Is kerstdag de spildag van het jaar? We opteren ervoor, het is een dag met een ver dragende boodschap, de meest tot de verbeelding sprekende. Ik kan er zo maar niet aan voorbij, vooral als ik zie hoe de luchten zich openen op een begin van blauw met witte wolken die zich vormen, en het broze roze van het eerste licht de boodschap brengt die ons binnen voert in de dag der dagen.
Je hebt niets voorbereid, je wilt de dag ingaan zoals elke andere dag, je open rukken op wat essentieel is. Je hebt op je netvlies nog de foto’s die je zag van een punt, een onooglijk, minuscuul punt verloren in het meer dan ontzaglijke van de ruimte; het hangt daar, het wentelt en verplaatst zich, en ergens op dat punt zit jij te schrijven. Het geeft je ineens de macht te zeggen wat je ziet omheen jou en te vertellen over het ontstellende dat het Universum is. Twee werelden: aarde en Kosmos, verhoudingsgewijs niet te bepalen, niet te berekenen, maar desondanks bestaande, het stofdeeltje en het onberekenbare massale. En toch kunnen we er over uitweiden, hebben we de visie, het beeld ervan, hoe vernietigend ook, te afficheren op alle muren van de dagen van ons leven.
Wie heeft ons dit beeld meegegeven, dat zich over de eeuwen, verfijnd heeft dag na dag, en het ontzaglijke van de ruimte waarin we zijn opgenomen, nu is doorgedrongen tot ons landschap.
Meer dan ooit zijn we Kosmos geworden, zichtbaar en wezenlijk wat de stof van ons lichaam betreft. Maar er is meer, we zijn ook de geest die in die stof van ons lichaam aanwezig is, lichaam dat een deel, hoe miniem ook, de Kosmos is. En omgekeerd, de geest van de Kosmos die ook die van ons is. Niet te loochenen, maar te beleven. Dit is geen grootheidswaanzin, dit is kolossaal, eens we gaan denken over de dood.
Want kerstdag is ook de dag van onze geboorte; wij ook zijn geboren uit de Kosmos als zonen, als kinderen van de Kosmos; wij ook dragen alle kenmerken eigen aan de Kosmos of, gemakkelijker te begrijpen: de Kosmos heeft alle kenmerken van ons, homo sapiens, en is, in eerste instantie, geest.
Geest, de Onzichtbaar Aanwezige die er was vóór er iets was en die er nog zal zijn als er niets meer zal zijn, indien dat momentum nog ooit eens komen zou. Wat ook een vorm van bewijs is, waar we niet lichtzinnig mogen overheen gaan, dat de geest in ons, indien hij geïndividualiseerd zou zijn, ook verder leven zal als geest van ons. Wat onze onsterfelijkheid betekenen zou.
Kerstdag is aldus niet de dag van onze geboorte maar, wat meer spreekt tot ons, het bewijs van en aldus de dag van onze onsterfelijkheid.
Dit is waar we uitkomen als we, zoals het al zo dikwijls gebeurde, een stap gaan zetten buiten ons, en het licht - dat schijnbaar aarzelt deze morgen om zich in volle glorie te tonen - dat symbool staat voor deze onsterfelijkheid, onze maatstaf is.
Kerstdag is dan wel de spildag, is ook deze van de eeuwigheid.
|