Er mag weinig gebeuren op een dag om in alle rust een blog te kunnen schrijven en zeker niet gekweld te worden door het technisch aspect van het inloggen, ce qui me tracasse ces jours-ci en mijn ritme van het schrijven en van mijn dagen in de war brengt.
Je kunt niet geloven hoe belangrijk het is, in een zelfde ritme je dagen te kunnen doorbrengen, niet alleen voor het ordenen van je gedachten maar ook voor het in contact blijven met de Muze die je omringt met haar zorg om jouw woorden.
Het gevolg is dan dat een blog meer is dan een nieuw beginnen, het is telkens een opnieuw inschakelen in het vorige bestand van zijn. Het benevelt je vreugde een nieuwe tekst op te voeren, het knaagt aan je moed om verder te gaan en wat erger is het sluit je toekomstbeeld af met een poort. Komt daarbij de dramatiek van een jonge man, de overbuur, van veertig, vader van twee kinderen die op een avond getroffen wordt in zijn woonkamer door een hartaanval en sterft, wellicht omdat de zorgen te laat zijn gekomen.
Dit ook is een element dat speelt, dit contact met de dood in de geburen en een man die verdwijnt uit zijn tuin of aan zijn garage waar je hem bezig zag of zijn groet als je hem ontmoette, en nu dit alles leeg van hem. Het werkt storend, het laat je een beginnend gevoel van neerslachtigheid die je te overwinnen hebt, maar waarvan je weet, als je naar het huis aan de overkant kijkt dat het niet meer is zoals het voorheen was en wiens haag niet meer zal geschoren worden zoals hij het deed, en je de kinderen niet meer zult zien buiten komen, zoals je ze vroeger buiten komen zag.
In de rust die mijn dagen was is er dus heel wat gebeurt dat heel nauw met mij verbonden was – er is ook wel de islam maar dat is verder van mijn bed af - en dat me overhoop heeft gehaald. Vooral dan het voorval met de dood, en de vraag die opkomt bij mij, of hij zich soms niet vergist heeft van woning die avond. In elk geval het weegt op mij en weet niet of ik dit gewicht nog weg krijg, of weg wil.
Dit is dan mij n gemoedstoestand deze morgen van 8 december als ik werk aan mijn blog die morgen verschijnen zal. Ik weet het, ik had kunnen wachten, tot van avond of van nacht maar de dag die zich opent, opent zich op heel wat zaken die me zullen bezig houden terwijl ik in mijn schelp wou onderduiken om er in stilte te vertoeven, niet in het Arcadia waar ik het gisteren over had, maar in mezelf verzonken, denkend hoe het verder moet in die mist die voor mij is opgedoken ineens en voor lange tijd vrees ik.
|