Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    09-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Eeuwig Zijnde

     

    Ik dacht aan een vriend die me gevraagd had hem van tijd tot tijd mijn blog te mailen. Toen ik hem antwoordde dat hij mijn woorden elke dag vinden kon op de webside, deed hij een beweging met de hand, om me duidelijk te maken dat het te ingewikkeld was voor hem me daar te gaan zoeken. Hij kent me, hij weet hoe ik me uitdruk, hoe ik denk, hij is van mijn soort, nog steeds gehecht aan wat hem in zijn jeugd werd bijgebracht, wel wetende dat wat hem toen geleerd werd, hij vandaag niet meer op een identieke wijze aanvaarden kan. Niet dat hij God wil wegdenken uit zijn leven, maar de God van zijn jeugd is niet meer diegene waar hij nu naar opkijkt en kijkt hij er niet naar op, er is in hem nog steeds dat gevoel dat zoekt naar wie of wat Hij is.

    Ik denk dat er velen zijn die zo rondlopen, die weten dat ze misleid werden met verhalen die opgetekend staan in het Oude als in het Nieuwe Testament, verhalen die nu niet meer begrepen worden zoals voorheen, en die hij, en dat hebben we beiden gemeen, zo maar niet op zij kan schuiven om voor altijd te vergeten. Er is nog steeds de echo van vroeger die hangen blijft, wat er ook gebeure, wat we ook mogen vernemen, de essentie van wat we geloof noemen is er nog maar het is een geloof geworden in een blijvende verbondenheid, niet zo zeer met Iemand, maar met Iets dat boven alles staat, niet te noemen is, niet te verklaren, niet uit te leggen met woorden is . Het is er en het is er niet en toch is het er. En we moeten het er mee doen.

    We kunnen nog steeds binnen gaan in de kerk, de mis bij wonen zoals vroeger, maar afwezig zijn wat de gesproken woorden betreft, afwezig wat het ceremoniële betreft, afwezig wat het symbolische betreft. We zijn er aanwezig omdat het gebouw, de kerk, nog steeds het sacrale element in ons leven betekent. Echter wat er verteld wordt raakt ons niet meer zoals voorheen. We hebben onze eigen gedachten, beleven onze eigen gevoelens, ons eigen geloof, maar de dood van Christus die voor ons zou gestorven zijn heeft geen enkele reden meer om voor ons te sterven, opdat onze zonden vergeven zouden worden, is een Christus geworden van verzoening, van barmhartigheid. We mogen onze zonden, als er nog zonden zouden zijn, zelf vergeven, al blijven we getekend met het ‘Kyrie eleison’, met het ‘erbarme dich’, we hebben niemand meer nodig om via hem berouw te hebben over het kwade dat we zouden gedaan hebben. We weten waar we staan en hoe we er staan, misschien niet waarom we er staan, maar we zijn er en kijken op naar wat is omheen ons, zo naar het verhevene als naar het verderfelijke. Maar het is het verhevene dat onze doelstelling is en de hulp om dat te bereiken is er niet meer zoals ze er vroeger was, we zijn en blijven op ons zelf aangewezen.

    Hij aan wie ik dit mailen zal weet dat ik denk zoals hij denkt en dat we beiden in ons het geloof dragen dat de dood niet het einde is, dat de dood een even groot wonder zal zijn als het leven is en dat we hem, als de tijd gekomen is, in volle overtuiging zullen tegemoet gaan. Zo helpe ons wat is van het Eeuwig Zijnde.

     

    09-08-2015, 06:23 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat van de dag is.

     

    Wat van de dag is, is van de dag, je kunt er niet meer op terugkomen. Wat er gebeurde met jou en omheen jou werd neer gezet, heeft zich onherroepelijk verweven met al wat was van de dagen voorheen, en uit het verwevene zal het komende ontstaan. Dit is wat de Ecclesiasticus ons, in andere bewoordingen duidelijk wou maken. Dit is wat is van het leven, wat is van onze dagen die we elke morgen binnendringen en ons brengen op elk ogenblik – herinner je de geschiedenis van de naar Ispahaan gevluchte man[1] - waar we horen te zijn. Er is geen ontkomen aan. Er zijn geen vluchtheuvels, geen rustplaatsen waar we, al was het maar even, beweeg- en gedachteloos kunnen blijven opdat niet gebeuren zou wat anders wel zou gebeuren, opdat de dag als neutraal zou worden gelezen, want ook dergelijke momenten heeft het net voorzien. Een ganse dag beweegloos blijven, niets schrijven, geen stap verzetten buitenshuis, zelfs de kamer niet verlaten, opdat er toch maar niets gebeuren zou, heeft geen zin, want dan zou het net geweven worden met een holte van de dingen die je niet hebt gedaan en niet zijn tot stand gekomen.

     Waar ben je, mijn beste man, toch mee bezig, hoe ben je nu het woord dat je heilig is, aan het behandelen, aan het manipuleren om met een slingering van je hand en van je vingers de wereld duidelijk te maken dat wat van de dag is onherroepelijk is, met de onderliggende gedachte dat alles reeds klaar en duidelijk getekend staat vóór je dag begint, wa         nt zelfs indien je vandaag, de uitstap die je normaal gepland had, niet zou doen om een of andere reden, dan ook staat deze wijziging getekend en doet je, uiteindelijk slechts datgene dat voor jou was voorzien. Onze vrijheid van handelen is een gegeven, is enorm, maar is slechts wat er in het net van het leven geschreven staat, dit en niets anders. 

    Is dit beangstigend, helemaal niet, de dag begint en de dag sluit zich op de nacht en de nacht opent zich op de morgen, een etmaal tijd is voorbij en de tijd heeft de mazen, heeft de bedrading van het net over ons gewijzigd en in deze bedrading zit de nieuwe dag vastgelegd alsof we, gericht naar de toekomst en vanuit de toekomst, waar alles reeds gepland staat, doen wat gedaan moet.

     In de namiddag, toen hij herlas wat hij geschreven had, dacht hij:

    Man, ditmaal ben je te ver was gegaan,  schrap wat er geschreven staat en vertel liever over de twee dames die glimlachend naar jou zijn toegekomen toen je deze morgen, op je kousenvoeten naar de brievenbus bent gegaan. Je dacht dat het bekenden waren van jou en je trachtte je te herinneren, maar het waren boodschappers van de Heer hoorde je, en of ze even van je tijd mochten nemen. Wat je hen graag toestond. En de jongste van beiden, een elegante, mooie dame, zoals ze daar voor hem stond, glimlachend en hij op zijn kousenvoeten, en hem vroeg of hij wel ooit eens nadacht over het leven en over de schoonheid van het licht dat, zegde ze, het licht is van de Heer - wat hij ten volle beamen kon – en, zegde ze, al dit staat geschreven in het wondere boek dat de Bijbel is.

    ‘Leest u wel eens de Bijbel’, vroeg ze, ‘kent u de woorden van de Heer?’

    Ze keek hem aan, recht in de ogen en hij ontweek haar blik niet, hij zag er iets kinderlijks is, iets dat eenvoud was, puur en aanvaardend, zelfs een verkeerd antwoord van hem.

    ‘Ik heb’, zegde hij, om zich duidelijk te maken, ‘een bijbel onder mijn hoofdkussen’, ‘in bed’ voegde hij er aan toe, denkend aan de mogelijkheden van het bed.Ze schrok even, de mooie dame, dacht ze wellicht dat ik spotte met haar. Maar hij stelde haar gerust: ‘ik heb enkele bijbels en ik lees erin en ik weet dat de Heer het licht is van de wereld, maar ik ben niet zoals jullie een boodschapper van de Heer, ik draag het niet uit zoals jullie, ik hoop in elk geval dat je succes hebt met jullie boodschap.’

    Ze keken hem aan, een ogenblik dacht hij dat ze hem omhelzen zouden en toen zegde de oudste, een gezette dame met een hoed vol rozen, ‘Je moet ons eens komen bezoeken’ en ze stopte hem een folder in de hand, ‘hier is ons adres en hier staat onze boodschap te lezen en we verwelkomen u op elk ogenblik van de dag. Het was aangenaam praten met u, het komt o zo zelden voor dat we iemand ontmoeten die weet dat het Licht is van de Heer, is van Jehovah.

    Hij nam de folder aan, ‘ dank u’, zegde hij, ‘het ga jullie goed’. ‘Onze dag is goed begonnen’, zegde de jongste boodschapster van de Heer. ‘Ik ben maar een oude man’ antwoordde hij. ‘Misschien’, zegde ze, ‘maar vooral een wijs man’, en ze reikte hem de hand, een mooie fijne hand, een tere hand, die hij even te lang hield, in haar ogen kijkend. 

    Wat van de dag is, is van de dag, maar opgetekend is er iets meer van de dag die voorbij gaat.



    [1] ‘Uit de ‘Tuinman en de dood’ het gedicht van P.N.Van Eyck, wat een plagiaat is van het gedicht uit ‘Le grand écart’ van Jean Cocteau die spreekt van Isfahan ipv Ispahan. Cocteau  die zich baseerde op het verhaal van Rumi, de Arabische mysticus die het wellicht haalde bij iemand  voor hem.                                             

    08-08-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ernest Hemingway

     

    Enkele dagen geleden - laat ons zeggen op een memorabele zondag - herinnerde me een vriend van jaren terug, aan Ernest Hemingway en dezes  ‘For Whom the Bell Tolls’[1]. Een boek dat op de eerste pagina het gedicht draagt van John Donne, een prachtig veelzeggend gedicht en het nu  herlezend en het hier hernemend stel ik eens te meer vast hoe groot de waarde kan zijn van  het geschreven woord: 

    No man is an Iland, intire of it selfe, every man is a peece of the Continent, a part of the maine if (als) a Clod bee washed away by the Sea, Europe is the lesse, as well as if a Promontorie were, as well as if a Mannor of thy friends or of thine owne were; any mans death diminishes me, because I am involved in Mankinde; And  therefore never send to know for whom the bell tolls it tolls for thee’. 

    En dan vooral de laatste zin, passend voor Hemingway’s boek: ‘Stuur nooit iemand uit om te weten voor wie de doodsklok luidt, ze luidt voor jou’

    En dan van literatuur gesproken, ik heb, na zovele jaren, de laatste pagina’s van Hemingway herlezen. De rebellen (republikeinen) hebben hun opdracht vervuld, het opblazen van een brug, en worden nagezeten door een groep soldaten van Franco. In hun vlucht gebeurt het dat Robert Jordan, nadat zijn paard gevallen is, zwaar gekwetst achterblijft, wachtend op de dood of zijn  gevangenneming, wat hij niet wenst. Hij denkt aan zelfdoding wat hij verwerpt, hij zal, wetende dat het zijn laatste akte zal zijn, wachten op zijn achtervolgers, verscholen achter een boom, en doen wat hij doen moet om zijn kameraden te redden door hen meer tijd te geven om te vluchten. 

    ‘He touched the palm of his hands against the pine needles where he lay and he touched the bark of the pine trunk that he lay behind. Then he rested as easely as he could with his two elbows in the pine needles and the muzzle of the sub-machine gun resting against the trunk of the pine tree.’ 

    Je moet het toch schrijven, woord na woord, sober de feiten weergeven, ze zien zoals ze zijn. En de beslissing van de schrijver de dood van Robert(o) te verkiezen boven zijn gelukkig zijn met Maria die hij heeft ontmoet bij de rebellen en die een kind verwacht van hem. 

    ‘He was waiting untill the officer  reached the sunlit place where the first trees of the pine forest joined the green slope of the meadow. He could feel his heart beating against the pine needle floor of the forest'. 

    Dit is het einde van het humane epos over de burgeroorlog in Spanje. Ik heb het boek ettelijke malen gelezen, dan toch bepaalde passages eruit. Pas nu is het alsof ik voor de eerste maal het einde ervan ontdek. De soberheid van het verhaal, tot de allerlaatste regel, die niet geschreven staat: het geknetter van het machinegeweer en de val van de luitenant.

    Dit verwachten we, dit weten we, Hemingway had er geen nood aan dit nog te vermelden, had het niet nodig te vertellen hoe het einde van Roberto was, hoe het verder verliep met Maria en haar gezellen. Hij verzweeg het ogenblik dat Roberto schieten zou, hij zou het overlaten aan de lezer om het boek in gedachten af te maken. Hij ging niet verder dan neerliggend op de dennennaalden, te wachten op de komst van de luitenant. Het overige was voor ons om het boek in gedachten verder te lezen tot dagen erna. 

    Het verzwijgen van wat de lezer verwacht op het meest spannende ogenblik, is het teken van grote literatuur. 



    [1] Ernest Hemingway: For whom the bell tolls. Penguin books 1967 (copyright 1941)

    07-08-2015, 00:36 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het milde oosten van de geest

     

    Dacht hij eraan dat het ritme van zijn ouder worden een andere, meer progressieve fase was ingegaan, al hoopte hij dat het maar inbeelding was en van voorbijgaande aard, want hij had de kwellingen die hiermede gepaard gaan reeds gekend, echter, zijn confrontatie ermee van de laatste dagen konden niet meer,  zoals voorheen onderdrukt worden, weggedacht of weggeschreven, zodat ze nu voor het eerst waren doorgedrongen tot in zijn dagelijkse blog, zijn dagboek.

    Dacht hij er dus aan dat hij in de toekomst meer beroep zal moeten doen op wat hij vroeger geschreven had; dat hij, uit de vele dagboeken die hij bewaard had, gedachten zal moeten gaan terughalen om verder te kunnen  reizen als een jonge man in oude klederen gehuld, op wie, zoals hij het meende te voelen, nu sleet was gekomen, zoals op het beeld dat hij had van de morgens over hem. 

    Hij zich verzetten zou tegen die slijtage in het werk van de geest. 

    Hiertegen echter bestaan geen trucs, de regel is te ondergaan en te aanvaarden dat hij gekomen was op het zoveelste kruispunt in zijn leven en dat het ditmaal veel ernstiger was dan alle vorige keren samen, dat hij nood had aan een nieuwe en anders gerichte impuls om los te komen en zich te bevrijden van elke zwartgalligheid die klaar stond om binnen te vallen en hem lam te leggen. 

    Gisteren was hij aan de vijver, aanhoorde hij het aanhoudend geruis van de wind in de bomen, voelde hij er zich in opgenomen en was de stilte in zijn gedachten niets meer dan de frisheid van de wind in zijn gelaat en het schuiven van de wolken over hem. Kende hij geen verlangens, kende hij enkel de grote rust van de vijver die in hem was binnen gedrongen, het water licht rimpelend, het spiegelbeeld licht verdoezeld en hij zoekend naar een woord, een zin om alles wat er was, in vast te leggen. Te grijpen wat er te nemen was van het grote, sidderende leven omheen hem en het te houden, er in op te gaan om er te blijven. Te weten van het ogenblik dat het is, dat al het vorige was geweest en het komende nog komen moet, dat hij zich vastankeren moest op nu ogenblik, dat dit de essentie was en is en dat hij er zich rekenschap moest van geven dat die ogenblikken geteld waren, dat ze dit wel zijn voor elk van ons, maar er zijn voortekenen die voor elk van ons verschillend zijn. Hij kende die van hem. Hij wist wat er was van de breuk in het ritme van deze tekenen, en de tijd, dacht hij, de tijd waarvan men zegt dat hij niet is, die is. Hij kan hem niet wegdenken. Hij kan roerloos blijven zitten of staan, maar de tijd die van de beweging van de aarde is omheen haar zon, is de tijd die met zijn lichaam afrekent, dat nu aan het verschralen is, merkbaar en voelbaar. Er is geen ontkomen aan. 

    Maar toch niet, schreef hij laatst als de eindregel van een gedicht, toch nog niet de witte vlag gehesen. Hij zal het gedicht eens moeten opzoeken, het dateert van enkele jaren terug, toen al kende hij de problemen van het ouder worden, Cervantes kende die, allen kennen we die, en ze te kennen is ze aanvaarden is ze overwinnen. 

    De ceder deze morgen, zijn schaduw getekend op de muur van de gebuur, licht bewegend met de wind die uit het oosten komt, het milde oosten van de geest.

      

    06-08-2015, 07:08 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijven

     

    Wat ik inlog doe ik best met de grootste zorg en, wat meer is, er niet op vertrouwen dat wat ik geschreven heb, zelfs na het herlezen ervan, foutloos zou zijn. Maar al te dikwijls bij het bekijken van mijn ingelogde blog in de morgen, kom ik tot de bevinding dat, ondanks de zorg er aan besteed, er nog fouten of onduidelijkheden in de tekst voorkomen. Er is wellicht een reden voor, bij het schrijven denk ik reeds, terwijl ik nog steeds de eerste zin aan het schrijven ben, aan de zin die er op volgen zal. Het mechanisme van de geest is hier op ingesteld en er van afwijken is onmogelijk.

    Wat is er van de mens, wat is er van de schrijvende mens, wat is er van de componist, de man/vrouw, wiens/wier woorden klanken zijn die hij samenbrengen moet tot melodie, die zich herhalen zal. Elke morgen, Klara beluisterend, ben ik hiermede geconfronteerd, hoor ik stukjes muziek waarvan  ik me afvraag, hoe is men er toe gekomen deze klanken binnenshuis te horen en neer te zetten op de notenbalk, sommige een melodie onderlijnend, sommige dezelfde melodie verbrokkelend tot een nieuwe – Mahler terwijl ik dit schrijf - die dan uitgesponnen wordt of halverwege stop gezet. Ik ken niets af van muziek, weet niet hoe een componist te werk gaat maar ik sta telkens, als ik aandachtig luister, verbaasd hoe innig de klanken in elkaar verweven liggen, waarbij het gebruikte instrument er een ander klankaspect, Mahler is er een meester in, niet alleen als kleur maar ook als impressie aan toevoegt.

    IK heb slechts de klankengamma van het woord, dat ik terloops zoek te gebruiken, maar mijn pogen is afgestemd op woorden die een betekenis dragen en mijn zin voeden met wat ik verlang. Bij het nalezen achteraf duiken andere variëteiten op die hangen blijven waardoor de aandacht voor het geschrevene verzwakt en tot kleine fouten leidt.

    Zo, ik herhaal hoe schrijven we. Hoe komen we er toe woorden bij elkaar te brengen, lijk klanken met betekenis erin.  Dit is wat elke dag zich voordoet, waarvoor we heel wat zaken opofferen waaronder, wat ons kwetsbaar maakt, het lezen van de werken waarvoor anderen heel wat zaken hebben opgeofferd. Het schrijven wordt aldus een verzaken aan de vele geneugten van het leven  en deze te vervangen door de pijn en de moeite die van het schrijven is.

    Of het de moeite waard is, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat we gemaakt zijn om de moeite van het schrijven meer te waarderen dan het ondergaan van vele frivoliteiten die van het leven zijn. Ik heb wat mij betreft hier nog geen spijt over gehad, trouwens vandaag is het te laat om ook maar enig spijt te hebben.

    Zo wordt dus elke morgen van mij gekleurd en uitgezet, eens met dit en eens met dat. Het eigenaardige is dat ik het niet ben die dit bepaalt maar iemand in of omheen mij.

     

    05-08-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pieter Coecke van Aelst

     

    Naar de morgen toe was hij wakker geworden en had hij door het open raam de afnemende maan gezien hoog boven de donkere lijn van de bomen, zijn geest nog verward, de ogen pijnlijk uit de slaap gekomen.

    Gisteren was een vreemde dag geweest, hadden ze een bezoek gebracht aan ‘l’Hopital de Notre Dame à la Rose’ in Lessines, geleid door een schitterende gids die hen door de oorspronkelijke gebouwen van 1243 wandelde. In de jaren zeventig was er een Delmotte, een cultuurbarbaar geweest die het geheel wou slopen om er een parking van maken. Dit in schril contrast met wat de gids er ons, met hart en ziel over vertelde. Zo, wat we over dit hospitaal van de Augustines vernamen, hun regel geïnspireerd door de heilige Augustinus, dat het hospitaal er was voor de armsten onder de armen en dat je, als je als zieke er binnenkwam het gebeurde langs de kapel, om je vooraf in regel te stellen met God want als je God niet aan je zijde had, hoe zou je ooit kunnen genezen. Waarna je opschoof naar de eraan palende ziekenzaal om er mogelijks te genezen of er te sterven, wat eigenlijk bijzaak was eens je in regel waart met God.

    Hij had de sfeer ervan nog niet verlaten. In zijn slaap waren zijn dromen er voortdurend op uitgekomen, nu nog speelden de beelden van wat hij er gezien en gehoord had door zijn hoofd. Eigenlijk was hij er door ontredderd - of was het door de vermoeidheid die was blijven hangen - kon hij niet de taal terugvinden die bij hem gebruikelijk was en zat hij geklemd tussen de beelden die hij gezien had en de woorden die de gids met een verrassende soepelheid er over verteld had.

    Alhoewel hij zich had voorgenomen over heel wat anders te schrijven, verdwaalde hij telkens naar die plaats van lijden en sterven en God ter wille te zijn. Twee zaken die de gids – hij werd een vriend - nauw aan het hart lagen kon hij zo maar niet voorbij. Vooreerst de sfeer omheen Maria Magdalena die in bepaalde schilderijen op de voorgrond kwam en waarbij we ons heel wat vragen konden stellen, en  waar ook Giotto (XIIIde eeuw) en dichter bij ons, Dan Brown, zorgen mee hadden, en dan vooral, én voor mij én voor de gids, het meesterwerk van een miskende schilder van bij ons, Pieter Coecke van Aelst, 1502 -1550, van wie, boven de haard en over de ganse breedte ervan, in de refter, een zeer originele voorstelling van het Laatste Avondmaal hing, met alle personages omheen Jezus in grote verwarring nadat  deze gezegd had dat een onder hen hem verraden zou.

    Wat de gids niet zegde is, - hij zal het wel geweten hebben – dat diezelfde Pieter Coecke van Aelst, in 1528 een ander ‘Laatste Avondmaal’ geschilderd had in de stijl van Giotto, Coecke echter had Maria Magdalena geplaatst aan de linkerzijde van Jezus en niet zoals Giotto aan de rechterzijde. Waaruit kon worden opgemaakt, enkel en alleen  door haar plaats  aan tafel, dat Coecke, die Italië had bezocht, de frescoschilderij van Giotto in al haar glorie, moet gekend hebben, en waaruit eveneens naar voor komt, de rol die Maria Magdalena moet gespeeld hebben in het leven van Jezus, een rol die door velen werd gezien als zou ze de echtgenote van Jezus zijn geweest. Trouwens was zij niet aanwezig aan de voeten van Christus toen deze stierf en was zij niet de eerste om het graf te bezoeken?

    Maar dit, zoals meestal gezegd wordt, is en blijft een ander verhaal.

     

    04-08-2015, 07:45 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onsamenhangend verhaal

     

    Hij is uit de hoogte afgedaald en heeft de pen terug opgenomen om te zeggen hoe hij het stelde en, dat hij zich nu voelde, als een man die na een lange reis, huiswaarts keerde en het huis gesloten vond, de luiken dicht, vergrendeld alle deuren. En toen het hem, na lang kloppen, binnen liet en hij de kamers eens doorliep, ontdekte dat hij voor hey huis een vreemde was, en ook dat het huis maar doodgewoon was, dat er geen krachtlijnen doorheen liepen, geen mogelijkheden om te zijn wie hij niet was. Na dagen denken besloot hij er niet verder te blijven wonen en te vertrekken naar waar hij nog nimmer was geweest om er te zijn en er te schrijven. Hij zocht in zijn geheugen welke plaats hij kiezen zou, er waren er vele. Van sommige had hij al gehoord, van andere gehoord in zijn verbeelden.

    Hij dacht toen aan de bergen. Hij wist van een groep chalets, waarvan de eigenaar te oud was om er nog te wonen, en nu verlaten was door God en iedereen, maar wist niet of hij er komen kon en of het een plaats was genoeg om er te overleven. Hij wist van een chalet waarvan hij soms hoorde, hoger nog  gelegen, en een andere meer toegankelijk die hij misschien huren kon voor een zomer en een herfst tot de sneeuw zou komen.

    Hij wist van andere plaatsen in Schotland, waar hij ooit was, van een witte woning gekleefd tegen een donkere rij bomen, weerspiegeld in het loch; hij wist van plaatsen in Toscane, waar eens de Etrusken woonden, en in de Provence, een woning midden de olijfbomen en nog een andere, veel oudere nog, dichtbij de abdij ‘Le Thoronais’, met een kamer lijk een cel met blote muren, zoals een schrijver van bij ons in de Ardèche een kamer had.

    Zo hij wist van vele plaatsen en nog van andere, hij zou er een van kiezen eens hij zijn boeken had klaar gelegd om mee te nemen, want boeken had hij meer dan nodig. En toen hij de schifting had gedaan hoorde hij de weeklacht van de boeken die hij zou achterlaten, hij hun klagen niet kon aanhoren en hij zich toen bedacht, het beter ware hier te blijven  en het huis om te toveren tot het oude huis waarvan hij, sedert zijn jeugd, altijd had gedroomd.

    Die dag sloot hij lang de ogen, wachtte hij een tijd, neergelegen, en toen hij ze opende dacht hij te zijn waar hij zijn moest. Liep hij onder de torenpoort door tussen de twee leeuwtjes aan de ingang en kwam hij - zijn jonge broer naast hem, als hij daar heen ging waren ze altijd samen – op de binnenkoer, de deur van de woning stond open: in de kamer met de wijde donker geblakerde haard, de zware eiken tafel, de stoelen even zwaar en de sofa voor de haard met het schaapsvel op de grond en, tegen de muur de Luikse bollenkast en op rekken stonden de boeken, zijn boeken, uitgezet. Een venster gaf uit op de binnenkoer, met de vervallen schuur aan de overkant , de oude kar en het ovenhuis onder de mispelaar, en verder de tuin en de boomgaard, appelen en peren en pruimen en kersen en een vergane perzikboom, die hij terug tot leven roepen zou. Hij voelde er zich heel goed bij.

    Hij zou er zich opsluiten waarna hij begon te schrijven aan de eiken tafel voor de haard, elke dag een nieuw beginnen. Zo leefde hij, had weinig contacten met de wereld er buiten. En toen het augustus werd, was hij nog niet uitgeschreven. Niemand in het thuisland vroeg waar hij gebleven was,  het was alsof enkel van hem waren overgebleven de verhalen die hij elke morgen de luchten in stuurde om te overleven. Op een dag viel hij lijk een steen zoals Dante viel na het verhaal te hebben gehoord van Paolo en Francesca. Hij is er lang blijven liggen midden zijn geschriften alvorens hij terug tot leven kwam, voor een tijdje nog.

     

    03-08-2015, 05:19 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat als de moeheid

     

     

     

    Ik moet me losrukken van de dagen over mij om neer te zitten en te schrijven wat me te binnen valt, van gisteren nog en van de dagen ervoor;  ongeacht het vele dat reeds geschreven staat er een nieuw geluid aan toevoegen, het liefst gezwind in een ruk geschreven, met of zonder metaforen, waarin ik soms overdrijf terwijl die de eigendom zijn van Pablo Neruda. Ben dus ben gaan zwerven langs de velden, de heuvels op, de heuvels af, ben ik de bossen ingegaan, heb ik de weiden afgelopen, bij vijvers stil gestaan, om weer te keren van waar ik vertrokken ben, armer dan ik ben heengegaan. 

    Wat is het dat me op kan fleuren of dat mijn dag kan kleuren; wat is het dat me zal neerzetten ergens waar ik me vermeien kan, me zelf niet meer als een last zal voelen, een begin van moeheid die al lang aanwezig is maar die ik nog niet tot mij genomen of willen nemen heb en nu zijn recht opeist te zijn wat ze is. 

    Kleine vogels zijn het in de tuin, wat gefezel, nu de merel  vertrokken is om redenen die ik niet ken – hoop dat hem niets is overkomen - en ook, ik ben te zeer ingenomen met mezelf  en wat is van mij en van mijn dagen, vandaag niet van deze die waren, maar wat meer is, van deze die aan het komen zijn.

    Zo, je kunt niet elke dag een gedicht gaan schrijven dat je omhelzen wilt omdat het zo goed gedacht is en zo goed verhaald, woord in woord verstrengeld, lijk bloemen in een ruiker, lijk de geuren van de bossen als het regent en de wind gaan liggen is en jij zelf maar wat gefluister bent dat in de bomen hangt, meer niet. Wat licht lijk zilver op de bladeren, op de netels, al wat je nog rest aan inspiratie en wat je amper nog weet van het binnendringen in de dingen om je heen. 

    Veelvuldig ben je opgestaan en weer gaan liggen, veelvuldig heb je gedacht dat het geluk hier voor het grijpen lag en veelvuldig ben je terug gewandeld naar het weinige dat je dacht te houden. Vandaag is er een lijn getrokken die je niet meer overschrijden kunt. Herinneringen zijn uit den boze. Maar doorgedrongen is het niet.

     

    02-08-2015, 00:22 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le Valais: 1 augustus

     

    Ik ben hier niet vandaag, wat je ook hoort of ziet, ik ben hier niet vandaag. Mijn horizont heeft zich verlegd, zijn de wijngaarden van de Rhône-vallei, zijn de besneeuwde bergtoppen, de Zinal Rothorn, de Weiszhorn, de Obergabelhorn, de Dent blanche, de Besso; zijn de dorpen van de Valais met de kerktoren er boven uit. Zo zoek me niet, ik ben hier niet, morgen misschien.

    .De vorige avond was geen gelukkig zijn, was van stil zijn en ondergedoken, geklemd, gebroken, van kop tot teen roemloos ten onder gegaan en er verbleven voor een lange tijd. Vandaag ben ik heen gegaan naar waar ik wonen wou, zo, ik ben hier niet vandaag.

    Je zoekt me in de wijngaarden, tussen de rijen wijnstokken, de ranken en de druiven die zich vormen zullen terwijl ik er vertoeven zal al is het maar voor een korte tijd, ze zullen mijn adem voelen, ze zullen me horen met hun diepste wortels, met hun fijnste ranken naar omhoog gekropen, de luchten in; ze zullen weten van vroegere tijden, van vroeger gelukkig zijn, ze zullen weten van mijn zoete pijnen als ik met de kist geplukte druiven op de schouders naar de straat toe ging, als ik de wijnen proefde, het brood, de kaas, en als ik de slaap der gelukzaligen sliep in het gras, na het middagmaal, de geur van kweeperen over mij. Alles zullen ze zich herinneren, meer dan ik me herinneren zal.

    En ook, je zoekt me in de Val d’Anniviers, je vindt het wel op de kaart, vertrekkende van Sierre de slingerweg naar hoger, het knooppunt Vissoie voorbij waar de weg zich splitst, een drietand gelijk, een naar St-Luc, een naar Zinal en de weg rechts naar Grimentz toe, een oud dorpje dat nu te ver is uitgegroeid, te hoog is opgeklommen om nog dorpje te zijn, maar daar ben ik niet, je vindt me in de oude kern, het hart van het dorp, onder de vrienden van vroeger die allen nu zijn heengegaan, maar voor mij zijn ze er nog, wachten ze op me, ergens op een terras, met ‘trois décis de Fendant’, of in een wijnkelder, bij een vat ‘vin du glacier’, ouder dan oud, het kan ook een Ermitage zijn of een Malvoisie, het kan van alles wezen als het maar onder vrienden is.

    En als de avond valt, je zoekt me onder hen die in stoet, met voorop ‘les Fifres et Tambours’ en de rijen kinderen met lampions, de weg opgaan naar het plaatsje Roua toe. Je vindt me daar al zal ik er niet zijn, mijn herinneren zal er aanwezig zijn als het vreugdevuur van de Nationale Feestdag er wordt aangestoken, als de vlammen hoog de lucht in gaan en het gensters regenen zal over onze hoofden, de nacht een heiligdom van sterren en planeten.

    Dus, wat ik je zeggen wou, ik ben hier niet vandaag, morgen wel hoop ik er te zijn, zoals ik er altijd was, maar wat meer geschonden.

    01-08-2015, 00:30 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Node-dag

     

    Heb eens te meer de maand juli overleefd en kan nu augustus binnen gaan. Heel wat meer dan buiten stappen in de tuin en binnenkomen in het huis. Maar zoals ik het zie vandaag is het weinig meer, eens voorbij geschoven en we met cijfer één mogen herbeginnen tot glorie van onszelf hier neergezet in simpele woorden. Te simpel om er besluiten uit te trekken en er mee op stap te gaan naar andere oorden om uit te komen op eilanden van de geest waar het goed is te zijn en er te verblijven, Arcadia’s met bomen die spreken en winden die luisteren, een ander werelddeel dat er gisteren nog niet was maar uit de golven hier is opgedoken, randen met schuim bedekt lijk van klanken de violen zijn.

    Augustus heeft een vreemde kleur die luistert naar wat van de zomer is en stilaan van de herfst die een bestemming is voor poëten en voor pijnen diep in jou om wat voorbij geschoven is, onherroepelijk opgelost, destijds onbegrepen hoe goed het was en nu de echo die er is niet meer te herbeleven.

    De adem van de dagen die voorbij zijn gegaan, onbewust achtergelaten en pas nu er naar omgekeken. Beter ware niet te weten hoe ze waren, hoe ze hun indruk hebben nagelaten, lijk een verflaag op een doek waarop je schilderen gaat wat van je schrijven is en hoe verloren je je voelt, totaal machteloos het nu-ogenblik te beleven. Hunker van de tijd die je achterlaat. Verloren dus in schaduwen van wat verrukking was, al wist je het toen niet. Zo zijn er vele momenten voorbij gegaan die nu terug wensen te komen, zelfs als je ze niet binnenlaat, staan ze te drummen op de drempel van je hart, symbool van alle leven, die de ogenblikken van toen terug binnen brengen en meer ogenblik zijn dan de ogenblikken van nu. 

    Wie is het die me komen halen zal als mijn stem er om roept met aandrang, nu ik elk ogenblik verlaten wil om niet meer te zijn en  in stilte te verdwijnen.

    Dit is geen dag als andere dagen, dit is geen uur als het uur dat gisteren was, dit is het node-uur van een node-dag die beter niet gekomen was.

     

    31-07-2015, 00:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Coimbra

     

    Je dacht van morgen aan Coimbra, je dacht eraan dat toen je er was, toen je de optocht zag van de studenten in de straat, vroeg in de morgen, je droomde een van hen te zijn om binnen te gaan en neer te zitten onder hen, een jonge knaap terug, zo uit een boek gekomen, als appelbloesem uit de bot, openschuivend naar het licht dat het licht van kennis was. Je wist dat je niet verder denken mocht, dat je je niet mocht laten gaan in vreemde gedachten, dat je deze schuwen moest, maar het woord was Coimbra  en het hing om je heen als een waas die niet openschoof maar je gevangen hield met tal van mogelijkheden voor jou, filmbeelden op het doek,  uitgerold  naar de vier windstreken tot in het oneindige van de gedachten.

    Je wist het ook nog van de zin, in graffiti op de witte muur getekend, wat je trachtte te begrijpen of toch meenemen wou voor later, als de betekenis ervan je treffen zou - zoals naar het zeggen, Paulus ooit getroffen werd door een bliksem inslag op de weg naar Damascus – als de plons van een steen in de spiegelvijver. Je hoorde later dat de zin van Antero de Quental was die je niet kende noch van haar noch van pluimen, maar je zocht het op, je dacht erover na alsof het in italiek onderaan de graffiti geschreven stond:

    Heb je ook gelezen, Heer, wat op Coimbra’s muren in graffiti geschreven staat, dat ‘de universiteit pas dan het volk verlichten zal als ze in vuur en vlam zal staan[1]’.

    Al zouden we het zonde vinden als iemand dit betrachten zou, want als ze ons niet verlicht, verduisteren ook dat zal ze niet. Al is het zo dat velen hier geroepen zijn maar weinigen zijn uitverkoren. Zeg me dan waarom Antero de Quental dit zo verkondigd heeft?

    Al vermoeden we het wel, maar zeker zijn we nooit, dat hij eerder leren wou hoe je naam te noemen, waarom we hier geroepen werden en ook waarheen we zullen gaan als onze tijd is opgebruikt. Want dit is dat ons verlichten zou. Of was het, het tegengestelde dat hij wou, de neer geploften in de aarde te beletten op te stijgen, in andere regionen, deze van de geest, neergezet?

    Geboekstaafd echter staat dit niet, leert ons Coimbra niet, Evora evenmin. De zon wijst ons de uren aan en in de nacht, de sterren je oneindigheid en het is hiermee dat we, wat jou betreft, het hier stellen moeten.

    Al zijn er ook de planten en de bloemen, de zeeën en de luchten, de eilanden, alleen heeft waarde wat van het ogenblik is, al droomden we avonden lang dat heel wat meer er was.

     


    [1]A universidade so illuminara o povo, no dia en que lhe puseren fogo’. (Antero de Quental (1842-1891), poëet en filosoof).

    30-07-2015, 07:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Panoplie van gedachten.

     

    Heb me nogmaals, totaal onbeschaamd, helemaal bloot gegeven, wat mijn droom betreft. Maar kent elk van ons niet zo een onvervulde droom, iets waar hij of zij een bijna ganse leven heeft omheen gedraaid en gekeerd alsof alles, in een draaikolk zich omheen die droom heeft gesitueerd?

    Ik stel me de vraag, deze morgen, staande voor het raam die uitzicht geeft op de ruime ceder die fier, zoals het hoort, zijn vruchten draagt, groene cederappels lijk korte mooi gevormde kaarsen die nu aan het rijpen zijn, de herfst tegemoet, ik zal ze volgen, ik zal ze zien rijpen, bruin worden en openbarsten. Wat niet gebeurt is met die droom van mij want, zo lang men rondloopt met een blos van overmoed op de wangen is alles nog mogelijk, maar eens men het gewicht van de jaren nog met moeite torsen kan, vervaagt de droom, blijft hij dagen achterwege als onbestaande tot hij ineens weer opduikt en ons lang wakker houdt. 

    Gisteren, na Hemingway en Pasternak stak ik terug even de nek uit en overviel hij mij, op een ogenblik dat ik hem niet had verwacht en hem liefst niet had ontmoet. Maar dit is de weg die de gedachten nemen, dwars door zee, zonder omwegen, ons overrompelend en ons achterlatend in een omgeving die niet te controleren is, alsof je plots het groot lot zou gewonnen hebben en je droom openspat op tal van mogelijkheden die zich plots aanbieden. Uit ondervinding weet ik echter dat daarna, in een oogwenk, alles zich heeft opgelost, met een leeg blad voor je ogen, de droom even onmogelijk als vroeger mogelijk,

    Ik heb er leren mee leven, ik ben er in opgegaan en ben er uit weggegaan, ik weet dat het, zoals in vele zaken een gaan en keren is dat, for you there is only the trying, ongeacht het resultaat dat je eventueel bekomen zou. De cederappels zullen rijpen, afvallen of worden meegenomen door de eekhoorns om te verdwijnen; mijn geschriften wacht een zelfde lot dat uitlopen zal op hun verdwijning.

     Alles samengenomen is het maar een panoplie van gedachten, opgehangen tegen de wand, met  een hoofdthema: de dood overleven op een of andere wijze. Elk van ons weet welke waarde hieraan mag of kan gegeven worden.

    29-07-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dankbaarheid

     

    Op wat vergast ik jullie vandaag, welk gebeuren, welke herinnering, haal ik aan of wat tover ik uit mijn hoed? Ik zelf kijk er naar uit. Misschien gelooft je me niet, misschien denkt je dat alles zo maar kant en klaar geschreven staat in mijn gedachten en ik het maar op te halen heb en uit te schrijven? Neen, het is de vraag die ik stel aan mezelf en waarop ik geen antwoord weet en wellicht nimmer weten zal: uit welke bron van gegevens het is dat ik putten moet om uit te komen waar ik zijn wil, en van waar uit ik vertrekken kan voor een nieuwe dag, als de luchten overhellen en gesloten zijn, bedekt met vraagtekens waar ik ook kijk.

    Ik weet  nu ook al dat ik laatst had moeten denken aan de Zwiebel Geschichte van Günther Grass[1], maar er zullen er mettertijd nog wel andere opduiken. Het kan niet dat de ui, een van de belangrijkste groente uit de tuin en op de tafel van los pobres gentes als van deze van de rijken, niet regelmatig opduiken  zou in wat er geschreven wordt naast het gebeuren dat zich afspeelt in de kookboeken. En als ik over de ui begonnen ben dan was het ongewone gedicht van Neruda dat me inspireerde en me onmiddellijk deed denken aan Hemingway. En nu ik opnieuw deze naam heb vernoemd terwijl ik nog bleef uitkijken naar de ‘pocket’ met de losgekomen omslag, stuurde een vriend me – hoe hij het deed weet ik niet – de volledige passage waarin de ui van Hemingway optreed en ik eens te meer vaststellen kon met welke verve erover gesproken werd. Hoogtepunten uit  de wereldliteratuur, knap geschreven, geen woord te weinig, geen woord te veel, maar gegrepen uit het leven van de simpele dingen, opgehangen tegen een dramatische achtergrond, de schilderij overschilderd door een nieuwe die ons wordt aangeboden.

    Het boek zelve bergt nog een dramatisch gegeven, Robert Jordan – was dit ook geen figuur uit ’La Carte et le Territoire’ van Houellebecq? - de hoofdpersoon die ik zie als Hemingway zelf, zegt over zijn vader dat hij zich gezelfmoord heeft, dat hij de revolver waarmede het gebeurde in het meer heeft gegooid en zweert dat hij nooit zou doen wat zijn vader deed. Vele jaren later heeft Hemingway zelf, deze belofte verbroken. Zou hij, op het ogenblik van de daad nog gedacht hebben aan de belofte die hij uitgeschreven had in zijn ‘For whom the bell tolls’?

    Ik heb de passage die de vriend me stuurde herlezen en nu ik mijn dagen doorbreng al schrijvend kan ik meer dan ooit de wijze van schrijven van een auteur appreciëren, het houdt me zelfs meer bezig dan het verhaal of de inhoud aan gedachten. Ik kan me dus ongeveer een idee vormen over de vlotheid waarmee het geschreven werd of me afvragen, hoe dikwijls de passage moet herschreven geweest zijn om te komen tot die allerlaatste versie die bekroond werd om behouden te blijven en, om achteraf niet mee te worden herlezen uit vrees er nog iets te moeten aan wijzigen.

    For whom the bell tolls’ is een boek dat destijds, en nu nog, op mij grote indruk heeft gemaakt. Ik weet dat het begint met een vers van John Donne, dat ik ook durf gebruiken, waarin een duidelijke verwittiging staat opgetekend dat de doodsklok als we ze horen ook luidt voor ons. Over het boek is een film gemaakt die er voor gezorgd heeft – de passage met de ui komt er niet in voor – dat ik nu rondloop met een Gary Cooper als de Robert Jordan uit het boek, zoals ik rondloop met het beeld van de onlangs overleden Omar Sharif, als de Zhivago van Pasternak, een ander boek dat een even groot, zo niet nog groter impact heeft gehad op mij en op mijn ingeboren drang tot het schrijven van een boek. Met dien verstande dat ik er wel aan begonnen ben met de ijdele hoop een Hemingway of een Pasternak te worden, ik had er ook een Vassili Grossman kunnen aan toevoegen of een Stendhal, maar ik kwam nooit verder dan de benadering van een Bernanos. En het was het feit dat ik voelde dat ik niet verder kwam dan een benadering dat de bestaande ontwerpen alle verdwenen zijn in de schuif en er zijn blijven liggen. Een minderwaardig boek schrijf ik niet.

    Zo gebeurt het dat ik eigenlijk vandaag heb verder geschreven aan een vorige blog, wat vroeger ook al eens het geval is geweest. Ik kan nu concluderen dat de moraal van dit alles is dat ik, ondanks de gesloten luchten en ondanks ik niet wist met welke eerst zin te beginnen, mijn zevenhonderdvijftig woorden heb bereikt. De Muze is me eens te meer ter wille geweest en eens te meer ben ik er haar  dankbaar om.

     


    [1] De roman van Günther Grass, ‘Bein Häuten der Zwiebel’ van 2006. (Het pellen van de ui)

    28-07-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wiek in de kaars

     

    Je hoort heel wat de laatste dagen. Je hoort ook over vrienden en kennissen, niet dat ze sterven, wat maar zou betekenen dat hun tijd gekomen was - wat ons allemaal te beurt zal vallen - maar wat erger  overkomt en tot nadenken dwingt dat ze, door ‘de’ ziekte getroffen werden op een wijze dat ze  een behandeling met chemo moeten ondergaan, het ene het gevolg zijnde van het andere.

    Wat zeg je tegen hen, wat zeg je als de dofheid van het lot op hun hoofd is neergekomen en ze rondlopen nu, verzonken in wat hen, precies hen, is overkomen? Je hebt geen woorden om te helen, je vraagt je enkel af waarom zij en waarom niet ik, en hoe gaat Vrouwe Fortuna - deze waar Dante het over heeft - wel te werk, hoe regelt ze haar tussenkomsten bij jou, bij mij?

    Afwisselend zegt Dante, een goede periode die gevolgd wordt door een minder goede of, vice versa. Maar dit aanvaarden we maar voor de goede, wat erna op volgt is de onredelijkheid zelf, is niet op ons toepasselijk, denken we, maar we vergissen ons, zoals we ons vergissen in vele zaken.

    Zoals ook de wereld een vergissing is wat ziekte en gezond zijn betreft. We vragen niet zo veel, we hopen enkel onze dagen door te brengen in peis en deugdzaamheid, in een opstaan en een slapen gaan zonder dwanggedachte, zonder zwartgalligheid, zonder te zien en te voelen dat de brandende kaars die we zijn, gevaarlijk aan het minderen is of,  zoals het maar al te dikwijls gebeurt, dat op een bepaald ogenblik, de wiek in de kaars een fractie van een millimeter onderbroken is en zich, nog precies met een mini vezel, verbindt met de volle dikte van de wiek een poos verder.

    Het komt er dus op aan, de hoop te houden, de kracht op te doen en deze kracht optimaal,  met hart en nieren te gebruiken, opdat de binding met de volle wiek zou behouden blijven en de kaars niet doven zou, zelfs niet in ‘tijden van cholera’, zelfs niet in tijden dat  elk positief gevoel in ons,  is weg geëbd.

    Zij die tot hier toe, enigszins gespaard bleven, is het er om te doen, het hecht vast te houden, niet enkel toe te zien, maar mee te voelen en te wensen, meerdere keren in de dag en in de nacht als de slaap niet komt, dat de weke plek in de wiek het houden zal  opdat steviger en helderder dan ooit de kaars, ook die van ons, zou branden blijven tot het laatste eindje van de wiek.

     

    27-07-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De indringers

     

    Er is het beeld van gisteren dat terug opduikt bij mijn ontwaken, dat ik moeilijk kwijt geraak, dat als een tule op mijn gedachten kleeft. Een meer dan schrikwekkend beeld dat ik zag op televisie, welke zender het was heeft totaal geen belang, de aanleiding evenmin, het is het beeld van een dame-minister die de hand reikt aan een imam en, de imam die de uitgestoken hand weigert zeggende:

    ‘Non, madame, ma religion m’interdit de serrer la main d’une femme.’

    Waarop de minister, verbouwereerd wellicht, haar hand terugtrekt met een ‘bon, si c’est comme ça’. Had ze wat meer minister geweest ze zou geantwoord hebben: ‘Mais alors, monsieur, que venez-vous foutre sur la terre sainte de la France? Maar dat laat ze aan mij over om het te denken en – alhoewel  het schrijven niet zonder gevaar is -  om het te ‘verbergen’ in een blog.

    Ik weet het, het is geen normaal begin van een dag, zeker niet voor mij, maar het beeld van het gebeuren is zo diep ingeslagen dat het moet verteld, herhaald en doorgegeven worden, Honderd maal, duizend maal, zelfs al dient het tot niets bij degenen met ooglappen zoals bij de paarden, Het kwade heeft wortel geschoten, het is niet meer uit te roeien, kortzichtigheid van de verantwoordelijken en de afkeer bij ons voor de handelingen van de Kerk, zijn er de oorzaak van.

    Maar dat een imam, hoe imam hij ook is, mij niet komt verklaren dat de hand drukken van een vrouw, a-religieus is, als hij daarna met een vrouw in het bed kruipt.

     

    PS. Toe te voegen aan mijn blog van 25 juli, de ui in de literatuur. 

    Een goed vriend en trouwe lezer van mijn blogs maakte me er attent op dat er ook nog de ui van Ernest Claes was. Hoe kon ik de meest beroemde onder alle uien uit de Vlaamse literatuur vergeten, de ui van Tjeef uit ‘De Witte’? Of de ui die Dries onder zijn oksel steekt, waarbij zijn hemd uit zijn broek blijft hangen, hij een ‘flinke mep’ van de meester krijgt, de Witte de ui kan bemachtigen en niets beter vindt dan hem in te slikken.

     

    26-07-2015, 07:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ui in de literatuur

     

    Ik ken te weinig Shakespeare om te weten of hij ooit iets zou  geschreven hebben over de ajuin,  wel weet ik wat Hemingway over de ajuin wist te zeggen. Het gebeurde in zijn ‘For whom the bell tolls’, waar hij, Roberto, een groep republikeinse mannen van het verzet had vervoegd en hij zag dat een van de mannen van de groep , zijn stuk brood met een brok gestoofde haas bedekte met een volle schijf ajuin, en toen zegde, kijkend naar Roberto: ‘una cebolla es como una rosa’, ‘an onion is like a rose’,alvorens er in te bijten.

    Ik heb driemaal de rijen boeken overlopen om het boek van Hemingway terug te vinden, ik wist dat het couvert ervan gescheurd was, het werk van jaren gebruik, om de passage precies weer te geven, maar heb me moeten behelpen met wat mijn geheugen had opgetekend. Het kon dus dat niet de man zelf maar dat de idee kwam van Roberto. 

    Pablo Neruda ook waardeerde de cebolla. Hij schreef er zelfs een gedicht over waarin hij onomwonden ons overtuigde: 

    ‘Ajuin, helder als een planeet en bestemd om te schitteren, een blijvende constellatie, ronde roos van water/tranen op de tafel van de arme lui…[1]  

    Hij zegt er ook nog andere dingen over, maar het feit is, en er zijn er weinigen die dit gedaan hebben, dat hij er een gedicht heeft over gemaakt. 

    Elio Vittorini ook weet iets te vertellen over la cipolla in zijn ’Conversazione in Sicilia’: het relaas van een bezoek van uit Noord-Italië, aan zijn moeder in Sicilië, die hij, Silvestro, de dag van zijn aankomst, vergezelt op haar ronde om inspuitingen te geven aan de zieken van het dorp. In een van de huisjes, waar het onmogelijk is voor hem om ook maar iets te onderscheiden hoort hij het gesprek van zijn moeder, Concezione, met de vrouw en de zieke man in zijn bed. En ik vertaal de passage:

     ‘Je moet eten’, zegde ze, ‘hoe meer je eet hoe vlugger je zult genezen. Wat heb je vandaag gegeten?’ / ‘Ik heb een ajuin gegeten’ antwoordde de stem van de man. / ‘Het was een goede ajuin’, zegde de stem van de vrouw, ‘ik heb hem geroosterd in de as.’ / ‘Goed’ zegde mijn moeder, ‘Je zou hem ook een ei moeten geven.’ / ‘Zondag heeft hij een ei gekregen’ zegde de stem van de vrouw. / En mijn moeder zegde: ‘bene.’[2]

    Het is een passage uit het boek - een meesterlijk boek, een boek over het leven van de simpele mens, over dagelijkse dingen - dat dateert van de jaren dertig, een passage die me nog immer treft omwille van de dramatische ondertoon.

    Heeft de ui of ajuin nog andere successen gekend onder de literatoren, ik weet het niet, de drie voorbeelden hier aangehaald, die ik al lang kwijt wou, volstaan me. 



    [1] Cebolla,/ clara como un planeta  / y destinada / a relucir/ constelación constante, / redonda rosa de agua / sobre /  la mesa / de las pobres gentes…(Uit ‘Siete maneras de decir manzana’ van Benjamin Prado, Taller de Poesía, Fuenlabrada (Madrid), 2000. 

    [2] -Dovete mangiare– disse. –Più mangiate e più presto guarirete. Che avete mangiato oggi ? / -Ho mangiato una cipolla, - la voce dell’uomo rispose. / - Era una buona cipolla. –Gliel’ho arrostita nelle cenere. - / Bene, - mia madre disse. – Dovrest dargli anche un uovo. / Domenica gliel’ho dato, - disse la voce della donna. / E mia madre disse : -Bene. (Elio Vittorino : ‘Conversazione in Sicilia’,  RCS Libri S.p.A., Milano, Edizione BUR 2006.)

    25-07-2015, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vertelling..

     

    Vertelling, maar geen sprookje. 

    Er was eens, een tijd geleden, een man die een boek wou schrijven maar hij wist niet hoe er aan te beginnen. Niet zoals een beroemd schrijver van bij ons die gemeend had iets te moeten schrijven over het ‘het’, die het wel wistn want hij begon met te zeggen dat alle begin moeilijk was. Nu dit was een zin die de man niet wou kopiëren, trouwens hij vond dat het een te gemakkelijke zin was om een boek mee te beginnen, dat hij iets meer gevleugeld wou, woorden die hem onmiddellijk hoog boven het alledaagse in de wereld hijsen zouden.

    Zo hij zocht van morgen tot laat in de nacht, om bij het eerste licht verder te zoeken. Hij verwonderde zich er zelfs over dat er een nacht bestond om te slapen of liever, dat er geslapen hoefde te worden omdat het nacht was en aldus tijd, die zo kostbaar was, te verliezen met slapen. Maar op een morgen werd hij wakker met een idee, hij had gevonden, niet de eerste zin zelf, maar wel de plaats waar hij deze ontmoeten zou, een plaats die binnen zijn bereik lag, hij zou zich, om te schrijven, installeren hoog in de appelaar. Gisteren had hij gezien in het maanlicht toen hij nog op de boomgaard liep, dat er nog precies één appel lijk een kleine vlek licht, was overgebleven in de boom. Hij zag dit als een teken, een omen. Zo, hij kleedde zich aan, nam uit voorzorg een warme sjaal met zich, zijn nota-blok met potlood en gom en kroop, zich optillend aan de onderste tak, tot bij de appel in de boom. Eens hij daar was wist hij hoe zijn boek te beginnen met de meest eenvoudige maar ook de meest originele zin die hij bedenken kon. Hij begon te schrijven maar stelde vast dat de zin meer waard was dan geschreven te worden met potlood ,in een verfrommeld klein boekje, dat hij geschreven moest op stevig papier in een stevig boek – hij wist trouwens niet hoe lang zijn zin wel zou uitlopen – en met zijn oude verweerde pen, in ‘encre lie de thé van J.Herbin, depuis 1670’, pas dan en aldus gemystificeerd zou de zin kunnen worden opgetekend voor de eeuwigheid, want hij was niet zinnens een boek op te roepen uit het niets dat in het niets verzwolgen zou worden, neen, hij wou een Ovidius zijn, een Homerus, een Vergilius, een Dante, voor minder deed hij het niet, alhoewel hij wist dat hij hiermee de lat heel hoog had gelegd. 

    Het was toen dat hij, schreef: 

    Er was eens, einde oktober, een laatste appel die was overgebleven hoog in de appelaar. Niemand lette er op, niemand vermoedde het ook, dat er nog een appel zou overgebleven zijn zo laat in de herfst, alleen de appel zelf wist dat hij alleen was overgebleven en hij was er bedroefd over. Van uit de hoogte, stelde hij alles in het werk om de aandacht van wie ook op hem te vestigen. Maar telepathie is een vreemd iets, niet iedereen is er op ingesteld, dit bemerkte de appel heel vlug. Velen kwamen en liepen onder hem door, kinderen, mannen, vrouwen, honden, katten, maar niemand, ook maar niemand keek op en dus zag niemand hoe eenzaam hij als appel daar hing, verloren, beschaamd zelfs om zijn nietigheid als appel[1], waarin hij natuurlijk overdreef. Tot er, vroeg in de morgen, na de merel die naast hem op een tak gezeten, zijn lied had uitgezongen, een man verscheen, met een wollen sjaal om de hals die met zijn hoofd in de wolken liep en op telepathie was ingesteld. Het was een verwittigd man want de appel zag dat hij opkeek naar hem, de onderste tak vastgreep en in de boom naar hem toe klauterde.

    ‘Oef’, dacht de appel, ‘ik ben gered, hij gaat me plukken en meenemen binnen in zijn huis’. De appel kende niet het lot dat hem eens geplukt wachten zou en ook hij dacht verkeerd, de man zat wel even neer naast hem, keek hem in de ogen, betastte hem even, een streling bijna, maar kroop toen, onbegrijpelijk weer naar beneden, hem alleen achterlatend.

    En het gebeurde toen, laat in de namiddag, nadat de man een ganse tijd had zitten werken aan het boek waarvan hij de eerste zin gevonden had, dat hij dacht aan de appel, hoe eenzaam die daar wel hing, terwijl hij hem ondertussen misbruikt had om er een boek mee te beginnen, een boek dat de eeuwigheid zou ingaan. En de man bedacht zich toen, legde zijn pen neer, stond op van zijn werktafel en wandelde naar buiten naar de boomgaard toe waar hij zich optrok aan de onderste tak, zoals hij het in de morgen had gedaan en in de boom kroop tot bij de appel die hij plukte met een korte ruk, hem zeggende: ‘appeltje lief, jij verdient dat je me ziet schrijven aan mijn boek, kom met mij, ik leg je naast mijn blad op een schotel dan kun je zien hoe je mij hebt geïnspireerd’.

    Heeft de appel hem begrepen? Wellicht ja. De man schreef tot de avond viel en hij slapen ging. De volgende morgen bedacht hij zich en zette hij alles klaar om een stilleven, ‘Jacques-le-Bel op bord’ te schilderen. ‘Het boek’, dacht hij, ‘moet nog even wachten, ik ga eerst de appel die me geholpen heeft, vereeuwigen’.

    Zo ver had de appel nooit durven dromen en niemand wist hoe blij de appel was toen hij zich op doek geschilderd zag. Maar dit was aan de man om erover te schrijven met zijn oude verweerde pen.



    [1] Eigenlijk overdreef de appel want hij wist niet dat een zekere Benjamin Prado een boekje geschreven had om te vertellen over de zeven manieren waarop ‘appel’ kon worden uitgesproken. Het boekje werd in het jaar 2000 gedrukt in Fuenlabrada (Madrid) in een poëzie atelier. Maar de appel ignoreerde dat, wat begrijpelijk is, gezien het in het Spaans geschreven was als ‘Siete maneras de decir Manzana’, ware het in het Nederlands geweest zou de appel er natuurlijk over gehoord hebben.

    24-07-2015, 00:46 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een snoer van fragmenten

     

    Ik word verwacht elke morgen op vele plaatsen om er te zijn en er te blijven voor een korte tijd, het zijn voor mij, in vele gevallen, reizen naar ongekende oorden waar ik in alle stilte aankom om in alle stilte te vertrekken, me afvragend of de boodschap die ik bracht, en achterliet, vruchten dragen zal, bezinning voor een ogenblik of ingekeerdheid in de roerselen van het hart. Met dit beeld moet ik stellen gisteren en vandaag, voorlopig toch, en het is in elk geval van daar uit dat ik opnieuw zal moeten vertrekken voor de daaropvolgende dag.

    Al wat ik schrijf wordt aldus een snoer van gekleurde glazen parels alle enigszins verschillend van elkaar zo in kleur als in vorm als in hoedanigheid, een snoer dat niet dicht te knopen is gezien er, elke dag, onstuitbaar, een parel wordt aan toegevoegd, en uiteindelijk, wat doe ik er mee of wat wil de lezer ermee aanvangen. Nochtans is elke parel een fragment uit mijn leven en leert elk fragment  iets over mij, over wie ik ben, over wie ik was en zeker ook over wie ik wou zijn maar, achteraf gezien, waarin ik niet slaagde. Het zijn aldus fragmenten over winst en verlies. Van tijd tot tijd maak ik de balans op om dan uit te komen waar ik sta en daar houdt het op, want wat is, is, en wat nog komt zal even vlug voorbij zijn als het gekomen is.

     Ik leer mezelf te overtuigen dat ik gekomen ben waar ik komen moest, dat het geen zin heeft te denken dat het anders had kunnen verlopen, had ik dit of had ik dat gedaan – eigenlijk is er altijd iemand die afkomt met een ‘en-wat-indien’ vraag - want het kon niet anders dan zoals de dingen verlopen zijn, hier is geen ontkomen aan, hieruit vloeit voort dat wat is, is wat komen moest, ik verkondig hiermee helemaal niets nieuws, het is het lot dat ons allen beschoren is en er is geen ander.

    De omstandigheden waarin ik ben opgegroeid en gekomen ben tot de leeftijd die ik heb, hebben gemaakt dat ik op een bepaalde dag me heb opgelegd een blog te schrijven; de aanleiding ertoe was een boek met een verzameling van blogs, in 2009 geschreven door José Saramago, dat ik in mei 2010 in handen kreeg en gelezen heb, waarna ik gedacht heb dat ik dit ook moest aankunnen en sedertdien loopt het dagboek dat ik jaren heb bijgehouden verder onder de vorm van blogs.

    Meer was er niet nodig, alleen wil ik er nog aan toevoegen dat mijn blogs eerder literair gericht waren en zijn, terwijl deze van Saramago eerder polemisch waren getint vooral dan gericht tegen de Kerk die zijn boek over Jezus, hard had ontvangen. Wellicht was dat de reden geweest waarom hij met een blog begonnen was, waar de pers dan natuurlijk op gesprongen is om deze wereldwijd  te verspreiden.Mijn blogs zijn zoals ik ben, ik zoek geen polemiek met niets of niemand, alleen tegenover de Euro-leiders durf ik het aan me hard op te stellen en ik denk hier mijn reden voor te hebben.

    Ik heb alleen de literatuur willen dienen, the rest is not my business.

     

    23-07-2015, 00:02 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Keltische gedachten

     

    Hij dacht, het was nog nacht of dan toch op de breuklijn van nacht naar licht, aan wat hij gisteren gewaagd had te schrijven. Een gedachte die zo, lijk het eerste licht dat hem overvalt, komende van nergens maar dan toch van uit het no man’s land dat de geest is, dat het mogelijk was dat er van allen die hem elke dag lazen een vreemde kracht uitging die hij capteren kon, een vorm van telepathie, die als een aanhef tot zijn schrijven fungeerde. Al zat hij hiermee op een bizar domein, hij vond het goed mogelijk dat dergelijke krachten aanwezig waren en dat de gedachten die zijn dagelijkse brief bij zijn lezers opwekte, convergeerden in een wolk naar hem toe die hij binnentrad eens hij begon te werken, eens zijn geest tot leven kwam en inging op de krachten aanwezig in die wolk.

    Dit is immers wat geest is, dit is immers wat de rol is van de minimale, meer vermoede dan reële deeltjes die doorheen de muren, hoe dik ook – er zijn voorbeelden genoeg in de realiteit - bv. het hekken openen of sluiten. Het kan dan ook dat, als een dergelijke soort realiteit ons niet meer verwondert, we de kracht van een gedachtenwolk – een wolk geladen Higgs deeltjes - zouden zien als totaal onmogelijk, zelfs as a crazy something.

    Hij zelf voelt er zich goed bij, hij wil deze idee maar al te graag aanvaarden en verspreiden; ze heeft iets te maken met de reden waarom in de kathedralen van Amiens en Chartres, als in de collegiale van Saint-Quentin, een labyrint aanwezig is in de bevloering, een soort tweede koor voor de gelovige mens, het punt waar de fysische elementen van het bouwwerk convergeren in een vortex van krachten, die inwerken zullen op hen die deze krachten opvangen kunnen, interpreteren kunnen als komende uit de kosmos; zoals ook het bundelen van deze, voor ons totaal vreemde, identieke stralingen, het doel waren van constructies als van Stonehenge en van de vele onbehouwen dolmen en menhirs - zoals ook het altaar van Yahweh uit onbehouwen steen moest zijn - hier verspreid over tal van plaatsen in het westen en dan bij uitstek de plaatsen ooit bevolkt door de Kelten, die opgestaan zijn in het oosten - Thomas, de esoterieker en zijn Evangelie met de voor ons moeilijk te vatten woorden van Jezus was een van hen – en, wellicht gevlucht of uitgestoten, doorgedrongen zijn naar het westen waar ze de geest van velen hebben bevrucht/bezeten, maar vandaag totaal hier onbegrepen, zelfs tot lach verwekkend toe.

    Hij wil die Kelt zijn, hij wil teruggrijpen naar de essentie van het zijn, op ogenblikken zoals deze als de zon op het punt is, maar juist nog niet, de kim te overschrijden; het ogenblik waarop de merel in de ceder zijn gezang aanvangt en we in gedachten de eerste stralen van het licht hebben voelen aankomen, wij uit het donkere bos tredend zoals Dante, klaar om naar het licht toe, de heuvel op te gaan, ‘sí che il pie fermo sempre era il più basso[1] 



    [1] Dante Alighieri: Inferno: Canto I, vers 30. Zo dat de stevige (rechtervoet volgens Albert le Grand) steeds de laagste is). Wat betekent dat Dante de heuvel is opgegaan beginnende met de linkervoet. Over het waarom ervan is heel wat te doen geweest. We schreven er reeds over en deden we het nog niet, eens zal het wel gebeuren.

    22-07-2015, 05:54 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samenwerkend.

     

    Het is een lange tijd al dat ik je dagelijks, met de regelmaat van het getik van een oude staande klok in een oude kamer, een brief schrijf en blijf schrijven. Schijnbaar komt er geen einde aan, noch aan het gestadig getik in de stilte, noch aan de brief die bij jou binnenvalt op het uur dat je kiest, hetzij  vroeg in de morgen of laat in de avond voor het slapen gaan. Wat er vreemd aan is, maar dat weet je niet, vreemd is dat ik de erop volgende brief schrijf terwijl jij me aan het lezen bent. Er is dus een zekere wisselwerking gaande tussen ons waarbij ik uit het feit dat jij me leest, krachten verzamel om een nieuwe, andere brief te schrijven. Ik concludeer hieruit dat jij, mijn lezer telkens en telkens meewerkt aan de brief die ik schrijf voor de volgende dag. Ik ben je aldus grote dank verschuldigd en ik vind dat het eens moet gezegd worden, waarvan akte.

    Ik moet eraan toevoegen dat het vandaag gemakkelijker is dan vroeger, ik hoef niet elke dag pen en papier te nemen - hoef zeker niet meer regelmatig mijn pen/veder te slijpen of te scherpen – hoef niet meer pen en papier te nemen om te schrijven wat jij, onwetend, me dicteert van uit je wereld om daarna, wat het aller moeilijkste was, met de brief naar het postkantoor te gaan. Samen hebben we dus heel wat geluk dat het gebeuren kan op de wijze waarop het gebeurt. We geven er ons eigenlijk geen rekenschap meer van hoe enig, hoe geweldig dit is, hoeveel vernuft er achter schuilt, hoeveel kennis van uiterst vreemde zaken waar ik geen benul van heb, jij wel misschien, maar ik ben een totaal onwetende van dergelijke zaken die me zo maar in de schoot worden geworpen.

    Ik weet dus maar al te goed hoe het komt dat we, in dergelijke omstandigheden samenwerkend, een brief kunnen opstellen en door sturen naar de vier windrichtingen en zelfs naar zenit en nadir, om niet te zeggen tot in de fijnste uiteinden van je gevoelens en je geest. Samen begrijpen we dus ook dat ik nimmer, zolang jij er bent kan leeg geschreven geraken. Wel kan het gebeuren dat wat aldus geschreven wordt, om een of andere reden wat leeg van inhoud is, wat eigenaardig is opgesteld, er wat ongewone namen in opstaan of er weg in duiken, maar dit ook is niet alleen aan mij te wijten, zoals er zoveel gebeurt in dit leven, gebeurt dit ook in de brieven die maar verslagen zijn van verkenningstochten die gaan van jou naar mij en vice-versa, verslagen opgesteld tijdens en na onze rendez-vous van elke dag.

    Moge, mijn lezer en mijn vriend het heel goed gaan met jou.

     

    21-07-2015, 00:17 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs