Ik schreef mijn dag van 12 september maar het brengt me geen voet vooruit. Ik sta terug waar ik gisteren stond en waar ik straks zal staan, met altijd een blog te schrijven, eindeloos, a never ending story, zoals er boeken zijn die nooit eindigen, best niet eindigen. Boeken die pas beginnen als ze gelezen zijn, die uitzwermen in de geest, in de in de mogelijke ontwikkelingen die ze in hun laatste zinnen verbergen. Dit is het magische van een boek, van een roman, als lezer schrijft je er verder aan, de personages leven verder, zelfs als ze dood zijn. Voorbeelden genoeg van boeken die ik las.
‘For whom the bell tolls’ is er zo een: Roberto die de trekker overhaalt, de luitenant die sterven gaat, en Maria, zijn meer dan lief, die wenend meegevoerd wordt door Pilar. Hoe sterft Roberto en wat gebeurt er met haar en het kind dat ze draagt van hem? Geen enkel verhaal is af, zelfs als ze daarna ‘lang en gelukkig leven’ dan nog wil je weten hoe ze dit zullen zijn.
Ik stel me de vraag wat er bij jullie hangen blijft van de blogs die je dagelijks voorgeschoteld krijgt. Bijvoorbeeld, wat er overblijft van wat ik, op een bepaalde dag, in de mond heb gelegd van een vriend, beeldhouwer die de formule van Einstein, E = MC2, in een beeld had omgezet, namelijk dat de factor ‘C2’, de snelheid van het licht in het kwadraat, iets goddelijks over zich had; dat alleen een God aan zo iets zou kunnen denken - God het binnenste van het Universum zijnde - Ik heb het hergebruikt achteraf, maar wat ik toen in een opwelling heb gedacht is me bijgebleven.
Is het zo of is het niet zo, ik vond dat het de wereld mocht ingestuurd worden want het gebeurt niet zo dikwijls dat je iets origineels, weliswaar als uitdrukking, schrijven kunt. Er is al zoveel gezegd en geschreven in de wereld van het woord.
Ik heb er andere geschreven die spontaan opwelden in mij, die ik nergens anders gelezen had - wat heel logisch is want ik lees weinig nowadays - de twee: lezen en schrijven zijn niet gemakkelijk te verzoenen, vooral als je blijvend geconfronteerd wordt met een prioriteit die je niet uit het oog moogt verlezen.
Ik word dan meer geraakt als ik hoor van een vriend dat ze rondtoeren in Zuid Frankrijk, in de streek van Maussane-les-Alpilles. De streek waar we ettelijke malen samen waren, samen ‘le moulin de Daudet’ bezochten, la Chapelle de l’Ange Gabrie, de wondere, bijna witte Abdij van Montmajour. Ik weet hoe gelukkig we er waren, en ik voel me gelukkig voor hen: Paul en Yo en Anita, grote mensen op alle gebied en grote vrienden. Je bent er met hen, je loopt er met hen in de straten van Les Beaux de Provence, in de straten van St.Rémy, de stad van Van Gogh. Je bent met hen in Avignon, je bezoekt er le Palais des Papes. Het is, erover schrijvend, dat je er aanwezig bent met hen.
Dit ook is van een soort boek van er samen te zijn. Het boek dat we samen lazen en beleefden. Er is een onverbreekbare band die maakt dat we er zijn samen met hen, en vermelden ze het niet, ik weet dat we in hun gedachten zijn als ze bepaald plaatsen bezoeken.
Zo: gisteren was ik op l’arrête du Zinalrothorn, vandaag in ben ik in Maussane -les-Alpilles. I’am travelling a lot these days.
|