Er is geen keren aan, het nu van toen, zelfs nog zo intens beleefd, is nimmer meer het nu van nu. Wat voorbij is, is voorbij, er is geen keren aan.
Maar de dagen van de Highlands, waar ook óns hart toen achterbleef, herinner je: Glen Coe waar we waren, de bergen over ons gebogen, de distelvink op tafel die uit je hand kwam eten, en dan Fort William en de winkel waar we een zelfde wollen trui er kochten die enkel nog op foto overbleef.
Herinner je, , Tiroran ons verlangen op Mull, uit de Michelin gehaald, het licht er gouden op het water was, een lange sliert, en verre eilanden, die ons lokten, en hoe vlug de wolken dreven, door hoge winden opgejaagd, herinner je.
De dagen van Iona en niets dat ons kon deren, de zee een zee van licht, het zout dat hangen bleef op onze winterlippen, zoals de meeuwen hangen bleven een korte wijl, je weet het wel je voelt het nog, hoe licht we waren toen, hoe aan elkaar geankerd tot ons eeuwigheid die we dachten toen er was.
En diep in het noorden, de oude dame niet ouder toen dan wij nu zijn, tussen turf en heide in haar eenzaamheid verloren, opgetogen.
Herinner je de regen ook, de wegen en do you know why Scotland is so beautiful?
En andere momenten: Dunkeld en de glinsterwaters van de Tay waar Schotland ons het eerst bekoorde. En Peebles en de 'Gruaud-Larose', herinner je.
Hoe anders we toen waren, hoe ver we nu zijn afgedwaald, vervreemd en opgeslorpt, dooreen gehaald.
Neen, er is geen keren aan.
Maar, wat keert zovele malen, zijn gevoelens van verbondenheid en woorden hoeven niet, en fotos evenmin, we houden wat te houden is
en een rijkdom is.
|