Ik denk dat alles op voorhand bepaald is. Wat ik gisteren geschreven heb kon niet anders dan gisteren geschreven worden en wat ik je vandaag ga voorleggen was bestemd om vandaag te verschijnen. Het zijn de omstandigheden die hierover beslissen en deze bestaan uit honderden aanleidingen die we kennen of niet kennen, maar hoe ook, zij zijn het die de richting en de inhoud bepalen zullen. Alles vloeit voort uit alles, dit is de gang van de wereld en dit ondervind ik dagelijks als ik terugblik om, eens aangekomen, te zien vanwaar ik vertrokken ben.
Het is het raadselachtige van de hand en de pen die over de lijnen gaan - of zoals het nu gebeurt, de vingers die de toetsen bespelen - waarbij gedachten worden neergezet die er voorheen nog niet waren maar die er staan plots in een glorie van klaarte of, wat ook kan, in nevel gehuld.
Het is een vorm van bestaan, een in zich zelf gekeerd zijn. Het is het lezen van wat opborrelt uit jou dat er, het ogenblik ervoor, nog niet was, maar dat zo maar is opgestaan en neergezet, wellicht voor enige tijd. Alles samen, een afdruk van hoe je tracht te bereiken wat je nog niet weet en aan te komen waar je nog niet was. Geen wandelen dus naar een plaats die je kent en waar je heen wilt gaan, neen, het is een wandeling in het zand van de woestijn, de heuvel op zoals er duizend zijn en eens boven, uit kijken om af te dalen en een nieuwe heuvel, een andere die dezelfde is, te beklimmen. Zo gaat het en niet anders, dag aan dag.
Wie of wat vergezelt me dan; wie houdt mijn gedachten in toom nu en dan en laat deze terug los en, van waar is het dat ze op mij afkomen, ongevraagd, willekeurig zelfs? Ze staan ze er en ik aanvaard ze. Dit is van al wat er is, het meest bevreemdende, meer dan, schreef Freeman Dyson, de vlucht van de monarch vlinder van Mexico naar Canada en terug.
Een vriend, bezeten door het creatief zijn, stuurde me onlangs een foto van een blok hout met enkele inkervingen erin, een aanzet, zegde hij, van een beeld dat ik maken wil. Hij zal er verder in kerven en kappen tot het overtollige hout is weggenomen en zijn beeld er zal staan, puur en ongerept. Het is een andere wijze om iets te bereiken dat er nog niet was. Ik moet het doen met letters aan elkaar geregen om, uit het licht van de morgen of uit de schemer van de avond, een beeld te puren van iemand die neerzit om te schrijven al weet hij niet wat hij schrijven zal, maar ergens aangekomen en het beeld in letters gevormd, hij het tonen zal. Hopende.
Ik dacht dit, gisteren toen ik aan de vijver was: een plotse regenvlaag, het water een getrommel in een roersel van water en daarna, de bijna-stilte en in de luchten het blauw en het wit en tussenin, de late zon en het gekweel van late vogels. De avond die viel in rust en sereniteit het land erbij, als van alle onheil gezuiverd. En wij die er waren, zelfs al waren we er niet, erin ondergedompeld, de stilte onze adem, het water een spiegel, effen met donkere en lichtere vlakken, de bomen geruisloos. Het grote leven open gespreid, in osmose rust en bewegen. En wij ontvankelijkheid.
We schreven erover in de morgen, in het eerste, zaligheid brengende licht.
|