 |
|
 |
28-04-2024 |
Afscheid |
Dankbaar voor wat van het leven is voor wat van de woorden is die ik geschreven heb, dankbaar voor de tekeningen die ik maken kon, én voor de liefde die ik ontving, ben ik heengegaan, als sprankel van het Woord dat in den beginne was.
Karel Mortier 26/04/2024 +
28-04-2024, 14:16 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
17-04-2024 |
Opgenomen. |
Ik ben opgenomen in het ziekenhuis, hoping to stay alive. Er zal dus geen blog zijn vandaag of morgen, of? Ik zal zo al zorgen genoeg hebben.
Genegen groet,
Karel
17-04-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
16-04-2024 |
Hoe ik er sta, vandaag? |
Hoe ik me voel vandaag?
Lamlendig, noch min noch meer, met een piepende adem, beweegloos uitgestrekt op het bed in de kamer, redenen genoeg om ‘geen’ blog te schrijven.
Maar als ik het eenmaal doe, ik het nog zal doen en dan zit in een straatje zonder einde. Ik doe een poging dus en ik antwoord aan wie me de vraag stelde dat de handelingen van de mensen hier op aarde, geen zorg zijn voor waar ik nog altijd geen naam voor heb, namelijk diegene die regeert over de Kosmos die Hij is.
Zijn domein is de geest van de mens en het is via deze geest dat hij de handelingen van de mens ombuigen zal tot wat hij wilt dat deze ooit worden zullen, een ooit, dat veraf kan liggen.
Dit is nog maar eens ‘arm’ menselijk bedacht en geschreven om te blijven binnen het paradigma waar ik nu al enkele dagen mee te koop loop en dat ik, ziek, gezond of het sterven nabij aanhalen blijf.
Maar zeg me, hoe kunnen wij, simpele geesten met weinig diepgang, spreken in dagelijkse woorden over wat de Kosmos is, hoe hij er is en vooral waarom hij er is, opdat we beter zouden weten waarom wij er zijn, zoals ik denk, gekroond en op een ‘piédestal’ geplaatst.
Ik schrijf dit nogmaals, maar ik zeg je ook de wereld is me plots vreemd geworden, ik voel me moe, te moe om verder te schrijven vandaag. Ik houd het dus bij deze portie woorden, voldoende geladen opdat ik ze zou laten gaan zoals ze er staan
Altijd maar eindigend: hopende. Eens zal dit laatste woord ook niet meer geschreven worden.
16-04-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
15-04-2024 |
Waar ben ik mee bezig? |
Als ik, zoals gisteren, slapen ga dan heb ik het gevoel, al heb ik het nooit gedaan, op strooptocht te zijn geweest, wat zeggen wil dat mijn dag op een vreemde wijze verlopen is en dat ik in feite dit zou kunnen vermelden telkens ik aan het schrijven sla, op een strooptocht naar woorden, beelden, zinnen.
Op dergelijke momenten vindt er een metamorfose plaats, ben ik iemand anders, iemand die ik begin te kennen, een zoeker, iemand die denkt dat hij de geheimen van het Universum blootleggen moet, dat dit de opdracht is die hij nog te vervullen heeft alvorens te vertrekken en hij bekent dat hij meer en meer het gevoel heeft dat dit vertrek nakend is.
Zo denkt die man in mij dat er vóór de tijd er was een onmetelijke massa oneindig kleine deeltjes moeten geweest zijn die het Zijnde uit maakten; zo denk die man in mij dat die massa die er was, maar of ze er was of niet het maakte geen verschil, zich veruiterlijken wou opdat ze gezien zou worden, gezien door iemand die er zou zijn en weten dat het Zijnde er was.
En het Zijnde is eraan begonnen met een Big Bang, om 13.5 miljard jaren uit te komen bij het begin van wat ze zich had voorgesteld te bereiken
Ik herlees dit, dit is een mooi verhaal door een mens gezien, maar hoe ziet het verhaal eruit door het Zijnde gezien, het Zijnde dat een totaliteit moet zijn van op elkaar inwerkende Higgs en andere deeltjes.
Mijn God wat zet er me aan hier altijd te willen over schrijven, is dit eigen aan allen die op het punt van hun stoel zitten klaar om op te stijgen?
Het foute is dat het geschreven is vertrekkende van uit een vooropgestelde idee die zich herhaalt om een zekerheid op te bouwen namelijk dat de mens er gekomen is omdat hij nodig was er te zijn wat maakt dat de opbouw van de structuur van het Universum bijkomstig is.
Maar dat ik dit blijf herhalen als een soort zwanenzang, dat weet je al. Je herkent er misschien in de dwaas dit ik ben dit durven te verkondigen en het werk van al de Hawkings die er geweest zijn sedert eeuwen, als bijkomstig te zien.
Er wacht ons een andere zoektocht.
15-04-2024, 04:28 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
14-04-2024 |
Gesprek op zondag. |
There are moments, waking up in the night, enjoying the fact that I am still alive, alive to defend my strange, but for me, solid idea that a universum was needed to produce the homo sapiens, and not the opposite, that a universe was made/created in order to ‘produce’ the homo sapiens.
Is there a difference? Of course there is, but I am not trying to explain what kind of difference there is, for it would bring me in the highest spheres of heavens, far beyond Spinoza, and that is too high, for how could I ever attain that kind of philosophical religious way of thinking? How could I ever feel me at ease beyond Spinoza, reaching a level never encountered in my live, a level reflecting. God?
I should have to explain that men has to grow to a kind of god himself and at that level I am not used tot feel me at ease.
Om verder te gaan en mijn idee te volgen moet ik uitstijgen tot boven Spinoza en tot hier toe hebben dit weinigen, om niet te zeggen niemand bereikt.
Ik zal dus de toekomst ingaan - insukkelen - met die ene zin geschreven: wat ‘gemaakt’/’gecreëerd moest geworden is de mens, hiervoor was het nodig een universum te ‘maken’/te creëren.
Met dit kan ik het best laten en er verder over zwijgen want ik ben hiermede verder gegaan dan Spinoza in zijn ontboezemingen.
Ik geloof ook niet dit ooit al eens gelezen te hebben, maar ben er zeker van dat het al gedacht/geschreven werd.
Het is een stelling die verwacht ik verloren zal gaan in en met mijn blogs die eenzelfde weg beschoren zijn.
Misschien is het maar best ook want welke discussies/twistgesprekken zouden hierover niet kunnen ontstaan? Echter ik heb dit nu geschreven ik zal het geschreven laten
Maar kan het dat ik erover zwijg in de toekomst, kan het, me kennende?
Ik schreef dit op zaterdag 13 april om 04.45 pm.
Men zegge het voort of, men zwijge het voort
14-04-2024, 05:05 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
13-04-2024 |
Hoe zal ik ze noemen? |
De kracht van de geest om op mijn leeftijd, nog te verlangen naar een plaats die omwille van haar ligging voor mij ontoegankelijk geworden is, en dan, in het bijzonder, op een namiddag zoals deze, en ik, totaal verward, wegdroom, de ogen gesloten, half ingeslapen?
Een onwezenlijke droom op een bergtop te zijn, zoals er zovele toppen zijn waar ik was op een dag in augustus. Ik denk, nu ik er verder overschrijf, dat het een ziekelijk verlangen is, het niet te stelpen is, dat het lijk een wonde is, diep geslagen.
Hoe heb ik er geleefd al die dagen, doorgebracht in de Valais, jaar na jaar in de maand augustus; wat bezielde me toen terug te keren naar die zelfde plaatsen die ik zo goed kende en waar ik me totaal ontspannen voelde, ondanks de regen soms, de mist, de inspanning die het me telkens kostte uren wandelend, de hoogtes op te zoeken om dan, met pijn in de knieën, af te dalen naar het dorp terug?
Het kon vooral denk ik omdat er de vrienden waren die ik er kende en dat het eerder naar hen was dat ik keerde dan naar het dorp en de bergen, naar de bossen en de meren, naar de meest eenzame plaatsen ter wereld, om ergens terecht te komen, op een rots gezeten, met de hemel als een koepel over mij.
Het was inderdaad een roep waar ik niet kon aan weerstaan; een periode in mijn leven die van groot belang is geweest, en nog is.
Het is pas nu dat ik me er rekenschap van geef, dat ik weet wat de Valais en de bergen betekend hebben.
Het is me duidelijk, als ik me laat gaan, dat ik terug de eerste stappen zet, over de rotsen om, zoals het de dag van de Sasseneire ooit gebeurde aan niemand – behalve aan jullie! - te zeggen dat ik er heen zou gaan en indien er iets gebeuren zou, niemand me zou gevonden hebben en ik er gelegen zou hebben als voedsel voor de chouca’s, de raven.
Hoe zal ik ze noemen die dagen?
13-04-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
12-04-2024 |
Moment van Ontgoocheling |
Ik heb een ontgoochelende dag gekend. Vraag me niet waarom, ik houd het voor mij: een misverstand, een hoop die ineens verdween en me enigszins ‘verweesd’ en geledigd achterliet.
Heb lang op mijn bed gelegen, geslapen en niet geslapen. Ik dacht eraan dat alles ineens kan omslaan in de dag, zelfs in het leven, een hoop met vele mogelijkheden in potentie eraan verbonden die verkeerd uitvalt en een soort verslagenheid die erop volgt en hangen blijft.
Voorbij wat ik gisteren schreef over de hamvraag: de rol die de mens hier meegekregen heeft. Wat ben ik ermee, wie zal er ooit naar mij luisteren en me volgen, wie denkt eraan, wie maakt zich zorgen over zijn aanwezigheid hier op dit micropunt in de Kosmos?
En wat zet er me aan er altijd maar op terug te vallen alsof er niets anders meer zou zijn in mijn leven, zo dat ik me vragen stel over wie ik eigenlijk wel ben, en hoe jullie, mijn lezers van elke dag opkijken naar mij, naar deze zonderling die meent dat hij geroepen is om elke dag een geschrift na te laten, een bundel schamele woorden, zoals het vandaag het geval is.
De avond valt, ik verschiet, het is al 19.48, de tijd, de dag ging zo voorbij, ik liggend op mijn bed om er straks opnieuw naar toe te ggan voor een lange nacht.
En nu, waarom schrijf ik dit allemaal, als ik eerst dacht er niets over te zeggen. Is het omdat ik een ogenblik gedacht heb aan de top van het ‘holy isle, Iona’ waar ik was met Guy en Jean-François, en een andere dag met Pierre. Twee van hen overleden, de overblijvende, een taaie, waar ik nog weinig over hoor – wie weet misschien leest hij me? - en bij wie ik me zeer schuldig voel.
Begrijp me als ik nu denk aan Robert Burns en aan wat hij in een opwelling wellicht uitriep: ‘My heart’s in the Highlands, my heart is not here.’
12-04-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
11-04-2024 |
Na tien jaar. |
Tien jaar geleden schreef ik:
Het gebeurde ooit, lang geleden, dat de schrijver van het Boek ‘Genesis’, in een goede dag zijnde, in onuitwisbare inkt zijn drie eerste woorden neerzette: bereshit bara elohim. Waarmee hij op een duidelijke wijze stelde dat het Elohim was die alles geschapen had.
Hij formuleerde dit in wondere conventionele tekens die door ingewijden konden begrepen worden en in andere talen en tekens omgezet. Zo werd bereshit bara elohim omschreven als ‘in den beginne schiep God’. Wat Hij schiep werd het Universum, het zichtbare, Hijzelf was en bleef onzichtbaar in het zichtbare.
Een andere schrijver, een oosterse filosoof, denk ik, ging een stap verder en hij schreef: ‘in den beginne was het Woord.’ Maar wat of wie het Woord was werd niet gepreciseerd, wel wat het Woord werd.
De tijd, ce grand sculpteur[1] van dingen en van gedachten, schoof andere ideeën binnen, meer precieze formuleringen, namelijk dat het beginnend Universum bestond uit minimale deeltjes die de bouwstenen waren waaruit dit Universum is tot stand gekomen. Maar de vraag of deze minimale deeltjes er waren in den beginne of er niet waren in den beginne blijft nog steeds onbeantwoord.
Ondertussen ben ik tien jaar verder en ben ik geneigd andere vragen te stellen. Het kan me nog weinig schelen hoe het er gekomen is omdat ik nu weet met zekerheid dat het er is , opdat de mens er zou kunnen zijn en dan spitst mijn vraag zich toe, en ik ken half het antwoord, welke is de rol die de mens heeft meegekregen;
Dit is nu de hamvraag.
[1] Marguerite Yourcenaer
11-04-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
10-04-2024 |
Totale zonsverduistering. |
Ik hoorde en weet nu heel wat over het fenomenale, het sensationele evenement van gisteren 8 april dat zichtbaar was in Mexico en in Texas en gedurende ruim een uur in beeld werd gebracht door de BBC.
De toeschouwers die het ter plaatse ‘live’ meemaakten waren in alle staten van vervoering en ik begrijp hen als het ineens in volle dag nacht wordt, maar ik die het mocht meemaken op het scherm was er evenzeer door gefascineerd en de omstandigheden hebben gewild dat ik op het juiste ogenblik overgeschakeld ben naar de BBC, ik had het echt niet bete r kunnen beleven.
Achteraf heb ik me afgevraagd of het ook bij de toeschouwers bijzondere gevoelens had losgewrikt, of er onder hen waren die nagedacht hadden over de structuur van ons Universum, hoe het kon dat we erdoor op een dergelijke wijze door geroerd worden, erdoor zelfs in ontroering gebracht?
Hebben ze zich, eens terug tot normale gevoelens, afgevraagd welk wonder dit Universum wel is en welk geluk mee gemaakt te hebben wat het Universum hen heeft voorgeschoteld; hebben ze geweten dat bij momenten we overspoeld worden door het Universum.
Ik wil ditmaal niet verder gaan. Het gebeuren was verwondering, was een lichte slag om de oren, niet om erover verder te mediteren.
Ik ook ga er niet verder over uitweiden, ik had vandaag andere geschriften te verzorgen zodat ik te laat begonnen ben aan deze blog, soms hebben andere zaken voorrang
Laat me dus toe afscheid te nemen. Ik weet dat mijn goede vriend Paul onvermijdelijk zal gedacht hebben aan Hergé en aan de zonsverduistering die hem toeliet Tintin op een zeer ongewone wijze te vrijwaren van de dood. Alleen het génie van een Hergé kon aan de mogelijkheid denken geboden door een zonsverduistering in het Land van de Inca’s, of welk volk ook.
10-04-2024, 07:39 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
09-04-2024 |
De Tocht. |
Ik verlaat Dante, ik verlaat de interpretatie die ik gaf aan enkele versregels van hem, wat niet betekent dat ik mijn interpretatie intrek, integendeel, ik verstevig ze met erover te zwijgen. .
Maar ik verlaat de kamer en het huis en ik verlaat mijn leeftijd voor een korte tijd. Ik ben nu veertig of vijftig of zestig zelfs, en gelaarsd en gespoord stap ik over de ‘Barrage de Moiry’ om mijn beklimming te beginnen.
Er wacht me een lange wandeling van een paar uren over de alp, in het spoor van de grazende koeien, voorbij de hoeve en de stallingen, een gestage klim in de grote openheid van luchten, in het machtige van de toppen om me heen, tussen de meest wonderlijke bosjes flora naar de Col voor jou, 2919 meters hoog, de passage naar de andere vallei.
Ik kan het nog, ik ken het nog, ik weet het nog zo goed, even neer te liggen in het gras tussen de alpenbloemen aan het bergmeer ‘les Autannes’ voor de top: een zaligheid van geuren, van luchten, van licht en jij weinig meer dan een bundel cellen, badend in al wat van de Kosmos is omheen jou.
Van hier af wordt de klim steiler, maar het duidelijk getrokken pad biedt geen andere moeilijkheid. Hoe dikwijls en in welke weersomstandigheden was ik hier, met ademhalingsmoeilijkheden naar de Col toe die ik bereik en waar ik de anderebezoekers begroet, zoals zo dikwijls gehoord, met een ‘à Dieu’. Van hier uit heb ik zicht op de overzijde, zicht op de Val d’Hérence en Evolène.
Ik ben er nu bijna lijfelijk terug, ik tracht me in te beelden hoe ik er was de rugzak aan mijn voeten, de rug bezweet, de drinkbus met thee in de hand, een appel of een peer misschien maar zal er niet lang blijven, een paar woorden met de andere bezoekers - je bent er zelden alleen - en dan de rugzak terug en de bergkam volgend naar rechts een eerste moeilijke, steile passage, met losliggende stukken rots met plaatsen begroeid met welige struikjes génépi en edelweiss en allerlei soorten mossen. Je past op voor de los liggende stenen en je bent op het pad dat doorloopt tot de top van de Sasseneire
Velen moeten me hier zijn voorgegaan naar het ijzeren kruis op de top. Zo maar, zonder duidelijke reden, alleen omwille van de drang in hen omdat het een top was die bereikt moest worden om zichzelf te overtuigen.
Hij was er alleen, alleen met dat lichaam van hem dat kreunde, dat hijgde, dat zocht naar adem, dat zich neerzetten wou, al was het maar heel even, maar zijn wil, de kracht van de geest in hem zette door, zoals het uiteindelijk altijd is geweest, ook nu.
Hij kwam er, hij legde zijn hand op het met mos begroeide ijzer van het kruis. Hij dacht nog, na mij, zal de berg even eenzaam zijn, alleen met het gekrijs van de ‘chouca’ s’, de regen en de sneeuw en de zucht van de wind erover, met het licht van de dag en van de sterren in de nacht.
Hij, in zijn kamer, ver weg nu, dromend dat hij in de bergen was, op meer dan 3000 m hoogte, aan de voet van een kruis, denkend aan Dante, denkend dat hij hier dichter gekomen was tot het Idee God, in hem.
Misschien was het enkel dit dat hij optekenen wou, de tocht naar de Sasseneire een voorwendsel.
09-04-2024, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde 
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
 |