Ik heb niet veel te bieden, de Natuur daarentegen heel wat en uit het boek van de Natuur, uit de Alpen, dankzij mijn oudste dochter Patricia, een foto van de ‘soldanelle’ - de kwastjesbloem leert me Wikipedia - gemaakt op de plaats waar de kinderen zinnens zijn mijn as uit te strooien.
Wat rest van mijn lichaam zal er uiterst intiem zijn met de flora, wat een betere plaats is – wat het ook betekenen mag? - dan uitgestrooid te worden op een verloren hoek van een verlaten weide waar niemand nog komen zal om iets van mij terug op te roepen, terwijl ik nu de zekerheid heb, aangetrokken als ze zijn door de Alpen van de Valais, een aantrekkingskracht die aan het overgaan is op de achterkleinkinderen, ze niet anders zullen kunnen dan me te herdenken op die specifieke plaats die ook hen duurbaar is geworden.
Ik had er ook de foto van een edelweiss, een génépi, een lelie Martagon, een saxifraga kunnen aan toevoegen maar de soldanelle staat symbool voor de variëteit aan bloemen en planten die er kunnen gevonden/bewonderd worden.
Het stukje alpenweide is doordrongen van het eeuwige, het bestendige, het blijvende,. Bedolven onder de sneeuw in de winter komt het in de lente terug tot leven in al zijn verscheidenheid aan vormen en kleuren, een blijheid voor het oog een rijkdom voor de geest. Een uitverkoren plaats waar het oneindig goed is er te vertoeven, er rond te lopen en te genieten van de Natuur die zich als een film op tv opent voor jou.
Ik was er wel geen honderdmaal maar ik was er dikwijls en dan vooral met de kinderen omdat ik hen wijzen wou op de treffende schoonheid ervan. Ik weet dat ze de liefde voor de natuur geleerd hebben en dat ze deze uitdragen op hun kinderen en kleinkinderen en het is zo dat het moet. Het grondig spijtige is dat de gletsjer die voorheen tot dichtbij deze plaats reikte, nu een massa dode stenen geworden is, een ramp zoals ik het zie en niet te verhelpen.
Ik ben, behalve de geest in mij, niet veel meer dan een uitgedroogde gletsjer, het is aldus dat ik mijn dagen doorbreng in stilte. Ik heb nog weinig te vertellen gezien ik niet meer buiten kom, gezien ik de wereld heb afgesloten, gezien ik binnen in mijn cel geen klankbord meer ben van wat er gebeurt buiten mijn cel.
Houden we het zo voor de tijd dat het nog duren zal, in elk geval zoals ik het voorspelde tot het einde van het volgend jaar. Komt mijn voorspelling uit, dan is het een goede voorspelling, komt ze niet uit dan is het een verkeerde voorspelling geweest.
En dan, ja wat, een ontgoocheling? Neen, een groot aanvaarden.
|