The Big Bang isnt just a big bang, it is a bigger Bang, a Bang that
bangs for ever, a sempiternal Bang.
Deze
steeds maar verder uitdijende bang is wat ons gaande houdt, is wat het leven,
is, wat de Kosmos is, de evolutie is die verder loopt op een wijze die
verbazend is. Buiten dit evoluerende is er niets, al denken velen dat er in
meer nog Iemand is. Ik denk zoals Spinoza, dat die Iemand die er is, zelf de geordende
beweging is die er is.
De
evolutie in de fysica die nu het niveau van de kwantum fysica heeft bereikt,
met al de kwantum-technische uitlopers ervan die we nu kennen, is er een
voorbeeld van en, zoals we niet weten waar de Kosmos ooit eindigen zal weten we
ook niet tot waar de kwantumfysica ons brengen zal. Echter, deze uitlopers zijn
het werk van de mens zo denken we toch die de beweging in de Kosmos volgt,
en de mens een deeltje Kosmos zijnde, kunnen we stellen dat het de Kosmos is
die de kwantum-technische wereld in stand houdt en uitbreidt via de mens.
Een
vreemde idee, zal je me zeggen, maar alles op de keper beschouwt is die idee te
verdedigen en voert ze ons in een totaal ander wereldbeeld dat we zo maar niet
als onbegrepen en dus als onjuist op zij mogen schuiven. Ik denk dat een
Spinoza die vandaag leven zou, deze idee verdedigen zou met al de
gevolgtrekkingen die er eigen aan zijn.
Hij
zou aldus kunnen stellen dat de, op basis van de kwantumfysica ontstane
middelen waarover we beschikken (iPod, gsm, televisie en zovele andere),
ontstaan zijn uit wat en hoe de Kosmos is, een uitloper er van is die alle via
de mens tot stand zijn gekomen en dat dit van uitloper naar uitloper verder zal
gaan.
Op
een ander gebied, dit van het spirituele, wordt er geaarzeld, zitten we op een
zijspoor als ik hoor en zie welke muziek er wordt uitgedragen op de festival
weiden, en erger, veel erger, dat er in de scholen geen aandacht meer is voor
de dissertatie, geen aandacht meer voor
literatuur, voor geschiedenis. Er is dus ogenschijnlijk een stilstand, een
terugloop, maar dit heeft dan niets te maken met de kwantumwereld, wel met de
ingesteldheid van de mens die buiten deze wereld staat en er zelfs geen oog
voor heeft. Een zelfde vaststelling geldt wat de kunst betreft, in elk geval zo
zie ik het toch, als ik vaststel wat vandaag als kunst wordt aanzien.
Het
is een boude uitspraak maar ik denk dat de kunstuitingen van de mens, op welk
gebied ook, een zijtak zijn van de bewegingen op het kwantumvlak - bewegingen
die zich vormen in een tijdloze omgeving, niet naar verder, maar in de diepte
en dat de kwantumwereld geen nood heeft
aan kunstuitingen. Een zijtak die de echo was van de geest van de mens van vόόr
de ontdekking van de kwantumfysica, gericht op en gedragen door de schoonheid
van de natuur die hij voortdurend imiteren wou. Vandaag schijnt deze
ingesteldheid af te zwakken, de noodzakelijkheid ervan is niet meer dermate
evident. We hebben nu vele andere en meer tijdopslorpende aspecten die ons
bezig houden. Zodat velen zich permitteren de sacraliteit die elke vorm vazn
kunst zoals we die altijd gekend en uitgedragen hebben, niet meer als
levensnoodzakelijk zien. Waar dit ons brengen zal blijft een vraagteken. Ik
denk verder en verder weg van de wereld waarin we, ik dan toch, geleefd hebben.
|