Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    16-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vijver in de namiddag

     

    De grote openheid van het land: de vijver zoals hij er altijd is, een levende spiegel van bomen en luchten, van vertes en van het dichtbije. Ik ben er, mijn ganse wezen is er en de vrienden, in lang niet gezien.

    Ik herleef de ogenblikken van het erzijn. Het landschap sedert eeuwen getekend zoals het er ligt. Ik niet wetende wat van het heden wat van het verleden, ik er ben in mijn totaliteit van het zijn, van al wat er nog is in mij. De dag die zich opende, naar de namiddag toe.

    Wie ben ik als ik aan de vijver ben, hoe ben ik anders; hoe groet ik hem als ik er omheen wandel, kijkend hoe het gesteld is met de botten van de nieuwe groei. Alleen het gras, dacht ik, is groener dan het in de herfst hier was, maar nog geen beweging in de jonge fruitbomen, nog geen zwelling van de botten, alleen het stuifmeel weg uit de katjes van de hazelaar is een teken dat de winter opschoof naar de lente toe.

    Maar verder, ik de volheid gevoeld van het woord als ik sprak. Wel de wind gevoeld, de heerlijke wind die me vergezelde, die me aanmaande stil te blijven en te luisteren naar wat hij te vertellen had van de wereld achter de horizon, of je het wist van wie of wat, of hoorde hoe de bomen het hadden gesteld in de laatste storm.

    En het water dat de koelte hield van woorden die stug maar komen wilden: de fluistering ervan, tot in het bewegen van de populieren, naakt, ontdaan, alleen de eksters dacht hij zijn te vermelden, en de vrienden die me vertelden van hun dagen en hun zijn, en van de plaatsen waar ze vroeger waren en waar ik ook ooit was geweest. Verre plaatsen in verre landen en hoe alles veranderd was en nog veranderen zou.

    Maar ik wist het wel al kon het me nog weinig deren, ik zou er niet meer heen gaan noch er komen. Maar ik wist hoe de vijver er was in het grijze licht met nu en dan wat schamele zon erover tot in het schamele riet en even schamele biezen, wat adem nog die er van restte. Het water in de oevers, geluiden amper opgemerkt, geen acht erop geslagen geen woorden voor gevonden, geen lijnen van een gedicht, om te vergeten wat nog te vergeten is:

    Tussen beeld en woord gekneld
    gedachten die niet komen,
    omwille van wat geborgen blijven zal
    voor later als we er niet meer zullen zijn.

    Tevergeefs de bodem afgewandeld
    de struiken hier doorzocht,
    de jonge bloei van klaver en van grassen,
    opgerakeld al wat ik wist en kende
    na zo een lange afwezigheid,
    tevergeefs gezocht.

    Niet achterhaald wat nog
    te achterhalen is in normale tijden,
    dacht ik wat langer hier te blijven
    tot de avond vallen zal

    en het meest lichtende ons bijblijven zal,
    het meest hongerige naar woorden.

    Aan de tere golfslag van het water
    blootgesteld om te weten
    wat ik schrijven kan, van verre
    komen ze aangerold, heimelijk
    en niet te stuiten. Om ze te nemen
    zoals ze komen.

    Zo wordt het verteld
    in deze dagen.

    16-02-2020, 07:34 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Christian de Duve et 'Ultime Réalité'.

     

    ‘Les innombrables apparences de la matière ont été réduites à un petit jeu de particules et forces élémentaires.’

    Het is Christian de Duve[1] die dit schrijft en hij is een man die zijn woorden wikt en weegt. Als ik dan schrijf dat bepaalde ideeën me door de Nieuwe Fysica worden aangereikt dan vloeien deze ten dele hieruit voort. De zin van de Duve roept een totaal andere wereld op, deze van het bijna ongerijmde van wat het leven is van de deeltjes en de elementaire krachten die heersen over de deeltjes. Of, misschien zijn het precies die deeltjes die de élémentaire krachten zijn.

    De impact van de Nieuwe Fysica is meer dan een revolutie geweest. Ze is zo ingrijpend dat ze ons binnenleidt in de wereld achter de wereld en alles wijst erop dat deze achterliggende wereld de stuwende is, deze ‘des particules et forces élémentaires’.

    Ik zit eens te meer hiermee op mijn stokpaardje in het bevreemdende, het mateloos onbekende waaruit ik zekerheden zou willen halen maar waar ik machteloos tegenover sta. Het ware dus best erover te zwijgen, zoals de omgeving erover zwijgt, wat maar goed is voor heel wat zaken. Maar Christian de Duve heeft ons willen verwittigen hoe het met de realiteit gesteld is, wat ik ook heb willen doen, gisteren en de vele dagen ervoor.

    Alles, maar dan ook alles, wijst erop dat ik niet wil sterven als ik dood zal gaan. Dit is de gedachte die bij mij overheerst, waar ik altijd heen wil, een obsessionele gedachte die in mijn woorden zichtbaar en onzichtbaar verweven ligt. Het is ook onmiskenbaar de reden waarom ik blijf schrijven. Indien ik ophouden zou vrees ik dat die gedachte verwelken zou en ik naakt zou overblijven.

    Christian de Duve zegt ook:

    Qu’l faut ‘dépersonnaliser Dieu, tout comme la nouvelle physique nous dit qu’il faut ‘dématérialiser’ la matière. Pour moi, il n’y a pas dans notre langage, pour désigner l’entité qui émergera ainsi, d’autre terme que celui d’’ultime réalité’, (p.356).

    Dit is het religieuze aspect dat hij hier belichten wil. Het religieuze, het afhankelijk zijn van een hoger iets dat alles omkringt en in leven houdt. Onze dagen zijn erop afgestemd, het omvat ons verwachten en ons zoeken. Iets dat onderhuids aanwezig is, bij velen onuitgesproken, zelfs onopgemerkt, maar het moet opduiken in hun ‘alleen-met-zich-zijn’ in hun stadium van homo sapiens. Ik denk zelf dat het, het teken is van de homo sapiens: weten dat er iets is boven ons, een beschutting, een toevlucht, een eindpunt, wat ook, een Iets, de Duve noemt het, ‘l’Ultime réalité’, het ‘Ultieme van het Zijn’.

    Ik zou het ‘l’Ineffable’, ‘het Onnoembare’ willen noemen.

     

    [1] Christian de Duve 1917-2013: ‘A l’écoute du vivant’, Ed. Odile Jacob, 2002.

     

    15-02-2020, 06:29 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eeuwig

     

    Je sterft niet de dood, je sterft het eeuwig leven, schreef ik ooit. Een vreemde zin, ik denk een reactie op de zuivere atheïst die Saramago was. Wat ik hiermede bedoelde is dat de dood een overgang is van het lichamelijke naar het etherische, van het materiële naar het geestelijke.

    Dit zijn woorden die de toestand ‘Dasein’ trachten te verbeelden, en tezelfdertijd een benadering van wat het ‘Dasein’ wordt, na de dood. Een beredeneerde gevolgtrekking die me wordt aangereikt door het bevreemdende van de New Physics.

    Ik weet niet ‘hoe’ ik hier ben. Ik beweeg me als lichaam/persoon over de aarde maar, als ik schrijf dan is dit schrijven van een totaal andere beweging. Het is niet een zich verplaatsen van hier naar daar, maar een vertoeven, in een totaal andere omgeving die met een plaats op aarde niets te maken heeft.

    Het is een omgeving die onwezenlijk is, een onzichtbare wolk van deeltjes (van atomen), waarin ‘we’ ons geestelijk bewegen. Maar wie is daar die ‘we’ die we niet zien kunnen maar er toch is met een absolute zekerheid.

    Ik vertoef dus, als ik schrijf - en om te schrijven moet ik denken - in een wereld van het onwezenlijke. Een wereld die ik niet kan wegdenken, waarom zou ik? Ik denk er zelfs niet aan dat die bestaat als ik er binnenga en neerzit om te schrijven. En toch is het beeld dat ik oproep een correct beeld: ik betreed een andere wereld, deze van de geest.

    En, ik ga verder, hoe ben ik in die wereld van de geest aanwezig, ben ik er als individu of, ben ik er aanwezig als deel van de totaliteit aan geest, deel van de wolk geest?

    Ik denk dat ik er aanwezig ben als deel van de Wolk, als een stukje ervan en ik denk dat dit stukje eeuwig is, dat het in feite niets te maken heeft met mijn lichaam, dat het er is, of ik er nu ben als lichaam of niet, dat ik dat stukje ‘maar’ ontleend heb, zoals het staat geschreven in de Bhagavad Gita.[1]

    Ik ben vanmorgen heel ver gegaan, een bevlieging die zo maar uit het morgenlicht tot mij gekomen is: schrijven al denkend en denkend al schrijvend, die twee werkwoorden die onafscheidelijk verbonden zijn. Ik laat het zoals het er staat, totaal nieuw als gedachte, als stellingname.

    Enkel ‘het ontlenen’ van een stukje geest, houd ik voor verworven. Het overige is maar een schets, een aanzet tot een groter werk, een schilderij, een symfonie, een boek. Een werk dat er wellicht nooit komen zal.

    De ‘aanzet tot’ is reeds heel wat. Het is iets dat hangen blijft, een blog waardig, want over wat anders had ik deze morgen van 14 februari van het jaar 2020 kunnen schrijven. Ikzelf weet het niet, hoef het niet te weten. Ik weet alleen dat ik, met de uitspraak dat we de dood niet sterven wel het eeuwig leven, heel ver ben gegaan.

    En dat dit geen kleinburgerlijke gedachte is.

     

    [1] Bhagavad Gita : ‘A Book of Hindu Scriptures in the form of a dialogue between Prince Arguna and the God Krishna'; The Peter Pauper Press, Mount Vernon - New York 1959, pag. 13: ‘Never have I not been, never have you not been, and never have these princes of men not been, and never shall the time come when all of us shall not still be. As the tenant (gehuurde) soul goes through childhood and manhood and old age in this body, so does it pass to other bodies.'

    14-02-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het late gesprek.

     

    Nu ik hem terug heb opgeroepen, blijf ik nog even met José Saramago, zet ik mijn gesprek met hem verder en zeg ik hem van uit mijn kamer, gekluisterd tussen mijn boeken dat, zoals dit bij hem het geval was, ook wat ik schrijf, opgetekend wordt in de schaduw van de dood en van de eeuwigheid. En zelfs al weet ik, dat wat ik al geschreven heb en nog schrijven mag, uiteindelijk geen belang heeft, toch heb ik de wil verder te gaan dan verder.

    Mijn waarde Saramago, of wat er nog rest van jou hier op aarde, je zegde dat het belang van je woorden minimaal is, dat het maar ‘wat gezoem is van bijen in hun korf’, maar dan toch het bewijs dat je geleefd hebt. Je voegt er nog aan toe, ‘wat nut heeft het eigenlijk voor een appelboom te weten of zijn vruchten verkocht of gegeten worden’.

    Ik denk dat je hier licht overdrijft, dat je je werk onderwaardeert, terwijl mijn appelen vergaan in het gras, worden de appelen van jou gegeten en het zaad ervan verspreid over de aarde. Pitten ervan die op hun beurt nieuwe pitten - deze van mij - zullen voortbrengen. Zeg dus niet, dat de woorden die je schreef, finaal geen enkele waarde hebben gehad[1] en, dat je niet ervan overtuigd was dat wat je schreef nodig was geschreven te worden. Uw woorden hebben tal van geloofspunten van de Kerk toegelicht en blootgelegd, wat ik je (licht) verwijt is dat je er een teveel van je krachten hebt aan gespendeerd; dat je niet gedacht hebt aan de mogelijkheid van het bestaan van een andere, een kosmische God, een God verborgen in het Universum zelf.

    Ik zelf heb gemeend de God van de Kerkvaders achterwege te laten en te vertrekken bij de Elohim van ‘Bereshit bara Elohim’; deze van het begin van het begin; deze die er moet geweest zijn als het ‘zaad’ waar Augustinus het over had, waaruit de Big Bang is ontstaan. Ik had gehoopt dat je je zou gebogen hebben over die van het zaad, die misschien zelf het zaad was en gebleven is, want de vrucht, het Universum dat eruit is ontstaan groeit verder uit, en naar buiten en zeker ook naar binnen. We komen dichter en dichter naderbij.

    Het is niet de eerste maal dat ik dit zeg of schrijf. Mijn voorbije blogs, veraf en dichtbij, staan er bol van. Werd ik begrepen of niet? Ik weet het niet, maar het kan ook dat ik niet duidelijk genoeg ben geweest zoals het ook kan dat ik totaal naast de kwestie zit lijk een eenzame denker in de woestijn.

    Welke betekenis ook er aan mijn woorden zal gegeven worden, ik zal deze achterlaten zoals ik mijn tekeningen, zoals ik mijn boeken zal achterlaten. Maar de woorden uit mij ontstaan, uit de zoekende mens die ik was, zijn het bewijs dat ik levend was, dat ik urenlang aan mijn tafel heb gezeten, denkend al schrijvend om te zijn wat ik wou zijn: de appelboom die leefde omwille van de appels die hij voortbrengen zou, zelfs al vielen ze achteraf in het gras om er doorprikt te worden door de merels en de wespen.

    Telkens ik neerzat, vroeger voor mijn dagboek dat me overal vergezelde, nu om mijn blog af te werken, heb ik gehandeld als iemand die zich afvroeg waarom hij leefde als het niet zou geweest zijn om creatief te zijn, om meer te zijn dan een eter, een slaper, een languitgestrekte tv-kijker.

    Ik weet dat al mijn dagboeken, die er wezenlijk zijn, zullen verdwijnen. In het beste geval in een kist op zolder, om uiteindelijk toch terecht te komen, misschien op de Sint-Jacobsmarkt wanneer ze nog amper zullen doorbladerd worden - omdat er niet meer met de hand geschreven wordt - of, vergaan tot as op een brandstapel, zoals mijn lichaam zal vergaan tot as.

    Maar Saramago, ik ook omhels vandaag de woorden die ik schreef, wens ze, ondanks het frivole van het bedenken voor hen van een toekomst, een groot leven toe.

     

         [1] no habían tenido, a fin de cuentàs, ninguna importancia.

    13-02-2020, 07:09 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.José Saramago en mijn blogboek.

     

     

    Tien jaar geleden werd ik, in een recensie in Le Monde, getroffen door een zin die me altijd bijgebleven is. Het was een zin die José Saramago - een schrijver, Nobelprijswinnaar 1998, die ik bij naam, amper kende - op zijn 86ste verjaardag in zijn als blog opgevatte boek ‘O Caderno’, geschreven had:

    ‘Ik omhels de woorden die ik schreef, ik wens ze een groot leven toe en herbegin mijn schrijven daar waar ik het gelaten heb’[1]

    Een zin waar ik telkens aan terugdacht, als ik rondliep met in gedachten de woorden die ik even ervoor geschreven had. In feite is het zijn ‘O Caderno[2], zijn boek met zijn blogs van het jaar 2009, die me aangezet heeft om ook een blogboek te beginnen.

    Niet dat hij me danig inspireerde of me geïnspireerd heeft met de woorden van zijn ‘O Caderno’, als ‘Le Cahier’ in het Frans vertaald, maar toch genoeg om achteraf zijn boek over het klooster (Convento)van Mafra te lezen. Ik heb hieraan niet veel vreugde beleefd - ik las het boek in het Spaans[3] - al was het maar om zijn ongewoon gebruik van de zintekens. Maar er was, los ervan, een andere zin van hem die blijven hangen is, namelijk de woorden op de grafsteen, waaronder de urne met de as van Saramago, in het hart van Lisboa[4], met zicht op de Taag, werd ondergebracht:

    Mais não subiu para as estrellas,
    se a terra pertenecia’. 

    Maar hij steeg niet naar de sterren,
    tot de aarde behoorde hij.

    En ik was minder dan ooit, gelukkig met deze woorden voor een deel, wellicht door zijn echtgenote, gehaald uit de allerlaatste zin van zijn ‘Memorial do convento’, zijn boek over de bouw van het ‘buitensporig grote’ klooster in Mafra, dat ik ooit bezocht met de herinnering aan de Bibliotheek ervan.

    Het is een zin, alhoewel passend voor Saramago, die mijn ogen vochtig maakt, omdat ik dacht dat het anders mocht, dat het anders kon en die ik zou gewild hebben met een totaal tegengestelde betekenis, ik, denkend aan wat ik las over de jonge farao die als een jonge eend opsteeg naar het sterrenbeeld van Orion, waar ik ook vertoeven wil:

    Hij steeg op naar de sterren,
    wat hier nog rust is wat as die overbleef.

     

    [1] In Le Monde als : J’étreins les mots que j’ai écrits, je leur souhaite longue vie et je recommence à écrire là où j’avais arrêté. Il n’y a pas d’autre réponse'.

    [2]O Caderno’, vertaald als, ‘De andere Kant’, uit het Portugees door Ruud Ploegmakers, met een voorwoord van Umberto Eco die het werk typeerde  als ‘Ongenadig boos maar mild’. Waarmee hij verwees naar de boosheid van Saramago op al wat de Kerk betrof.

    [3]Memorial del Convento’, Editorial Caminho Lisboa, 2006.

    [4] En el corazón de Lisboa, arropado (beschermd/bedekt) por la ‘Casa dos Bicos’, el emblémàtico edificio gótico de 1523 que el Ayuntamiento ha concedido a la Fundacion Saramago, y el rio Tajo. (Geknipt uit El País van 26.06.2010).

     

    12-02-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Les jours se suivent

     

    Les jours se suivent et se ressemblent spirituellement. Ze zijn, de dagen, op een zelfde wijze leest geschoeid, een wijze waaraan ik niet ontkom. Elke morgen, bijna elk ogenblik van de dag word ik met dit stramien geconfronteerd. Ik ben, zoals ik me zie, een full time schrijver, is het niet gezeten voor mijn blad of mijn klavier, het is geborgen in mijn gedachten.

    En dan, kan het dat ik na jaren schrijven, nog iets nieuws te zeggen heb? Ik schrijf al jaren op de lijnen van een cirkel, vertrekkende van uit een bepaald punt op die lijn waar ik, na een lange tijd terugkeer om te vallen op, of soms te struikelen over wat er al geschreven staat.

    Toch is er nu en dan iets dat de lijn van de cirkel verlaat en een bult vormt, een soort aanwas, lijk een zwam op de stam van een boom. En, in feite zijn het deze aanwassen die me recht houden, echter hier ook zijn er beperkingen.

    Wat er ook moge van komen, elke morgen vertrek ik van uit het zero punt dat de nacht was en tracht ik mezelf zo vlug mogelijk terug te vinden. Soms is het geen zoeken, is het geen wachten, staat alles klaar getekend, ik hoef het maar te nemen. Op andere dagen is het een sleur, zijn het schichten waaruit ik - mijn ik - niet loswrikken kan. En vanmorgen was er zo een reeks momenten die nergens samenkoekten om een vertrekpunt te zijn.

    Hoe voel ik me dan?

    Wel, ellendig, de vrees niet te slagen. En de tijd die schuift, de aarde op haar baan die niet even stoppen wil - ze deed het ooit eenmaal, bij een andere gelegenheid die voldoende is gekend - ik verwacht het ook niet dat ze stoppen zou, ik heb me maar naar haar te schikken.

    Ik denk dan aan zij die me lezen zullen, die ik niet wil ontgoochelen met een leeg blad. Hoewel het ook zou kunnen dat een leegheid aan inhoud, afdruipt van een vol blad, wat dan nog wezenlijk erger zou zijn.

    Er is dus dagelijks voor mij, en hierin les jours se ressemblent, een kantelmoment, het moment van het los komen, van het opstijgen, van het levend worden van de geest. Dit zijn de ogenblikken van het woord in mij van het zich vormen van beelden die er voorheen nog niet waren. Wat mijn betrachten is en waarin ik me thuis voel.

    Zo, ook op dagen als de Muze me in de steek schijnt te laten, of liever, want het is niet aan haar gelegen, als mijn geest zich niet opent op het licht van de dag, is er altijd de hoop, hoe minimaal ook, ergens aan te komen, zelfs waar ik al was, maar altijd in een omgeving waar het goed is even te vertoeven, en ik denk onvermijdelijk aan Dantes Arcadia in zijn canto IV van zijn Inferno, in gezelschap van schrijvers, broeders in de geest, creatievelingen van welke aard ook.

    Hoge winden waren het de laatste dagen, komende van verre zeeën en wijde oceanen, die ons wakker hielden in kommer om wat er gebeuren kon. Ze kleurden onze uren, we waren geborgen, ogenblikken ademloos. We hebben er ons van ontdaan, zoals we ons telkenmale ontdoen van al het zware, al het negatieve als we schrijven gaan.

    Een ingesteldheid die ons verschroeit bijwijlen.

     

    11-02-2020, 07:56 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Borges en Averroës

     

    Zoals ik een paar dagen terug, of zijn het al weken, me inbeeldde Dante te zien werken aan zijn Commedia, zo zag Borges, Averroës schrijven aan zijn Tahafut-ul-tahafut, zijn ‘Vernietiging van de Vernietiging’, namelijk deze van de filosofen en de filosofie, waar de Perzische dichter, Ghazali, een boek had over geschreven.

    Jorge Luis Borges heeft me ooit overvallen toen ik, in de boekenafdeling van ‘el Corte Inglès’ in Alicante, zo maar, hoog op een totaal leeg rek, zijn, ‘Nueve ensayos dantescos’[1] zou ontdekken, dat me achteraf vijf jaren studie en geschrijf over de Divina Commedia zou opbrengen/kosten.

    In zelfde boekenwinkel, heb ik erna van Borges, tal van korte verhalen gevonden, in een donkerblauw couvert, waaronder ‘El Aleph’ en heb ik getracht Borges te lezen in het Spaans terwijl het Spaans nu precies niet een van mijn geliefde talen was, onder meer zijn verhaal over Averroës.

    Vanmorgen is dit verhaal terug opgedoken uit, wat ik noemen wil, de nevelen van de herinneringen en heb ik, dankzij de woorden van Borges, Averroës zien schrijven van rechts naar links, met trage zekerheid werkende aan hoofdstuk elf van zijn Tahafut-ul-tahafut, zijn ‘Vernietiging van de Vernietiging’, (‘La Destrucción de la Destrucción’), namelijk de veroordeling van het werk van de Perzische dichter Ghazali die een boek had geschreven waarin hij de veroordeling uitsprak van de filosofie, omdat alleen de godheid de wetten kon kennen van het Universum en niet de individuen.

    Maar, schrijft Borges, Averroës’ pogen om syllogismen te vormen en uitgebreide paragrafen uit te werken belette hem niet, de frisse en schaduwrijke woning om hem heen te weten[2], het kirren te horen van de verliefde duiven en het vloeien van water in een of ander patio en, iets in het lichaam van Averroës, wiens voorouders uit de Arabische woestijnen herkomstig waren, was dankbaar voor de aanwezigheid van het water.

    Terwijl onder hem de tuinen lagen en de moestuinen, er de drukte was van de Guadalquivir en er zijn geliefde stad was, Córdoba, niet minder mooi dan Bagdad en Cairo, lijk een complex en delicaat instrument, en eromheen, wat Averroës ook wist en beleefde, het oneindige land van Spanje, waarin weinige dingen zijn maar waarvan elk hem toeschijnt als substantieel en eeuwig[3].

    Ik zelf heb hier niets méér over te vertellen, ik haalde het verhaal maar aan om aan te tonen hoe tekenend het is voor de onderwerpen die Borges gewoon was te behandelen.

    Iets. Wat het is weet ik niet, maar Averroës[4] zet me aan om te gaan bladeren in de Koran[5] die ik open op Sourat XVII, 109:

    Si la mer était une encre
    pour écrire les paroles de mon Seigneur;
    la mer serait assurément tarie
    avant que ne tarissent les paroles de mon Seigneur,
    même si nous apportions encore
    une quantité d’encre égale à la première. 

    Averroës zal dit ook ooit gelezen hebben en geïnterpreteerd zoals wij erover denken. Eens je in de hogere sferen terecht komt, kom je binnen in het oneindig oneindige.

    Het niet in te beelden Oneindige.

     

     

    [1] Jorge Luis Borges: ‘Nueve ensayos dantescos’, Colecciün Austral, Espasa, Madrid 1998

    [2] El ejercicio de formar sillogismos y de eslaborar vastos pàrrafos no le impidía sentir, como un bienestar la fresca y honda casa que lo rodeaba.

    [2]Jorge Luis Borges: ‘Nueve ensayos dantescos’, Colecciün Austral, Espasa, Madrid 1998.

    [3] en la que hay pocas cosas, pero donde cada una parece estar de un modo substantivo y eterno.

    [4] Averroës (1126-1198), zijn oorspronkelijke naam zoals Borges ons die leert: Abulgualid Muhàmmad ibn-Ahmad ibn-Muhàmmad ibn-Rushd, een lange naam die een eeuw later herleid zal worden tot Averroës, na gekend te zijn als Benraist en Avenryz, en nog als Aben-Rashad y Filius Rosadis. Dante plaatst Averroës die ‘een commentaar schreef op Aristoteles’, in het Voorgeborchte, in canto IV van zijn Inferno.

    [5] Le Coran, Préface par J.Grosjean, introduction, traduction et notes par D. Masson. Bibliothèque de la Pléiade nrf.

     

    10-02-2020, 08:01 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De cel

     

    Ik tracht elke dag iets anders, iets totaal ongewoons soms, te brengen; iets dat je nergens anders lezen zult, en ik heb het gevoel dat ik de laatste tijd hierin overdrijf. Ik merk dit aan het aantal lezers die me nog volgen. Hetzij dan zo, ik kan maar schrijven wat me te binnenvalt, wat me door de gedachtegolven om me heen wordt aangeboden.

    Komen die uit mij zelf, ik geloof het niet, ze maken geen deel uit van het stoffelijke waarin ik schuil ga, ze hebben een totaal andere aard, een totaal onstoffelijke. Zo, van waaruit zouden ze me bereiken kunnen. Bijvoorbeeld deze waar ik het gisteren over had en die me achteraf zelf hebben verbaasd want bij het opstaan heb ik er zelfs niet aan gedacht, de idee is maar gekomen als ik neerzat en aan het schrijven was.

    De inbreng van iets totaal nieuw - even nieuw als de Nieuwe Fysica in de Oude - in de wereld van de filosofie is een even grote sprong. Ik raak het aan omdat het een logisch gevolg zou zijn, maar ik ga er niet verder op in. Het overstijgt me, zeker deze morgen. Ik ben dus niet zinnens er verder over uit te weiden, ik heb het maar aangeraakt als een mogelijkheid die ligt in de lijn van de kennis-evolutie die we tot hier toe gekend hebben. En als het een gevolg zou zijn van die evolutie, dan zal het niet uitgaan van de mens zelve, maar van uit de geest die van de inner-Kosmos is

    Als ik dan in mijn aanvang schrijf dat ik iets ongewoons tracht te brengen, dan zijn de gedachten hierboven er het voorbeeld van. Ik trachtte die gisteren op de middag duidelijk te maken aan een jonge man van veertig. Hij keek vreemd op. Ik denk niet dat hij me gevolgd heeft, dat hij heeft ingezien dat de fysica een grote sprong heeft gemaakt en op een ander niveau is terecht gekomen, en niet alleen de fysica, ook de geneeskunde, ook de kennis van de Kosmos: het aantal planeten dat ineens is opgedoken en de mogelijkheden van leven erop. Waarom zou er dus geen vernieuwing mogelijk zijn op andere vlakken. Anderzijds vrees ik dat er iets aan het broeden is in de omgang van de mensen met elkaar. Ik waag het niet hier vooruit te denken, besluiten te trekken.

    Ik buig deemoedig het hoofd, ik trek me terug in mijn cel in mijn Cistercienzersabdij, het liefst in Le Thoronet, diep in het zuiden; maximaal afgezonderd, een soort voorgeborchte van wat mij te wachten staat, en ook jullie. Ik denk dan aan het voorgeborchte dat Dante ontleend had aan de Kerk van toen, waar hij wandelde in het gezelschap van Homerus en Ovidius, Horatius, Lucanus en Vergilius. Los en ongedwongen hij er zich voelde in dit verheven gezelschap als een onder hen.

    Ik zou in mijn cel George Steiner meenemen, Stefan Hertmans, Maurice Gilliams, Boris Pasternak, om er maar enkele te noemen, maar ik zou er ook anderen kunnen meenemen, een Robert De Telder, de Bijbelman, een Fabre d’Olivet, de man die schreef dat het naar de geest is dat we keren zullen, een Immanuel Velikovsky die de Oudheid op zijn kop zette. Ik zou honderd boeken kunnen noemen die ik in mijn cel om me heen zou opstellen, ik zou ze blijven lezen zonder ze te openen en de wereld buiten de muren van mijn cel, vergeten.

    Wat ik hier schrijf zijn morgengedachten van een man op leeftijd die de dagelijkse wereld ontvluchten wil, niet dat hij moe geleefd is, maar omdat hij met angst bijna, vooruit ziet naar wat er gaande is onder de gemeenschappen van mensen en wat hieruit kan voortkomen.

     

    09-02-2020, 07:31 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evolutie

     

    Ik was niet uitgeschreven gisteren, niet half. Na al wat ik reeds gezegd, geschreven en zelfs heb herhaald, wou ik er nog aan toevoegen dat Ik de indruk heb al genoeg gefilosofeerd te hebben in mijn leven opdat ik het vandaag even over een andere boeg zou gooien en binnentreden in een andere wereld, een soort virtuele, deze van de kwantum fysica die ons een omgeving voorschotelt, wars van alle hoogdravende filosofische beschouwingen over wat de mens is, hoe hij denkt en handelt, en hoe en naar wie of wat hij op zoek is.

    Een onwezenlijke omgeving of wereld, schijnbaar onbestaande, want onzichtbaar. Nochtans een wereld die altijd bestaan heeft, waar de BIg Bang mee begonnen is en die nog altijd bestaat. Voorheen, in den beginne, was het de enige die er was, daarna is geleidelijk aan, de tastbare, zichtbare wereld gekomen, is de aarde ontstaan met zon en planeten en eindeloze, ontelbare sterrenstelsels. Maar er was niemand om er van te getuigen tot de homo sapiens opdook, de mens die de zichtbare wereld ontdekte waarin hij leefde én, vermoedde dat er in die zichtbare wereld een andere wereld schuil ging, deze van God. Wat nu gebeurt is de ontdekking van die ‘oorspronkelijke’ wereld die de naam kreeg, niet deze van God, maar van de New Physics. Hoewel er geen verschil is tussen beide werelden.

    Het is deze wereld die er altijd geweest is die de homo sapiens geleidelijk aan is aan het ontdekken. Hij treedt binnen in ons dagelijks bestaan, dankzij de verworven kennis ervan kunnen we elke plaats op aarde contacteren en er visueel gaan vertoeven op elk moment dat ons gunstig lijkt.

    De vraag die ik me stel, en deze is cruciaal, deze oorspronkelijke wereld, deze van de Nieuwe Fysica gaat die ooit onze ‘oude’ gedachtewereld binnen treden, gaat die er zich ooit mee vermengen en alle filosofische en religieuze gronden aantasten en tot in het diepste ervan beïnvloeden, zodat er niet alleen een nieuwe fysica maar ook een nieuwe denkwereld zal ontstaan.

    Anders gedacht en anders gezegd de wereld van de kwantum fysica, de wereld van het onzichtbare, de wereld achter de wereld, die nu ingeschakeld wordt in ons dagelijks bestaan, zonder dat we er voorheen ook maar iets vanaf wisten, gaat die ook de wereld van onze gedachten bepalen, vooral dan wat het leven, wat het sterven betreft?

    Is de volgende stap die de mens te zetten heeft, de stap naar een andere, meer ingrijpende spirituele instelling, de stap naar de homo sapiens, sapiens - misschien had Teilhard de Chardin die al op het oog - een mens die we nu nog niet kunnen omschrijven met woorden omdat die woorden nog niet te vinden zijn?

    Ik weet het, ik ga heel ver nu. Ik overschrijd de grenzen van het welvoeglijke, van het normaal denkbare. Ik zet hiermede een stap in de richting van een toekomst die eeuwen ver voor ons ligt, tientallen eeuwen misschien. Wat onlogisch is zo ver vooruit te kijken.

    Het is dus wachten of de mens die gegroeid uit de aap, over de mens heen, evolueren zal naar de nieuwe mens, de spirituele mens.

    Tenware we op een keerpunt gekomen zijn en de andere, tegengestelde richting zouden inslaan. HIeraan denk ik echter niet. Nooit.

     

    08-02-2020, 07:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gevoel dat er iets 'in meer' is.

     

     

    Hoe komt het dat velen aanvaarden van stof te zijn en tot stof terug te keren, en hoe komt het dat ik me er met de moed der wanhoop tegen verzet; dat ik dit absoluut niet aanvaarden kan; dat ik een totaal andere bestemming uitdragen wil die me brengt op de rand van het on-indenkbare.

    Hoe ben ik ertoe gekomen? Wie was ik als kind, als knaap, als jonge man, opgegroeid in een landelijke - eerder achterlijke - omgeving tussen weiden met bloemen en bossen zonder paden, en abelen in de beemden en weegbree en smeerwortel en ereprijs en sint-janskruid en zovele andere bloemen en planten in de stiltes van wat de dagen en de seizoenen waren.

    Ik heb dit allemaal in mij opgeslagen: en vlinders en bijen, en eksters in de bomen en merels in de hagen, en meesjes, en eieren in de nesten, en meikevers op de bladeren van eik of beuk, en de geur van de meidoorn in de lente, en kastanjes en hazelnoten.

    Een wereld van kleine en grote wonderen die ik zag gebeuren en aanvoelde. En ik zou moeten geloven dat er, achter dit alles niets in meer schuil ging; dat dit alles er zo maar gekomen is, zo maar, zonder een diepere ondergrond, een vaste reden van zijn.

    Want al dit dat ik te zien kreeg en maar een peulschil was van al dat er te zien was, waren dingen om onze geest te openen, om ons duidelijk te zeggen, wat je ziet, is maar het uiterlijke, is maar een verwijzing naar het innerlijke dat het wondere van het leven is. En het is dit wondere waar het om te doen is.

    Heb ik dit zo gedacht in mijn jeugd? wellicht niet. Een leerkracht van het college die ik ontmoette op het strand in Koksijde, lang nadat ik het college verlaten had, zegde me eens dat ik een persoon was die van iemand achteraf zeggen kon dat hij een wollen sjaal droeg, maar niet welke kleur die sjaal had. Ik was een zoeker naar het innerlijke.

    Er was een basis, een humus in mij, die er toe leiden zou dat ik van daar uit vertrekken zou op mijn pelgrimstocht naar iets dat er noodzakelijkerwijze moest zijn maar niet te bepalen was met woorden. Wel hadden velen er een naam voor, maar jij vond dat dit ‘in meer’ niet te noemen was.

    Zeker is dat ik meer een kind was van de natuur dan een kind van mijn ouders én, dat ik misvormd ben geweest om hier rond te lopen in deze wereld. Ik denk nu dat mijn plaats was, ergens in een cel in een oude, romaanse abdij, er eigenwijs op te groeien, wel gehouden aan bepaalde regels maar vrij te mogen denken in de richting die ik zocht. Dit ware ideaal geweest; maar idealen zijn er om niet gevolgd te worden, enkel om erover te schrijven, ik zou het zeker niet volgehouden hebben.

    Het feit van mijn dagelijkse blog is er in elk geval een uitvloeisel van, het is mijn binding met de natuur, die een binding is met het kosmische die mijn wereldbeeld heeft gevormd, ondersteund door bepaalde boeken die mijn wegen hebben gekruist, om uiteindelijk aan te komen waar ik me nu bevind en te verkondigen, met fluiten en trommels – des fifres et tambours - dat er Iets in meer moet zijn, Iets dat enorm is, onoverzichtelijk is, onverklaarbaar is.

    Het Zijnde, dat van de Geest

     

    07-02-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woorden, en de dood.

     

    Woorden kunnen bloemen zijn, een tuin vol, een weide vol , een bos vol maar dan met speenkruid, met druifhyacint, met ranonkel; ook met distels en netels. Woorden kunnen alles zijn. Kunnen, naast elkaar geplaatst een wereld zijn, een afgaande of een stijgende, verrassing of ontgoocheling.

    Ik denk vanuit mijn voorgevoelens dat ze voor het ogenblik meer ontgoocheling zijn dan wat anders. Er zit een loomheid in wat ik schrijf, de ouderdom is er binnen gegleden en deze wijkt niet meer. Wat ik ook betracht ik vind de vorm, de kleur niet meer om (me) te behagen. Vooral gisteren niet, er zijn van die dagen, er zijn van die momenten, je zoekt ze niet op, ze overvallen je en ze houden je in hun greep. Je bent jezelf niet meer en hoe sta je er uit op?

    Destijds zocht ik een boek, het mocht de Bijbel zijn, het mocht het Boek van Job zijn en verloor ik me op een andere wijze, voelde ik me Job of voelde ik me Elihoe die maar wachten bleef om het woord te krijgen. Ik vond heil bij anderen. Vandaag zijn het de boeken zelf die me lezen en ik tracht te bedenken wat ze wel zouden kunnen vernemen van mij. Veel zal het niet zijn, tenware ze gingen kijken naar wat er al staat.

    Er nog iets aan toevoegen wordt moeilijk, ik mis spontaneïteit. Ik voel me zoals de in elkaar gewervelde takken of wortelingen van de foto van een paar dagen geleden, of beter nog als een bol wol - de streng wol die ik houden moest met beide armen en die moeder oprolde tot een bol. Ik ben die bol gedachten die niet meer uit elkaar te halen zijn, ik ben meer zelfs, ik ben de bladen van de boeken, opgesteld in de bibliotheek van de abdij van Mafra - ‘El Convento’ van José Saramago - de boeken die ik er zag overvielen me. Boeken die niet meer geopend worden, een dode massa, de bladen dicht gegroeid, denk ik. Woorden die geschreven werden, de schrijvers ervan vergeten voor de wereld. Wat ons aller lot is: wachten om vergeten te worden, de naam herleid tot een vermelding in een oud register.

    En toch gaan we verder met schrijven. Herman Brusselmans met een grote regelmaat zelfs, schijnbaar onuitputtelijk. Iemand die marathon na marathon loopt en niet buiten adem geraakt. Bewonderenswaardig zou ik durven zeggen. Ik zal hem wel niet lezen, maar ik hoor dan anderen, en niet de minste, Mia Doornaert, die hem lezen zullen.

    Wellicht, zit hij, zoals ik nu, voor zijn klavier en laat hij de woorden, zoals ik, op zich afkomen om ze te nemen en neer te zetten in een vorm, de woorden eigen. Eens schrijft hij, misschien, ooit een boek dat de wereld verbazen zal, en schrijft hij dit boek niet hij draagt het in potentie in zich want hij verbaast ons als veelschrijver en als dusdanig is hij een figuur, staat hij in de media in het centrum van de belangstelling en wat kan men meer verwachten als schrijver.

     

    +

     

    Ik las in ‘De Morgen’ van 4 februari dat ‘de Frans-Amerikaanse cultuurfilosoof, literatuurwetenschapper, criticus en essayist George Steiner’ maandagavond 3 februari overleden is in zijn woning in Cambridge, Verenigd Koninkrijk. Hij was van het jaar 1929, twee jaar jonger dan ik.

    Hij was én een veelschrijver als ik kijk naar de boeken die ik heb van hem, zijnde een deel maar van de boeken die hij schreef. Hij was ook een groot schrijver, ‘zijn’ werken wegen heel zwaar in de geschiedenis van de Literatuur, het zijn alle onmiskenbare hoogtepunten.

    De omstandigheden hebben gewild gewild - en ik dank de omstandigheden - dat ik hem geciteerd heb, in een gedicht dan nog, de dag voor zijn heengaan. Zou hij toen ook, zoals ik, gedacht hebben aan wat hij ooit geschreven had over de verrassing die de dood zou zijn?

    Of hoe iets gebeuren kan.

     

    06-02-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dofheid soms

     

     

    Ik ben een ander persoon als ik schrijf, ik ben veel ruimer van geest als ik schrijf, losgelaten in een landschap dat geen grenzen kent of kennen wilt, waar ik beschik over de vrijheid te zijn wie ik zijn wil.

    Wie is het dan die schrijft en in welke mate is wat hij schrijft realiteit of fictie? Weet ik het zelf wel, eens het geschreven staat?

    Ik weet enkel dat wat ik schrijf het product is van mijn gesprek met mezelf en ook, dat de oude man, zoals ik me gisteren zag - ook vandaag - geen andere keuze heeft dan verder te gaan met wat hij, eerder lichtzinnig dan wel overwogen, begonnen is tien jaar geleden.

    En niet alleen dit dagelijkse bloggebeuren maar hij wil ook Dante’s Inferno herschrijven. Hij wil dus nog heel wat, se innanzi tempo, grazia a sé nol chiama[1].

    Want dit is heel wat werk dat hij in het zicht heeft, heel wat dagen dat het hem vergen zal, heel wat opofferingen. Het wordt een gevecht met de tijd, trouwens, al wat hij nog volbrengen wil is deel van dit gevecht met die oude man.

    Hij heeft er nooit aan gedacht dat hij de leeftijd zou bereiken die hij nu heeft, het is hem in de schoot geworpen al heeft hij het niet gevraagd. Vele vrienden zijn al heen gegaan. Ze staan vóór hem, allen samen opgesteld, wachtende op zijn komst. Ze zien hem bezig en vragen zich af, wellicht meewarig, of ik niet inzie dat de tijd erases everything, zelfs de herinneringen worden niet gespaard.

    Hij zegt hen van hieruit, dat hij het wel weet, maar wat hij doet is sterker dan hemzelf, hij kan niet anders zelfs al zou hij het willen. Wat hij doet zit hem in het bloed, vloeit in zijn aderen, lijk de sappen in de bomen die op het ontluiken staan, het is zelfs al zo ver.

    Maar hij voelt hun meewarigheid, hun neerzien op hem van uit de hoogte en hij bekent ootmoedig dat er bij hem ogenblikken zijn die er beter niet zouden zijn.

    Zo heeft hij gisterenavond een ‘dafalgan forte’ genomen, iets wat hij zeer zelden doet. De medicatie werkte door tot ver in de morgen, misschien nu nog, nu hij zijn gedachten tracht te ordenen, afgestemd en gedragen door die versregel van Dante die al enkele dagen in zijn hoofd hangt.

    Er zelden nog uit weg is.

     

    [1] ‘Indien voor die tijd, de genade (la grazia di Dio)hem niet tot zich roept. (Inferno XXXI, 129).

    05-02-2020, 06:54 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De andere oever.

     

    Je weet, dacht ik deze morgen, dat de andere oever niet ver meer af is, maak je klaar voor de overtocht. Weet dat je niets van al wat je vergaarde, van al waaraan je gehecht bent: je boeken, je tekeningen, de stenen en stukken wortels die je meebracht van je reizen, dat je niets van dat alles meenemen kunt, dat alles wordt achtergelaten, en verspreid zal worden in andere handen, in andere kamers.

    Weet dat na jou, de wereld even vol zal zijn, maar leeg van jou, van je schrijven, van je dromen, van je kijken naar de bomen, naar de meesjes en vinken die afkomen op de bollen zaad die je ophing in de rozelaar voor het raam. Enkel nog wat je achterliet zal zwijgend vertellen over jou.

    Aldus, onthecht je van al wat je bezit en schrijf, schrijf; dit is het enige dat je bezitten kunt, totaal bezitten kunt, en waaruit je nu bestaat. Dit is van jou en van jou alleen. Al hebben wel vele anderen bijgedragen om te schrijven wat je schrijft, de vormgeving, de wijze van denken en uitdrukken ben jij.

    Daarna zal er van jou de stilte zijn, de bevreemdende stilte. Maar schrijf nooit dat de andere oever nog ver af is en dat je nog een groot pak dagen hebt. Schrijf dus en laat niets je ontmoedigen, laat niets je in verwarring brengen.

    Je tijd is daar om je Bernardus[1] te herinneren wat hij hierover vertelt, je hebt het wel ergens opgetekend in een van je dagboeken, toen Bernardus je aanzette tot schrijven, en je hem opzocht, niet in de kerk van Vézelay waar hij de kruistocht predikte, dat was een andere Bernardus in hem, maar in de abdijkerk van Fontenaye waar je hem ontmoette in de schemerstilte, toen je de kapiteelversiering zag op de eerste kolommen, links bij het binnenkomen in die grote donkere ruimte met het lichtpunt in het oosten. Je hebt toen begrepen dat daar waar de versiering van de kapitelen ophield, met de tekening van de halve cirkel nog klaar gegrift om te worden uitgebeiteld, Bernardus is langs gekomen en gezegd moet hebben aan de beeldhouwer die het kapiteel een meer speelse vorm wou geven:

    ‘Stop ermee, geen versieringen die ons gebed kunnen storen, de ruimte hier is van Hij die is, van Hij die de totaliteit is van het Zijn, van Hij die ons levend houdt en het is in zijn geest dat we ons verliezen moeten’.

    Jij ook, je hebt geen nood aan versieringen, geen nood aan boeiende gebeurtenissen, er zijn er trouwens geen geweest in je leven en je wenst er geen dramatische uit te denken om eraan toe te voegen - zoals het gebeurt in de wereld van de literatuur - maar blijf optekenen wat je te binnen valt, zoals gisteren, geïnspireerd door een foto, over de kunst in het bos.

    Je had er voorheen nog niet aan gedacht!

     

    [1] ‘A l’oeuvre donc, sache que le moment est venu pour toi de tailler dans le vif, étant admis que celui de la méditation l’ait précédé. Si jusqu’alors tu n’as remué que ton esprit, il faut maintenant que tu remues ta langue, il faut maintenant que tu remues ta main. Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de l’esprit qui est le verbe de Dieu.’

    Geciteerd door Fernand Pouillon in ‘Les Pierres sauvages’, Ed. Du Seuil, 1964.

    04-02-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunst, deze van de Natuur.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

     

     

     

     

    Er zijn van die kunstschatten die je vindt in moederbossen, tenminste zo je bent ingesteld op de kleine wonderen van de natuur. Peter Wohlleben, de man van ‘Het verborgen Leven van Bomen’, was dat eerst niet. Hij heeft pas later, zegt hij, de schoonheid van oude, verweerde bomen ingezien, maar van dan af heeft hij de bomen anders gaan beleven, zijn de bomen museumstukken geworden van het bos.

    En niet alleen de bomen, ook wat er nog van rest. Hoe de wortels - ik had een ganse pagina gewild - ooit zijn bloot gekomen, daar waar ze liggen is me een raadsel, maar ze liggen er, open en bloot, in het licht van de dag en in de duisternis van de nacht. De vogels zijn er over, de mieren, de spinnen. Ik die er langs kwam heb er lang bij stilgestaan omdat ik ze zag als een werk van de natuur, Het was in een moeilijk toegankelijk bos in een weelderige begroeiing, van mossen en grassen en bloemen, midden struiken en hoge bomen in elkaar gegroeid en met elkaar vergroeid, een getuige van het wondere leven van het bos.

    Ook niet de minste aanduiding om te verklaren hoe dit daar gekomen is; uit welke plaats in de aarde. Waren het luchtwortels of waren het geen wortels maar in elkaar geweven takken van boom of struik? Velen zouden er aan voorbij zijn gegaan, het eigenaardig schone ervan onopgemerkt, niemand zou er ooit over gesproken hebben. Het was op een plaats waar zelden iemand komt, maar wij waren er alsof we er geroepen werden. We hebben de brede geul in het bos overgestoken, zijn over de neerliggende stam van een verdorde spar gekropen - we zochten ‘chanterelles’ en boleten - en vonden het werk, zoals het er lag in het licht.

    Het ligt er wellicht nog, onaangeroerd na al die jaren.

    We hadden het willen meenemen, we hadden het willen houden, het neerleggen in de tuin naast een bonsai, naast een stuk rots begroeid met mos en lichen of, het ophangen aan een buitenmuur, maar het was niet los te wrikken, het zat vast in de grond, de aarde liet het niet los. Neen zegde het bos er omheen, neen, dit is een deel van ons, een schoonheidsvlek, die niet weg te nemen is.

    Zo hebben we het begrepen. We zijn er van weggegaan, ik weet nog goed de plaats in het bos, zoals ik nog de plaats weet waar ik chanterelles vinden kon. Waar het nu nog liggen moet, midden andere kunstwerken in het bos, in alle bossen van de wereld.

    Als ik dan denk aan de bossen van Australië en er zijn ook deze van Brazilië die in de vlammen opgaan, welke onmetelijke kunstwerken zijn daar niet vergaan tot as, verloren voor de kinderen van de wereld. Geloof me, mijn oud hart heeft er moeite mee.

    Het boek, ‘Het verborgen leven van de bomen’ was een geschenk. De foto’s erin vormen een museum van de natuur. De foto’s die ik binnen krijg van ‘Pinterest’ zijn even sprekend, zijn levende kunstobjecten, bijna-ontstellend mooi en hoogst verrassend.

    Mijn God denk ik dan, wat doe ik met het werk van de mens Jef Koons, of wat met vele van de hedendaags werken opgehangen of neergezet in onze musea?

    Een feit is zeker een hedendaags werk uit het SMAK kan niet opgehangen worden in een bos; de wortelstructuur hierboven kan wel opgehangen in een museum, niemand zal er zich aan storen.

    03-02-2020, 06:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat indien?

     

    Wat indien ik,
    zoals er velen zijn,
    niet de Bijbel had gekend,
    God niet had gezocht
    wie Hij was of wie Hij wezen kon?

    Wat indien ik nimmer
    Dante had gelezen,
    Cervantes noch Chateaubriand,
    een bloem gedroogd, een boom
    gehouden alsof het een broeder was,
    de zee niet had gekend, de bergen?

    Of diep bewogen, de tijdloosheid
    van sterrenconstellaties niet had ondergaan.

    Wat indien geen Beethoven,
    geen Mahler, geen Johan Sebastian
    of van hem geen eerste cellosonate,
    als van Job, zijn gepraat met God.

    En dichterbij, geen Streuvels,
    Van de Woestijne niet - en, toen
    ge stierft wat late zon op uwen baard -
    geen Hertmans ook, geen Gilliams.

    Wie ware ik geweest, hoe had ik hier
    gestaan, de handen leeg,
    de mond gesnoerd,
    de ogen dicht en niet gezien
    hoe rijk het leven
    tot in quark en elektron.

    Al begrijpen we er weinig van,
    dit vastgezet in onze genen.

    Wie ware ik geweest
    en hoe had ik het ooit begrepen
    wat George Steiner schrijft[1]:
    La mort je le sens,
    sera chose intéressante. 

    En voor eens, er niets aan toegevoegd,
    maar toch gedacht,
    het kan, het zal, het staat geschreven.




    [1] George Steiner: ‘Les Logocrates’, Ed.L’Herne, 2003, p.182

    02-02-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijf nog wat gedichten.


    Schrijf nog wat gedichten
    opdat je niet te vlug zou sterven
    als je heengegaan zult zijn.

    Opdat er nog alhier of daar
    een woord van jou zou wonen,
    in een kaft met poëzie
    waar jij, mijn vriend,
    je over buigen zal,

    een korte wijl, misschien
    om later dan, ook te verdwijnen
    in de nevels van de tijd.

    Zoals het van zovelen is
    die verzonken in de aarde
    hier vergeten zijn.

    Zo, oude man,
    schrijf nog wat gedichten
    opdat je niet te vlug verdwijnen zou
    eens je boeken dicht geslagen,
    je pennen uitgedoofd,
    je bladen blank gebleven.

    En kom ik, na jaren dan
    als woord op avonden,
    gewandeld in je binnentuin
    om er neer te zitten,
    even maar, naast jou te zijn.

    Je vinger op de laatste lijn
    die er geschreven staat
    van toen.

    En van Yeats in mij tot jou:

    Cast a cold eye
    On life on death,
    Horseman pass by !

    01-02-2020, 07:57 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jef Koons' 'Balloon dog'

     

    Ik zag hoe en wat er verteld werd door ‘kenners’ van het laatst uur, over een blauwe ‘balloon dog’ van Jef Koons. Ik wou wel hun enthousiasme hierover delen, maar had er heel wat moeite mee hen te volgen. Ze hadden het trouwens niet over kunst, wel over een ‘item’ dat te koop was en, dat een opbrengst kon genereren.

    Beter kon het niet verhaald worden en, toepasselijk op het werk van Koons, zeker niet. We kunnen er ons enkel bij neerleggen, de ‘balloon dog’, een, wat ik noemen wil, prutswerk van Jef Koons aanvaarden. Hij is een van de weinigen die het zich permitteren kunnen dergelijk werk op de kunstmarkt te zetten, wel wetende dat het zal gekocht worden.

    Ondertussen opent men in Gent, in het Museum van Schone Kunsten een uitzonderlijke tentoonstelling over het werk van Jan Van Eyck, een tegenstelling kan niet groter zijn wat betreft het onderwerp, de uitvoering en het begrip schoonheid en kunst. Met Jef Koons en zijn balloon dog worden we op de feiten geduwd, nemen we kennis van een stand van zaken die duidelijk werd omschreven door wat ik onlangs, ergens las van een zekere Maurizio Ceresini, en kopieerde:

    If contemporary art will continue to be the expression of highly provocative and often shocking messages presented in a language often intelligible only for the artist, and with the deliberate intention to cut out any cultural continuity with centuries of art, soon people might not be able to see or understand any artistic value in a work of art. An art piece could soon become an item as any other to be sold or bought just for its cost and possible revenues, regardless its true value.’

    Dit is wat ik dacht van de ‘balloon dog’ van Koons, het is zeker geen ‘work of art’, het is, zoals ik al zegde hoogstens een ‘ding’. Ik denk dat Koons innerlijk plezier beleeft aan het feit dat mensen zich laten vangen om dat ding op te stellen in hun leefruimte, enkel en alleen omdat het een ‘Jef Koons’ is. Ik zie zo ook tekeningen of stukken van tekeningen verschijnen van Panamarenko, eens ingekaderd met een naam er onder zijn het, zo gezegd, (kleine), kunstwerken.

    Hoe moet het verder, is het zo dat de naam bepalend is om te weten of iets kunst is of niet, of het kan opgesteld worden in een museum? De vraag of het werk opvoedend is wordt hierbij niet gesteld, zeker niet want dit betreft de geestelijke waarde ervan.

    Hoe gaat, na verloop van tijd, de kunst er uitkomen, gaan we verder afdwalen als dit nog zou kunnen of, komt er ooit terug een opening naar wat kunst betekende ten tijde van Van Eyck? Ik geloof het niet meer, de kloof is te groot geworden, het woord kunst heeft een andere betekenis gekregen, het handelt zelfs niet meer over vaardigheid, over schoonheid, het handelt over vondst en sensatie verbonden aan een naam. Zou men, in het geval hierboven, het gewaagd hebben de ‘balloon dog’ binnen te brengen indien gemaakt door een illustere onbekende en niet door Koons?

    We werden dus opgevoed al, om al wat de naam Koons draagt te zien als hedendaagse kunst. Terwijl het voor de kunstenaar zelf niet veel meer is dan een Spielerei.

    Laten we toch trachten niet al te ver af te dwalen in de kunst van heden, zeker niet als het een hondje betreft gemaakt met de spul voor het opblazen van   ballonnen.

     

    31-01-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De oude spar

     

    Hij zit voor zijn klavier, wachtend. Hij zit er zoals een componist die de eerste noten gaat spelen van zijn nocturne, maar die nog even aarzelt want hij weet dat deze eerste noten beslissend zullen zijn voor de noten die volgen.

    Deze die volgen zullen niet van hem zijn, ze zullen voortvloeien uit de eerste noten die er staan, Hij denkt, dit procedé is ook geldig voor mijn woorden. Waarom het zo is, weet hij niet, maar het schijnt hem toe dat het altijd op deze wijze gebeurt. Het is een mechanisme, over geërfd van onze voorvaderen, wellicht aanwezig in onze genen die er aan de basis van liggen, telkens gaande in de richting van de waarheid die we wellicht nimmer bereiken zullen.

    Ever learning and never be able to come to the knowledge of the truth, leest hij in de King James’ Bible van 1611, (2 Timothy: 3, 7). Maar leren doet hij niet veel meer. Hij denkt dat hij al genoeg weet, beter ware dus, wat hem betreft: ever writing and never be able to come to the knowlegde of the truth.

    Misschien is er zelfs geen waarheid, geen formule die voor alles gelden zou. Misschien is al wat is waarheid, anders zou het niet bestaan. In feite heeft hij er geen behoefte aan de waarheid te kennen omdat hij denkt dat er achter die waarheid nog een andere schuil gaat en achter deze nog een andere waarheid; waarheden tot in het oneindige, de ene voortkomende uit de voorgaande.

    Zo wat hoopt hij te bereiken met zijn schrijven. Helemaal niets, het is een ingesteldheid op de dingen die zijn, een omhelzen ervan uit noodzaak om ofwel door te dringen tot de kern ervan, ofwel de dingen te omsingelen en dichter aan te halen om ze zich eigen te maken. Hij wil die dingen zijn omdat hij voelt dat hij niet zonder kan, hij heeft ze nodig - zo kan hij erover schrijven - zoals zij hem nodig hebben om beschreven te worden en een eigen bestaan te krijgen.

    In het boek van Peter Wohlleben, ‘Het verborgen leven van Bomen’ waar hij het over had een tijdje geleden - blog van 7 januari - wordt alle aandacht gevestigd op een boom die de oudste ter wereld zou zijn. Het is een mager uitziende, eenzame spar of wat er nog van rest, in de Zweedse provincie Dalarna. De spar werd ‘Old Tjikko’ gedoopt schrijft Wohlleben:

    Deze had een soort lage struik gevormd die als een kleed over een stammetje heen lag. Het hoorde allemaal bij één boom, waarvan het wortelhout met de C-14 methode werd onderzocht. Het onderzoek van de spar leverde een bijna ongelooflijke leeftijd van 9.550 jaar op’.

    Wat meer is. Hij leest nu in de Standaard van 24 januari, dat er over die spar een boek geschreven werd door Nicolai Howalt: ‘Old Tjikko’, (Fabrik books, 224 blz. 40 €). Het boek bevat 97 afdrukken van één enkele foto van een boom, Old Tjikko vernoemd naar de Siberische husky van zijn ontdekker Leif Kullman. Het is een Noorse spar die hoog op de Zweedse berg Fulujället staat. De recensie van Stefan Vanthuyne leert ons dat het stuk van de spar boven de grond, 500 à 600 jaar oud is.

    Men had de vondst kunnen klasseren als een fait divers. Maar door de aandacht die hij kreeg werd de boom een baken, een totem in het landschap. Hij staat opgetekend als geheiligd, men kan er niet meer aan voorbij.

    Zo gaat het met bomen, zoals met huizen of kathedralen, van het ogenblik dat er over geschreven wordt stijgen ze op uit het anonieme. Zo gaat het ook met mensen.

    30-01-2020, 00:06 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lot dat je beschoren is

     

    Die morgen toen hij ontwaakte vóór het licht opkwam, wist hij wat hem te doen stond, want dacht hij, als ik stop met schrijven ben ik een dode mus, schrijven is wat me recht houdt, er mee stoppen is mijn doodsvonnis of dan toch dit van mijn geest. Zo, mijn vriend, je hebt geen alternatief, geen plan B, noch C. Het is je lot als sterveling, nadenken over al wat is en neerschrijven wat je erover denkt. Meer is het niet, maar ook niet minder, alleen er voor zorgen dat wat je je lezers voorschotelt waardevol is want je blijft veeleisend voor jezelf, elke dag wat meer.

    Zo heb je elke morgen heel wat te overwinnen om het warme bed te verlaten en te gaan neerzitten in de kilte van de kamer met een deken op de rug om te gaan schrijven zelfs al heb je niets om over te schrijven, zelfs al hangen er nog flarden slaap in je ogen.

    Je weet buiten - je zocht het gisteren op in je Sterrengids - Jupiter hoog in het zuiden en naar het oosten toe, je sterrenbeeld Orion en heel laag bij de horizon, Sirius, en het is over Sirius, de Sothis-ster van de Egyptenaren dat er heel wat om doen is geweest om de chronologie van de Egyptische farao’s aan op te hangen. Dit is tenminste wat je erover weet, meer details hoeven hier vandaag niet, morgen of overmorgen of bij een andere gelegenheid misschien.

    Maar is dit vol te houden, kan je het aan dit veeleisend zijn, blijven voldoen?

    Het is de vraag die hij zich stelt, soms, niet altijd, maar vandaag duikt ze op en moet hij er, als hij nagaat wat er overblijft, negatief op antwoorden. Een mens raakt uitgepraat, je adem stokt gekomen op een bepaald punt. En dan wat?

    Hij denkt aan Dante, de banneling, rondzwervend met zijn Commedia in de maak. Schrijvend in het midden van de nacht, in het licht en de geur van wat kaarsen, of wat beter is, schrijvend in de schaduw van de bomen, met het gekir van de tortels boven hem. Hoe hij moet gewerkt hebben aan wat zijn meesterwerk worden zal, waarmede hij alle troubadours en wat deze ooit schreven voor hun geliefde, ver zal overtreffen. Hij weet het, hij heeft de overtuiging om het te doen, en welke? Hij heeft dit neergezet in zijn ‘Vita Nova’, een dag dat hij plots zijn sonnettencyclus aan zijn geliefde Beatrice, afbrak om te beginnen, na heel wat studie zoals hij zegde - welke studie het was gissen we nu met heel wat zekerheid - aan wat nog nooit over een dame geschreven werd.

    En dan, zoals het gebeurt, meer dan zeven eeuwen later, op de drempel van een nieuwe dag, van een nieuw beginnen, iemand op hoge leeftijd die er niet alleen aan denkt maar wat hij denkt, ook omzet in woorden voor wie het lezen zal.

    Als, als ooit het gelezen zal worden, wat hij niet weet of niet weten moet. Maar hij vertelt het omdat het zijn leven is te schrijven. Omdat hij weet, zoals Vergilius het aan Dante wist te zeggen. ‘dat het niet op de sofa noch onder het dons is dat je roem verwerft’.

    Hoewel hij zelf er niet op uit is om roem te verwerven!

    29-01-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezeten als ik ben.

     

    Als ik door iets bezeten ben dan is het wel door die fameuze passages in Joshua, hoofdstuk 10, 11 en 13. Ik zou mezelf moeten verbieden, nog verder uit te weiden over deze gebeurtenis van de stilstaande zon en maan. Alleen het volgende nog. Joshua die een langere dag wou had hiervoor de maan niet nodig; het overige, de feiten zelf, zijn voer voor astronomen met inzicht - niet een Carl Sagan - die er werk willen van maken, zoals een Donnelly in 1883.

    Wat gebeurde rond het jaar 1500 voor Chr. en vervolgens in de achtste eeuw voor Chr., vinden we terug in de Bijbelverhalen van die tijd en, wat deze laatste periode betreft, ook bij Homerus. En hier heb ik iets naar voren geschoven waar ik voorheen nog niet had aan gedacht. Ik vermelde het gisteren. Homerus heeft de catastrofen op aarde beleefd, hij was een toeschouwer, hoewel blind, hij heeft het, ofwel gehoord ofwel aan den lijve ondervonden en het zijn deze uitzonderlijke gebeurtenissen die hem hebben aangezet om zijn Odysseus en Ilias te schrijven.

    Misschien komt deze vermelding van mij over als een vloek, maar ik houd het vooropgestelde staande. Het zijn uitzonderlijke evenementen die in de Ilias en Odysseus verhaald worden, gevechten onder de goden, Ares, Athena, Zeus die tussenkomen in wat op aarde zich afspeelt en als men de Profeten leest de gevolgen ervan, dorpen en steden die verschroeid of verwoest worden. Wellicht waren er, hoog in de hemelen, elektrische ontladingen te zien zijn geweest, een dierenkop met horens die de Israëlieten aanzagen als hun God, en terwijl Mozes op de berg was, Aäron, zijn broeder, het beeld van een stierenkalf maken liet als dit van de God die hen verlost had van de Egyptenaren, zoals vermeld staat in Exodus.

    Maar ik verbied me te spreken en van Immanuel Velikovsky die hierover in het lang en het breed geschreven heeft in zijn ‘Worlds in Collision’ van 1954. Het is het ergste dat me zou kunnen overkomen, te hervallen in het aanhalen van zijn theorie om deze te verdedigen zoals ik altijd al heb gedaan. Trouwens hij is al lang vergeten zoals Donnelly vergeten is, zoals de feiten in de Bijbel vergeten zijn.

    Want, wat de gebeurtenissen zelf betreffen, ce ne sont plus que des faits divers, zoals er andere gebeurtenissen zijn geweest in de geschiedenis van de aarde en haar volkeren. We gaan er aan voorbij, er zijn teveel andere zaken die onze aandacht opeisen. En eigenlijk we willen er niet meer aan herinnerd worden, het is niets meer, dan wat folklore, en we willen het zo houden.

    Het heeft dus geen zin meer hiervoor mijn kompas te gebruiken, als er zovele andere zaken zijn, hedendaagse, die onze aandacht opeisen. Trouwens, het vermelden van deze feiten wat brengt het op? Weinig meer dan een vlug voorbijgaande sensatie die men het liefst zo vlug mogelijk vergeet als twijfelachtig, als uit de lucht gegrepen, als niet te bewijzen.

    Ik wens dan ook geen verwarring te stichten. Maar de Bijbel ligt naast mij binnen handbereik als ik schrijf, en één gebeuren erin beroert me meer dan alle andere. Het overkomt me, het is sterker dan mezelf. Ik word aangezet om erover te schrijven. Dit maal met mate, zoals het hoort in de tijden van nu.

     

    28-01-2020, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs