Terwijl de media zich buigen over het probleem Griekenland heb ik een taart gebakken. Veel zaaks is het niet, een taartvorm en erin gelegd een cirkel bladerdeeg, met wat bloem er over uitgestreken en een lepel olie (nodig of niet?) en dan de pruimen geopend zoals een chirurg het zou doen, of beter, de pit of steen eruit genomen, het vlees van de pruim in reepjes gesneden en zo goed mogelijk geschikt op de bladerdeeg, terwijl de oven opwarmt.
Meer is het niet maar je denkt aan Bernanos, je denkt aan die zin van hem uit zijn Journal d’un Curé de Campagne, de zin die je nimmer verlaat van le curé de Crecy: ‘les petites choses n’ont l’air de rien mais elles donnent la paix’. En je denkt ze brengen ons niet alleen de rust maar ze doen ons nadenken over de natuur.
Ik hield van mijn pruimen tien stenen over en elke steen houdt een pit en ik weet dat de smaak van de pit eerder licht bitter dan amandel is en ik weet vooral dat elke pit een pruimelaar in potentie is. Ik ben eens te meer geconfronteerd met het grote wonder van een pit die boom kan worden, die in zijn structuur, in de kleinste van zijn particules een boom is met bloesems in potentie, met stampers en meeldraden, en dat er na het bevruchten, een nieuwe pit met steen en vlees aanwezig is. Het wonder van het wonder, de moeder van alle wonderen, een pruimelaar in bloei, in het op elkaar inwerken van stuifmeel en stamper, dat meest precieze ogenblik van het bevruchten.
Mijn God, van het denken aan het wonder van het bevruchten, verlos me Heer. Maar ook verlos hen die dit niet zien. Zo zeg me Heer, wat er is van het zich verstrengelen van stamper en meeldraad. En ik, wat zal ik aanvangen met de tien stenen die overbleven?
Als er ooit in de ruime strook grond tussen Noord- en Zuid-Korea, een pruimelaar aanwezig was, dan moeten de vruchten uitgedragen geweest zijn over de ganse strook, dan moeten er vandaag duizenden pruimelaars over die strook verspreid, aanwezig zijn. De natuur heeft de mens niet nodig om haar werk te doen, de mens is er om waar te nemen en getuige te zijn van het wonder dat de natuur is..
|