Ik krijg bijna dagelijks beelden toegestuurd genomen door de Hubble Space Telescope. Als leek, wat het fenomeen Universum betreft, noem ik deze beelden ‘pluksels van de Geest/God’ omdat ik weet dat ze komen van uit het diepste diep van het Universum. Dergelijke beelden moet schering en inslag zijn voor de astronomen die ze bestuderen om er uit te halen wat er uit te halen is. Wij echter durven eraan voorbij gaan als waren het landschappen van bij ons, wat ze hoegenaamd niet zijn, het zijn bewijsstukken van wat er is en dat we niet weten dat het er is.
Maar we zijn toch gemaakt om uit die beelden een filosofie over te houden die ons bezig houdt op een totaal ander vlak dan de filosofen van vandaag en van gisteren We hebben oog voor het essentiële, het zijnde van het zijnde. En deze conclusies zijn tweevoudig,
Allereerst is er het concept Universum. Alles hierin was geregeld van in den beginne - misschien zelfs ervoor in het tijdloze - tot in het minste van zijn atomaire geledingen, tot in het minste van zijn wetmatigheden, opdat het zou zijn zoals het is, perfect in al zijn maatstaven opdat de mens zou kunnen ontstaan.
En vervolgens is de mens geëvolueerd tot homo sapiens dankzij de structuur en wetmatigheden van het Universum, zoals die er zijn en staan - elke andere structuur of wetmatigheid hadden dit onmogelijk gemaakt - een Hubble Space Telescope weten te bouwen en niet alleen te bouwen maar op te hangen in de ruimte om er optimaal gebruik van te kunnen maken.
Aan de mens nu om, én te zien wat hij ziet en er zijn besluiten uit te trekken, én te weten tezelfdertijd dat wat hij ziet slechts mogelijk was dankzij de aard van het Universum; dankzij het feit dat dit alles van in den beginne, van bij de Big Bang was voorzien.
Anders gezegd en herhaald: we zijn aangekomen op een punt, met het Universum zichtbaar tot in zijn verste geledingen, bijna tot in zijn ontstaan. En dit dankzij de mogelijkheden die het Universum hem bood om een Space Telescope te bouwen en in de ruimte te houden. Een telescoop die ons de mogelijkheid biedt te ontdekken hoe de ruimte er uit ziet en er onze conclusies uit te trekken.
En dan, vanuit een andere gezichtshoek, is het Universum zo geconstitueerd dat het ook mogelijk is voor de mens die hij is, door te dringen tot het diepste diep, het oneindig kleinste deeltje van het atoom. De CERN in Genève is er het voorbeeld van.
In één woord, van in de beginne, van bij de aanzet, de Big Bang, was alles geregeld opdat de mens die komen zou in de mogelijkheid zou kunnen gesteld worden dieper en dieper binnen te kijken in de structuur van al wat is. Dit betekent dat hij in staat zou zijn te zien, niet alleen wat zichtbaar is maar ook en vooral wat onzichtbaar is.
Dit proces van het zien van het onzichtbare is aan gang. We zijn al zo ver gevorderd dat we de grens van de fysica hebben bereikt en dat we binnengedrongen zijn in de metafysica, de wereld die meer van de geest is dan van de materie.
De evolutie die aan de basis hiervan ligt is een kosmische evolutie, die zich situeert binnenin de materie. We vragen ons dus af, welke de volgende stappen zullen zijn die de evolutie, ons bij brengen zal.
Aan de finale conclusie durven we al even denken, we evolueren naar het beeld van God toe, en als ik sprak over de ‘pluksels van God’ zijn dit de eerste tekenen van zijn Geest die ook deze van het Universum is?
Ik had vanmorgen kunnen schrijven over het vormen van een nieuwe regering of, over de vorming van Allah’s kinderen in hun meest prille jeugd, maar ik ben, zoals zo dikwijls al, afgedwaald omdat er beelden waren opgedoken vanuit de Kosmos.
Veel is er niet nodig om van gedacht te veranderen.
|