Een vriend die mijn blog van 1 augustus las over Zinal en Grimentz, vertelt me over zijn tocht, veertig jaar geleden, van uit Zinal naar le Roc de la Vache, 800 m. hoger. Hij weet het niet, maar hij opent het boek dat mijn leven was. Hoe dikwijls ben ik die weg, dat slingerpad naar boven niet opgegaan en afgekomen, met de kinderen of met de vrienden. Hoe dikwijls niet naar boven om eens het stroompje op de rand ervan doorwaad, naar links te nemen,over de open vlakte, steeds maar stijgend om aan te komen in de Cabane du Tracuit, boven de 3000 meter. Om van daar uit, de volgende morgen, voor het licht opkwam, verder te gaan over de sneeuwvlakte naar de top van de Bieshorn, 4260 meter hoog.
Of, op andere dagen komende van de Col de MIllon, afdalend in de sneeuw en de rotsen lager, aan te komen in een vlakte van groen met het stille vloeien van water dat zich meanderde tot de rand van de voet van de Roc de la Vache. Je zegt het maar, je noemt het maar en een wereld die zich opent en de vraag hoe dikwijls was ik daar niet en,’my heart is in the Highlands, my heart is not here’.
Ik denk eraan en ik wil niet verder meer. Ik wil er nu, dit ogenblik, veranderen in een zoutpilaar en er blijven, de ogen open en uitkijken hoe het water zich kronkelt in de effenheid van de vlakte, de bodem er begroeid met mossen en bloemen, met minuscule paddestoelen, rode en blauwe en kleurloze, en gentiaan, en arnica en zilverdistel en noem maar. Wat je vooral weet is dat de grond er zacht was, dat je er liep als op een tapijt van mossen en heel korte grassen, en dat het heerlijk was daar te zijn. De mooiste plaats in de bergen, de meest effen plaats ook. Je dacht aan een mogelijk vliegveld als je erover wandelde.
Je schrijft hier over, je schrijft je leeg, Je bent van je woorden en enkel van je woorden, enkel van de beelden die je tracht op te roepen, armzalig omdat er geen woorden voor zijn. Omdat het enige wat telt is er te zijn, tevoorschijn te komen uit een ophoping van losse rotsblokken en ineens te staan voor die oase van rust en groen en levend water. Je bouwt er meer dan drie tenten, je bouwt er de tent van je leven. Vandaag is de herinnering sterker dan ooit, ze is mijn adem en mijn bloed, mijn oog en mijn oor. Ik zit erin vastgegroeid en wil er niet meer weg. Ik sterf erin en wil niet meer het leven in, niet meer.
Ik stop even, ik ga terug waar ik vertrokken ben bij een vriend die me schreef dat hij naar de Roc de la Vache was gewandeld met vrouw< en kinderen. Ik laat het voor wat er staat. Ik kan niet anders dan met hem afdalen naar de vlakte terug, Zinal vlug verlaten, de dag binnen, en zijn waar ik zit, verdoofd een ogenblik, weggezogen uit de realiteit van het zijn. Arm en gelaten, ik heb genoeg geleefd denk ik dan, de herinneringen worden me te zwaar.
PS. Google toont je alle plaatsen die je zou wensen te bezoeken.
|