Alles overwogen, is het een (dunne) dichtbundel van de grote T.S. Eliot, de‘Four Quartets’, geweest die in grote mate de wijze heeft bepaald waaraan ik me houden wilde om poëzie te bedrijven.
Ik ontdekte die bundel, meer dan een halve eeuw geleden, bij Smith & Sons op de Adolphe Maxlaan in de hoofdstad. Ik stond er voor de stand ‘Poetry’ en had een dun boekje uit het rek genomen en toen ik het opensloeg en las, was ik verloren voor de rest van mijn dagen:
Time present and time past
Are both perhaps present in time future,
And time future contained in time past.[1]
Wie schreef er ooit zoiets?
Ik was totaal in de ban van die drie versregels, een levenswaarheid in enkele woorden: Time future contained in time past. Misschien zegt Eliot nog, hoewel zijn ‘perhaps’ maar noodzakelijk is voor de soepele lezing van het vers. Dit is het dan: een poëet, die van dan af is blijven aanwezig zijn in mijn gedachten, die mijn woorden en zinnen draagt en kleurt en opvult met een geladenheid die verwijst naar Eliot.
En ik, vandaag schrijvend naar Eliot toe, hem dankend voor het enorme dat hij mij bezorgde en de impact die hij had op de persoon die ik zou worden.
Grote poëzie, een rijkdom aan gedachten, woorden en beelden, klank en kleur, inwerkend op elkaar, om een bijwijlen verrassende levenswijsheid uit te dragen, maar op basis van de poëzie die nu hoog geprezen wordt, alle belangstelling heeft ingeboet.
Ik hoef me maar los te laten op de poëzie van vandaag, te verwijzen naar de gedichten van Paul Auster om vast te stellen in welke mate de visie over wat poëzie is, zich gewijzigd heeft. En ik moet het bekennen, in mijn laatste gedichten ben ik, zonder het goed te beseffen dezelfde weg als Auster opgegaan.
Een feit is zeker evenwel, T.S. Eliot heeft mijn schrijven - en met hem Maurice Gilliams - in grote mate beïnvloed. Blijkt dit niet uit mijn woorden dan is het omdat ik niet bij machte was dit te laten blijken. Maar als ik schrijf zoals ik schrijf en het blijf doen dan is het met in mijn achterhoofd:
Trying to learn the use of words, and every attempt
Is a wholly new start, and a different kind of failure[2]
Of, ik kan andere passages gaan opzoeken, Eliot’s verzen zijn endless, zijn een rijkdom aan gedachten, meer dan aan beelden, of:
The only wisdom we can hope to acquire
is the wisdom of humility,humility is endless[3]
Wie schrijft er nog poëzie zoals Eliot schreef, wie leest zijn gedichten nog. Hij spreekt tot mij bijna elke dag. Elk laat uur, voor mijn inslapen, liggen zijn quartets binnen bereik, niet altijd om de bundel, te openen, maar zijn woorden liggen er. De diepere betekenis ervan te begrijpen; na al die jaren, weten hoe zijn gedachten zijn ontstaan en vooral hoe ze liggen ingebed - het is zoals bij Dante - is me niet immer gegeven. Hij zegt dingen waar ik machteloos bij sta. Al weet ik waaraan ik me verwachten moet nadat ik van Paul Claes de vertaling en de verklaring bij The Waste Land[4] heb gelezen.
Hij verbergt de wereldliteratuur in zijn werk en Paul Claes heeft dat verborgen gedeelte bloot gelegd. Heeft woord na woord in zijn precieze context geplaatst. Ik besef dat zijn Four Quartets op een zelfde basis zijn gestructureerd. Ik heb, lang geleden, ettelijke werken erover gelezen: Peter Ackroyd, George Williamson, D.E.S.Maxwell, dus niet het enorme aantal dat Paul Claes opsomt in zijn bibliografie bij zijn vertaling.
Maar als ik een van mijn boeken opensla vind ik de passages terug die ik met potlood heb onderlijnd. En dan vooral deze, alsof speciaal voor mij ‘old man’, geschreven, die ik interpreteer als een dieper binnen dringen in het omringende, in het mysterieuze van geboorte en sterven om te komen tot een grotere levensintensiteit - mijn schrijven van elke dag – en een grotere verbondenheid:
[1] Four Quartets: Burnt Norton: I, 1-3, Faber & Faber, first published in 1944
[2] Four Quartets: ‘East Coker, V: 3,4
[3] Idem: II: 97,98
[4] T.S.Eliot: ‘Het barre Land’ (The waste Land) Vertaling Paul Claes. De bezige Bij, Amsterdam, 2007
|