Muziek en hoe die gedacht en geschreven wordt blijft me een raadsel, is van een andere wereld en toch vergezellen klanken me bijna een ganse dag, loop ik er mee rond, hoor ik van wie ze komen en wie ze uitvoeren; namen en nog eens namen en ik luister maar, ik hoor de textuur ervan maar zelden de diepere betekenis, ik ben een leek hierin. En toch kan ik niet zonder, zoek ik de klanken op om de stiltes in mij te vullen, de stiltes te bevolken; alsof ik geen nood meer heb aan stilte om te schrijven, maar enkel verder kan met op de achtergrond een wereld van klanken, wondere.
In feite als ik erover nadenk kan ik er goed weg mee, kan ik er zelfs heel goed weg mee want ik ben een gulzig iemand, ik wil de muziek van Klara niet missen terwijl ik schrijf, ik moet dus maar beide met elkaar verzoenen: woorden schrijven badend in een zee van klanken.
Maakt dit aan iemand wijs, en toch is het zo, toch schrijf ik, luisterend met een half, soms met een kwart oor naar de klanken die me vergezellen. Ik weet dat er velen zijn, schilders, beeldhouwers die muziek nodig hebben als ze werken, wel ik ben niet verschillend, het is wel geen inspiratie voor mij, die komt van elders, het is vooral om niet te missen wat er gebeurt in de wereld omheen mij, de enige wijze die ik heb, nu ik me amper nog verplaats om 'in’ te blijven. Het is een soort verdediging tegen het stil vallen - stil in de betekenis van een gebrek aan ‘in’ zijn - zo zie ik het toch.
Hoe gecompliceerd ik hier rondloop in mijn laatste dagen, precies alsof ik me nog zoveel mogelijk bagage wil eigen maken alvorens te vertrekken - ‘an unanswered Question’ van Charles Ives - er is hier wellicht iets van, maar het is meer omdat ik de schoonheid zie van het ‘maximaal geestelijk in beweging blijven’, een schoonheid die ik niet missen wil, of het nu terecht is of onterecht, c’est une idée fixe à moi.
Het is ook dat ik zoveel mogelijk plukken wil van al wat er nog voor mij te plukken valt, mijn dagelijkse blog schrijven is er een van, maar tussendoor wil ik iets dat mijn woorden aanvult. En, zoals ik zegde, al begrijp ik er weinig van, of het nu Copland is, of Cage, of Brahms - zijn Deutsches Requiem - of Bach, of de lange halen muziek van Charles Ives, alles is welkom, sterk verrassend soms, zelfs al blijf ik een leek in wat de muziek me vertellen wil.
Mijn honger naar de muziek van Klara is groot, minder echter hun ‘Valkenaers & Vanhoudt’ van 22.00 tot middernacht, precies de ogenblikken dat ik niet schrijf - of er niet aan denk - en nood heb aan woorden, deze die ik niet beluister in de dag.
|