet of kan.

    In elk geval is het een dag om aan te stippen in het dagboek dat hij, sedert zijn blogavontuur niet meer bij  houdt. Hij stuurde een bundel blogs door naar ‘Lannoo’; al weet hij met Hertmans dat een uitgever steeds minder geneigd is ‘reflexief proza’ - zo noemt Hertmans zijn geschriften - uit te geven in deze hyper-commerciële tijden.

    Het toch maar geprobeerd, zijn allerlaatste kans want de tijd, hij voelt het, hij weet het, begint te dringen. Hij tekent het hier op omdat hij er een spoor van wil behouden voor later, opdat hem niet verweten wordt niets gedaan te hebben om meer armslag te geven aan zijn woorden, alsof hij denken zou dat hij ‘later’ nog zal gelezen worden.

    Hiermede is hij heel ver gegaan. Hij heeft zijn dromen blootgelegd, Wat heel wat dieper reikt dan het bloot geven van zijn daden. Hij heeft gedaan wat weinigen aandurven. Hij loopt aldus het risico op een dag te moeten zeggen dat zijn geschriften werden afgewezen - wat hij had kunnen vermijden - omdat ze strijdig zijn met de op heden, in dit taalgebied, geldende regels van wat rest van wat eens letterkunde werd genoemd.

    Indien het zo uitvalt, valt het zo uit. Hij zal er verder moeten mee leven maar, en dit wil hij er nog aan toevoegen, het leven dat hij kent, de ongemakken ervan, zijn soms al bitter genoeg.

    01-07-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Being mindful.

     

    Ik reken, al is het maar een raming, dat dit de vier duizendste maal is dat ik mijn dag begin met een zoeken, eerder een uitkijken, naar een eerste zin. Vandaag was hij er voor ik ermee begon. De laatste dag van precies een half jaar is zo iets om een rekening te starten en, al had ik er voorheen nog niet aan gedacht, het cijfer vier duizend stak ineens de kop op.

    Niet dat ik me erop wil beroemen, het leven is nu eenmaal een opvolging van beginnen en herbeginnen van je dagen, een wakker worden uit de dromen van de nacht en, over het hoe van het gebeuren beslis jij niet, er wordt voor jou beslist welke je eerste gedachten zullen zijn.

    Wie let er echter op?

    Weinig zijn ze wellicht, enkel diegene zoals ik die er nood aan hebben bij het opstaan een stengel te zijn waaruit een bloemknop komen zal, en uit die knop een bloem met meeldraden en stamper - op zichzelf een klein mirakel - die een kleur dragen zal en een geur verspreiden, een lokmiddel om insecten uit te nodigen, en later, eens bevrucht, zaad te dragen, waar het om te doen is.

    Zo is mijn eerste zin die stengel, of hij uitgroeien zal tot zaad hangt van vele omstandigheden af. Het kan dat ik nooit verder geraak dan de meeldraden, dan de stamper, maar nooit tot een bevruchting en zaad, en ik kan niet anders dan me er bij neer leggen omdat de geheime krachten van de natuur, in mijn geval de geest, me niet bezocht hebben.

    Zo is elke poging een stap naar het finale punt toe, zonder enige zekerheid dit punt te bereiken, maar de bedoeling is er, ‘and for us there is only the trying, the rest, zegt T.S. Eliot, is not our business.

    Dit is mijn ingesteldheid, al betekent het ook dat ik mijn uiterste best doe, meestal, om te slagen in mijn opzet. Daar moet ik het mee stellen, dit is het mysterieuze van mijn opdracht hier in mijn leven, te zorgen - het betrachten te kennen - dat uit de stengel, de knop eruit, de bloem eruit, zaad ontstaat, lukt het me des te beter, lukt het me niet het pogen was er toch. En het is op het pogen dat het aankomt: meer te zijn dan rond te lopen met een ingeslapen geest.

    Het is ‘to be mindful’, zoals ik ooit las in het wapenschild van het kasteel - dat van Macbeth wordt er gefluisterd - in Cawdor, hoog in het noorden van Schotland.

    God behoede me ‘not being mindful’ van  wat het leven is in een Kosmos zoals we die kennen, zelfs al is onze kennis ervan maar, en ook omwille ervan, een sprankel.

    30-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat nog over Cees Nooteboom.

     

    Een maand die naar haar einde gaat, zo maar, omdat het zo geschreven staat, maar de dag zelf leert het ons niet,  het is een dag zoals de vorige dagen, alleen het licht in de morgen is anders dan het licht van gisteren en toch ook niet want licht is licht, wat feller of wat minder fel, zoals vandaag. Ik heb anders niet veel te vertellen, ik ben nog teveel nacht en teveel droom. iemand die even buiten westen is en tracht het goede spoor terug te vinden. Of, zoals het wellicht gebeurt, iemand op weg naar Compostella die plots aarzelt omdat hij niet weet hoe het verder moet, want ik ook ben elke morgen op weg naar een Compostella, of  dan toch naar iets dat ik nog niet ken maar dat er al is, verborgen deels in het lover, deels in de wolken.

    En, als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Een goede vriend, Rik Van Damme, een lezer van mijn geschriften mailt me mooie woorden over Cees Nooteboom en wel over dezes boek ‘Venetië, de leeuw, de stad en het water’. Het boek (uit 2018) is een revelatie leert me mijn vriend, een literair hoogtepunt. Hij schrijft erover met een dergelijk enthousiasme dat hij me ermee besmet en ik het, zo de tijd me rest, lezen zal, want ik weet dat hij spreekt met kennis van zaken; dat hij niet zo vlug in de pen schiet, maar als hij het heeft over een boek of over enige vorm van kunst dan kun je erop vertrouwen, zijn oordeel is waardevol.

    Hij schrijft, en ik voel de warmte en verering voor Nooteboom in zijn visie:

    ‘Ik ben al een hele tijd in de ban van Cees Nooteboom, niet zo zeer van zijn ‘Kozan-Ji’ wat wel enig is in zijn genre maar volgens mij niet op het niveau van wat hij presteert in zijn ‘Venetië, de leeuw, de stad en het water’. Hier weet hij met zijn een enig taalgevoel, ongelooflijk mooie zinnen te bouwen die kunnen wedijveren met de kunstzaken en gebouwen die hij bezoekt en beschrijft. Maar er is meer, zijn hoogtepunten liggen nu precies in deze bladzijden waar hij wat doelloos ronddoolt, in een café een koffie bestelt en een gazet leest, in de hoop dat ze hem niet zien als een toerist maar als iemand die het niet is, iemand die alles observeert en beschrijft.

    Maar tussen de blijvende be- en verwondering die hem vervult sluipt ook een zekere weemoed en zelfs angst voor wat deze stad te wachten staat. Hij is natuurlijk niet de banale toerist maar de man die bijna alles over de stad gelezen heeft en deze enorme eruditie verweeft, zonder een greintje pretentie tussen de draden van zijn verhaal.’

    Mijn vriend zal het me wel niet kwalijk nemen dat ik me red met zijn woorden. Ik ook ben in de ban van Cees Nooteboom, het is de enige die ik laatst nog las. En als ik ‘Kozan-Ji’ een grote status heb gegeven dan was het niet zo zeer om de woorden van Nooteboom, maar wel omdat ik vind dat het boek-je zelf, de presentatie ervan - de vorm, de kaft, druk en papier - er een klein, maar bijzonder te koesteren kunstwerk van gemaakt hebben. Ik zie het als een symbool voor het verre klooster en als ik het in de hand oud is het, het pak tijd, is het de stilte, is het de plaats in het bos die ik houd, is het een soort van totem voor mij.

    Maar wie ben ik opdat ik me zou mogen veroorloven dit erover te schrijven?

     

    .

    29-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezinning.

     

    Ik verdwaal in mijn woorden, ik verdwaal in wat ik schrijf, er zit geen lijn in, het is maar wat gebazel waar niemand iets aan heeft, ik zelf niet en toch ga ik verder al zie ik wat er gebeurt, ik schrijf mijn lezers moe van mij. De ene na de andere laat me, enkel resten nog deze van het eerste uur, tot ik op een dag zal vaststellen dat er niemand van de velen die me lazen nog overbleef.

    Tijd dus om me te bezinnen, niet om te stoppen met schrijven, dat zou mijn dood zijn, maar stoppen met het vrijgeven ervan, uit noodzaak toch niet meer gelezen te worden zoals ik het wensen zou. Mijn drijfveer om verder te gaan moet ik dus elders gaan zoeken, enkel bij me zelf en niet meer bij mijn mogelijke lezers.

    Ik kan raden wat hen afschrikt: mijn schrijven in de diepte. Ik die me wil, meestal, situeren binnen in de materie, waar weinigen me volgen omdat ik er een domein betreed dat nog steeds ontoegankelijk is voor hen, het domein van de New Physics, waar niemand mee vertrouwd is, ik evenmin, maar ik weet dat dit domein er is en dat het de ‘Ultieme Realiteit’ is die ik niet op zij wil schuiven, die ik aankleef omdat het de realiteit wordt van de mens van het derde millennium, in een zekere zin voorspeld door André Malraux. Dit betekent dat er een wereld op komst is die, vele generaties verder, deze van de geest zal zijn, deze van de religieuze mens, deze van de mens verbonden met de nu nog geheim gebleven essentiële krachten in het Universum. Dit is waarin ik geloof, en het is met het beeld van de religieuze - de verbondene met - mens dat ik schrijf, zodat mijn woorden speerpunten willen zijn, ver  vooruitkijkend naar wat ik denk dat op ons afkomt. En als ik schrijf wil ik het verleden achter mij, wil ik de toekomst in.

    Begrijpe dus wie mij begrijpen kan. Hieraan een jota wijzigen  zal niet gebeuren, verwacht het dus niet als je me verder lezen blijft.

    Ik zie dat het me windeieren legt, maar, het spook van de Dood kan niet enkel door de uiterlijke tekenen ervan ontcijferd worden, enkel in het licht van de New Physics, in het licht van de Ultieme Realiteit is er een kans de wit laken erover even op te lichten.

    En het is om deze ontcijfering dat het leven gaat.

    28-06-2021, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik denk poëzie te zijn.

    ¨

    Poëzie is het kloppend hart van het woord in zijn verankering met andere woorden, niet het woord zelf, maar in de rol die het vervult. Poëzie is dus nooit passief, is altijd actief, altijd een gevolg van.

    Ik schrijf dit zo maar omdat het me ingegeven wordt om het te zeggen en het te zeggen om erover na te denken. Heel precies is het niet maar het gaat in de goede richting, in de zin dat poëzie, het resultaat is én van de plaats van het woord in het beeld én van zijn speling met, zijn verhouding tot, een ander woord. Poëzie is een gebeuren veroorzaakt door woorden.

    Ik denk niet dat we hieraan kunnen ontkomen. Als ik het gisteren had over het boekje van Cees Nooteboom over de tempel van Kozan-Ji; als ik het had over het sieraad dat het was, dan dacht ik niet alleen aan de inhoud ervan, de woorden geschreven door Cees Nooteboom - eigenlijk een intiem gesprek met zichzelf - maar aan alle betekenissen die het in zich droeg, het amper toegankelijke bos waarin het gelegen was, het uitzicht ervan, de ouderdom ervan - het dateert van 1233 - en de geronnen stilte die er heerst en dan aangevuld met foto’s en tekeningen; alles samen een parel van een boek(je), dat al deze eigenschappen van ouderdom, weggetrokken uit het wereldse en de stilte die er heerst, in zich draagt.  In een woord, de vertegenwoordiging is van al wat Poëzie is.

    Ik schrijf dit op het ogenblik dat het regent over de aarde, ook over de zwellende kweeperen in de tuin, over het ongekende, onbegrepen, on-doorzichtbare leven in de tuin. Ik hoor het stille vallen van de regen op de bladeren, in het grasperk, in de aarde, het uiterlijke van een gebeuren, maar wat er gebeurt binnenin de kweepeer, de grassen, de struiken aalbessen kan ik enkel gissen, maar daar gebeurt het wondere dat van het element ‘leven’ is.

    Zelfs indien ik de schichten zou zien van de atomen en elektronen en andere deeltjes, dan nog zou ik niets afweten van de krachten die dit alles beheersen, zoals ik totaal onwetend ben over de stilte in het klooster.Enkel kan ik bedenken dat de orde die dit alles regelt immens moet zijn en van een grote perfectie. En dit te weten en te begrijpen is het begin van het wonder ‘hier te zijn’.

    Schrijf dus niet, zoals in de mail die een vriend me stuurde, over de absurditeit van het leven waar een zekere Louise Fresco het over heeft en waarvan ik niet weet waarop ze zich baseert om deze boodschap uit te dragen, als er van het leven is, al wat ik hier uitdragen wil.

    ‘Levend zijn’ gebeurt ook als ik me verplaats zoals ik me verplaatsen kan, in gedachten, in het verre Japan naar dat klooster dat ik nooit anders dan in gedachten betreden zal. Als ik poog er iets meer over te zeggen dan is dit een vorm van  poëzie.

     

    27-06-2021, 04:36 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs