Er is het beeld van gisteren dat terug opduikt bij mijn ontwaken, dat ik moeilijk kwijt geraak, dat als een tule op mijn gedachten kleeft. Een meer dan schrikwekkend beeld dat ik zag op televisie, welke zender het was heeft totaal geen belang, de aanleiding evenmin, het is het beeld van een dame-minister die de hand reikt aan een imam en, de imam die de uitgestoken hand weigert zeggende:
‘Non, madame, ma religion m’interdit de serrer la main d’une femme.’
Waarop de minister, verbouwereerd wellicht, haar hand terugtrekt met een ‘bon, si c’est comme ça’. Had ze wat meer minister geweest ze zou geantwoord hebben: ‘Mais alors, monsieur, que venez-vous foutre sur la terre sainte de la France? Maar dat laat ze aan mij over om het te denken en – alhoewel het schrijven niet zonder gevaar is - om het te ‘verbergen’ in een blog.
Ik weet het, het is geen normaal begin van een dag, zeker niet voor mij, maar het beeld van het gebeuren is zo diep ingeslagen dat het moet verteld, herhaald en doorgegeven worden, Honderd maal, duizend maal, zelfs al dient het tot niets bij degenen met ooglappen zoals bij de paarden, Het kwade heeft wortel geschoten, het is niet meer uit te roeien, kortzichtigheid van de verantwoordelijken en de afkeer bij ons voor de handelingen van de Kerk, zijn er de oorzaak van.
Maar dat een imam, hoe imam hij ook is, mij niet komt verklaren dat de hand drukken van een vrouw, a-religieus is, als hij daarna met een vrouw in het bed kruipt.
PS. Toe te voegen aan mijn blog van 25 juli, de ui in de literatuur.
Een goed vriend en trouwe lezer van mijn blogs maakte me er attent op dat er ook nog de ui van Ernest Claes was. Hoe kon ik de meest beroemde onder alle uien uit de Vlaamse literatuur vergeten, de ui van Tjeef uit ‘De Witte’? Of de ui die Dries onder zijn oksel steekt, waarbij zijn hemd uit zijn broek blijft hangen, hij een ‘flinke mep’ van de meester krijgt, de Witte de ui kan bemachtigen en niets beter vindt dan hem in te slikken.
|