Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    29-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik wenste.

    i

     

    Ik zoek uit wat er nog niet geschreven staat, zelfs al heb ik geen idee van wat er al staat. Ik zoek uit hoe ver ik gekomen ben in mijn literaire beschouwingen over leven en over dood en dan meer nog, met de nadruk op wat er komen kan na de dood.

     

    Op mijn leeftijd is dit laatste heel belangrijk, zelfs al weet ik dat er hierover geen zekerheid bestaat, het houdt me bezig meer dan iets anders. Ik ben hierbij geen alleenstaand geval, allen zijn we hierover in mindere of meerdere mate bekommerd en met reden. Maar vandaag laat ik het hier bij, of ik er over praat of niet, het is en blijft een kwestie van geloof, voor de ene een vertrek in het niets, voor de andere, een soort van nood aan een zich-veilig-stellen. Je hebt die nood of je hebt die niet. Je leeft er mee of het kan je geen barst schelen.

     

    Wat ik ondervind is dat er een moeheid gekomen is die door de hitte van de laatste dagen wordt aangespoord. Het is een loomheid om te laten wat er is, af te sluiten en te verdwijnen, opgelost in de massa woorden die er al staan. Een ijdele hoop, die eigenlijk geen hoop is maar een vaststelling uitgebloeid te zijn, zoals de pioenen in de tuin die neerhangen tot op de grond en weldra hun bladeren verliezen zullen.

     

    Dit is het gevoel dat overheerst deze morgen, waarvan ik niet weet hoe de dag verlopen zal; zoals ik ook niet weet waarheen ik nu aan het gaan ben met mijn woorden en of de gevoelens waarmede ik elke morgen mijn dag inga, een dodenmars of een triomftocht zal zijn. Er zijn echter al heel wat triomftochten geweest zodat ik vrees dat er nog weinige zullen komen.

     

    En er is geen anderzijds, er is alleen wat er is, hoe ik me voel en hoe ik me voorbereid op wat komt, de aanloop die ik neem om de sprong te wagen en verder te gaan.

     

    Ik heb, als ik terugblik op de dag ervoor, vele zaken die ik nog zeggen wou. Zo, over de ware schuldige bij de dood van een totaal onschuldig kind, wat een Calvo van de Groenen er ook weet over uit te kramen – hij draagt trouwens mee de schuld van de mens in de wereld - maar hier heb ik niets aan toe te voegen, ik zit gewrongen met wat ik erover denk omdat ik het niet kwijt geraak met een even groot uitzicht op toehoorders. Dus ik zwijg, ik houd me gedeisd, ik slik het in en zet het ter zijde.

     

    Het liefst, zoals kik me nu voel, ware ik nu op een plaats, om het even dewelke, aan zee, in het bos,  in de bergen, gehuld in stilte met wal wat er is van mij, al wat er was en al wat er nog komen zal, samengehouden in de palm van mijn beide handen. Mijn lichaam niets meer zijnde dan dit samengebalde dat ik daar leggen zou in een oud vogelnest of hangend aan de bomen, het er laten en weg te gaan, de essentie van mijn ‘zijn’ zich verspreidend, uiteenspattend in de luchten en meegenomen in een vortex van deeltjes, naar waar ook. En ik meen het!

     

    Je  bent niet veel en je waart niet veel, zoals je er nu voorstaat, heel weinig zelfs. Een uitschieter waart je niet, amper een strohalm meegedreven met het water, het oneindige binnen, waar, denkt je, het goed is te vertoeven. Er te zijn, het grote Licht aanschouwend dat hier, evenmin als bij Dante, te beschrijven is.

     

    29-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het onoverkoombare

     

     

     

    Ik schrijf mei 28. De tijd schuift, de dagen stapelen zich, het gebeurt. Wat we ook doen of denken of schrijven, de aarde blijft zich wentelen op haar baan om de zon, ze is niet te stoppen en wij, slachtoffers ervan, we tellen en plaatsen er een cijfer op, de naam van de maand, het getal van het jaar, alsof het ons in iets zou helpen om het af te remmen.

     

    Het cijfer van de dag is waarmede ik elke morgen begin en het klimt telkens iets hoger naar de climax van de laatste dag van de maand, om dan plots terug te vallen op het laagste punt van de volgende maand.

     

    Zo is het, zo gebeurt het, hij die dagelijks zijn ding doet al schrijvend  ervaart dit, het is het onoverkoombare/onoverkomelijke in het leven; een bijna sublieme meetbare zekerheid of je het bekijkt in de morgen of in de avond, het omwikkelt je, je weet het, al denkt je er misschien maar sporadisch aan.

     

    Wat je wel kunt is je verplaatsen, is je schuiloord, je woning verlaten en het onoverkoombare gaan beleven in andere oorden, in andere omstandigheden. Echter, een zaak neem je altijd mee, het schuiven van de dagen; eens je tijd gekomen moet je terug van waar je kwam, om voluit te zijn wie je waart en hoe je er waart. Het is louter zinsbegoocheling te denken dat het anders kan.

     

    Aan de omstandigheden waarin je verwikkeld bent ontsnapt je niet. Je bent, voortdurend opgesloten in een zak gevuld ermee. En je kunt enkel afwachten hoe ze zich over jou gaan uitspreiden, hoe ze  zich dooreen zullen wentelen om je erbij te betrekken. In vele gevallen sta je er volledig machteloos tegenover, is het als een wagen die binnenrijdt in je woonkamer, op andere momenten kan het een hand zijn die je drukt van een vriend die , was hij het nog niet, het toch worden zal, of, een andere mogelijkheid: een kus op je lippen en een sacraal verbond dat afgesloten wordt.

     

    Alles steekt in die zak omstandigheden, al ben je op niets voorbereid, het is erin aanwezig, het meest storende als het hoogst haalbare.

     

    Het is het lot dat op jou afkomt, gelijktijdig van uit de vier windstreken, dat bepalend is voor de kleur van je dag, bepalend voor de kleur van je leven. Dit is niet te voorkomen, het is alsof het sinds eeuwen geschreven stond in de sterren over jou, in alle boeken die geschreven werden; waar je in de verste verte niet bij betrokken bent geweest tot op dat ene precieze ogenblik dat van alle ogenblikken is, dat zich stilaan, sinds mensen heugenis, onvatbaar, geplaatst heeft op de lijn ligt van een wordingsproces waarvan je deel uitmaakt.

     

    Het kosmische hologram waarin je verweven wordt, en waar je geen weet van hebt waarom het zo is, waarom het zich zo afspeelt met jou erin, weerloos, betrokken. De motor van het gebeuren niet in of bij jou liggende. 

      

    Wat er gebeurt, is wat er moest gebeuren; je bent wie je moest worden, niet iemand anders want dan ware anders geweest, totaal anders de uit dijende wereld om je heen, zouden er steeds maar andere omstandigheden gekomen zijn.

     

    Alles, alles is met elkaar verweven, niets staat buiten het web dat de Kosmos is, en waaruit alle gebeurtenissen ontstaan, deze die we wensen als deze die we liefst niet hadden zien gebeuren. of je nu, wijselijk thuis blijft en wacht of de vlucht neemt naar Isfahan, er zal gebeuren wat er te gebeuren staat, alsof alles, van bij je geboorte had vastgestaan: de lijnen van je dagen, gebeiteld in het marmer van de tijd: je weg uitgestippeld. Aangekomen waar je bent, halverwege of naar het einde toe, het is het beeld, alles samengenomen, hoe alles ook moge verlopen zijn, je bent waar je staat, het had niet anders gekund.

     

    Het onoverkoombare van het schuiven van de dagen is evenzeer het onoverkoombare van de omstandigheden waarin je verwikkeld geraakt, je bent aldus geconditioneerd om te redeneren op basis van wie je geworden bent, zelfs het tegendraadse dat je eventueel doen zou is voorzien in je genen.

     

    Ik zocht het ooit uit, ik zie de weg langs waar ik gekomen ben, ik zie het punt waar alles is ontstaan,  waar, had ik een bepaalde beslissing toen niet genomen, alles anders ware geweest. Maar de omstandigheden, hoe breed en hoe talrijk ze ook waren, pousseerden me in die richting, ik ontkwam er niet aan. Het was wel geen valkuil, laat het ons simpelweg de  monotonie van het onoverkoombare noemen.

     

    28-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pianoklanken

     

    Scriabine: pianoklanken toen ik hier aankwam, die de lucht in dreven, zich mengden met licht en schaduw, met het groen van grassen en struiken, van de wind in hoge populieren. En, ik dacht aan de jonge Pasternak die met zijn ouders verbleef in een datsja, dicht bij Moskou, gelegen naast de datsja van Scriabine, en ook deze klanken hoorde en er in zijn overmoed, uitgebreid over schreef in zijn autobiografie. Die er door geïnspireerd  werd om zelf muziek te gaan schrijven, muziek die hij ooit tonen zou aan de componist.

    Een feit, een gebeuren dat maar de waarde heeft van wat een oude poëet er kan mee aanvangen: zinnige klanken die me bereikten aan de vijver en een meerwaarde hadden verworven om wat ik er over las en, waaraan ik me vastklampen wil om de tijd te grijpen en vast te houden.

    Klanken en beelden en herinnering aan wat geschreven staat, ergens, op vergeelde bladen, in een vergeelde tijd op een vergeelde plaats.

    En nu terug tot leven komt en ik, en zoals vroeger, veel vroeger, Pasternak luisterend naar Scriabine. Omdat het nu eenmaal zo hoort dat het verteld wordt: een soort band van iets dat gebeurde, een jonge man luisterend naar de pianoklanken in het wemelen van de bladeren en een oude poëet, luisterend naar zelfde pianoklanken; hij die het opmerkt, die het neerschrijft opdat het opnieuw zou bestaan, hernomen worden als het effect van een lange echo die regelmatig terugkeert, eens het volle lente is en de piano van Scriabine de ruimte een ander soort leven geeft.

    Het staat er nu opgetekend, het wacht om gelezen te worden en weggeborgen, om later terug op te duiken verdrievoudigd.

    Pasternak en Scriabine, voor mij nu een eenheid vormend. Ik kan Scriabine niet meer beluisteren zonder te denken aan Pasternak, en Pasternak niet meer vermelden zonder te denken aan Emile Verhaeren in zijn graftombe aan de Schelde, neerzittend als model om getekend te worden door de vader van Boris en vertelt over Rilke, die zijn vriend is.

    Het bevreemdende van de geest, die ongeacht de tijd erover en er omheen, alles opnieuw samenbrengt tot een tuil beelden, samen gehouden zoals de bloemen in een bruidsboeket.

    Waar ik nooit zou aan gedacht hebben, laat staan het ooit vermeld, ware het niet dat ik hier aan de vijver, aangekomen met Scriabine in de wagen, het venster open. Nog even ben  blijven neerzitten omdat ik verder luisteren wou in het geruis van de wind in het bosje naast mij en het gezang van de merel en ik, denkend aan wat ik een korte tijd eerder gelezen had van de oude Pasternak die het had over de jonge Pasternak die hij ooit geweest was en luisterde, zoals ik nu, die ook jong geweest ben, naar dezelfde klanken wellicht, of dan toch klanken uit een zelfde geest.

    Aldus ik een echo gesponnen heb tussen heel wat elementen die ooit bestonden in het hoofd van Pasternak en ik hier samen heb gebracht, om doorgegeven te worden, met mijn persoon als een soort bemiddelaar, onvermijdelijk ermee verbonden.

    Of hoe het gebeuren kan dat klanken betekenis krijgen die ze oorspronkelijk nimmer gehad hebben, een betekenis die zelfs de klanken van de piano en de hand van de meester die de sonate componeerde, overstijgen.

    Scriabine: de klanken die Pasternak bereikten doorheen het bos van jonge berken en erover schrijft. En ik die lees wat hij erover geschreven heeft en er aan denk, luisterend naar diezelfde klanken, precies een eeuw later, en er ook ga over schrijven. Misschien, maar dit tussen haakjes, dat, een eeuw later dat ik de klanken hoorde en erover schreef, er iemand zal zijn die, verbaasd als hij is, op eenzelfde wijze het navertellen gaat. 

    Veel nieuws is dit niet, alleen wat spel van woorden, van klanken en van beelden: wat gedachten bij elkaar gezet, een niemendalletje.

    27-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boris Pasternak

     

    In 1913 was Emile Verhaeren in Moscou en bezocht hij de vader van Boris Pasternak, een illustrator van de werken van Tolstoï, die een portret van hem zou maken. Hij was een stug, moeilijk te tekenen  man, vond vader Pasternak, tot zijn zoon, de jonge Boris – hij was toen 23 - het aandurfde Verhaeren te vragen of hij ooit van Rainer Maria Rilke had gehoord. De man, schrijft Pasternak in zijn ‘Essai d’autobiographie’ (Gallimard 1957), bloeide ineens helemaal open hij zegde: ‘C’est le meilleur poète d’Europe et pour moi un frère bien aimé’.

    (Het was ook in die tijd, en zelfs vroeger nog dat de werken van Bonnard en Vuillard, van Matisse en Rodin tentoongesteld werden in Moscou, aldus Pasternak.)

    Waarom vertel ik deze ontdekking, wel ik ben verwonderd Verhaeren terug te vinden in de geschriften van Pasternak die ik ken als de schrijver van ‘Doctor Zhivago’, het boek – ik las het in het Engels - dat ik altijd als een groot meesterwerk heb gelezen. Nu nog herinner ik me heel wat passages eruit, al dateert het werk van de jaren 1958, toen de eerste Engelse vertaling verscheen. Ik bezit nog altijd het boek dat ik voor het eerst las in 1962, het was een ‘Fontana monarchs’ pocket uitgave, waarvan nu de bladeren niet alleen vergeeld maar ook losgekomen zijn, maar ik bewaar het als een relikwie.

    Ik heb het teruggenomen uit zijn rek naast een even kramakige uitgave van 1965 maar deze dan met de figuur van ‘Zhivago’ zelf zoals hij vertolkt werd door Omar Shariff  in de film van het boek. De film echter, hoewel zeer geslaagd en gesmaakt, kon de literaire finesses van het boek niet benaderen.

    Na de film gebeurde er ook een metamorfose. Voorheen kende je de naam en de persoon erachter die je, als lezer, eigen was; eens de film gezien was het heel moeilijk voor een, erna nog bestaande lezer, zich een ander beeld te vormen en van Zhivago en van Lara en van welke hoofdpersoon ook. Het boek had alle personages, landschappen en gebeurtenissen, een nieuwe identiteit gegeven.

    Doctor Zhivago’ was, wat ik zo graag noem een baken voor mij, een nieuwe soort Bijbel die ik openen kon op gelijk welke bladzijde wetende wat eraan vooraf ging en wat er op volgen zou. Mettertijd waren er wel, zoals ik vaststelde bij het doorbladeren ervan, openingen gekomen die ik niet meer zo goed opvullen kon, maar de voornaamste passages lagen nog altijd heel klaar in mijn hoofd.

    Pasternak heeft maar een boek geschreven. Het was trouwens zijn wens, een groot boek te schrijven waaraan hij zijn ganse leven werken zou. Of het hem zijn ganse leven heeft gekost weet ik niet, zegt hij niet, maar hij heeft een machtig boek geschreven, hij won er de Nobelprijs mee.

    In zijn ‘Essay d’autobiographie’, vertelt hij helemaal niets over zijn ‘Zhivago’, wat ik nochtans verhoopt had. Hij zwijgt erover in alle talen. Wel wat hij weet over de wereld van zijn jeugd:

    ‘Et voilà qu’il s’est retiré dans le lointain des souvenirs, ce monde unique et à nul autre pareil, et il est suspendu à l’horizon, comme des montagnes vues de la plaine ou comme une grande ville lointaine embuée dans les lueurs de la nuit.’

    Het beeld dat we allen hebben van de dingen die voorbij zijn.

     

     

    26-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van woorden en boeken

     

    Soms is het veel, soms heel weinig dat het me kost om iets bij elkaar te brengen waarmede ik kan binnen komen in je dagelijks bestaan en je hopelijk te verrassen met wat ik vond dat ik je sturen mocht. Ik besef nu dat ik me meer zelf buiten spel zou moeten zetten, dat ik jullie absoluut niet voortdurend mag lastig vallen met mijn gemoedstoestand, telkens met een tijdspanne van 24 uur er tussen. Want zo gebeurt het, zo is het, er is een tijd van opstaan en slapengaan tussen elke blog en al wat er op een dag en nacht gebeuren kan. En het storende is dat het altijd over mij gaat, zelden over iets of iemand anders. Moraliteit ik zou, bij dit alles mezelf moeten wegdenken, ben te veel gefocust op mezelf.

     

    Commentaar geven bij wat er gebeurt in de  wereld, ware misschien een betere oplossing: een mening hebben over een Radja Nainggolan die niet geselecteerd wordt om deel uit te maken van de nationale voetbalploeg, terwijl er andere spelers zijn die er evenveel recht op hebben en niet vermeld worden; of, wat beter is, over het overlijden van de Joods-Amerikaanse schrijven Philip Roth, die ik tot mij scha en schande niet las. Een man die de tijd en de inspiratie vond om 31 boeken te schrijven, over onderwerpen die typerend zijn voor wat er omgaat in de USA en zijn idee heeft hoe het gesteld is met de lezende mens in dat land, over wie hij zich weinig vleiend uit laat.

     

    Eenendertig boeken aan 300 pagina’s per boek (minstens) geeft me 12.000 pagina’s, niet zo maar woorden die te rapen lagen, maar woorden die hij gaan halen is in het diepste van het zijn. Ik vermeld dit met enorm veel respect, al kan ik niets vertellen over het resultaat, over de waarde ervan, ik sta in bewondering  voor hem.

     

    Ik kan nu naar Google gaan en lezen wat er over hem verteld staat, maar ik zal het niet doen, eens te meer sta ik met de mond vol tanden omdat ik de laatste jaren van mijn leven niet anders - waardevol of niet - gedaan heb dan geschreven, en al het overige verwaarloosd heb. Ik heb ook mijn 12.000 pagina’s geschreven, maar ongeordend en richtingloos, geen fut erin, geen lijn en geen uitkomst, geen uitgestrekt landschap met huizen en bomen, maar slechts wat rimpels op het water.

     

    Neen, het zijn boeken uit verre tijden die ik nog frequenteer, alsof ik, wat mijn lectuur van romans aangaat, overleden ben in1980. ik was aan het bladeren in de autobiografie van Boris Pasternak toen, op alle mogelijke zenders, het bericht kwam dat Philip Roth, de onsterfelijke schrijver, was heengegaan.  Ik ben dus maar een half gebakkene, ik weet niets af van wat de laatste veertig jaar geschreven werd, buiten enkele uitzonderingen als Noteboom, als Hertmans en ken ik er nog?

     

    Wat doe ik er aan, of wat kan ik er nog aan doen? Niets, de verloren tijd kan niet worden herwonnen. Wat voorbij is, is voorbij. Een mea culpa is hier passend. 

    25-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie wil zien en horen

     

    Er zijn zaken, er zijn gedachten waar ik me, zeker in mijn geschriften, niet wil met geconfronteerd te zien, die ik niet wens bloot te geven, niet wens dat geweten is dat ik er dagelijks mee rondloop. Ik tracht wel deze donkere holtes te mijden, maar ze overvallen me telkens en telkens. James Joyce heeft die donkere plaatsen en de impact ervan, op een meesterlijke wijze beschreven in zijn Ulysses. Ik heb deze al eens overgenomen – ze spoken in mijnhoofd - ik ga het ditmaal niet doen, want ik ben nog altijd niet verlost van die vreemde toestand van een paar dagen geleden, de gevoelens van toen hebben zich nog altijd niet uitgeklaard.

    Wel las ik, ondertussen, de recensie van de Luuk Gruwez bij de dichtbundel van Anton Korteweg[1] in de SdL van 18 mei, die hij als volgt afsluit:

    In ‘Het leven deugt. Althans in zijn onderdelen’ voel je voortdurend dat daar een dichter aan het woord is die niet kan verhullen dat zijn sterfelijkheid hem kwelt.

    Korteweg is 74, hij is dus nog relatief jong, hij kan zich nog permitteren gekweld te worden door wat hem ooit wacht. De jaren opschuivend zal hij zich, hoop ik toch, verzoenen met het feit dat aan alles een einde komt; zal hij er misschien gaan naar uitkijken, hopen dat het niet meer zo lang duren zal, dat zijn lichaam te afgezwakt is opdat hij nog door iets anders dan zijn lichaam, gekweld zou worden.

    Trouwens, ik maakte me hierbij volgende bemerking: wat indien in onze genen duidelijk ware ingeprent dat dit aardse leven een verplichte proefschool is, een voorbereiding op het andere, het echte leven dat ons wachtte na het sterven; een absolute zekerheid op iets totaal anders wat ‘leven’ betreft. Hoe we er zouden naar uitkijken. Niet, zoals dit nu gebeurde: een belofte op een Hemel - wat ook uitdraaien kon op een Hel of een Vagevuur - waar we terecht konden komen, al naar gelang we respect hebben getoond voor de tien geboden, gegrift op twee stenen tafelen door de hand van God, op de top van de Sinaï berg in de nevel gehuld.

    Welke  verschil zou de in onze genen geborgen belofte, gemaakt hebben op het verloop van het leven hier op aarde vergeleken met het verloop van nu? Natuurlijk, utopisch dergelijke gedachte, maar het had gekund, zoals zovele zaken hadden gekund en gemogen

    Echter niets ervan. Als je de zekerheid wil verwerven dat er nog een leven is, na dit leven, dan ligt dit bij jezelf, dan moet je dit zelf uitmaken op basis van wal wat je voorgeschoteld wordt én van het allergrootste, het Universum, maar ook van het allerkleinste, dat enkel met de geest te zien is. Alle elementen zijn aanwezig, wie zien en horen wil, zal bij leven en bij sterven zien en horen.

    Ons is heel veel gegeven, ook aan Anton Korteweg die mooie gedichten heeft geschreven, andere, meer heldere, meer aangrijpende dan de gedichten die ik schreef.

     

    [1]Anton Korteweg: ‘Het leven deugt. Althans op onderdelen’, Meulenhoff.

    24-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De terugslag

     

    Ik zat op een dieptepunt als ik terugblik naar gisteren, een punt waar ik nu en dan eens aan voorbij moet. Het betekent dat, wat mijn lichaam, mijn spieren, mijn beweeglijkheid, mijn hart betreft de verzwakking ervan, duidelijk en duidelijker, niet alleen zichtbaar maar ook voelbaar wordt. Er is geen kruid tegen gewassen, ik moet het accepteren of er aan ten onder gaan. Wat me recht houdt, wat mijn medicijn is voor de geest, is mijn schrijven. Als ik hier mee ophoudt, ik weet het, verdor ik helemaal, sterf ik een vroege dood.

    Ik wil, ik moet er overheen, zelfs al is er niemand meer dan ikzelf die me leest, dan nog, ten overstaan van mezelf, van wat er overschiet van de krachtige man die ik ooit was, moet ik verder. Geïnspireerd of niet, desnoods herhalend wat ik vroeger schreef, want, ik ben altijd, zoals T.S.Eliot het zegt en zoals ik het begrijp, een ‘explorer’ geweest, dit is een verworvenheid. En het is als ‘explorer’ dat ik verder de oceaan wil in zeilen, gebruik makend van wat er nog rest aan lucht en winden.

    T.S. Eliot[1] zegt het, o, zo duidelijk en aanvaardbaar:

    Old men ought to be explorers / Here and there does not matter / We must be still and still moving / Into another intensity / For a further union, a deeper communion… 

    Al weet ik dat hij zeker niet de leeftijd had die ik heb, niet de zwaarte van het lichaam kende zoals ik het nu ken, maar hij wist dat het leven een queeste was, een zoeken naar wat verborgen was.

    Zo, ik heb hem altijd, zelfs van voor ik hem leerde kennen, gevolgd. Heb altijd getracht binnen te dringen in die vierde dimensie, gestuwd en me geroepen voelend, om mijn dagen in de diepte te beleven.

    Dit betrachten is mijn leven geweest, ben er zelden van af geweken al wist ik dat mijn levenswijze niet altijd, of dan toch zelden, begrepen werd; dat ik geen prater was, geen aangenaam gezelschap om over simple dingen te spreken; dat ik maar in vuur en vlam schoot als het hem ging over de zaken van de geest. Ik was een eenzaat en ben het gebleven.

    Zo, na dit moet ik verder, tot er terug een zwarte dag opduikt, die naar ik vermoed, er wel zal zijn in elk leven. En het heeft geen zin het gemakkelijker aan te doen, het zou een verzwakking zijn, een toegeven, het zou het begin zijn d’une défaite, que je ne veux pas envisager. pas encore, want het kan niet dat het lichaam en de zorgen die het me geeft de bovenhand nemen.

    Ik ben een ‘duiker’ geweest naar wat binnen de dingen leeft. Niet wetende waar ik beginnen moest, niet wetende waar ik aankomen zou. En hoe dieper ik dook hoe verder ik me verwijderde van wat er te vinden was. Ik zit gewrongen in een kafkaiaans gevoel dat me overhoop gooit. Maar alles wel overwogen weet ik, en dit is belangrijk, weet ik dat ik onderweg ben, uitkijkend naar wat op mij afkomt,  in vertrouwen, of het nu hier is of daar, het positieve dat ik beleef is mijn onderweg zijn naar, zoals Eliot het zag, een grotere levensintensiteit,gedragen en gevoed door een diepere vereniging met al wat IS, met al wat verborgen is. Dit is niet voortdurend zo, geweest, integendeel er zijn vele dode momenten geweest in mijn leven. Echter, deze ogenblikken van nu, zijn ogenblikken van bezinning zijn telkens opvallend omdat ze er torenhoog boven uitsteken.

    Het is het torenhoge dat onze bestemming is.

     

    [1] T.S.Eliot: The Four Quartets, East Coker, V, 202, Faber & Faber

    23-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vergankelijkheid

     

     

    Had ik niet de leeftijd die ik heb, ik zou kunnen wenen, niet om wat was, niet om wat is, niet om wat er rest, maar wenen om te wenen. Een totale onmacht te staan waar ik sta, te zijn zoals ik ben, te doen wat ik doe.

    Ik verlang er zelfs niet naar deze morose toestand van het zijn te verlaten, ik wil me erin wentelen, ik wens me erin te verpoppen en ogenschijnlijk te verdwijnen lijk iemand die wordt opgeslorpt door de woestijn, waarvan daarna enkel nog het gebeente overblijft, gebleekt in de zon.

    Radeloosheid.

    Niet wetende wat te schrijven om hieruit op te staan. Wat gisteren was is niet vandaag, wie er gisteren was is er niet vandaag: er zit geen poëet in mij, die is al gestorven, zo hoe moet het verder?

    De mist hangt meer in mij dan over mij, het woord heeft me verlaten, zoals de morgenzang van de vogels. En kijk ik om me heen, de boeken zijn gehuld in een zwijgzaamheid die ik van hen nimmer heb gekend.

    Stop ik hier, armtierig overgebleven, na al gezegd te hebben wat ik te zeggen had, de enkele restjes die nog overblijven niet waard nog vermeld te worden, mijn inktpot, als die er nog zou zijn, droog op enkele droppels na.

    Verteken ik de zaken als ik zeg dat ik me elke dag slachtoffer op het altaar van het woord; dat ik tracht meer te zijn dan dit woord, het te ontsluieren, en tezelfdertijd het toe te dekken met symbolen en vreemde beschouwingen om uit te komen waar geen normale mens uitkomen zou: denken dat, en doen alsof, ik van buiten uit beïnvloed word om het boek te nemen dat ik nemen moet en na te laten wat ik een ogenblik ervoor nog niet wist.

    Woorden zijn zoals klanken, ze zijn er zonder er te zijn, ze zitten in de stiltes, in de holtes van de dag en van de nacht, ze hangen lijk de wind in de bomen, ze drijven in de wolken. We grijpen ze zoals ze zich aanbieden , de componist zet de klanken vast in een sonate, in een symfonie, de arme schrijver die ik ben duikt erin weg om woord te worden en als woord neer te liggen op het altaar, zoals het gebeurde in de tijden van vroeger.

    Word ik het moe?

    Natuurlijk word ik het moe, de moeheid zit in mijn aderen, stroomt als bloed door mijn lichaam en legt me lam, waardeloos lam. Soms sta ik er uit op, soms is het met een sprong, soms zoals deze morgen, in de lente die ik anders wou dan alle vorige lentes, met een greep om het hart.

    Dit ook zal opgetekend staan, een doffe pagina die vergelen zal, verbrokkelen eens het papier broos geworden, de letters alleen die nog overblijven zullen, opeen gehoopt, onleesbaar geworden in het vergankelijke.

    Je sterft soms elke dag een beetje, sommige dagen meer dan anders.

    22-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Homilie

     

    Had ik gisteren ‘l’Homme éternel’ niet uit zijn rek gehaald – een boek dat ik in jaren niet geopend had – dan had ik niet geschreven wat ik geschreven heb; dan had ik niet gesproken over de intelligente wezens aanwezig op andere planeten en niet gezegd dat deze, ofwel veel verder konden staan dan wij, ofwel ons niveau van zijn nog niet hadden bereikt.

    Dan ware ik niet tot de conclusie gekomen dat er wezens konden zijn die zo ver reeds geëvolueerd waren, dat ze nog juist zuiver geest waren, dat ze zich verplaatsen konden met een snelheid groter dan de snelheid van het licht en, dat ze ons regelmatig bezochten om ons te zeggen dat ze ons helpen wilden:, niet om het groot lot te winnen in Monte Carlo, maar om ons de weg te wijzen naar de wijsheid van het zijn, opdat we weten zouden in welke richting we evolueren moeten om, uiteindelijk, aan te komen waar zij nu aangekomen zijn, een kopie, een afbeelding van het pure zijnde.

    Eens te meer laat ik me aldus verleiden, verklaar ik dat het schijnbaar toevallige, het nemen van een boek uit zijn rek, niets te maken heeft met het toeval, dat het telkens vingerwijzigingen zijn die ons helpen willen om dingen te verkondigen die anders geen schijn van kans zouden hebben vernoemd te worden. Ik schrijf nu al lang genoeg, heb ondervinding genoeg, om een dergelijk, overmoedig ik beken het, besluit achter te laten ter uwer beschikking.

    Het zijn dergelijke zaken die je van mij moogt verwachten. Of ze gesmaakt worden vrees ik. De jaren dat ik schrijf hebben me geen massa lezers opgebracht, slechts enkele trouwe volgelingen, misschien eerder uit vriendschap dan omwille van wat ik schrijf. 

    Wat er ook van zij, ik stel me er vragen bij. Ik stel me vragen bij het feit dat ik na al die jaren niet meer volgelingen heb die me lezen. Ik schrijf dus, zo begrijp ik het, over dingen die niemand interesseren omdat ze zich over de grens van het gemakkelijk begrijpbare bevinden, in een wereld achter deze wereld van elke dag; dingen, zaken die een bepaalde ingesteldheid nodig hebben om toegankelijk te zijn.

    Om het in andere woorden te zeggen, ik schrik af met wat ik schrijf.

    Nu, ik zou er iets aan wijzigen indien ik het kon, maar ik kan het niet, ik verlaat mijn wereld niet, ik blijf binnen de grenzen die ik van in den beginne heb opgetrokken. Als jullie me bereiken willen moeten jullie de grens overschrijden, moet je komen aankloppen, zoals de wezens van andere planeten, misschien, regelmatig komen aankloppen, waarvan ik maar nu en dan eens hun geklop hoor. Begrijpen wat ze me vertellen willen is dan nog altijd een andere zaak.

    Beschouw deze blog als een homilie, uitgesproken, zoals het vroeger het geval was, van op de preekstoel in de kerk.

    Hoe ver we zijn afgedwaald van: ‘Mijn lieve parochianen’? Het biedt geen enkel voordeel dit ooit gekend te hebben, integendeel, het verwijst naar tijden dat je er al waart, te ver in het verleden. [KLM1]

    21-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    20-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het boek dat ons redt

     

    Ik moet mijn dag goed gebruiken, kan me niet permitteren lang in bed te blijven, heb het zelfs verleerd want het kost me geen moeite meer vroeg op te staan, omdat ik weet wat van mij wordt verwacht: een landschap van woorden waar ik, desnoods in een droom, heen moet reizen om me er een korte tijd te verliezen of, uit een boek te gaan halen, zoals het zo dikwijls gebeurt, wat ik gebruiken kan, en ook met dank aanvaard, omdat het telkens  een opening is naar mijn blog die ik te schrijven heb.

    Bij ondervinding weet ik dat dit gebeuren moet in de voormiddag, wat geen op voorhand gewonnen zaak is omdat het succes ervan afhankelijk is van heel wat factoren, waaronder inzicht en rust. Vooral een evenwichtig gemoed is nodig, de rest komt wel. De namiddag is dan de leegte en de leemte. Pas naar de avond toe zal ik herlezen wat er geschreven staat en verbeteren, wat nodig is, om wat meer vlotheid aan de taal te geven. Komt, wat wel eens gebeurt, het geheel negatief over, ik zal niet zeggen dat het dodelijk is, maar herbeginnen met de spanning om in tijd klaar te komen, is het ergste dat me kan overvallen.

    Waarom zeg ik dit allemaal; waarom hoeft je dit te weten; waarom wens ik niet dat je denkt dat mijn blog o zo gemakkelijk loopt?

    Wel ik wil dat je weet, dat ik me bekijk als ik voor de spiegel sta, dat ik weet hoe ik me beweeg op straat, in de velden, aan de vijver, stijf en stram; een man op grote leeftijd. Dat dit geen aangenaam zicht is, evenmin een aangenaam gevoel; dat ik het liefst van al zou willen gaan neerliggen en, heel dikwijls er blijven liggen, te denken hoe goed ik me voel als ik neerlig, als ik ‘s avonds of ’s nachts onder de dekens kruip; zelfs als ik in de dag aan mijn bed voorbij ga en ik weerstaan moet aan de roep van mijn lichaam.

    Ik moet dit eens gezegd hebben. Dit moet opgetekend staan. En wat meer is, ik verwacht helemaal niet dat deze gevoelens van ongemak en moeheid, zich nog ooit wijzigen zullen.

    Er rest me dus enkel, wat ik nu al jaren ondervind, verder gaan met wat ik doe, hoe ik het doe en te vergeten de toestand waarin ik me bevind om het te doen, met een lichaam dat zijn beste tijd heeft gehad..

    Kom ik dan  terecht bij een boek ‘L’Homme éternel’ van Louis Pauwels en Jacques Bergier[1], die het hebben, onder meer, over het zoeken naar een taal waarmede zou kunnen gecommuniceerd worden met wezens van andere werelden. Een  zoektocht die, schrijven ze:

    se poursuit sur des plans différents, à des degrés divers de nécessité et d’ambition, la quête d’un Graal linguistique, d’une Ecriture de l’absolue.

    Het zij dan zo. Ik weet nu ook dat een zekere John Wilkings (1614-1672) de eerste was om zich hier zorgen over te maken en een poging te wagen. Toen reeds vermoedde men dus het bestaan van buitenaardse intelligente wezens. Hoe de Kerk hierop reageerde weet ik niet, maar zeker niet met een goed oog.

    Deze zorgen bestaan nog altijd en terecht want we weten niet, zelfs als er andere wezens zouden zijn, wanneer die aan hun evolutie begonnen zijn en hoe ver ze al staan. Misschien zijn het pure geesten geworden en bezoeken ze ons voortdurend op een wijze die wij nog niet vatten kunnen zodat ze ontgoocheld terugkeren naar de plaats van waar ze komen.

    En wij die ondertussen trachten een taal te fabriceren waarmede we hen, ooit, zouden kunnen  begroeten.

     

    [1] Louis Pauwels et Jacques Bergier : ‘L’Homme éternel’, Gallimard 1970, p.147.

    20-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arcadia

     

    Omgeven met boeken en nu en dan het boek toegeschoven krijgend – hoe, vraag het me niet - kom ik tot eigenaardige voorstellingen die, zijn ze niet origineel, ze toch ook niet slaapverwekkend zijn, eerder opwekkend (willen) zijn.

    Dit is mijn ingesteldheid, zo ben ik altijd geweest en in die geest wil ik, mijn tijd gekomen, het andere leven binnengaan, het andere leven dat ik zie als een Arcadia, zoals Hertmans het zo indringend beschreven heeft in zijn essaybundel ‘De mobilisatie van Arcadia’[1]. Hij verwijst hierin naar het ‘Inferno’ van Dante, waar ik ook immer aan denk en ik dan meer specifiek aan de gevoelens van Dante die, begeleid door Vergilius, er wandelt in het gezelschap van  Homerus, Horatius, Ovidius en Lucanus. En zegt Dante:

    ‘En nog grotere eer deden ze me aan, ik werd aanvaard in hun gezelschap zodat ik de zesde was onder deze grote geesten.[2] 

    Stel je voor dat je er wandelen zou, al was het maar in het gezelschap van Albert Van Hoogenbemt, van Maurice Gilliams, van Gérard Walschap, van Félix Timmermans: ‘sprekend over zaken waarover het goed is hier (op aarde) te zwijgen zoals het goed was er daar over te spreken[3]’.

    Maar het Arcadia van Dante, het Voorgeborchte van de Hel – ondertussen door de Kerk afgeschaft – was de plaats voor de groten der aarde die Christus niet hadden gekend, en ook, maar dan heel wat anders, voor wat nog te gebeuren staat, later, al komt dit gebeuren nader, we hebben er zeker nu nog geen nood aan.

    En is het geen zelfde Arcadia, het geeft me nu de indruk dat het andere, het nieuwe leven, voorlopig het best als een Arcadia kan omschreven worden. Andere voorstellingen zijn even geldig, als ze maar de betekenis van iets totaal nieuws, iets rustgevend, in zich dragen ga ik er mee akkoord. Positief denken is de boodschap, niemand kan me dit ontnemen. Het leven is geen zinloos leven, het draagt een betekenis, ik ben hier niet als een boom in het landschap, ik ben hier als een levende geest meer dan een levend lichaam. En mijn geest is onverwoestbaar, ik geloof trouwens dat hij meer buiten mijn lichaam is dan binnenin.

    Zo eens te meer ben ik terecht gekomen in de wankelzone waar, wat er is, onzichtbaar is. Ik zeg dan dat dit mijn domein is, dat het andere, het zichtbare door anderen mag afgelopen worden, ik heb er weinig boodschap aan. Ik loop niet in het bos, ik zit niet aan de vijver, maar ik ben ermee vergroeid in vlees en bloed, in lichaam en geest.  Ik ben van de bomen in het bos en ik ben een van de bomen, zoals ik ook van het water in de vijver ben.

    Toen ik laatst – ik schreef erover in mijn blog van 15 mei -  verzonken was in de beelden van die film, was ik zo gegrepen door wat zich op het scherm afspeelde, dat er een ogenblik was dat ik absoluut niet meer wist waar ik was noch wie ik was. Ogenblikken duurde dit, ik spande me in om het te weten maar alles bleef star in mij, geblokkeerd alsof er niets meer komen zou, alsof ik niet meer ontwaken zou, ogenblikken lang, gedachteloos, gevoelloos.

    Een voorbode?

     

    [1] Stefan Hertmans: ‘De Mobilisatie van Arcadia’, De Bezige Bij, 2011.

    [2] Inferno, canto IV, 100-102: ‘E più d’onore ancora assai mi fenno,  / Ch’ei si mi fecer della loro schiera, / si ch’io fui sesto tra contanto senno.’

    [3] Inferno, Canto IV, 104, 105: ‘… parlando cose che il tacere è bello / Si com’era il parlar colà dov’era’.

     

    19-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mens als werktuig

     

    Ik ben gisteren in mijn blog, heel ver gegaan; ik heb alles op alles gezet, al mijn gedrevenheid op één nummer op de roulette in het casino.

    We zijn inderdaad ongelovigen als ons voorgehouden wordt dat het origineel van Al Kitab, het origineel van Het Boek, bewaard wordt in de hemel van de muzelman, en even ongelovig als ons gezegd wordt dat het Universum is ontstaan uit de 10 cijfers en de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet, geconcipieerd, gegoten en gebruikt door Jahweh om het licht te laten schijnen.

    Voor ons, mens van de Verlichting is het duidelijk dat het ene boek dat geschreven werd in een universele taal en vorm, het boek van het Universum is. En, zoals het destijds gebruikelijk was wat het kunstwerk betrof - want dit is het Universum – werd hierbij de naam  van de kunstenaar niet  vermeld. Als we die kennen willen is het aan ons om hem te zoeken, want hoe we het ook moge draaien of keren, zou mijne moeder zeggen, er moet een kunstenaar/kunstenares geweest zijn om een Universum, van een dergelijke uiterste verfijning en verbeelding, zoals deze van de beelden die de NASA ons via mail toestuurt, te concipiëren.

    We zijn de overtuiging toegedaan dat, als we hier aanwezig zijn als een opmerkelijk part van dit Universum, en wel zoals we er staan, materie en geest – we hadden ook een boom, een bloem, een dier kunnen geweest zijn - is het maar normaal dat we ons wijden aan het zoeken van die Hij of Zij of Het die/dat ons maakte, en dat het niet volstaat er een naam aan te geven, hen alle hoedanigheden toe te kennen – de muzelman vindt er negenennegentig - en hen te gaan loven en vereren, neen, dit kon destijds, dit kan nu niet meer. We willen weten, we willen kennen, we willen doordringen tot de kern van hun zijn om beter de taak te kennen die ons werd/wordt toebedeeld.

    Ik denk dan aan Freeman Dyson[1] die zegt dat God - waarmede hij verwijst naar die Hij of Zij of Het – dat:

    ‘God is what mind becomes when it has passed beyond the scale of our comprehension’. God is wat geest gewordt als deze het niveau van ons begrijpen overstijgt.

    Dit is het. We zijn nog niet ver genoeg gevorderd om te begrijpen wat we blijven zoeken te begrijpen, te zien, te voelen, te smaken; we zijn op dat gebied nog altijd leek, misschien niet meer à 100% maar dan toch nog voor een belangrijk deel, ontoereikend in elk geval, zodat het gebeurt dat we als atheïst kleven blijven aan de grens van die 100%.

    De Tijd, de alles bezittende, vermogende Tijd zal ons helpen, zal ons verder blijven verder voeren, het landschap van de geest – the mind of God – binnen, een beweging eigen aan het kosmisch geweld, gebakken in de genen van het evolutief karakter van het Universum.

    Wat we ook doen, hoe we ons ook afsluiten, we worden, generatie na generatie, langs alle kanten bestraald, bestookt met de vormende krachten die zijn van het kloppend hart van het Universum.

    Het is onze bestemming, de reden van ons bestaan.

    Ik weet dat ik als mens, als persoon met een ‘ik ben’, niet veel meer ben dan een werktuig van en in dit Universum. En, als werktuig schrijf ik.

     

    [1] Freeman Dyson: Infinite in all Directions

    18-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    17-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stellingname

     

    In het Oosten woedt een strijd tussen goden. Hoewel die goden, wat we denken, enkel op papier en in de geest bestaan, is het een strijd van vernedering, geweld en bloedvergieten. En het is vooral dit laatste dat wrevel en angst opwekt bij de buitenstaanders die we zijn.

    Wat niet wordt ingezien – kortzichtigheid die des mensen is – is dat goden, als ze er zouden zijn, een gans Universum bestrijken en niet enkel een aarde en een hemel. Maar zelfs in die laatste vooropstelling, kunnen er onmogelijk twee zijn, door een van de partijen wordt dus, hoe dan ook, een valse God bewierookt.

    In het Westen daarentegen is het eerder de figuur van een Christus die centraal stond met achter en naast hem, God de Vader en, de Heilige Geest, Er is hier daarenboven, sinds een drietal eeuwen, een verlichtende beweging tot stand gekomen die elke strak afgelijnde voorstelling van hun God sterk versoepeld heeft. In elk geval, één feit is zeker, het Westen is niet meer bereid voor Hem een oorlog te voeren zoals dit in een ver verleden wel het geval was.

    Met deze gerichtheid zijn we absoluut niet bereid de goden, welke ook uit het Oosten,  binnen te laten bij ons, want hun godsidee, totaal losstaand van die van ons, is een idee dat zijn aarding heeft in hun geest. We kunnen wel trachten en hopen die idee te doen wankelen, zoals dit hier in het Westen is gebeurd, maar anderzijds hebben we niets  te maken, noch met hun God, noch met de wijze waarop het gevecht tussen die goden door hen gevoerd wordt.

    Vooral willen we dat ze, met hun goden, ver weg blijven; dat we die absoluut niet nodig hebben in de vorm zoals deze door hen wordt voorgesteld; dat we ons ontdaan hebben van de basisteksten ervan; we ons zo veel mogelijk en met rede hebben ontdaan van die ingebeelde God zoals hij werd ingekleed bij ons en, dat ze ons geen nieuwe ‘faked’ God moeten aanbieden, noch een Jahweh, noch een Allah, om ze bij hun naam te noemen.

    En wat meer is - en ons eerste minister en onze minister-president hadden dit moeten in acht nemen – dat ginds alles, op de keper beschouwd, het een kwestie is van een religieuze ingesteldheid, waarin we geen enkele verantwoordelijkheid dragen. Willen ze zich zelf uitmoorden dat ze het doen, de schuld ligt bij hen zelve en bij niemand anders,  want, naar wijze raad willen ze, noch zullen ze, in hun totale fanatieke verstarring, niet luisteren. Wel dan, dat ze er zelf, en het volk dat ze vertegenwoordigen, er de gevolgen van dragen.

    Als ze de stelligste mening zijn toegedaan dat er meerdere goden zijn, maar dat die van hen, zonder de minste twijfel, de grootste is, laat hen in hun geloof, zo lang ze maar, wat er ook moge gebeuren, binnen hun grenzen blijven. Ze hebben leiders, het is aan hen er voor te zorgen dat er geen bloedvergieten plaats vindt. Maar dat doen ze niet, integendeel, ze wensen dat het slecht gaat omdat ze dan een grotere reden hebben van bestaan, Pasternak wist dit ook, hij  vertelde in zijn Zivago.

    Moraliteit: moei je niet in een godsdienstoorlog, want dit is een oorlog die zijn diepste wortels heeft in hun geloof in hun God. Waren de Israëlieten, als breeddenkende mensen, binnen gevallen in een Palestina van breeddenkende mensen, er zou nooit gebeurd zijn wat gebeurd is. Er zou een vermenging geweest

    zijn, de vermenging die wij zouden gewenst hebben indien de vluchtende massa die hier onze grenzen heeft overschreden, breeddenkende mensen van de Verlichting waren geweest. Echter, we ondervinden regelmatig dat een belangrijk deel onder hen het niet zijn en we zetten ons af tegen hen, omdat we vaststellen wie ze zijn, hoe ze denken en hoe ze gebrainwashed zijn door hun geloof. Dergelijke types vrezen we als de pest, Ze mogen het weten. Dus, sluit de ogen voor wat gebeurt in het Oosten, ze hebben het zelf gewild, zowel de Joden als de Arabieren. En aan deze laatsten zeg ik, als ze toch geloven in Allah, als ze toch geloven dat het de wil is van Allah wat er gebeurt, waarom verzetten ze zich tegen de wil van Allah, wordt van hen niet gevergd dat ze die wil respecteren?

    PS.

    Waar bij ons de Bijbel een door God geïnspireerd boek is, is de Koran, al kitab, het boek, een van de attributen van God. De originele tekst ervan, of de moeder ervan, wordt bewaard in de hemel; de Koran wordt in een boek gekopieerd, met de tong uitgesproken en in het hart bewaard. De Joden gaan nog een stap verder. Voor hen, komt het licht van God uit de letters zelve. De God van Israël schiep het universum aan de hand van de cijfers van 1 tot 10 en de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet, Het is Hij die de vorm van de letters maakte en combineerde met elkaar en hij maakte ermee al wat is en al wat nog komen zal.

     

    17-05-2018, 06:38 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het kan verkeren.

     

    Ik verdedigde reeds herhaaldelijk mijn idee over wat de Schepping kàn geweest zijn, ik wens er niet op terug te komen. Maar in deze dagen van geweld en doodslag – is er ooit op aarde een tijd geweest dat er nérgens geweld en doodslag is geweest? – heb ik ook een oordeel over de bevrijding van het Israëlitische volk, weg van de ‘vleespotten’ van Egypte en, wat deze verlossing wel zou kunnen geweest zijn.

    In enkele woorden: het is voor mij onmogelijk, niet geïnteresseerd te zijn in alles wat de Bijbel betreft, het boek dat de fundering is én van het Israëlitische volk én van onze westerse beschaving, én ernaast ook, omdat de Kerk dit boek heeft gebruikt om haar stempel te drukken op mijn jeugd en mijn jonge jaren.

    Echter, mijn visie op de inhoud ervan heeft zich geleidelijk aan sterk gewijzigd. Het is begrepen geweest (en vertaald) van uit de optiek dat de aarde het centrale punt was van het Universum en dat de zon rond de aarde wentelde. Het Universum bestond toen uit hemel en aarde en men kon alsdan aanvaarden dat de, na de zevende dag in zijn zetel rustende God, toekeek, noteerde en desnoods tussenkwam op wat zich hier op aarde aan het afspelen was.

    Als we vandaag het scheppingsverhaal hernemen weten we dat het Heelal in expansie is en dat de Schepping, of wat aanving de ‘zevende’ dag, nog immer doorloopt; weten we dat na miljarden jaren de mens is opgedoken als geïntegreerd deel van dit Heelal en dat, het Universum in wording zijnde, ook de mens, mee ‘in wording’ is. Twijfelen hieraan is uitgesloten.

    Waren we gebleven bij de Elohim van ‘baereshit bara elohim’, de eerste woorden van Genesis, dan ware er een opening geweest naar het kosmische, maar zodra Elohim herleid werd tot Jahweh en Jahweh tot God en die God, die in zijn zetel rustende God, zich zo gezegd is gaan bezighouden met Abraham en dezes nageslacht, intervenieert in Sodom en Gomorra, tien plagen afstuurt op een even religieus en hoogstaand volk, en dan nog, jaren later, zon en maan – een maan die hij niet nodig had - laat stil houden om Joshua welwillend te zijn, dan worden we geconfronteerd met een toeziende, een actief (goddelijk) gevaarlijk  individu.

    Ik wil me hierover niet verder uitspreken. Ik zie voldoende de obsederende kracht die uitgaat van de Bijbel en de Evangeliën en, van het nieuwe boek, de Koran, dat zich aankondigt in het Westen. Maar, ik wens vooral mijn geloof in een kosmische ‘God’ te behouden, in een God die geen nood heeft aan woorden, geen nood aan daden, geen behoefte heeft aan offergaven.

    En dan is er dat andere verhaal, het verhaal  van Paulus die in zijn Brief aan de Romeinen schrijft dat door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en de Osty-Bijbel die er in een voetnoot aan toevoegt, dat het met deze zin is dat de leer van de erfzonde haar intrede doet in de christelijke gedachte : c’est une date dans l’histoire de l’humanité.

    Geïntrigeerd ben ik gaan kijken in de ‘Dictionnaire théologique’ van de abbé Bergier, uitgegeven in 1792, in acht, in leder gebonden delen – een gebuur legde die voor zijn deur bij het oud papier - om er te lezen onder ‘Péché originel’ dat het dogma van de zonde van Adam en het dogma van de Verlossing door Christus, nooit te scheiden zijn en dat het ene innig verbonden is met het andere.

    Paulus kan zijn zin over de zonde van Adam niet gehaald hebben bij Christus, - heeft Jezus wel ooit Adam vernoemd? – ik zelf heb er genoeg aan me te houden bij de verklaring van Teilhard de Chardin die stelde, meer dan een halve eeuw geleden, dat de bestaande dogma’s fossielen geworden waren.

    Maar, en dit is voor mij doorslaggevend, als ik de zin van Paulus heb aangehaald dan is het om te bekennen dat dankzij één mens, Immanuel Velikovsky, het historisch aspect van de Bijbel voor mij, een zeer belangrijk element is geworden en dat door Velikovsky en dezes werk, het dak boven mijn hoofd, de God van de Bijbel, weggenomen werd. Het is een beeld dat ik haal bij Boris Pasternak, waar Zhivago ergens zegt, dat door de revolutie het dak boven Rusland werd weggeschoven.

    God was een geborgenheid, een toevlucht, een eindbestemming, terwijl ik, na Velikovsky, ervaren heb dat de God uit de Bijbel slechts zinsbegoocheling is, een vinding van de mens die gebeurtenissen verhaalt als geënsceneerd door die God, die dan, in dezelfde tijdspanne en nu nog, ergens in de omgeving van de Orionnevel, een nieuw sterrenstelsel aan het creëren was en is.

    De kortzichtigheid van de mens is altijd een dodelijk wapen geweest, ik kan het alleen maar vaststellen en blijven hopen. Als Israël voor de Israëlieten het Beloofde Land geworden is, dan zijn zij het die het zo hebben gezien en bewerkstelligd, zij, en niemand anders, de bewoners ervan hebben zich laten  verrassen, zoals het zo dikwijls is gebeurd un het veerleden.

    Echter, de bewoners van nu, ze blijven dromen, ze zijn verstrikt geraakt in hun droom: het land dat ze bezitten hen beloofd werd door de Jahweh van de Bijbel. En de wereld kijkt toe.

    16-05-2018, 06:40 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ik ervoer.

     

    Waarom schrijf ik, en waarom is het over wat ik schrijf? Waarom niet over een Ugo die, op een avond - er valt een lichte regen - een ‘Four Roses’ is gaan drinken in een café in de stad, een literair café, typisch voor Europa, zegt George Steiner; dat hij er een jonge vrouw ontmoet met wie hij een spel schaak begint; dat hij haar ook een ‘bourbon’ aanbiedt en, dat ze daarna, ja, wat doet je, als je schrijft à la Brusselmans, na een partij schaak te hebben gespeeld met een vrouw, jong of rijp, en als je je laat gaan, zonder enige belemmering, tot onder de lakens.

    Ik zou dat wel kunnen mits wat verbeelding, want wat Ugo betreft is mijn vrijheid totaal. Het schijnt me trouwens toe, opdat in deze aangelegenheden een roman geslaagd zou zijn, gebruik wordt gemaakt van de meest sprekende details, en niet zoals ik het nu doe met een gewilde soberheid, zoals de wijze waarop Jacques Prévert dit probleem, als het er een zou zijn, oplost:

    Ta robe sur le tapis, une orange sur la table / et toi dans mon lit. Doux présent du présent, / fraîcheur dans la nuit, chaleur de ma vie.

    Ik wens hier niet verder over uit te weiden, ik heb daar zo-even een zijweg genomen terwijl ik feitelijk ben opgestaan met op mijn netvlies nog de beelden van een film – een ‘sunny side’ documentaire op Canvas. Gecentreerd op twee oude mannen, die gescheiden wonen, elk in, niet veel meer dan ‘a shack’, elk in een oude, vervallende, overzichtelijke woning, eerder een opslagplaats van de meest uiteenlopende dingen die men zich kan indenken, maar uitzonderlijk gelegen op een hoogte, in een geweldig, schijnbaar moeilijk toegankelijk bos, met alle ingrediënten van het bos. Heerlijk voor iemand die weet wat een bos is. Het zwiepen van de takken, het  geruis van de winden komende van over de oceaan, en op andere dagen van de regen in de kruinen en op de daken, en de man mannen – mijn leeftijd - filosoferend over het leven en wat er nog van overblijft; zonder franjes, puur, ongekunsteld maar diepgaande. Een vuur dat niet branden wil, een piano die gestemd moet worden , een bandopnemer waarmede hij door Japan zwierf en de tempel van Hatsjepsoet die teveel kolonnes telde en zij, gewoonweg levend in alle eenvoud maar met stijl sprekend over de dingen, over het leven, het grote leven dat niet meer geleefd wordt en waar niets meer over gezegd hoeft te worden, en als er iets over gezegd wordt, zoals hier verteld in beeld en woord en klank, het een meesterwerk wordt, te bekronen in Cannes met de gouden palm, inclusief de oude mannen als acteur.

    Jij, als lezer, hoeft deze passage maar over te slaan als het je geen zier interesseert. Maar voor mij was die film belangrijker dan het schaken met een jonge vrouw en het drinken van een ‘Four Roses’ en wat er op volgde.

    Noteer evenwel, om de film te situeren op Canvas, dat ik deze blog, schreef op maandagmorgen, 14 mei 2018, met in mijn gedachten nog het ‘Erbarme dich’ dat enkel van Bach kan zijn, meesterlijk gespeeld en gezongen door de viool en door de sopraan Eva Raizic, (de beste passages uit de Koningin Elisabethwedstrijd) en daarna, of gemengd ermee, zoals ik het ervoer, het geruis van de wind in de bomen, van de regen in de bladeren, van de golven op het strand, met de man in rode vest neer liggend, een Bach, wachtend op de golven die hem overspoelen zullen.

    Ik, gelouterd door het ‘Erbarme dich’ en het geruis van de wind, en hij, de oude man uit de film, geveld, op de plaats waar hij ligt, het leven in een laatste ruk over hem heen gegaan.

    15-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Utopisch

     

     

    Woorden zijn soms geduldig, zijn soms wispelturig en stug. Hij ondervindt dit elke dag: soms wachten ze, staan ze te trappelen klaar om genomen te worden, op andere dagen moet hij ze ver gaan zoeken, zitten ze weggeborgen, niet bereid om zich te tonen zodat hij er hulpeloos bij zit, want woorden zijn, zijn adem, zonder hen is hij niet veel.

     

    Ook vandaag is het geen feestdag wat woorden betreft, hij moet diep g  aan tasten naar wat ze te bieden hebben. Is het eens te meer een begin van griep die toegeslagen heeft?

    Zo blijft de spanning tot het ogenblik dat hij raakt wat er te vinden is, en vandaag is het eerder totaal ongewoon.

     

    Dit is, vindt hij, het uur, dat van alle uren is, van alle dagen van zijn aanwezig zijn hier op aarde is. Hoe ongelijk ook, het centrale punt afgewogen in zijn leven. De vele dagen die voorbij zijn, gebundeld en geplaatst, qua intensiteit tegenover de dagen die nog komen moeten; de dagen van vroeger een lichtheid, de dagen van nu en morgen een zwaarte. Hoe vreemd dit ook moge blijken.

     

    Dit is het gevoel dat hij heeft op dit ogenblik, dit bijzondere uur van 14 mei, vroeg, misschien te vroeg in de morgen. Het is de grote belofte, na al wat er al was, naar wat hem nog rest als toekomst waarop hij meent nog uitzicht te hebben. Het wankelpunt waar alles dat was, geplaatst wordt tegenover alles wat nog komen zal.

     

    Maar hoe waagt hij het dit te schrijven; welke, zelfs halve, zelfs een tiende, zekerheid heeft hij dat het zo is; dat het zich realiseren zal zoals hij het nu vooropstelt. Hij is niet, zoals Dante, halfweg hij is naar het einde toe, het zijn de laatste dagen, maanden, van jaren durft hij niet gewagen. En toch, dit ogenblik van hoogmoed,  van zelf overschatting is er een van verwachting. En hij schrijft dit neer, alsof het geen vloek zou zijn, geen onmogelijk verlangen, zo maar, zonder de minste aanleiding de lucht in geslingerd zonder enig vooruitzicht op de realisatie ervan.

     

    Maar denkt hij, het staat geschreven, het heeft rechtsbestaan; het is het een zaadkorrel in de aarde, zoals de zaadkorrel, die Jules Verne vond in de zak van iemand die vijf weken in een luchtballon zat en op een verlaten eiland terecht kwam; het is de zaadkorrel die Augustinus dacht nodig te zijn geweest opdat hieruit een Universum zou kunnen ontstaan.

    Is het dan toch utopisch wat ik schrijf, speels en onrealiseerbaar, een hoop vervlogen vooraleer uitgesproken? Of heeft het een potentiële, in de verste voegen verborgen kracht meegekregen die maken zal dat wat nog komen moet evenwaardig zijn zal aan al wat al was en opgetekend werd?

     

    Een baken die oprees op een nacht, in een landschap dat er voorheen nog niet was, met uitzicht op het nog komende.

     

    Is het met dit beeld voor ogen dat ik verder moet, zoals Jürgen Habermas (1929), filosoof van een Europees humanisme, verder moet met het beeld, op heden even utopisch, dat hij wensen zou voor Europa en omkleed met argumenten uit gediept heeft in zijn boek, ‘Een toekomst voor Europa’?

     

    Het is enkel in het utopische dat er nieuwe mogelijkheden kunnen ontstaan.

    14-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Gelicht uit een manuscript.

     

    Schrijvend in zijn dagboek, voelt hij hoe goed en hoe gemakkelijk de woorden, die o zo vreemde tekens, uit zijn pen vloeien en hij denkt, in een opwelling van vreugde: ik dank je Adonaï, Heer, of hoe je ook wensen zou dat we je noemen.

    Terwijl hij beseft dat hij niet meer zovele overgangen van lente naar zomer beleven zal; dat hij niet meer so often getuige zal zijn van het zich vormen van de vruchten in de bomen en op het land en dat er in zijn geest, blijvend nieuwe gedachten zullen opduiken, vertrekkende van uit de bronnen van zijn jeugd. Zoals vandaag, beelden die staan te dringen, die hij niet meer houden kan.

    De knaap die over de weide rent, onder de ruisende canadabomen naar het wondere bos van zijn jeugd - Adonaï zorge ervoor dat elk kind een bos moge leren kennen -  bedwelmd door de geur van varens, van mossen, van paddenstoelen, van aarde en rottende blaren. Verhit ook door het plotse jagen van zijn bloed dat hij niet immer bedwingen kan. Het wilde bloed van de geslachten die elkaar bezaten, tussen de varens en de struiken op zwoele zomernachten als de roep er was van de uilen in de eiken.

    Hij ziet in zijn lang verbeelden, de spiegelvijver in het bos met lisdodden en waterlelies - en met Van Eeden heeft hij de waterlelie lief - met vlekken eendenkroos en libellen boven de biezen en de bomen die toekijken, wachtend op de plons van zijn naakte lichaam dat de spiegel breekt in duizend kringen en hij lijk een grote witte vis onder het watervlak drijft, tussen de watertorren die naar de diepte duiken, tussen de stekelbaarsjes en de salamanders, drijvend onder het eendenkroos door, langs de roodgroene stengels van de waterlelie, en daarna als hij zich aankleedt, het water effen terug en de wind even zacht in de bomen.

    Het was hier dat hij eens gestaan had met vader op een koude novembernacht en hij een deel van de sterrenhemel weerspiegeld had gezien een voldoende ogenblik, waaraan hij later terugdenken zou toen hij las dat Solomon een soort ‘zee’ had laten plaatsen naast zijn tempel, misschien om in de weerspiegeling, het verschuiven van de sterren op te volgen. Misschien, want waarom de inkervingen in de rand van die ‘zee’ die rustte op de rug van vier maal twee ossen of runderen, hij wist het niet meer zo precies, maar het zal wel een enorme kuip geweest zijn.

    Nu, niet zo lang geleden, was hij teruggegaan naar het ouderhuis en de plaatsen van zijn jeugd. De vijver was, net als hij, oud geworden. De put, want meer was het niet, was bijna vol gegroeid met struiken en biezen, met het wrak van een auto, met matrassen, met repen behangpapier en nog wat brak water dat rook naar roest en modder. De prijs van een op hol geslagen beschaving die voor haar afval geen sluitende oplossing heeft en dit stukje ongerepte natuur had ingepalmd om er een ‘kunstwerk’ van te maken in deze voor velen schijnbaar, als hij hun kunst voor ogen krijgt,  zo troosteloze wereld.

    Hij hoopte dat hiermee het punt was bereikt waarop de mens, dankzij de kracht van de geest, de weg terug zou vinden, opdat de komende geslachten, zijn kleinkinderen en hun kinderen en kleinkinderen, bootjes zouden kunnen maken al was het met de bladen gescheurd uit zijn dagboeken, om deze uit te zetten in de grachten zoals hij zo dikwijls had gedaan.

    Hij zag in zijn verbeelden de vergeelde papieren bootjes wegdrijven over het water, de inkt van het geschrevene zich vermengend met water, de betekenis ervan uitwissend om aldus de tijd die alles in de vergeethoek duwt, voor te zijn.

    13-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jürgen Habermas

     

    Die morgen, komende uit een uiterst vreemde droom, lag hij lang, uitgestrekt op zijn bed, alsof hij bekomen moest van wat er geweest was: hij leunend tegen een boom, hij gegrepen door de boom, meegezogen, omslijmd met de sappen ervan en hij, alles los, alles vloeibaar. En nu – door het raam twee nog zichtbare planeten, ongeacht welke, naast de ver uitwijkende tak  van de ceder - de naam Habermas hem te binnen valt. Hij wist niets meer van de massa woorden die hij gisteren gehoord had over die Jürgen Habermas; hij hield er  slechts één idee van over, namelijk dat democratie zou mogen gestoeld zijn, niet op compromissen, wat in vele discussies het geval is en waarbij elke partij een deel van de door haar beoogde instelling, prijs geven moet maar, altijd op - hij zocht het woord van de spreker - een consensus.

    Het is in deze zin dat de idee van Habermas hem eerder utopisch overkwam, want de Verlichting, waaruit Habermas was opgestaan - als die er bij sommigen ooit was – behelst niet vaststaande feiten en is niet in een zelfde geaardheid en in een zelfde graad, doorgedrongen tot de partijen. Als denkend wezen zijn we nog steeds niet voldoende ver gevorderd opdat we, in alle gevallen tot een consensus zouden kunnen komen. Er is dus, en dit is de opwerping die hij maakte, nood aan een verlichting van de Verlichting; de mens zou dus moeten kunnen doordringen tot een staat van kennis en inzicht die een consensus mogelijk maakt.

    Zijn opmerking werd bij de spreker op een korte lach onthaald, hij was dus kennelijk verrast, misschien zal zijn opmerking, om deze reden alleen al, blijven hangen bij de professor spreker en zal hij achteraf begrepen hebben wat ik bedoelde met mijn interventie.

    Zo tracht ik nu naar een consensus wat mijn bemerking betreft. Ik heb al  eens verwezen, ik denk in een van mijn blogs van dit jaar (tot op heden 200 pagina’s), op de noodzakelijkheid van  een diepere gerichtheid inzake wat de Verlichting betreft, dat hier een kosmisch ondergrond moet aan toegevoegd worden, de enige ingesteldheid, volgens mij, die een algehele consensus kan mogelijk maken.

    Dit zou dan mijn inbreng moeten zijn voor vandaag. Eens te meer echter voel ik me als onbegrepen van het ogenblik dat ik het woord Kosmos en kosmisch  in de mond neem. Ik voel me steeds als een eenzaat, een onbegrepene, zodat ik - soms maar eigenlijk nooit lang – twijfelen ga aan wat ik vooropstel. Maar ik ben de vaste mening toegedaan dat er nergens een consensus mogelijk is indien het derde element waarover ik het had in mijn blog van 8 mei niet aan bod komt en zeggingskracht verwerft.

    Dit betekent dat we een stap te zetten in de richting van de mens die er zal staan op het einde van – ja, wat schrijf ik? – het einde van het derde millennium?

    Er blijft ons in elk geval, nog een lange weg af te leggen, maar wat dit betreft geldt de tijd niet, enkel het resultaat telt en het is van uit het resultaat dat moet gekeken worden.

    Ik hoor dat Antwerpen een grote werf is geworden. Is het zo, is het zo niet? Who cares, eens de werven gesloten, zal er het resultaat zijn en liggen de ongemakken vergeten ergens weg in een schuif. In deze mate ben ik, wat de toekomst aangaat, een visionair; meen ik te zien wat achter de horizon ligt. Het is de reden van bestaan van mijn blog. Ik voel me er goed bij, veroordeel me niet als ik te ver kijk.

    12-05-2018, 06:36 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De man op de bank

     

    Ik heb er een goed gevoel bij telkens mijn blog geschreven staat, maar lang houdt dit niet aan, want zodra  ik me heb ik opgericht weet ik dat ik denken moet aan de volgende. Het is een proces dat aansleept, een bloei die geen zomer kent, geen herfst; het is een weekdag die noch weekend, noch zondag kent. Het kent zelfs geen sabbatjaar.

    Een proces dat telkens een nieuw begin vergt, een nieuwe adem: een speler die even uit het team genomen wordt om daarna opnieuw en opnieuw te worden ingezet. Ik kan me er enkel in stellen en voortdoen zoals ik het al die jaren al gedaan heb: een dag, mijn blog niet gevonden en een lezer ervan gaat op zoek naar mij om te zien of ik er nog wel ben. Ik verwierf dus, hoe minimaal ook, een zekere verantwoordelijkheid, hoe vreemd het ook moge zijn.

    Ik zit nu een derde ver in de meimaand – er was een tijd dat het de maand was van de Weesgegroetjes – de volgende maal zit ik een derde ver in de maand juni; ben ik de zomer binnen  en daarna onvermijdelijk de herfst. Zo vlug gaat de tijd dat ik hem tracht voor te zijn opdat ik ontsnappen zou aan het gewentel van de aarde om haar zon.

    Klaag ik nu? Ik zou niet durven, maar het slorpt me op. Al mijn krachten, zo lichamelijk als geestelijk, worden er naar toe geleid, ik werd een en al blog en sta bekend als de man met zijn blog, men kent me niet anders meer. Maar klagen doe ik niet. Ik voel me een rustpunt in het dagelijkse landschap, een ‘even vertoeven’ op een verweerde bank in de schaduw van een rij bomen. Een bank die niet meer weg te denken is ben ik geworden en waar naar uitgekeken wordt omdat ze een verpozing is in de jacht die van het leven is.

    Wat ik dan ook wil zijn en weinig meer hoef te zijn. Zo lang de bank bezocht wordt is de eenzaamheid deze van iemand die elke dag opstaat om op die bank te gaan neerzitten en te spreken tot de wandelaar die er aan voorbij komt en de nood voelt er even te gaan neerzitten om te horen hoe het gesteld is met die eenzame man die daar zit op die bank. Bank en man vergroeid met het landschap, het landschap afgesteld op hen.

    Er komt onvermijdelijk een dag dat de man verdwijnen zal, maar het landschap met de bank onder de bomen, zal er nog blijven voor een tijd, leeg van de man, maar vol van zijn gedachten nog.

    Dit is dan mijn credo, dit is dan waar ik me aan vast kleef, een credo dat alle moeite bedekt en justifieert. Ik verberg me er in , ik blijf me uit dragen, al weet ik niet in het minst hoe het morgen zal zijn als ik herbeginnen moet, niet in het minste van het minste, maar met de overtuiging dat, zelfs al ben ik er niet meer, de bank er nog zal zijn.

    Dit schrijvend, is mijn morgen eens te meer ingezet, de lucht is een belofte voor wat de dag me brengen zal. Er zijn dichtbij en andere ver weg, achterkleinkinderen van mij aan wie ik denk met een zekere angst, als ik zie hoe het er in de wereld aan toe gaat, o.m. die van mannen die hun handtekening zetten alsof ze God zouden zijn en meer nog.

    En ik beef. Ik sidder, ik houd hun hart vast, zij, klein maar krachtig die me bij de hand nemen.  Ontroerend de hand van een kind, ontroerend de blik in hun ogen; uitdagend het handteken van een halve gare.

    Twee beelden, twee uitersten waarmede ik hier besluiten wil.

     [KLM1]

    11-05-2018, 06:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Bijbel en Robert De Telder

     

    Het is, na John Steinbeck, Immanuel Velikovsky geweest die me aangezet heeft de Bijbel te lezen. En wel omdat zijn ‘World in Collision’, dat volgens mij een zeer baanbrekend werk is geweest en nog is – his conclusions are amazing, unheard of, revolutionary, sensational, schreef men destijds - me verplicht heeft, alle verwijzingen van hem naar de Bijbel toe, en er zijn er honderden, na te gaan op de correctheid ervan.

    Velikovsky echter gebruikte de Bijbel als één van de vele documenten die hij raadpleegde om zijn ‘beruchte’ theorie over Venus als nieuwgekomene planeet, kracht bij te zetten. Maar er is nu onder de Bijbelkenners, een Robert De Telder die de Bijbel heeft uitgepluisd van A tot Z. Die van elk gebeuren, van elk belangrijk personage  erin, een tijdgebonden item heeft gemaakt en aldus, een boek heeft geschreven, ‘Tijd en Tijden’, dat gezien moet worden, meer als een historisch document dan als een religieus getint geschrift. Een werk dat, althans volgens hem, fungeert als de centrale as waaromheen de geschiedenis van het Oosten zich heeft afgespeeld. Het is een werk dat zijns gelijke niet kent en een hoogtepunt in kennis van de Bijbel mag genoemd worden.

    Het is dan ook een waardevol document voor al diegenen die zich geroepen voelen, de geschiedenis van het Oosten te gaan verkennen en onder meer de belangrijkste figuren en gebeurtenissen eruit, als Akhnaton, Toetanchamon, Hatsjepsoet, Salomon, Ramses II, de tien plagen van Egypte, de stilstaande zon en maan, en deze te situeren op de tijdsbalk - zoals de Telder het noemt.

    In een woord al wie interesse heeft voor deze figuren en gebeurtenissen kan niet voorbij aan de lectuur van ‘Tijd en Tijden’, een boek dat, ontegensprekelijk verdient vertaald te worden in het Engels, wil het de vermaardheid verwerven die het ten stelligste verdient.

    Het vertrekpunt van Velikovsky situeert zich omheen de stilstaande zon en maan van Joshua, een fenomeen dat hij ziet als het gevolg van een catastrofaal gebeuren dat, op basis van de Bijbel en andere werken, zich heeft voorgedaan in de XVe eeuw voor Chr. Van hieruit bouwt hij zijn theorie op over het ontstaan van Venus – terecht of onterecht – en tot de opstelling van een totaal andere chronologie wat de geschiedenis van Egypte en het Nabije Oosten betreft, waaruit dan voortvloeien zullen als de meest opvallende: de identificatie van Akhnaton als de Oedipus van Sophocles; Hatsjepsoet en haar bezoek aan het land Punt, als de Koningin van Sheba die een bezoek brengt aan koning Salomon in Jerusalem.

    De Telder haakt hier op in. Hij overloopt tot in de minste details, de boeken van de Bijbel en spint er omheen de figuren en de gebeurtenissen van Israël, Egypte en Assyrië, te beginnen vanaf ‘de periode na de Grote Vloed ook Zondvloed genaamd’.

    Ik schrijf dit eerst en vooral omdat ik het gevoel heb dat ik het doen moet, én omdat ik grote bewondering heb voor het immense werk dat het De Telder heeft gepresteerd en de moed die hij heeft opgebracht, te beginnen wellicht van vóór 1950 - het verschijnen van ‘Worlds in Collision’ – tot op heden, om een chronologisch, schematisch beeld op te hangen van wat zich in die regio’s van het Oosten, jaar na jaar heeft afgespeeld.

    Hij zal er geen nood aan hebben te vertellen, in voorbereiding op, welk leven hij geleid heeft. Het werk dat hij nalaten zal, zal spreken voor hem. Iets waarop ik me niet zal kunnen beroepen.

    PS.

    De Egypte-liefhebbers vinden heel wat over het werk van De Telder op zijn blogpagina: http://bloggen.be/robertdetelder, een blog waarmede hij me telkens verrast en vergast; zo laatst over de verborgen ruimtes in het graf van Toetanchamon.

    Ik herhaal hier ook de referentie naar zijn boek ‘Tijd en Tijden’ – verkeerdelijk door mij geciteerd in vorige blogs als ‘Tijd der Tijden’ – Uitgeverij Boekscout.nl Soest, 2015.

    10-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs