 |
|
 |
|
|
 |
07-12-2015 |
Lucretius |
'Op zoek naar woorden en naar verzen waarmee ik / zon helder stralend licht kan spreiden voor jouw geest / dat jij de donkere zaken tot in hun kern kunt zien.'
Dit is heel mooi gezegd in zijn taal zal het nog wel mooier zijn - door Lucretius, en dit is ook waar ik elke dag voor sta: de dingen zeggen op een wijze dat ze niet alleen verlichten en verhelderen, maar ook een vonk van gevoel zijn voor de geest van zij die me lezen. Het is een hele opdracht om een tekst te schrijven die verheft in deze donkere dagen van dreiging en aanslag die stilaan als normaal worden aanzien, dan toch door een recensent van De Standaard die ons toespreekt geladen als hij is door een beschaving die wij, gelukkig, niet hebben gekend.
.
Elke morgen als mijn geest zich opent op wat ik schrijven ga, moet ik dit vergeten, of minstens ver van mij weg duwen, maar ik hoor en zie weinig zaken die me hierbij helpen. Ik vermag dus niets anders dan weg te duiken in mijn schelp, die oude woning die ik me heb ingebeeld, met de brede open haard, de Remington schrijfmachine voor mij op de tafel en naast mij een rek vol met boeken, tot boeken gespreid omheen de Remington. Dit zou moeten voldoende zijn om te blijven wie ik altijd ben geweest, gericht naar het licht en de dieptes van de geest.
.
Gevaarlijk, het ontwaken hieruit, gevaarlijk terug op te staan gegrepen door wat er gebeurt in de wereld en te trachten poëzie te bedrijven of wat literatuur. Maar er is geen keuze, de wereld moet me vreemd blijven. Ik heb geen rol meer te vervullen wat de toekomst betreft, ik heb voldoende, op mijn manier, verwittigingen rond gebazuind en gezegd wat ik te zeggen had, terecht of ten onrechte, ik zal er niet meer zijn om de uitslag ervan te kennen. Ik hoor wel proclameren, dat we behoefte zullen hebben aan werkkrachten, onder meer door een regent van de NBB, (de man van UNIZO), maar hij voegt er niet aan toe, welke werkkrachten hij binnen wil nemen, hij bazelt maar wat zoals zovelen, wat ik niet weet is of hij wel meent wat hij zegt en of hij niet denkt wat ik er over zeg. Zo, ik sta dus geen stap verder. En eens te meer ben ik hiermede in de kuil gevallen die ik voor altijd ontwijken wil.
.
IK schreef gisteren een vreemde zin die zo uit mijn pen is gevloeid en die ik achteraf behouden heb. Ik schreef: een simpele zin die als een steigerend paard de dageraad doorboort als je opstaat in de morgen. Het is lichtjes overdreven, ik weet het, maar voor mij is het belangrijk op te staan met een zin, of zoals vandaag, met enkele verzen van Lucretius. Gisteren was het Quasimodo, morgen, Gilliams misschien of Van Ostaijen die s morgens samen met Marc en mij de dingen groet.
Nota wat de voorstelling betreft.
Ik zie me verplicht voorlopig hoop ik, een eenvoudiger procedé te gebruiken voor het inloggen van mijn tekst, het is dit of niets, de deux maux il faut choisir le moindre!
|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|