Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    09-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Morgens in augustus.

     

    Ik dacht aan Hemingway, aan wat hij wist te vertellen over het schrijven van zijn ‘For whom the bell tolls’. Hij wist dat hij ’s avonds niet voluit kon gaan, dat hij nog wat gedachten moest overhouden om er de volgende morgen mee te beginnen. Ik weet en ondervind maar al te goed dat dit een wijze raad is, hoewel weinig toepasselijk op wat bij mij gebeurt. Gewoonlijk eindig ik leeg geschreven zodat ik telkens, of bijna telkens de volgende dag moet beginnen op een andere lei; met een nieuwe aanzet die leidt tot een nieuw onderwerp. Dat meestal geen binding heeft met de dag ervoor. Tenware een zin zou opduiken voor een tweede maal, tenware een gedachte die nog latent aanwezig is opnieuw behandeld zou worden, maar dan van uit een andere hoek bekeken.

    Het mechanisme van het schrijven is een vreemd iets, het moet veel gemeen hebben met het componeren, het plaatsen van klanken op een notenbalk, bij mij zijn het woorden die zinnen vormen en zinnen die gedachten, die beelden zijn. Het wondere is dat ze ontstaan, dat er een wil aanwezig is om ze te doen ontstaan terwijl die wil er even goed niet zou kunnen zijn.

    En, hoe ontstaat die wil, wie zegt me, wie verplicht me – want het is een verplichting, minstens tegenover mezelf – te doen wat ik doe? Er voor op te staan, vóór het licht op komt. Dit zalig ogenblik dat het oosten oplicht eerst en er het gefezel is van de meesjes in de tuin dichtbij. Zo heb ik in mijn leven, grote morgens gekend, een in het bijzonder, waar ik nu aan denk: een plaats op drieduizend meter hoogte, ergen in het ‘vreedzame’ Yemen, toen ik gewekt werd door de muezzin vóór het kraaien van de haan, en als ik uit de tent kroop, de wereld gehuld was in een lichte nevel waarachter, een wazig, zilveren licht dat opsteeg uit de bergen voor me, eerst gestadig en dan ineens als een roep – een kreet als van een god - en ik daar stond, alle andere tenten nog dicht, alleen op de wereld, moederziel alleen en hoe het mogelijk was - ogenblikken van verbijstering - hoe het mogelijk was dat ik daar gekomen was om daar te staan.

    Grote morgens waren het in die dagen, waren het, alle dagen van mijn leven dat ik in de bergen was en, grote morgens zijn het nu omdat ik telkens geconfronteerd word met die wil in mij er te zijn en te schrijven, tot de ziel uit mijn lijf, te ademen in woorden, te vergaan in woorden, me op te richten in woorden. En de allerzaligste van alle ogenblikken, enkel van het woord te zijn.

    Achter die woorden die geschreven staan ben ik aanwezig, en niet alleen er achter, maar ook erin, ook er binnen in, niemand anders kan die geschreven hebben dan ik; ze zijn mezelf, dan toch een deel ervan. Ik verberg me erin en ik open me erin. Ik blijf bloot achter. Elke morgen dat ik herbegin me te openen, op te zoeken wat er in het diepste van mezelf aanwezig is, dat ik verhalen kan, veruitwendigen kan, opdat ik er zou staan als het licht - ‘la luz es Dios’ wist García Lorca – dat op mijn handen valt, op het roerloze gelaat van de planten in de tuin, de hagen, de daken, de luchten.

    De ogenblikken dat ik dit schreef waren de ogenblikken dat ik leefde, het grote leven van het hier nog zijn. Het is de morgen van de zoveelste dag van augustus van welk jaar of van welke tijd ook, ik ben er nog, ik kan het, zoals elke haan op aarde, het uitkraaien. Maar ik houd me gedeisd, het is veiliger.

     

    09-08-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wellicht

     

    Waar ik gisteren, na de regenvlaag en het klaren van de luchten ge-eindigd ben kon ik nu verder gaan, ware het kolken van gedachten, het vele van de dromen en het schrille van de realiteit der dingen niet geweest, gegevens die zich hebben opgelost in een nieuw gezang; niet zoals bij Dante als hij, na de Hel het Vagevuur betreedt, neen, geen overgang lijk deze, maar dan toch een poging om terug te keren naar het punt in de tijd van de sfeer van gisteren, na het gezang van de regen in het water en de stilte van de namiddag erna, even maar, om te herbeginnen en te zijn wie ik toen was. Even jong nog, even oud nog, een passage zoekend tussen beide om er, tussen beide in, van het woord te zijn, van een boek te zijn, van een verblijden te zijn en niet van een holte waar ik me verliezen zou.

    Dit wou ik je vertellen deze morgen, al is het niet veel, het is minstens een handdruk, een naar mij toehalen van wie je bent als je me leest; naar de gevoelens die opwellen bij jou als je me leest.

    Voor de zoveelste maal klop ik aan bij jou om er even te zijn, zoals jij aanklopt bij mij als je me iets verhaalt over wat je opgevallen is. Het kan een leger Chinezen zijn die hier werkten in de slagvelden van 14-18 en die we vergaten te vermelden; het kan ook zijn een nieuw gedicht bij een nieuw kunstwerk. Het kan, het kan zoveel zijn, dat me bereikt en me even gevangen houdt terwijl ik doende ben. Of, bij het buitenkomen in de morgenfriste waar dan alles herbegint, de ogenblikken van het zijn en van het niet zijn en de osmose tussen beide, waar ik het gisteren over had.

    Terwijl ik me nu afvraag wat ik hiermede eigenlijk bedoelde, maar ik schoof het er zo maar tussen opdat je een ogenblik langer, in de dag, in de avond, misschien, terug zou komen op die zin van mij, in de vlakte van de geest waar we tegenwoordig zijn zonder te weten soms, dat we er zijn; zonder geconcentreerd te zijn op de vele kleine dingen om ons heen, dingen die rust zijn en, als we ze bekijken die in zich zelf gekeerd zijn en toch een geheel uitmaken van het zijn: de bomen en de planten, de huizen en de straten, de luchten, de geluiden, het ontzaglijke erin, als de dingen staren naar ons, ons aanzuigen, ons zeggen dat we er deel van zijn en zij van ons.

    Waar het op aan komt is niet het doen en laten, waar het op aan komt is er te zijn. Niet zoals bij Shakespeare, verslingerd in the slings and arrows of outrageous fortune. Neen, het gaat hier over het weten wie je bent en wat je bent en elk ogenblik, of dan toch zo veel mogelijk elk ogenblik, bewust ervan te zijn. Er voluit te zijn, en niet er voluit niet te zijn.

    Ik tekende dit, voor de n-de maal, op voor mezelf, en zal later – if there is a later? - het nog vermelden opdat ik, in de dagen die nog komen, er even voluit aan denken zou en, ik het door zou geven.

    Hoe ik er toe gekomen ben dit hier te herhalen weet ik niet, wellicht is het de zang van de regen geweest in de bomen en in het water; wellicht is het gekomen van jou die me lezen zal; wellicht is het ontstaan op de meest spontane wijze, zoals soms, met wat geluk, een gedicht ontstaat. Wellicht ook hoefde het niet, hoeft er heel weinig, een blik, een zin, een er-simpelweg-zijn.

    Bekoring: heb ik je bekoord vandaag?

    08-08-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Osmose van het zijn en het niet zijn.

     

    Ik denk dat alles op voorhand bepaald is. Wat ik gisteren geschreven heb kon niet anders dan gisteren geschreven worden en wat ik je vandaag ga voorleggen was bestemd om vandaag te verschijnen. Het zijn de omstandigheden die hierover beslissen en deze bestaan uit honderden aanleidingen die we kennen of niet kennen, maar hoe ook, zij zijn het die de richting en de inhoud bepalen zullen. Alles vloeit voort uit alles, dit is de gang van de wereld en dit ondervind ik dagelijks als ik terugblik om, eens aangekomen, te zien vanwaar ik vertrokken ben.

    Het is het raadselachtige van de hand en de pen die over de lijnen gaan - of zoals het nu gebeurt, de vingers die de toetsen bespelen - waarbij gedachten worden neergezet die er voorheen nog niet waren maar die er staan plots in een glorie van klaarte of, wat ook kan, in nevel gehuld.

    Het is een vorm van bestaan, een in zich zelf gekeerd zijn. Het is het lezen van wat opborrelt uit jou dat er, het ogenblik ervoor, nog niet was, maar dat zo maar is opgestaan en neergezet, wellicht voor enige tijd. Alles samen, een afdruk van hoe je tracht te bereiken wat je nog niet weet en aan te komen waar je nog niet was. Geen wandelen dus naar een plaats die je kent en waar je heen wilt gaan, neen, het is een wandeling in het zand van de woestijn, de heuvel op zoals er duizend zijn en eens boven, uit kijken om af te dalen en een nieuwe heuvel, een andere die dezelfde is, te beklimmen. Zo gaat het en niet anders, dag aan dag.

    Wie of wat vergezelt me dan; wie houdt mijn gedachten in toom nu en dan en laat deze terug los en, van waar is het dat ze op mij afkomen, ongevraagd, willekeurig zelfs? Ze staan ze er en ik aanvaard ze. Dit is van al wat er is, het meest bevreemdende, meer dan, schreef Freeman Dyson, de vlucht van de monarch vlinder van Mexico naar Canada en terug.

    Een vriend, bezeten door het creatief zijn, stuurde me onlangs een foto van een blok hout met enkele inkervingen erin, een aanzet, zegde hij, van een beeld dat ik maken wil. Hij zal er verder in kerven en kappen tot het overtollige hout is weggenomen en zijn beeld er zal staan, puur en ongerept. Het is een andere wijze om iets te bereiken dat er nog niet was. Ik moet het doen met letters aan elkaar geregen om, uit het licht van de morgen of uit de schemer van de avond, een beeld te puren van iemand die neerzit om te schrijven al weet hij niet wat hij schrijven zal, maar ergens aangekomen en het beeld in letters gevormd, hij het tonen zal. Hopende.

    Ik dacht dit, gisteren toen ik aan de vijver was: een plotse regenvlaag, het water een getrommel in een roersel van water en daarna, de bijna-stilte en in de luchten het blauw en het wit en tussenin, de late zon en het gekweel van late vogels. De avond die viel in rust en sereniteit het land erbij, als van alle onheil gezuiverd. En wij die er waren, zelfs al waren we er niet, erin ondergedompeld, de stilte onze adem, het water een spiegel, effen met donkere en lichtere vlakken, de bomen geruisloos. Het grote leven open gespreid, in osmose rust en bewegen. En wij ontvankelijkheid. 

    We schreven erover in de morgen, in het eerste, zaligheid brengende licht.

     

    07-08-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ga je goed.

     

    Ik schrijf verder de tijd in, de dagen binnen. Zeg ik jullie dat er geen ogenblik is dat ik niet denk aan wat ik brengen zal om jullie te verrassen. Om binnen te dringen in het diepste van je eigenheid, zoals ik het graag wil, de band die ik heb met jou, levend houden, sterk en waardevol. Voor jou een soort drug te zijn waaraan je niet voorbij kunt. Mijn gemoed, hoe het ook gekleurd is, overhevelen naar jou opdat je me kennen zou, opdat ik een fakkel zou zijn binnen in jou. Na al die tijd, onze levens in elkaar verweven, ik in jou en jij, al ken ik je niet allen, luisterend naar wat ik je te zeggen heb. Het is niet een statuut van leraar en leerling, het is eerder het omgekeerde de leerling die ik ben die zijn werk voorlegt aan zijn meester en hem vraagt het te beoordelen, streng maar toch met voorkomendheid.

    Ik wil vooral geen struikelblok, geen crux zijn. Niet ruw weg binnen dringen in je heiligdom van gedachten. Ik wil dat je, als je me leest, even denkt hoe ik er zit, woorden zoekend die zinnen zijn en zich, lijk een slingerplant willen slingeren om jou, niet kwetsend, niet revolutionair, maar teder en welwillend, aanvaardend dat het kan dat de slingering om jou je niet ligt, te stevig je omknelt en, niet welgekomen is, waarvoor ik dan om tegemoetkomendheid verzoek.

    Deze woorden kende ik niet toen ik ben opgestaan, ze zijn binnen gevloeid lijk het licht van al mijn morgens samen; ze hebben onvermijdelijk iets te maken met wat ik gisteren schreef en met wat ik morgen te vertellen zal hebben – als er nog een morgen komt – alles volgt op alles, alleen zijn er bressen tussen, is er het gebeuren tussen twee geschriften in. Het ‘tussenin-gebeuren’ dat bevruchtend kan zijn voor wat al was, of eens te meer van uit een totaal andere hoek geschreven. Ik ben en blijf ontvankelijk voor al wat zich voordoet in de dag. Ook en vooral voor de schichten van reacties die je me toestuurt, soms, en die dan, zoals het gebeurde, me als in een draaikolk van gevoelens storten waar ik moeilijk uitkom en schrijven ga over de bergen waar een stuk van mijn hart is blijven liggen, zoals er ook een stuk ervan ligt in het simpele land waar ik geboren ben en waar ik, als knaap ben opgegroeid tussen de velden en de bossen. In alle eenvoud die bijna armoede was, met als enige leermeester, maar dan welke, de hoofdonderwijzer van het dorp – zijn naam, meester Van Oudenhove met eerbied en dankbaarheid hier vermeld - die me na zijn uren flarden Frans bij bracht en, het hoogste dat hij vermocht, me zijn collectie Jules Verne’s lezen liet. Van het Loterijbriefje tot Michaël Strogoff, tot die fameuze ‘Twintig duizend mijlen onder zee’.

    De knaap die ik toen was die de zeeën afvoer en terecht kwam op een onbewoond eiland; een graankorrel die een van de personen gered uit de luchtballon, in zijn zak vond en een ingenieur die berekende hoeveel graankorrels die kon voortbrengen en hoeveel na een volgende oogst en zo verder tot er brood op tafel lag.

    Mijn God, Jules Verne, heeft die man wel ergens een standbeeld, in Amiens, in een andere stad? En, literatuur, mijn beste vrienden,  boeken, wie ware ik geweest zonder Jules Verne, zonder de Elias van Maurice Gilliams, zonder de Four Quartets van T.S.Eliot?

    We zijn, en we weten het allen, de vrucht van enkele bijzondere omstandigheden, ontmoetingen van welke aard ook, maar deze van boeken die ons op de een of andere wijze in de schoot geworpen worden, zijn soms meer dan toonaangevend, zijn beslissend voor de verdere gang van het leven.

    Hiermede heb ik gezegd wat ik je vanmorgen 6 augustus te zeggen had. Het ga je goed vandaag, het ga je heel goed, mijn vriend, lezer.

     

    06-08-2017, 07:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pierre Teilhard de Chardin

     

    José Saramago was mijn voorbeeld voor het bijhouden en het doorgeven van mijn dagelijkse geschriften. Hij was echter niet mijn leermeester. Ik heb hem van in de aanvang niet gevolgd in zijn tocht doorheen de gebeurtenissen en de omstandigheden van de wereld. Ik heb me op mijn eiland gehouden en heb, vooral, geschreven over wat er op en in dat eiland van mijn geest te vermelden viel. Vandaag heb ik de indruk dat ik alles gezegd heb wat er van is, zijn er geen nieuwe elementen meer, behalve misschien wat ik nog niet gezegd heb namelijk een zin die ik terugvond op de eerste pagina van mijn allereerste dagboek dat ik begonnen ben in 1978. Een zin van Pierre Teilhard de Chardin, een zin die me altijd heeft gevolgd, die ik getracht heb op mijn manier te doorgronden en die me, na gisteren, te sterk is geworden opdat ik deze vandaag niet vermelden zou. Teilhard schreef, op een gegeven uitzonderlijk ogenblik, naar het einde van zijn leven toe:

    ‘Seigneur, parce que, par tout instinct et par toutes les chances de ma vie, je n’ai cessé de vous chercher et de vous placer au cœur de la matière universelle. C’est dans l’éblouissement d’une universelle transparence et d’un universel embrasement que j’aurai la joie de fermer les yeux.’

    Hoge woorden, verheven woorden, geschreven door een van de grootste figuren van de twintigste eeuw, die stilaan maar, volledig ten onrechte, op zij wordt geschoven door de wereld van nu. Woorden die niet zo eenvoudig te bevatten zijn, die een afbeelding zijn van de overweldigende visie die hij had over het dubbele aspect van de Kosmos als van elke particule ervan, namelijk,  een materieel aspect naar buiten en naar binnen, een psychisch, een spiritueel aspect. En het is dit laatste aspect dat hij binnen dringen zal bij het sluiten van de ogen. Zo heb ik het altijd begrepen en zo heb ik het altijd voorgesteld.

    Het is dus, destijds, en nu meer dan ooit,  de laatste zin van de aangehaalde paragraaf die me toen getroffen heeft en die ik thans herneem als een soort lijfspreuk, als een gewaad waarmede ik me omhullen wil: het sluiten van de ogen, op de vreugde die ik kennen zal  als ik binnen kom in de schittering van de psyché van de Kosmos, een doorzichtigheid en een gloed van licht.

    Al wat ik geschreven heb was in een zekere mate, hoe minimaal ook, gedragen door dit visioen van licht, door de aanwezigheid van de geest die aanwezig is binnenin alle particules van de Kosmos. En eigenlijk, als ik alles overdenk is het Teilhard geweest en zijn visie op de kosmos met er binnenin, met tentakels naar alle punten ervan het kloppend hart van ‘le Seigneur’ van Teilhard.

    Hij is het geweest, wat mij betreft, die de weg heeft geopend naar mijn totaal nieuwe visie over 'God' als de spirit van de Kosmos. Hij is het die me geleid heeft naar de visie van Spinoza en verder nog, naar de dag dat ik inzag, de New Physics helpende, dat alles ontstaan is uit het Woord dat in den beginne was dat dit de enige mogelijke oplossing was die aan het bestaan van de Kosmos kon gegeven worden, en dat aldus de Kosmos in al zijn geledingen, het Woord was, het Leven was, het Bewegen was, het ‘Nu’ was.

    Het is de weg die ik genomen heb op een bepaald ogenblik in mijn leven, Teilhard de Chardin lag aan de basis ervan. Met hem is alles begonnen.

     

    05-08-2017, 07:21 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roc de la vache

     

    Een vriend die mijn blog van 1 augustus las over Zinal en Grimentz, vertelt me over zijn tocht, veertig jaar geleden, van uit Zinal naar le Roc de la Vache, 800 m. hoger. Hij weet het niet, maar hij opent het boek dat mijn leven was. Hoe dikwijls ben ik die weg, dat slingerpad naar boven niet opgegaan en afgekomen, met de kinderen of met de vrienden. Hoe dikwijls niet naar boven om eens het stroompje op de rand ervan doorwaad, naar links te nemen,over de open vlakte, steeds maar stijgend om aan te komen in de Cabane du Tracuit, boven de 3000 meter. Om van daar uit, de volgende morgen, voor het licht opkwam, verder te gaan over de sneeuwvlakte naar de top van de Bieshorn, 4260 meter hoog.

    Of, op andere dagen komende van de Col de MIllon, afdalend in de sneeuw en de rotsen lager, aan te komen in een vlakte van groen met het stille vloeien van water dat zich meanderde tot de rand van de voet van de Roc de la Vache. Je zegt het maar, je noemt het maar en een wereld die zich opent en de vraag hoe dikwijls was ik daar niet en,’my heart is in the Highlands, my heart is not here’.

    Ik denk eraan en ik wil niet verder meer. Ik wil er nu, dit ogenblik, veranderen in een zoutpilaar en er blijven, de ogen open en uitkijken hoe het water zich kronkelt in de effenheid van de vlakte, de bodem er begroeid met mossen en bloemen, met minuscule paddestoelen, rode en blauwe en kleurloze, en gentiaan, en arnica  en zilverdistel en noem maar. Wat je vooral weet is dat de grond er zacht was, dat je er liep als op een tapijt van mossen en heel korte grassen, en dat het heerlijk was daar te zijn. De mooiste plaats in de bergen, de meest effen plaats ook. Je dacht aan een mogelijk vliegveld als je erover wandelde.

    Je schrijft hier over, je schrijft je leeg, Je bent van je woorden en enkel van je woorden, enkel van de beelden die je tracht op te roepen, armzalig omdat er geen woorden voor zijn. Omdat het enige wat telt is er te zijn, tevoorschijn te komen uit een ophoping van losse rotsblokken en ineens te staan voor die oase van rust en groen en levend water. Je bouwt er meer dan drie tenten, je bouwt er de tent van je leven. Vandaag is de herinnering sterker dan ooit, ze is mijn adem en mijn bloed, mijn oog en mijn oor. Ik zit erin vastgegroeid en wil er niet meer weg. Ik sterf erin en wil niet meer het leven in, niet meer.

    Ik stop even, ik ga terug waar ik vertrokken ben bij een vriend die me schreef dat hij naar de Roc de la Vache was gewandeld met vrouw< en kinderen. Ik laat het voor wat er staat. Ik kan niet anders dan met hem afdalen naar de vlakte terug, Zinal vlug verlaten, de dag binnen, en zijn waar ik zit, verdoofd een ogenblik, weggezogen uit de realiteit van het zijn. Arm en gelaten, ik heb genoeg geleefd denk ik dan, de herinneringen worden me te zwaar.

    PS. Google toont je alle plaatsen die je zou wensen te bezoeken.

     

    04-08-2017, 06:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg die we bewandelen

     

    Ik heb weinig oog voor wat gebeurt in de wereld, of beter, ik schrijf er niet over, ik ben alleen maar begaan met mezelf, ik blijf schrijven in een cirkel, mezelf als middelpunt. Hoe lang nog houd ik dit vol?

    Wat is er zo interessant aan mij dat ik er blijf over uitweiden, waaruit dan tevoorschijn komt hoe ik me voel of voelde, alsof ik elk beeld, elke beweging van mij wilde optekenen om een dubbel bestaan te leiden, één te bewijzen dat ik er ben en, in meer, dit te willen bevestigen in woorden.

    Dat ik hier pas van morgen aan denk lijkt me vreemd, evenals het feit dat ik altijd mezelf als middelpunt neem. Ik heb al zoveel geschreven dat ik niet meer weet waarover ik nog niets heb gezegd. Ik herhaal me onvermijdelijk. Ik ben aldus aangekomen in een stadium dat wat ik schrijf geen belang meer heeft wel, hoe ik het schrijf. Ik ben aangekomen waar een paar vrienden van mij, schilders, zijn aangekomen die, zoals ik in een cirkel, blijven schilderen. De ene schildert landschappen van de Vlaamse Ardennen, het zit in zijn bloed, de andere schildert marines, bezeten als hij is door de tinten grijs en groen en blauw, het eeuwige dat van de zee is. Ze zijn landschap of marine, zoals ik mijn woorden ben, en over niets anders wensen we te vertellen. Wat mij betreft is het omdat ik in mijn ontboezemingen beperkt ben tot wat zich voordoet binnen in mij en ik geen verhaal kan vertellen waar ik niet rechtstreeks bij betrokken ben.

    Ik weet niet waar deze vaststelling me voeren zal, maar ik veronderstel niet dat ik morgen, of zelfs in de loop van de dag, een ontdekking ga doen en beslissen zal in een totaal andere richting te gaan dolen. Ik moet vooreerst die richting nog gaan bepalen, zoals ook mijn twee schilders dit zouden kunnen doen, maar ik vrees voor ons dat we alle drie vastgeroest zitten in onze vertrouwde wereld en dat een uitbraak uiterst moeilijk wordt; dat we ons niet meer kunnen bevrijden van de wereld waarin we verzeild zijn geraakt.

    Ik ga vandaag of morgen een maand-gebonden gedicht binnen krijgen van een dorpsdichter uit de omgeving – het verbaast me zelfs dat het er nog niet is – het zal eens te meer een verrassing zijn, geschreven in een stijl die hem, en hem alleen eigen is. En ik kan er nog een beeldhouwer aan toevoegen, de foto die hij me gisteren stuurde van een houten beeld dat hij ‘gehouwen’ heeft is overduidelijk een beeld van hem, dat niemand hem na kan/zal doen omdat het ontstaan is uit zijn geest, uit zijn persoonlijkheid, uit zijn creatief inzicht dat kosmisch gericht is.

    Om je maar te zeggen hoe ik me omringd voel met mensen die zoals ik, nood hebben zich te uiten, en telkens zoals ik, vertrekken van uit hun eigen wereld om te trachten zich keer op keer te vernieuwen. Op stap gaan in dezelfde richting om ooit iets te bereiken wat ze nog niet bereikt hebben, het hoogste punt dat gescholen zit in hun ‘Dasein’.

    Of ze dat punt ooit bereiken zullen speelt geen rol, het is het doen, het pogen, dat hun leven is.

     

    03-08-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (2)

    02-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vertrouwen

     

    Ik kende gisteren even een zwak moment, een dag die me niet paste om hier te zijn. Maar genoeg er over nu, ik ben terug in het land en wat voorbij is, is voorbij en het leven gaat verder. Ik luisterde naar het laatste kwartet dat Joseph Haydn schreef in 1809, op 67 jarige leeftijd. Wist hij, toen hij het schreef, dat het zijn laatste was of was het maar zijn zoveelste en hoopte hij er nog andere te schrijven? Ik veronderstel dat, in de toestand waarin hij zich bevond, hij het wist en dat de dood nakend was.

    En ik, denk ik er aan dat wat ik elke dag schrijf, de laatste blog zou kunnen zijn? Neen, zeker niet, maar het ware misschien wenselijk er toch maar even aan te denken dat het wel het geval zou kunnen zijn en, door het inlassen van een woord of, door er nog iets aan toe te voegen, te laten blijken dat ik de mogelijkheid onder ogen heb gezien. In dit geval zou elke blog geschreven en vooral gelezen kunnen worden als een mogelijk afscheid.

    Een lezeres die terugkeerde van een veertiendaags verlof in de Lot, riep hoera – ze meldde me dit - toen ze vaststelde dat mijn blog er nog steeds was. Dus hangt de mogelijkheid dat hij verdwijnen zou in de lucht en weet elk van ons dat er op dat punt, geen enkele zekerheid bestaat.

    Ikzelf moet er alleen voor zorgen dat elke blog die verschijnt er staat, voldoende waardig om te eindigen zoals voor het ogenblik, de meeste ervan eindigen, hetzij met een vraag die een vraag zal blijven, tenzij met een gegeven dat als een waarheid kan gezien worden.

    Ooit zal er dan wel over gezegd worden dat het de laatste blog is geweest die ik geschreven heb, en zal die fungeren als mijn laatste woorden, wat ook zijn waarde bepalen zal. Weet dus, en ik hoef dit niet elke dag te herhalen of te laten blijken dat ik er aan denk dat wat ik schrijf het laatste zou kunnen zijn, en dit moet volstaan. Ik voeg er onmiddellijk aan toe dat ik hoop dat ik nog een pak blogs zal kunnen schrijven. Echter als ik hoor dat de volgende Olympische Spelen zullen doorgaan in 2020 en de daaropvolgende in Parijs, in het jaar 2024. Dan reken ik en dan denk ik, hopelijk deze van 2020, misschien, maar 2024 zeer twijfelachtig en deze van L.A. in 2028, meer dan twijfelachtig. Ik beperk me dus, voorlopig, enkel en alleen uit te kijken naar wat augustus, naar wat de daaropvolgende herfst me brengen zal. Veel is het niet, geen buitengewone verwachtingen zijn me beschoren.

    Maurice Roelandts[1] die door niemand nog geciteerd wordt, die als doodgeboren is, schreef over het leven dat het een afstand doen was van dromen en verwachtingen. Ik ga hier niet mee akkoord, ik weet wat ik verwachten kan en ik weet ook dat het niet veel is dat me nog wacht; dat ik hierin heel redelijk moet zijn en vooral dankbaar er nog te zijn en dankbaar omwille van de verwachtingen die ik nog durf hebben. Mijn hopen op – eigenlijk op om het even wat, zelfs op het onmogelijke – is er en blijft er. Maar ik weet dat het maar normaal is dat die hoop er is, dat die inherent is aan het ‘zijn’, tot het daar nog zijn de daaropvolgende dag. We zien dàn wel wat die dààropvolgende dag ons brengen zal, vertrouwend naar de dààropvolgende toe.

    Zo lang dit vertrouwen er is kan er weinig gebeuren.



    [1] Maurice Roelandts (1895-1966) in zijn ‘Komen en Gaan’ of in ‘Het leven dat we droomden’.

     

    02-08-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag van 1 augustus

     

    Ik weet al een tijdje dat 1 augustus er aan komt, dat het een dag is waar ik niet zonder weemoed aan voorbij kan, dat het voor mij de dag is van een paar dorpen in de Val d’Anniviers[1] waar ik vele augustusdagen heb doorgebracht, voldoende om nu rond te gaan met een bijna ondraaglijk verlangen naar hoe het toen was. Zo, vandaag, ben ik hier niet, ik ben waar ik hoorde te zijn, in Grimentz, in Zinal.

    Het is, sinds mijn blog verschijnt, mijn zevende 1 augustus waarover ik iets zinnigs tracht te schrijven. Ik zocht de vorige op en telkens ging het over dat heimwee, wat eigenlijk een knagende terugblik was, naar de dagen daar doorgebracht, dagen die zich onvermijdelijk culmineerden in de dag van 1 augustus, de nationale feestdag van de vier taalgemeenschappen.

    Indien ik van de zes vorige blogs die ik erover schreef een résumé zou maken dan val ik telkens op hetzelfde gevoel terug en niets kan er iets aan wijzigen: heimwee, weemoed, en ik wens dit te houden als de laatste binding met wat die maand betekende in mijn leven en in dit van mijn vrouw en kinderen. Ik had nochtans de wereld kunnen af reizen, om te beginnen al de landen van Europa, maar ik heb er geen ogenblik aan gedacht de maand augustus niet door te brengen op die zelfde plaats, in het hart van de Val d’Anniviers.

    Weinige zullen me begrijpen, maar ik voelde me er oneindig goed, hoewel ik nog altijd niet precies zeggen kan wat er zo speciaal aan was, zo innemend, zo onweerstaanbaar, zo enorm rijk aan impressies. Ik leefde er op een andere, meer intense wijze, had er andere behoeften en verbleef er in totaal andere omstandigheden die me getekend hebben, Ik was er duidelijk een ander mens.

    Ik ga niet flouw doen; ik ga niet wenen, maar het feit dat het voorbij is, het feit dat ik maar de echo meer ben van de persoon die ik toen was, houdt me in de greep ervan. Ik kan dus mijn staat van zijn van vandaag met niets vergelijken, maar het is als van een groot verlies.

    Nochtans, ik weet dat, indien ik er vandaag zou zijn, mijn weemoed nog groter zou zijn, want ondertussen zijn al mijn vrienden daar overleden, ik zou het moeten stellen met hun kinderen en hun kleinkinderen, wat mijn pijn om het voorbije nog verhogen zou. Ik zou er rond lopen als een eenzame in een dorp dat ik niet meer ken, dat is uitgegroeid, waarvan de vrije bergflank overgroeid is met chalets en waar de oude kern met de witte kerk, wat Grimentz betreft, opgeslorpt schijnt. Ook zijn er geen zondagen meer zoals vroeger, geen pastoor meer, met na de mis, de dames in volkse kledij die rondgingen met een tinnen kan om het aperitief, ‘le vin du glacier’, aan te bieden in een simpel bekertje. Dus niets meer van wat was dat overgebleven is. Toch ben ik er zeker van, dat vandaag, naar de avond toe, ‘les fifres et tambours’ in stoet zullen optrekken, gevolgd door ouders met kinderen, elk kind met een brandend kaarsje in een lampion, naar de plaats Roua toe, om er het vreugdevuur aan te steken en te luisteren naar de toespraak van een van de notabelen van het dorp of van de regio.

    Ik ben dus, voor zij die me lezen, hier niet vandaag, de ganse dag zal ik in gedachten in de bergen zijn, me herinnerend de rust ervan in de morgenzon, hoe het licht er is, hoe de tijd er verloopt en hoe het is samen te zijn met de vrienden bij een stuk kaas en een glaasje wijn, welke ook. En de wereld die er afwezig is. Ik blijf er door gefascineerd en dit gevoel is ondanks alles gebleven. Ik zeg het maar, ik schrijf het maar, opdat het zou geweten zijn dat ik, uitzonderlijk vandaag, niet ben op de plaats in de tijd waar ik zou willen zijn. 



    [1] Valais-Wallis: Franstalig deel van CH: op de weg Sion – Brig, even buiten Sierre, over de Rhône, rechts de stijgende weg naar de Val d’Anniviers, een verrassing voor wie deze weg voor de eerste maal neemt, en in Vissoie drie mogelijkheden heeft, ofwel links naar St.Luc en Chandolin; ofwel rechtdoor naar Zinal; ofwel rechts naar Grimentz op 1600 m.

     

    01-08-2017, 06:40 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De overgang

     

    Dreifach ist der Schritt der Zeit: / zögernd kommt die Zukunft hergezogen, / pfeilschnell ist die Gegenwart entflohen, / ewig still steht die Vergangenheit.  

    Ook Johan Friedrich von Schiller (1759-1805) wist het wat er was van het  tijdsgebonden zijn. Hij vatte het samen in een viertal versregels, met als centrale punt het pfeilschnelle van het ‘nu’ dat voortdurend overgaat in een ander ‘nu’, de dagen in andere dagen, de maanden in andere maanden.

    Hoe ik dan in essentie, ga van een begin naar een einde maand, telkens verrast dat er al een nieuwe maand, zo maar, voor de deur staat. En nu is er, voor de zoveelste maal in mijn leven, de mooie maand juli die op het punt staat zich op te lossen in augustus. Het is de uitgeklaarde regel van het leven hier op aarde. Het is zo en het blijft zo, onherroepelijk

    Gelukkig, het schrijven rekt en identificeert mijn dagen. Ze spreiden zich genummerd uit over mijn bladen tekst. Het is, alles bij elkaar genomen, het enig duidelijke dat er van over blijft; echter, of die bladen er zijn of niet, het deert de gang van zaken niet, ze verwekken geen trompetgeschal, geen vuurwerk boven de huizen, ze raken amper de weinigen die zich in de morgen of de avond, geroepen weten om ze te lezen. Ik stel het vast, het zijn maar kleine dingen, wilde appeltjes om te laten waar ze hangen in de boom of te laten liggen in het gras.

    En toch willen mijn woorden krachtig zijn. Willen ze gevoelens oproepen, waarheden opwekken. Willen ze meer zijn dan voorbijgaande dingen. Ik doe er alles aan opdat ze van de grond zouden komen, ze willen steigeren, willen zich ‘smijten’. Dit is de aard van de stellingen die ik innemen wil. Een oase zijn in het vele dat dagelijks opduikt op honderdduizend plaatsen tegelijk, in om het even welk dagblad in de wereld, welk tijdschrift en welke redactie ook die kan geraadpleegd worden. En ik moet me er tussen wringen om iets te brengen wat anderen niet brachten, enkele verzen of zinnen samengeraapt, enkele wijsheden in alle nederigheid gebracht, mijn schamelheid geëtaleerd.

    Over de vijver hing deze morgen een lichte damp die opsteeg uit het water en zich, klaar en helder oploste in het heden van de luchten. Je zat er maar, je vingers tussen de bladen van het boek des levens dat je aan het schrijven waart. Je waart er niet alleen, er waren er, veel ruimer en meer zeggende dan jij: de bomen en de struiken, de grassen, de uitgebloeide irissen naast de papyrus in late bloei; er waren er kleine vogels wiegend in het riet, de duiven en de eksters hoog, de reiger die opvloog toen je aankwam.

    Je zat er maar te zijn, te kijken en te dromen, terwijl de appels rijpten, terwijl de zaden van de vele planten en struiken zich opspanden om weg te springen over de aarde, de bijen en de vlinders honig zogen uit de witte klavers; alle vormen van eeuwigheid zich openend voor jou.

    Je zat er maar, terwijl de aarde pijlsnel door de ruimte schoof. Je dacht dat je het bijwijlen voelen kon, maar je vergiste je, zoals je je vergist in vele zaken die van de aarde zijn en van het leven.

    Maar je waart aan de vijver, gehuld in het nu van het zijn, en je wist het, o, zo goed, zodat je opkeek om je heen, en in een cirkel, je alles omhelsde.

     

    31-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betovering

     

    Er zijn van die boeken die je dierbaarder zijn dan andere, niet alleen omwille van hun inhoud, dit komt pas later, maar vooral omdat je vaststelt hoe goed het voelt als je het als boek bekijkt of in de hand houdt. Ik heb er meer zo. Ze zijn een vreugde voor het hart, ze zijn als vrienden die nu en dan iets van zich laten horen, ook en meestal in verband met wat je geschreven hebt. Wat je apprecieert, omdat je weet dat je iets hebt wakker geschud bij hen: een herinnering, een zin, een naam, het mag dan nog Zeno van Elea zijn[1], wat dan wijst op de rijke filosofische background van je vriend en tezelfdertijd op wat jij in te grote mate niet bezit.

    De boeken en de vrienden vullen je leven aan, geven diepte aan het dagelijkse gebeuren, zijn de warmte van je dagen, zijn, voor enkele momenten, het innig samen komen met een ander leven, wat dan de geest, binnenin de sterrenstof die we maar zijn - schrijft een andere vriend - verblijdt en verheft. Dit zijn geen loze woorden, dit is inhoud, betekenis, levenswijsheid: boeken en vrienden. Wat indien die er niet waren, zelfs indien een van beide ontbreken zou? De boeken bijvoorbeeld om te beginnen, omdat die het dichtst bij de hand zijn en ermee verband houdend de muziek als ik er de tv-programma’s aan toevoeg van Brava en Mezzo.

    Ik sprak over het gevoel te leven in een omgeving die overvloed is. In feite zijn we koningen wat muziek en boeken betreft, voel ik me – ik heb daarenboven een paar vrienden die schilderen en beeldhouwen - altijd in verwachting van iets dat ik zien of horen zal van hen of lezen zal in een of ander boek of, op elk ogenblik van de dag – wellicht ook van de nacht – als ik inschakel op klassieke muziek en, waarom niet, op veredelde Jazz. Verwachting dat mijn leven is.

    De zeer beperkte wereld waarin ik leef is me voldoende, ik voeg er mijn woorden aan toe, ik zou er nog andere zaken kunnen aan toevoegen maar dan wordt het te veel, dan gaat het naar het buitensporige en kalft het af. Dus, ik pas me aan met maat en rede, mijn leeftijd indachtig.

    Dit zijn de levensomstandigheden waarin ik verkeer. Waag ik het nog te dromen? Waarom niet, een mens zonder droom is een batterij zonder energie, een leeg vat, een holte zonder echo, en die wil ik niet zijn. Trouwens hoe zou ik er in slagen nog een zinnig woord te schrijven, indien ik niet in staat zou zijn me regelmatig te bevrijden van het dagelijkse dat me voortdurend bij de keel grijpt en de adem toesnoert. Je noemt het maar zoals je het noemen wilt: ogen sluitend wegvluchten in het ongerijmde, een wereld zoekend die er enkel in ons verbeelden is, weerspiegelingen van wat nooit was of nooit zal zijn. Alle denkpistes zijn valabel.

    Ik schrijf om te schrijven, het is mijn vreugde, het is mijn ingesteld zijn dat schrijft, ik zelf kijk toe, laat begaan als betoverd door de betovering van het altijd hier nog zijn.



    [1] Zeno van Elea, een presocratische filosoof die beweerde, aan de hand van een mathematisch bewijsvoering, dat Achilles nooit een schildpad die voorop loopt, kan inhalen.

     

    30-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zo ver staan we dan.

     

    Zo ver staan we dan. Hoe we er geraakt zijn heeft nu geen belang meer, we zijn aangekomen tot wie we zijn en, veranderen zullen we niet meer, toch niet in wat we verkondigen. Wat het materiaal betreft waarover we nog beschikken is een andere zaak, er is slijtage, aanzienlijk genoeg om het te vermelden als je wakker wordt met een totaal ongevoelige rechterhand, waar je eerst geen weg mee weet en je je geblokkeerd voelt in wat je optekenen wou. Een verwittiging maar dacht je, niet halsstarrig blijven doen wat je deed, maar meer bewegen dan kom je er wel, misschien, maar vooral blijven hopen dat, zo lang de geest het doet, er niets verloren is.

    Zo zijn er van die morgens die je tegen de muur plaatsen, om rechtop te blijven en niet met een bochel rond te lopen waar je leeftijd op te lezen staat. Wat je zeker nog niet wilt, evenmin toegeven, zelfs al komt die dag wel eens. Vandaag wil je hem echter wegschuiven tot in de uithoeken van je gedachten.

    En je weet waar je nog niet geweest bent, je weet tot waar je woorden nog niet zijn aangekomen, het punt dat je eens bereiken wilt voor het te laat zal zijn. Je dacht er aan toen je zag hoe een pianiste improviseren ging op een thema van een tiental noten lang haar aangereikt door iemand uit het publiek. Hoe ze er uit haar thema weg wandelde met een verrassende soepelheid en ze er naar keerde terug, in voluten uitgeschreven, opgevangen en weer neergelegd, ten volle uit en simpel neergezet, keer op keer, in andere tonen en akkoorden die lijk bogen van tederheid waren en hoog opklommen tot onder de gewelven om te dalen d an, wit en donker, dof en plots ook zo helder, alsof water. Zij licht gebogen, haar handen, haar losse vingers, dartelend, wervelend, niet in te houden over de toetsen van haar hart, zoals je het zag gebeuren, en het was toen dat je dacht, aan wat je gisteren hebt neergezet: we leven in overvloed van beelden en klanken en woorden.

    Zo, heeft elke morgen zijn eigen interpretatie en het is op deze interpretatie dat we improviseren moeten om er uit te halen al wat er in verscholen ligt, het gewone en meer nog, het ongewone, omdat uit het ongewone het essentiële te halen valt, het niet dagelijkse, het innermost perfecte en toch breed uitzwaaiend naar de toppen toe als naar de ondergrond, alles omvattende, gaande tot in het diepste van het Niets als tot in het meest volmaakte van het Alles. open en gedoken, opdat ook maar niets verzwegen zou worden van wat is als van wat nog niet is. Breeddenkend dus. Kan ik verder nog, kan ik het gooien over een andere boeg, die nog niet is, maar komen zal als we maar blijven aandringen, zoals soms wordt bewezen?

    Je hebt in deze richting nog heel wat voort te brengen, je hebt nieuwe gronden op te zoeken om er je woorden te zaaien en rekenend op de nieuwe ondergrond, andere vruchten te oogsten die verbazen zullen: de oude en de jonge en zij die glijden naar een tussenin.

    Er komt geen einde aan, vertrekkende van uit de morgen geraak je niet verder dan de middag, wat erna nog volgen kan weet je niet, je moet verder om het te weten. Zo staat het geschreven.

     

    29-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overvloed

     

    In de nacht voltooi je geen zinnen die de dag zullen halen. Je zult ze er nog even houden en als het licht er is, ze er wegnemen met het nodige respect, en met reuk besprenkelen omdat ze tederheid kennen en gespreid kunnen worden, alsof ze vleugels hadden.

    Je woorden van gisteren waren lijk nachtvlinders, schuw amper het licht verdragend, deze van vandaag zijn van de morgen en van het licht dat opmerkelijk is van stilte, niet openspat gelijk het water uit een fontein, maar gelijkmatig is verspreid over de dingen, die er roerloos staan, als van de hand Gods geslagen, tot rust en ingetogenheid.

    Dit ogenblik van de dag is je lief, is van je eeuwigheid, is van allen die je lief zijn, ook van hen die al vertrokken zijn, en niet meer keren zullen, tenware ze hier nog altijd waren, je weet maar nooit, welke verrassing ons te wachten staat. Zo, klein gelovigen, kijk uit naar de dag van morgen als je hen vervoegen zult. Ik zal er staan om je te ontvangen met armen wijd open onder een of andere boom, een notelaar misschien, hier weggerukt.

    Heb ik me altijd openbaar gemaakt zoals het hoorde, ik houd er aan het te blijven doen, al is het me soms te eng en denk ik, nu en dan, aan het ‘neither’-gedicht van Beckett dat ik op een dag vond bij Stefan Hertmans en het sedertdien niet meer vergeten ben, hopende ooit het na te doen en mijn ‘neither-gedicht’ te kunnen schrijven, waar ik gisteren naar toe wou, maar dan op een totaal andere wijze heb klaar gekregen:  een tweede poging van wat ik ooit bracht en terug te vinden is in mijn blog van jaren terug, van 21 januari 2012 om precies te zijn.

    Zo bestaan we dan, we schrijven woorden die halve gedachten zijn van anderen voor ons, zij schrijvend op de golven van gedachten anderen voor hen, vertrekkende van uit de nevels van de tijden voor hen, en wij via via, in de voetsporen van allen die ons zijn voorgegaan en van wie overbleven hun nacht- en morgengedachten, of wij ons erop ingehaakt om te zijn zoals zij waren, niet slimmer maar meer rijker aan keuzes en verscheidenheid, bibliotheken vol wijsheden waar je uit putten kunt, kon je je maar verplaatsten zoals je het wensen zou.

    Maar je wensen zijn er, en dit is je toereikend genoeg, want in die wensen zit je inspiratie, je hebt het niet nodig te lezen, je hebt het niet nodig een boek tuit te zoeken en te lezen. Al wat ooit geschreven werd staat open en bloot in al wat ons omringt, je hoeft je maar in te stellen, de juiste golflengte op te zoeken om binnen te dringen in de oceaan van al het geschrevene dat er is. Je hoeft je geen millimeter te verplaatsen, al wat je schrijft heeft een binding met al wat er al geschreven staat, is het niet het zelfde, het heeft zijn raakvlak, en heeft het zijn raakvlak niet, het is iets nieuw of het is een aanvulling of een herhaling van het bestaande, vers geschreven en vers gedacht, of, zoals het horen zou, uitzonderlijk, in nieuwe woorden gespreid op een ander kleurvlak of in pastel, of in houtskool simpelweg, waar het vroeger gebeeldhouwd stond of opgetekend op een notenbalk.

    Wanhopen hoef je niet als je je niet meer verplaatsen kunt buitenshuis, met, al was het maar 'Brava' baden we in overvloed.

     

    28-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussenin

     

    Dit is geen droom, ook is het geen werkelijkheid. Dit is een tussenin, als er een tussenin zou kunnen zijn, als er een wereld liggen kan tussen het zijn en het niet zijn, een rand-wereld waar het mogelijke raakt aan het onmogelijke, enkel te bereiken via het woord dat van beide is.

    Waar het op aan komt is, op de grens ervan, indien die bestaan zou, een ontmoeting te laten plaatsvinden die én droom én realiteit genegen is, maar noch is enkel van het ene, noch enkel van het andere, maar is van wat is tussenin, als zo een tussenin bestaan zou: de schemerzone tussen geloof en ongeloof waar ik me zo graag ophouden wil om van de twee te zijn zonder van het ene te zijn noch van het andere.

    Hoe besta ik dan, half geboren en half onbestaande, alsof ik voor de helft in droom zou kunnen zijn, en voor de helft in realiteit. Ik kom hier later op terug of tracht hier op terug te komen, alsof het noodzakelijke ook het on-noodzakelijke zou kunnen zijn: het woord dat geen vaste vorm hebben zou, maar enkel in gestalte te voorschijn komt, niet uit te spreken, niet te verhalen noch in precieze, noch in on-precieze vormen. Waar kom ik dan uit? Nergens anders dan in de tuin van de profeet, eenzamer dan ooit op een verlaten eiland.

    Alsof het kunnen zou dat ik van het niet bestaan zou aankomen op het eiland van het bestaan en ik er spreken zou met de mens die er niet woont en verwacht dat ik er komen zal zonder er te zijn en spreken zal in woorden die niet om te zetten zijn in beelden, even, maar die zich oplossen zullen erna en pas uitgesproken zullen worden als ik zal vertrokken zijn, klanken zullen zijn die begrepen kunnen worden door ingewijden van oudsher.

    Of nog, om duidelijker te zijn, indien dit mogelijk kan zijn, hoe uit het ongerijmde, waarheden kunnen ontstaan die ons verankeren kunnen in een schijnverhaal waar, à la Borges, is wat niet kan zijn, onheil dat redding is en redding die onheil brengt.

    Te zijn van het licht en van het niet-licht, een fractie van de tijd die altijd eeuwigheid is of niet is. Dit, van toen je nog slapende was en ontwaken ging, de wig er tussen geslagen, angstvallig opgemerkt en ervaren als tussenin het zijnde en het niet zijnde. Ademloos en ademend met volle teugen, de tijd die je rest en je niet meer rest.

    De dag als die nog komt, wat niet zo zeker is, is op dit uur, de dag tussenin de dagen, opgeraapt en verspreid zoals vallende bladeren als het nog zomer is in het vooruitzicht van de herfst die komen kan of niet nodig heeft nog te komen omdat, op het ogenblik dat de duisternis gaat wijken voor het licht, alles wat gezegd kan worden al geschreven staat, ergens in het landschap en wij er staan zullen, de ogen wijder open met vragen die tussenin ook antwoorden zijn.

    Dit, dacht hij, heb ik nog nooit geschreven, maar een alleluja is het niet, al kan het er een worden.

     

    27-07-2017, 06:27 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Metamorfose

     

    Kun je in het morgenlicht schrijven over de avond, over de nacht; kun je vrolijk zijn als alles tegenslaat en kun je schrijven als een jonge man als je op leeftijd bent? Of nog, heeft dit alles wel belang eens je aan het schijven bent, een ander persoon geworden, deze binnen in jou, je dubbelganger in vele aangelegenheden?

    Het kan allemaal, je bent wat je onderwerp betreft, de persoon die je zijn wilt, oppermachtig, todopoderoso. Niets staat je in de weg, je haalt je beelden, je woorden, je daden uit je omgeving die zowel morgen of avond kan zijn, je neemt er plaats middenin en je kijkt wat er gebeuren kan, ineens of uitzonderlijk voor een lange tijd.

    Je staat voor een bos dat je betreden gaat. Je aarzelt nog omdat het een vreemd bos is, een bos opgedoken uit een kronkel van de weg, donker, schijnbaar ontoegankelijk, alsof het sedert jaren niet meer betreden werd want de weg erin, als die er ooit was, is overgroeid met netels en bramen en een afgeknakte boom dwars erover. Maar je wijkt niet, je stapt over de bijna vergane stam, voor het eerst sinds lang, met een bonzend hart. Eiken, beuken, ceders, breed en hoog, een kastanjelaar er tussen, een opgeschoten berk. Je dringt verder het bos in, de diepe geur van humus en vergaan.  Je weet dat je op een heilige plaats bent, je las erover, dat God, als Hij is, de geest is van het bos, dat Hij hier tegenwoordig is. Je voelt het trouwens, er is bezieling, de bomen hebben je aanvaard omdat je alle gedachten van jou hebt afgezet en je hart is als het hart van hen, open en toegankelijk voor al wat van het leven is. Je er-zijn, je erin opgenomen zijn, is je gebed, is je overgave in het geruis van de wind in de wemelende bladeren hoog boven jou, dat hoorbaar moet zijn tot in de blauwe luchten waar in dag en nacht de sterren staan  en de planeten schuiven in hun baan om de zon.

    Mijn vriend, hoe klein je bent, hoe nietig als je opkijkt, als je ziet hoe de bomen er staan, roerloos als in gedachten, maar je weet van hen dat het gezellen zijn, dat ze alles weten wat er met jou gebeuren zal. En er gebeurt wat er gebeuren moet, je komt aan in een open plaats met vijver, biezen en irissen en de weerspiegeling van al wat is en nog niet is, en omgekeerd, een oude stenen bank begroeid met mos en tekeningen van lichen, waar je neer gaat zitten, weerspiegeld. Je zit er als een klein afgodsbeeld van een vroege beeldhouwer die er ooit langs kwam, zo ben je er van alle tijden die er waren en van alle tijden die nog komen zullen, want je zult hier blijven, de wereld als die er nog zou zijn is nu van andere levens, van andere te gesloten tijden. Het bos heeft zich om jou gewikkeld, je zit er, als in een cocon vol leven zit je er. Je zult er verblijven in deze toestand en niet vergaan, versteend als je bent, in boom omgezet, herboren in het ontstellende dat van het leven is: wind en aarde en licht dat je voedsel is en de warmte van de zon je adem. Je zult hier nog lange blijven en wortel schieten, misschien.

    We zullen na eeuwen eens komen kijken hoe het staat met je metamorfose, opdat we erover schrijven kunnen, een mens van vlees en bloed die boom geworden is in het bos van zijn verbeelden.

     

    26-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dr Ulrich Libbrecht

     

    Meestal verloopt mijn morgen zoals Nietzsche het ergens schreef in een gedicht: ‘Aus tiefen Traum bin ich erwacht’. Echter, en gelukkig, is het niet uit de droom die Nietzsche moet gekend hebben, is het bij mij maar een tevoorschijn komen uit een nacht-droom van een gewone kwaliteit, en is het meer van uit een leegte dat ik ontwaak zodat ik vooraf mijn gedachten ordenen moet. En vanmorgen, als ik neerzit om te schrijven, is er iemand die me toe fluistert: ‘Ash on an old man’s sleeve / is all the ash the burnt roses leave.’

    Ik weet maar al te goed wie deze regel schreef, maar waarom precies deze die me overvalt, waarom spreken over ‘the old man’ waarbij ik me geviseerd voel en eraan toevoegen de ‘as’ van verbrande rozen op mijn mouw? Is er een betekenis aan verbonden, een vingerwijzing naar iets dat me te wachten staat?

    Een man van jaren moet altijd op zijn hoede zijn. Ik vernam gisteren het overlijden (in mei) van Dr. Ulrich Libbrecht, de man van de oosterse wijsheden. Hij was een paar maanden jonger dan ik. Heeft de zin die me toegespeeld werd er enig verband mee?

    Het kan zo veel zijn, ook simpelweg een hint om deze blog te vullen op een waardige wijze; om duidelijk te maken dat ik leef op de drempel van de poort die me nog scheidt van wat, onherroepelijk, volgt op het leven, de eeuwigheid, en deze drempel altijd aanwezig is in wat ik doe of zeg of schrijf; dat ik al een tijdje, zonder het te (willen) beseffen, op weg ben en dat ik me er niet van kan ontdoen, dat het einde dat komt en het begin van het nieuwe, in mijn vingers woont, zoals het ook in de vingers woonde van Lorca toen hij – een voorgevoel op jonge leeftijd - dacht aan zijn ‘sepultura’, waar hij toen al heel dicht bij stond. En de vraag die hij toen stelde om te weten waar het gelegen was, de vraag is die het literaire Spanje zich vandaag nog altijd stelt.

    Een zaak is zeker, als ik het nakijk in de dichtbundel die me niet verlaat, heb ik Eliot correct geciteerd, en kan ik verder lezen:

    ‘Dust in the air suspended / marks the place where a story ended. / Dust inbreathed was a house – / The wall, the wainscot[1] and the mouse / The death of hope and despair, / This is the death of air.[2]

    Er zijn dus van die morgens dat alles draait om de essentie van het zijn en het niet zijn hier op deze aarde; dat er weinig nodig is om geconfronteerd te worden met wat de tijd is die ons is toegemeten. En, je weet het maar als het ogenblik daar is en je aangekomen bent vanwaar je opstijgen zult, achterlatend al wat oogverblinding was en klatergoud.

    Ulrich Libbrecht weet het al, hij wist het al van veel vroeger, hij zegde het vóór het heengaan in zijn woorden:

    ‘Het leven heeft mijn dood nodig, daarom sterf ik gelaten omdat ik weet dat ik voor altijd verder leef, niet als schamele waterdruppel, die even het licht van de zon als een kleine regenboog mocht weerkaatsen, maar onvervreemdbaar eeuwig deeltje van de zee van dit bestaan.’

    Inderdaad, het leven heeft nood aan de dood opdat we weten zouden hoe precieus het is.



    [1] Wainscot: a wooden covering on esp.the lower half of the walls of a room in an old house, vertaald door Herman Servotte door ‘het beschot’.

    [2] Four Quartets: Little Gidding, 54-61

     

    25-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spaans gedicht voor Margot

     

    Por las ramas del laurel / vi dos palomas oscuras, / la una era el sol, / la otra la luna.

    ‘Vecinitas’, les dije / ‘¿ donde està mi sepultura ?’ / ‘en mi cola’ dijo el sol’ / ‘en mi garganta’ dijo la luna.

    Y yo que estaba caminando / con la tierra por la cintura / vi dos aguilas de nieve / y una muchacha desnuda.

    La una era la otra / y la muchacha era ninguna.

    ‘Aguilitas’, les dije, / ‘¿ donde està mi sepultura ?’

    ‘En mi cola’, dijo el sol, / ‘en mi garganta’, dijo la luna

    Por las  ramas del laurel / vi dos palomas desnudas, / La una era la otra / Y las dos eran ninguna. 

    Dit, benaderend omgezet in het Nederlands: 

    Door de takken van de laurier zag ik twee donkere duiven, de ene was de zon, de andere de maan. ‘Jij zo dichtbij’ zegde ik, ‘Waar is mijn graf gelegen? ‘in mijn staart’ zegde de zon; ‘in mijn keel’, zegde de maan. En ik die aan het wandelen was, de aarde aan mijn gordel, zag twee arenden van sneeuw en een ontbloot meisje. De ene was de andere, en het meisje was niemand. ‘Arendjes’ zegde ik: ‘waar is mijn graf gelegen?’ ‘In mijn staart’ zegde de zon, ‘In mijn keel’, zegde de maan. Door de takken van de laurier zag ik twee naakte duiven, de ene was de andere en de twee waren niemand. 

    Dit is een heel persoonlijke blog voor mijn kleindochter, Margot. Ze studeert Spaans, ze bereidt zich voor, mits volharding in haar studies, wat ik meer dan hoop, om wereldburger te worden – vannacht droomde ik zelfs dat ze Arabisch aan het leren was - daarom voor haar en ook voor de liefhebbers van grote, zuivere poëzie, dit sprankelend gedicht van een te jong overleden Spaanse dichter, gefusilleerd tijdens de burgeroorlog door het leger van Franco: Frederico García Lorca (1898-1936).  

    Ook iets, mijn lieve Margot, grammaticaal om van te snoepen: twee onregelmatige werkwoorden, ver y decir, twee verleden tijden en een tegenwoordig deelwoord, meervoud en enkelvoud, vrouwelijk en mannelijk en een voorraad mooie woorden. Maar vooral een uitzonderlijk gedicht, een lange haiku om te beginnen, een schilderij van Dali en, een sonatine van Mozart doorweven met hoge en donkere gitaarklanken; een spel voor kinderen met op de achtergrond de doffe tonen van de dood voor de ouderen. In een woord een klankspel van woorden. Tevens een schilderij: ‘dos palomas en el laurel’, een meisje dat er niet is en twee arenden wit als sneeuw, de zon en de maan en de dichter, wandelend over de aarde. Een gedicht om voor te dragen, om in te kaderen en op te hangen in je kamer voor nog een lange tijd.

    Ik las het deze morgen en heb aan jou gedacht omdat je me vertelde, toen je naast mij in de ligstoel lag, wij beiden samen in de tuin, dat je Spaanse les volgde, een uur per week, maar je wist – gelukkig - nog niet wat je studeren zou. Niemand weet het op de leeftijd van, sweet sixteen. Ik zelf weet het pas nu.

     

    24-07-2017, 06:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zomers van toen

     

    Diep in de zomer realiseer ik me waar ik aangekomen ben, weet ik dat ik plots met beide voeten in de maand augustus zal staan, de oogstmaand, met de oogst al lang geborgen in de schuren, laat staan in de graansilo’s. Wat bleef er dan nog van de zomer dat me mogelijks herinnerde aan de zomers van vroeger?

    Niets, totaal niets, omdat het essentiële ontbrak, de rust van het zijn, het zich laten leven; zien hoe de dag zich opende en zich laten wegglijden in de dagelijkse dingen tot de avond valt en de sterren verschijnen. Wat er van over blijft zijn de zondagnamiddagen na het eten, uitgestrekt in het gras op de boomgaard, met niets dan het gefladder van de vogels in de bomen over jou en, zoals Karel Van De Woestijne het wist, een vrucht die valt. Dit waren toen de grote momenten van het leven: lijk een vrucht, liggend in de schoot van de aarde, ontbloot tot in de kern van je bestaan. Waren we toen al meer, waren we toen al een landschap van gedachten? Het zal wel, maar de gedachten waren geen vragen over het leven, hoe het er gekomen was en wat de betekenis ervan was. Geen gefilosofeer, we waren er en waren gelukkig er te zijn en God was er en de Kerk, die een hinder waren in onze dromen en onze handelingen.

    We waren er zoals de Witte als hij de school uitkwam of door de velden liep; we waren er zoals Elias en Aloysius die bootjes met hun naam erop uitzetten op het water van de beek, op het einde van het park.

    Het grote leven van de zomer in juli, in augustus:, de morgenkoelte, de helderheid van de namiddagen, blootvoets in het zand van de binnenwegen, langs weiden en korenvelden. De zang van de leeuwerik die opsteeg boven je hoofd en het spel van de wolken over de bossen en de velden, in de oneindigheid van de dagen. Je hart, je kloppend hart, een blijheid, al wist je het niet, maar van hier uit gezien naar wat vroeger was, een gelukzaligheid. En, vraag ik me nu, heb ik dit wel ooit bewust gekend?

    Het zo te houden, het zo te herbeleven is ons niet meer gegeven. We zijn te ingewikkeld geworden, het leven snoert ons vast aan de feiten en de woorden waarin we gedompeld zijn, we kunnen ons er niet meer van bevrijden. Al wilden we wel, al hoopten we het te kunnen en terug het kind te zijn dat neer gaat liggen, laat het dan nog in een ligstoel zijn, in de heilzame schaduw van wat van de zomers zijn.

    Vooral, niet te denken, niets te weten of te moeten weten, juist er te wonen, te kijken, een boom gelijk die er staat, hoog en open en totaal vrij er te zijn en te ademen. Te weten dat hij er is en niet hoeven te weten, hoe het gisteren was of hoe het morgen zal zijn. Het klare leven van het klare ogenblik in alle klaarheid doorgebracht, niets meer dan dat.

    Je hebt, in je wildste gedachten, de weide van vroeger betreden, je bent er over weggewandeld tussen de vele bloemen en het gegons van bijen, van vliegen en kevers; je hebt de hoge winden gehoord in de canadabomen, de eksters, de wolken zien schuiven die figuren tekenden tegen het blauwe van de luchten; je voelde het tintelen van het bloed in je aderen. Je waart van een andere tijd, van een andere eeuw, je zong een lied, dat nog niet gehoord werd, het lied van het leven en van de oneindige oneindigheid. Je wist enkel wat je hoefde te weten, dat je deel waart van dat alles. En over jou kwam een roerloosheid die je stolde, een fractie van een ogenblik tot een zoutpilaar, om je daarna weer los te laten vrij als een vogel in de lucht, zwevend.

    Wat, mijn vriend, is er van de zomers van toen?

     

    23-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    22-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe de dag beginnen kan

     

    Het is de man die schrijven gaat die opstaat met het eerste licht, de andere bleef achter in het bed. Dit is het gevoel dat ik overhoud, het gevoel van een dubbele persoonlijkheid: een actief man die tracht recht te blijven en een ander die de leeftijd van het lichaam draagt en volgt tegen wil en dank. De actieve zit er de ganse dag, hij denkt, hij werkt, hij schrijft altijd, tot ook hij het te moeilijk krijgt en neerliggen moet, maar dan nog is hij bezig met wat hij schreef of wat hij nog te schrijven heeft. Het is en het blijft een soort obsessie voor hem, die het normale overschrijdt en hij weet het. Hij weet ook dat hij te weinig slaap laat aan de andere, dat hij hem opjaagt, er alles uithaalt wat er nog uit te halen is, dat hij onverbiddelijk is.

    De niet zo actieve ondergaat, weet al lang niet meer wat het is rond te lopen met een gerust gemoed zonder lastig gevallen te worden door de actieve, maar hij stelt er zich in, vooral omdat deze zijn ouder worden opvangt en verlicht, draagbaar houdt.

    Hij denkt dan onvermijdelijk aan Cervantes en hoe deze het ouder worden opving, ook door het zichzelf vergeten en op te gaan in de man in hem die na zijn Don Quijote, novellas, schrijven bleef tot de verlossing erop volgde. En hij kent er andere, Christian de Duve bijvoorbeeld die uit de vermoeidheid van het zijn is gestapt, om een totaal andere oord te betreden, een oord waarvan niets bekend is, maar dat er toch zijn moet, want het is uit die plaats dat hij is opgestaan, een plaats die zich veruitwendigde precies op het ogenblik van de bevruchting van de vrouwelijke eicel; het ogenblik waarop alle geheime – en daarom sacrale - krachten eigen aan die plaats, overgingen in de eicel die Christian de Duve worden zou, en hij aldus geladen met en gedragen door die krachten leven zou. Later, als het omhulsel ervan dat zijn lichaam was, afsterven zou, had dit niet de minste betekenis; de krachten die het lichaam levend hadden gehouden, zouden zich verinwendigen nu en overgaan naar van waar ze kwamen, zijnde de oceaan van krachten die het Universum was.

    In my beginning is my end’, zegt T. S. Eliot[1] die me altijd gezelschap houdt, en ik denk dat hij wist wat hij schreef en dit hoog in het vaandel droeg, om te eindigen, regels verder: ‘…I am here / Or there, or elsewhere. In my beginning.’

    Waar hij ook is, hij is in zijn beginnen, we blijven in ons begin, eens we eruit zijn ontstaan, is het in dit begin dat we leven zullen en naar dit beginnen dat we keren zullen.

    Het is de persoon die opstond voor het eerste licht die dit geschreven heeft, de andere leest het bij het opstaan zoals het altijd gebeurt en is verbaasd over wat er eens te meer geschreven staat, Cervantes, de Duve, Eliot, helpende.

    De dag kan beginnen nu, de bakens zijn gezet. 



    [1] East Coker uit Four Quartets, eerste versregel en laatste die er op volgt.

     

    22-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Om af te sluiten, vrije wil of niet?

     

    Ik werd wakker om drie uur deze morgen, was nog aan het redeneren over vrije wil of niet. Dacht er aan dat ik, hoewel gebonden aan mijn dagelijkse blog, wel zou kunnen stoppen indien ik dit zou willen, maar dat ik het niet kan willen, dat ik me niet kan opleggen er mee te stoppen. Ik ben trouwens overtuigd dat ook mijn vrienden: beeldhouwer, schilder, poëet, niet kunnen stoppen met de vorm van kunst waar ze mee bezig zijn, zelfs al zouden ze het willen. Iets weerhoudt ons allen het te doen, het leven, herkomst en opvoeding, de omstandigheden waarin we zijn opgegroeid, alle hebben ons zo gevormd, hebben ons zo geslepen. We ontkomen er niet aan, zelfs indien elke creatieve activiteit zou ophouden, we zouden verder gaan in gedachten.

    Dit is, uiteindelijk, mijn besluit wat de vrije wil betreft: het is niet omdat ik iets niet ‘wil’ doen dat ik het niet zou kunnen doen; alleen doe ik het niet. Daarna komt de vraag: ‘Waarom doe ik het niet, hoe komt het dat ik het niet wens te doen? En ik weet niet waar ik het antwoord hierop zoeken moet, want hier beginnen de vele gevoeligheden en vanwaar deze komen weet ik niet.

    Er verder over uitweiden, zou mijn geloofwaardigheid in het gedrang brengen, ik heb me een tijdje laten verleiden door Karl Popper en zijn boek, maar wat mijn geschriften betreft dit moet volstaan, zo niet wordt wat ik schrijf onleesbaar, wat ik niet wens. Wat niet belet dat Popper voor mij een uitdaging is en blijft en ik hem verder lezen zal, tussendoor. Hij is een van de grote figuren van de twintigste eeuw en zijn essays, verzameld in ‘La Connaissance objective’, zijn mijlpalen. 

    Maar toch nog dit: ik denk aan het beeld van Charles Sanders Peirce, in zijn ‘Collected Papers’- waar Popper naar verwijst - die tot het besluit komt ‘que toutes les horloges sont des nuages en dat dus enkel wolken (van deeltjes) bestaan.

    Als ik me plaats op het standpunt van die elementaire deeltjes en ik zie om me heen, dan is het effectief een wolk van deeltjes dat ik zien zal, deeltjes en de openingen er tussen. Dit is wat ik zien zou van het Universum, een enorme massale wolk van trillende deeltjes –snaren zegt Witten – die met elkaar in verbinding staan en, denk ik toch, inlichtingen uitwisselen met elkaar.

    Als ik van hier uit vertrek, heb ik moeite om te denken aan een vrije wil die aanwezig zou zijn in de wolk deeltjes dat het lichaam is. Eens ik die wolk verlaat echter heb ik moeite te geloven dat ik geen vrije wil zou hebben. Het komt er dus op aan van uit welk standpunt men het bekijkt, maar het is bevreemdend als ik beide standpunten met elkaar tracht te verzoenen. Ik beweeg me dus op heel glad ijs want, het is niet omdat ik iets niet wil doen dat ik het niet zou kunnen doen, stoppen bv met mijn blog.

    Waar kom ik dan eigenlijk uit: beschikken we over een vrije wil – ongeacht waar we staan en hoe we er staan - om te beslissen wat we willen en hoe we het willen of, zijn het de omstandigheden – en deze zijn heel ruim te zoeken – die bepalen wat we willen en hoe we het willen, en ons de indruk laten, dat we de weg die we zijn ingeslagen vrij en onafhankelijk hebben gekozen?

    Persoonlijk denk ik dat het vooral de omstandigheden zijn die onze wil en onze weg bepalen en dat het heel moeilijk is, gewild en vrij tegen die omstandigheden in te gaan.

    Met dit voor ogen, hoe groot is onze vrijheid tot doen en laten?

     

    21-07-2017, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs