Hij dacht, het was nog nacht of dan toch op de breuklijn van nacht naar licht, aan wat hij gisteren gewaagd had te schrijven. Een gedachte die zo, lijk het eerste licht dat hem overvalt, komende van nergens maar dan toch van uit het no man’s land dat de geest is, dat het mogelijk was dat er van allen die hem elke dag lazen een vreemde kracht uitging die hij capteren kon, een vorm van telepathie, die als een aanhef tot zijn schrijven fungeerde. Al zat hij hiermee op een bizar domein, hij vond het goed mogelijk dat dergelijke krachten aanwezig waren en dat de gedachten die zijn dagelijkse brief bij zijn lezers opwekte, convergeerden in een wolk naar hem toe die hij binnentrad eens hij begon te werken, eens zijn geest tot leven kwam en inging op de krachten aanwezig in die wolk.
Dit is immers wat geest is, dit is immers wat de rol is van de minimale, meer vermoede dan reële deeltjes die doorheen de muren, hoe dik ook – er zijn voorbeelden genoeg in de realiteit - bv. het hekken openen of sluiten. Het kan dan ook dat, als een dergelijke soort realiteit ons niet meer verwondert, we de kracht van een gedachtenwolk – een wolk geladen Higgs deeltjes - zouden zien als totaal onmogelijk, zelfs as a crazy something.
Hij zelf voelt er zich goed bij, hij wil deze idee maar al te graag aanvaarden en verspreiden; ze heeft iets te maken met de reden waarom in de kathedralen van Amiens en Chartres, als in de collegiale van Saint-Quentin, een labyrint aanwezig is in de bevloering, een soort tweede koor voor de gelovige mens, het punt waar de fysische elementen van het bouwwerk convergeren in een vortex van krachten, die inwerken zullen op hen die deze krachten opvangen kunnen, interpreteren kunnen als komende uit de kosmos; zoals ook het bundelen van deze, voor ons totaal vreemde, identieke stralingen, het doel waren van constructies als van Stonehenge en van de vele onbehouwen dolmen en menhirs - zoals ook het altaar van Yahweh uit onbehouwen steen moest zijn - hier verspreid over tal van plaatsen in het westen en dan bij uitstek de plaatsen ooit bevolkt door de Kelten, die opgestaan zijn in het oosten - Thomas, de esoterieker en zijn Evangelie met de voor ons moeilijk te vatten woorden van Jezus was een van hen – en, wellicht gevlucht of uitgestoten, doorgedrongen zijn naar het westen waar ze de geest van velen hebben bevrucht/bezeten, maar vandaag totaal hier onbegrepen, zelfs tot lach verwekkend toe.
Hij wil die Kelt zijn, hij wil teruggrijpen naar de essentie van het zijn, op ogenblikken zoals deze als de zon op het punt is, maar juist nog niet, de kim te overschrijden; het ogenblik waarop de merel in de ceder zijn gezang aanvangt en we in gedachten de eerste stralen van het licht hebben voelen aankomen, wij uit het donkere bos tredend zoals Dante, klaar om naar het licht toe, de heuvel op te gaan, ‘sí che il pie fermo sempre era il più basso[1]
[1] Dante Alighieri: Inferno: Canto I, vers 30. Zo dat de stevige (rechtervoet volgens Albert le Grand) steeds de laagste is). Wat betekent dat Dante de heuvel is opgegaan beginnende met de linkervoet. Over het waarom ervan is heel wat te doen geweest. We schreven er reeds over en deden we het nog niet, eens zal het wel gebeuren.
|