En als we denken aan de onbehouwen stenen zoals deze van Stonehenge, dus niet ‘gepollueerd’ door de beitel, is het meer dan verbazend op drie verschillende plaatsen in de Bijbel te lezen : ‘Als je me een altaar bouwt dan zal je dit doen met onbehouwen steen’. Hij gelooft dat ook de meester-bouwer trachten zal, de krachten inherent aan de materie, de stenen, aan te wenden. Hij zal de gekruiste spitsboog uitvinden en, zoals Louis Charpentier schrijft in zijn ‘Le mystère de la Cathédrale de Chartres’[1], ‘de stenen laten vibreren zoals de gespannen snaren van een piano’.
Om dit te bereiken gaat hij vertrekken van een totaal andere bouwmethode wat ook een totaal andere ingesteldheid impliceert. Het gewelf duwt de muren niet meer naar beneden, zoals in de Romaanse kerk, doch het zijn nu de kolommen die de krachten van uit hun basis naar omhoog stuwen. In andere woorden het gewelf wordt zoals de hemel, het weegt niet meer op de mens doch zuigt de mens omhoog in de ruimte. Dit is de gotiek: de mens optillen en hem in contact brengen met de onzichtbare krachten in de kosmos. Dit te concipiëren is reeds een vorm van grote religiositeit. De ‘magnetische’ trillingen veroorzaakt door de kolommen die het gewelf letterlijk in de hoogte werpen, kruisen zich met de vibraties van de mens die er aanwezig is, versterken deze en brengen deze in harmonie met de krachten van de aarde onder hem en van de hemel boven hem.
Dit is het objectief van de meester-bouwer: de geest van de mens wakker schudden opdat hij ontwaken zou tot de nieuwe dimensie van een leven dat hem verheffen zou boven de alledaagsheid van zijn bestaan. Zoals Stonehenge vervult de kathedraal aldus de functie van athanor, de smeltoven van de alchemist.
|