Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    03-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de hitte en het verkouden zijn.

     

    Het is, zoals ook een vriend me schreef, de hitte die ons plaagt, ik ben er niet tegen bestand, toch niet de hitte van hier, ik droom van de bergen en de luchten daar, ik droom van vele dingen en van vele plaatsen waar ik was en waar de hitte geen hinder was; integendeel, het was een zalving, een streling, maar het kan ook dat ik er vroeger beter tegen bestand was en de impact van de hitte amper merkbaar was. Het ouder worden biedt weinig voordelen.

    Zelfs de vijver is geen afkoeling, je snakt er naar wat wind, wat koelte en je wordt geconfronteerd met een begin van verkoudheid, plots neergestreken in jou. Je weet het, je kent voldoende de voortekenen die onvermijdelijk hun weerslag hebben op de spontaneïteit van het schrijven, zo is er vandaag een aarzeling. Wat vermag ik er tegen?

    Ik  vermoed dat we allen wel eens een dergelijke periode doormaken dat mijn geval dus niet uitzonderlijk is, maar het legt een kwart van mijn mogelijkheden lam. Gelukkig is er nog Ionesco, the founder father of the theater of the absurd,  helpt niet altijd, maar zijn gedachten, op stevig, mooi wit gebleven papier - het boek dateert van 1990 - volgen me, verlaten me niet:

    The connection between Buddhism and the thought of Freud seems to me all the more convincing because Freud himself, towards the end of his life, discovered and asserted that we have within us, that our whole being bears within itself a death instinct, a longing for rest, the ‘Nirvana instinct’ in the words of the .great analyst himself. (p.51). 

    En ik ontken dit helemaal niet, in mij hangt dit dood-instinct, dit aanwezig zijn van, en Freud koos het correcte woord, een ‘Nirvana’-verlangen. Een gevoel van, het is genoeg geweest. Niet dat ik wens dat het ophouden zou, hic et nunc, neen, zo ver gaat het niet, maar wel een gevoel dat, als het komt, als het gebeuren moet, het mag.

    Dit is dan het doek waarop je je gedachten projecteert, het is er op de background van je blogs, en om eerlijk te zijn het voedt je, het omhult je met woorden, het is inspiratie, en zelfs al is dit niet op te merken, ‘we have it within us’ en hoe dichter we komen, hoe duidelijker het, het watermerk wordt in het papier waarop we schrijven.

    Desire or Eros, keeps us alive’, zegt Ionesco en dit ook is een waarheid voor mij, dan toch wat ‘desire’ betreft: het verlangen, elke dag te schrijven houdt me geestelijk in leven meer dan wat anders. Ik weet het voldoende opdat ik dit verlangen koesteren zou en een lichte verkoudheid niet toelaat een te grote hinder te zijn.

    Vandaag is dit een duidelijke regel om naar te leven. Toch gebeurt het dat we  elke dag een beetje meer sterven.

    We merken het.

    03-07-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Les miettes de Ionesco

     

    Ik ben streng en blijf streng voor mezelf, omdat ik het beste van mezelf wil geven, omdat ‘bijna goed’ niet mijn betrachten is. Ik schreef dit reeds: geen middelmatigheid, maar de volle pot, dit is wat ik beoog en toch, soms gebeurt het dat ik het gevoel heb, maar het wankele te hebben bereikt.

    Altijd heb ik een aanloop nodig, heb ik een boek mee als ik me verplaats. Soms is het een dagboek, een van de eerste jaren – en dan ga ik ver terug – of een van de laatste jaren; soms een ander boek en dan is het altijd een van jaren terug, want op een bepaald ogenblik in mijn leven heb ik praktisch geen nieuwe boeken meer gekocht, omdat schrijven tijd opslorpend is en voor iemand die schrijft, lezen tijdrovend is.

    Vandaag - morgen van 1 juli - heb ik Eugene Ionesco meegenomen. Hij is/was een wijs man die wijze dingen heeft geschreven; dingen die de moeite zijn om over te nemen. Zo vind ik waar ik het boek opensla, met potlood onderlijnd en met een kabbalistische tekening van mij in de marge:

    I assert that learning is useless. I assert that science can never get to the essence of our being. I don’t care if I know nothing, for learning is ‘mundane’, and I am not interested in such things: what takes place, what’s done, what moves. I am not interested in the mechanisme of our movements, not at all; what lies behind, the Unknown, He or It, is alone worthy of our interest…[1]

    Ik ben gelukkig dit opnieuw te lezen. Ik ook heb altijd - is hij mijn goeroe geweest? - uitgekeken en geschreven over wat er achter de dingen is, over wat er is van de Higgs en de quarks, en het binnenste ervan. Ik vroeg me zelfs af of deze deeltjes niet de materiële vormen zijn van de geest, en dan ook van welke geest, deze van het Universum?

    Ionesco zegt ook nog:

    We were born cheated, for if we are not to know, if there is nothing to know, why do we have this longing to know? 

    En het zit in onze genen die vraag te stellen en te blijven stellen. Ofwel ligt het antwoord open en bloot en zien we het niet, ofwel zijn we nog niet voldoende ver gekomen – we tekenden nog niet zo lang geleden op de grotwanden! – om het te zien. Hoe dan ook, het antwoord is er, het ligt verscholen in de vraag, de vraag stellen is al een begin van antwoord.

    Maar ik beken het, het is een groot moment te lezen - ik zag vanmorgen heel vroeg, 04.00, de maan boven Mars, bijna in conjunctie - in de kruimels van iemand als Eugene Ionesco wat ik altijd heb gemeend te moeten vooropstellen. Ik voel me er goed bij, même si ce ne sont que des miettes.

     

    [1] Eugene Ionesco: ‘Fragments of a Journal’, translated from the French by Iean Stewart. Ed. Paragon House, New York. De Franse, oorspronkelijke versie van zijn Fragmenten dateren van 1969 (Editions Mercure de France). Pas in 1990 kwam de Engelse vertaling van zijn ‘Journal en miettes’. Fragment hier, overgenomen van pag. 33.

    02-07-2018, 06:27 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    01-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van de tijden die waren, of misschien niet waren.

     

    Van tijden die waren of niet waren of nog, hoe een blog ontstaan kan.

    I feel like de Maupassant, says Friedl, two lovers are better than one and three are better than two… Exactly what love is I don’t know and probably never will know. Everyone understands it in his own way.

    Een zin van Isaac Bashevis Singer, uit zijn short story, ‘A Friend of Kafka’,  die hij optekende voor hij insliep, denkend aan zijn blog van een van de komende dagen. 

    En de volgende morgen, voor hij hierop inging, een andere zin die hem bezocht, een zin van Emile Gillabert die in zijn Thomas-evangelie vertelde over nog een ander (apocrief) evangelie, dit van Philippe:

    Le Seigneur aimait Marie plus que tous les disciples et il l’embrassait souvent sur la bouche. Les autres disciples le virent aimant Marie, ils lui dirent : pourquoi l’aimes-tu plus que nous tous? Le Sauveur répondit, il leur dit : comment se fait-il que je ne vous aime pas autant qu’elle?

    Hij had dit ook kunnen antwoorden toen hij, voor haar staande in haar kamer, hij, bewogen door een gevoelen dat plots opwelde uit het diepste van zijn wezen; en overvloeide tot een roes, zijn handen nu onder haar losse bloes over haar kleine, harde borsten en de dansende Shiva op de oude linnenkast hem aanstaarde en hem betoverde.

    Omdat hij wist hoe ze wachtte op hem, en hoe alles klaar was opdat hij binnendringen zou, binnen wandelen zou, diep, heel diep; hoe ze alle krachten wegzoog uit hem, alle gedachten, alle vreugdes en alle pijnen en ze hem ontving, de totaliteit van zijn wezen ontving met een kreet.

    Hoe alle gevoelens, alle vezels, een poel, een kring vormden, lichaam tegen lichaam, woorden tegen woorden en opnieuw, zoals het altijd was geweest, de krachten rijzend in hem vlugger dan de deeg in de trog, en dit, als tijd en aarde stil blijven staan en hij neerligt naast haar, en de schemer van de lichten en de geluiden van de straat tussen hen en over hen en over zijn gedachten en over zijn hand open op de donzige warmte van haar schoot en alles te vergeten, wat was komen kon. Puurheid van het zijn en het worden.

    Die nacht, toen hij thuis kwam, waren de sterren klaarder getekend op het blauwe laken van de nacht. Kan het, dacht hij, dat wat ik beleefd heb slechts een droom is geweest, dat ik enkel een glas heb gedronken met haar in een stil café onder de toren van de kathedraal en zijn de woorden die zich nu vormen in mij, niet mijn woorden maar de woorden komende uit a short story van Singer?

    Is elke ontmoeting tussen man en vrouw niet lijk een roman die men openslaat op pagina zoveel, niet wetende en niet wensend te weten wat er in de voorgaande pagina’s reeds verteld werd?

    En wie of wat zal bepalen of we het boek zullen verder lezen of op zij zullen laten liggen, omdat we niet willen dat het ons volledig opslorpen zou, meeslepen zou in een leven naast het leven; niet willen dat het ons houden zou in de tentakels van een zelden gekende hevigheid die hij betasten kon, ruiken kon in de geur van haar haren waar zijn hand in woelde toen hij die avond en die nacht wegschoof in haar. En hij, in de echo van haar lichaam, kwetsbaar ineens, kwetsbaarder dan hij ooit geweest was.

    Dwaas hoe het nu, omgezet in woorden, geschreven staat en hoe het zal gelezen worden door de wereld?

    01-07-2018, 06:38 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    30-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Die avond en het huis

     

    Die avond en het huis.

     

    We spraken: hoe de ginkgo bilboa,

    hoe van alle bomen de catalpa.

    Hoe ons ogen over de pelouse,

    hoe een effenheid van gras en denkvermogen,

    het huis gedoken hield.

     

    Dit toen over ons de avond.

     

    Hoe de lissen en de waterlelies,

    de biezen en de merel laat.

    Hoe als vrienden, ook van vele tijden,

    hier gekomen om van de dingen te getuigen

    die er waren, de kleine en de grote.

     

    Dit alles toen over ons de avond.

     

    Dit alles toen de schemer

    in de kamer, met Hiroshige en Hokusai,

    en wij gezellen in een kring gezeten,

    in bezinning oosterse gedachten strooiend

    over wat al was en wat nog komen zal.

     

    Hoe wijs we waren, hoe poëzie, hoe Hamlet

    onder ons gekomen, hoe wijs gedronken,

    wijnen en waters en woorden,

    En aan de tafel waar we genodigd waren,

    een stil gebed gedacht, het niet luidop gesproken,

    omdat w'er waren, zo uitzonderlijk.

     

    Omdat we zagen hoe goed het was, hier te samen,

    en de dis, hoe die van alle dissen, uitgelezen was.

     

    Zo de avond: we avondmaalden en vertelden

    wat de omtrek van de aarde was,

    indien een meter meer.

    Dit, terwijl de aarde zich wentelde

    om de zon en het ons niet deren kon,

    omdat van alle avonden dit precies dé avond was.

     

    Zij die er niet waren, hebben enkel te begrijpen,

    van de avond dat hij enig was,

    ons niet zo vlug verlaten zal,

    maar, het hoeft gezegd toch bijna vergeten.

     

    Zo het huis dat alles hoorde, zag

    en het noteerde.

     

    30-06-2018, 06:54 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    29-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gérard Bodifée

     

    Het is, voorzeker, een vriend, Hubert v. M. overleden op het einde van vorig jaar, ‘sequelen’ van hem – hoe ook en in welke vorm ook nog aanwezig hier – die me bezocht hebben deze nacht en me hebben voorgehouden zijn goeroe, Gérard Bodifée[1] op te zoeken en dan vooral wat die heeft gepuurd uit het werk van Max Wildiers, om er, deze glorieuze morgen daar waar het boek openviel, te lezen:

    ‘Wie we ook zijn, wat wij ook mogen denken, allen worden wij geconfronteerd met het grote mysterie van het universum en voeren op onze manier een nooit eindigend gesprek met deze ondoordringbare wereld. In deze confrontatie met het universum heeft alle mystiek zijn oorsprong en vertrekpunt. Want de religieuze mens is hij die achter deze zintuigelijk waarneembare wereld een hogere geestelijke realiteit, een werkzame aanwezigheid vermoedt, die hij zal trachten te begrijpen…’

    En ik ken me als een religieuze man, en ik ken me zoals Cervantes die, ‘de voet reeds in de stijgbeugel’, het melancholische van het ‘oud-worden’ wilde omzeilen met het schrijven van een paar novellen. En het is deze, door Bodifée aangehaalde zin - en weinig is er aan toe te voegen - uit het werk van Max Wildiers, die niet alleen centraal staat in al wat ik schrijf, maar hoofdzakelijk ‘de’ reden is waarom ik schrijf.

    Ik schrijf omdat ik zoek. Gans mijn leven ben ik een zoeker geweest. Als Elias – Maurice Gilliams - een grassprietje uit de grond haalt en zich vragen stelt bij het tere van de worteling ervan, dan ben ik het die zich vragen stelt over het grote wonder dat het leven is.

    Als ik, in een van mijn gedichten schrijf over het frêle herderstasje in een rotsspleet aan (de Middellandse) zee, dan is het omwille van de levende, stuwende kracht erin aanwezig, het ganse wordingsproces ervan: de bloei en de vorming van het zaad en vooral, vooral het ingehaakt zijn in het immense kosmische gebeuren dat het Universum is: telkens stil te vallen in de herfst en opnieuw te verrijzen in de lente, keer op keer op keer.

    En als ik, in dit telkens nieuw beginnen, zoals Wildiers het noemt, een ‘werkzame aanwezigheid’ ontwaar, wat meer is dan vermoeden, die erin slaagde, op een meer dan mysterieuze wijze, dat het herderstasje, na een eeuwigheid van evolutie, de tijd niet tellende, er gekomen is, dan kan ik niet anders dan deze  ‘Aanwezigheid’ te kronen met een hoofdletter.

    Hoe die Aanwezigheid er is, wat ze is, van waar ze komt of wat haar bedoeling is, zijn vragen die ik me kan stellen en blijf stellen, maar voor het ogenblik, deze morgen, wil ik enkel beklemtonen dat ze er IS, duidelijk aanwezig in alles wat er was en is en komen zal. Ik wil er geen naam voor, hoewel het Onnoembare, l’Ineffable, de minst schadelijke kan zijn.

    Wat ook, mijn vriend, het is die Aanwezigheid die ‘mijn’ reden is, voor ‘ mijn’ schrijven. Ware die er niet, had ik niet het gevoel dat die er is, ik geloof niet dat ik iets zou gevonden hebben om over te schrijven, toch niet over de mens in zijn dagelijks doen en laten.

    Echter die Aanwezigheid is ook werkzaam in mij, spreekt tot mij. Mijn geschriften zijn mijn antwoord op wat ze me vertelt. Meer zijn ze niet, meer hoeven ze niet te zijn. Ze houden me springlevend.

     

    [1] Gérard Bodifée: Kerngedachten uit ‘Zo vrij is de Mens’ van Max Wildiers, Uitgeverij Pelckmans, 1996.

     

     

    29-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    28-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brief

     

    Ik kan stellen dat mijn dagen een snoer zijn van parels en van veelkleurige steentjes, uitzonderlijk, van amber sommige ervan met een stukje vlieg erin, een dondervliegje erin, zoals ik er ooit eens kocht in de straten van Ibb, in het land van Yemen dat ons verwonderde toen – nu een Hel geworden is - en een oude man, zo oud als ik nu ben, die aarzelde, ongelovige die ik was, me te verkopen.

    Ik kan dus stellen dat omgezet in een rij symbolen, mijn dagen een dergelijke ketting vormen.

    Ik kan ook, als ik me afwezig opstel, zeggen dat de dagen die voorbij zijn niet meer waren dan een zich langzaam openen en zich langzaam sluiten. Ik kan dus, als ik terugblik op wat was, alle wegen op, maar, een zaak is zeker, ik sta met beide voeten geplant in het nu-ogenblik, het ene ware ogenblik dat is, en ik wil er voortdurend uit, is het niet naar wat was, het is naar wat komt zodat er geen tijd is voor het nu van het nu.

    Ik weet dit al lang en toch laat ik me keer op keer vangen als ik bezig ben te verhalen wat er opduikt in mijn gedachten. Ik ben geen doender, ik maak niets, geen schilderij, geen beeldhouwwerk, ik ben een denker, ik luister niet naar klanken, kijk niet naar vormen of kleuren, ik vang op wat me ingefluisterd wordt en als dusdanig ben ik een schrijver.

    Daar begint het en daar eindigt het. Het is het voornaamste, meest uitgesproken deel van de uren die verlopen lijk water uit de bron, het is het meest zalvende, dat begint van als ik me erop instel en eindigt met de laatste zin ervan, met het punt dat wordt neergezet. Van dan af leef ik een normaal leven, beleef ik het nu, het opvallende nu, het gestamel van het nu of het verblindende ervan, het hoog verhevene als het doodgewone, het levende als het uitdovende.

    Aldus verlopen mijn dagen, het is niet veel, maar ik heb het hoogst nodige. Geen schrikkeldag, niet de glinstering van een vis die plots opspringt in het water, en zelfs indien hij er was, het maar een korte verpozing zou zijn, een te kort verblijf in het woordeloze.

    Hoe kom ik er uit tevoorschijn: begraven voor ik sterf of met een laurierkrans op het hoofd?

    Het is bijwijlen de pijn om wat was, dat me schrijven doet, bijwijlen zijn  het de mogelijkheden van het bestaan in een context die reikt tot in het oneindige; die zijn van het oneindige, het niet verhaalbare, waarin ik me voortdurend ophouden wil en bewegen wil. Los van wie ik ben, uitzwervend in de vreemdste oorden van de geest.

    Zo heb ik altijd bestaan, zo verwacht ik dat het blijven zal, of ik nu gevolgd word of helemaal niet. Het is telkens een nieuwe brief die ik me schrijf, die ik onder omslag bewaar, verzegeld teneinde er niet meer heen te gaan om hem te openen.

    Een afschrift ervan wordt wel de luchten ingestuurd of, geborgen in een fles toevertrouwd aan de golven.

    De eeuwigheid die ons wenkt.

    28-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    27-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De sonatine van Sibelius

     

    Dit is dan telkens het mysterie waarop hij strandt: de wereld die de realiteit genoemd wordt en het subatomaire web dat over alles heen gespannen is en door alles heen gesponnen wordt en zich onophoudelijk wijzigt, ook terwijl ze vandaag met de wagen op weg zijn naar Gent, de stad die hem lief is, met een sonatine van Sibelius op de radio.

    Hij ziet hoe de natuur open ligt in alle variaties van groen en van vlakken, een beeld dat Mondriaan wist op te roepen en hoe hij dacht deze te catalogeren; er aan toevoegend , de tere klanken van de sonatine als binding met Sibelius voor zijn piano met de blik op het Finse landschap dat zijn adem was, zijn innerlijke verwevenheid met de dingen omheen hem.

    De natuur, een voortdurende, rillende, innerlijke ademstoot van atoom naar cel naar beweging in kleur, in vorm en inhoud; de sonatine gecreëerd door de mens, als een verlenging van zijn geest naar buiten toe, onvermijdelijk geaccentueerd naar binnen toe door de intensiteit, de golfbewegingen die uitgaan van het ganse Universum; of de muziek in de verlenging van dit Universum, noot na noot, teken na teken, opgenomen, neergeschreven en geherinterpreteerd, eerst een grote implosie die tezelfdertijd zich manifesteert in een explosie, een kleine big bang, waaruit een snoer van klanken ontstaat.

    Het levende leven dat hij opvangt deze  morgen en hem tegemoet komt als een kolkende stroomversnelling, a vortex of inner forces, die hij evengoed God zou kunnen noemen, ware het niet dat dit een woord is dat een te grote veelheid van gedachten oproept, en verwarring schijnt te zijn voor velen, terwijl het voor hem precies het woord is dat past bij deze vortex van de krachten binnenin de natuur.

    Of, het Universum zelf , het uiterlijke teken ervan, het zichtbare, het tastbare én, de krachten in de natuur, het innerlijke ervan; de twee-eenheid  met de mens er tussenin, als stof van de sterren en als deel van het innerlijke, in wording.

    Je denkt dit, terwijl het landschap zich opent voor jou, je weet hoe je het schrijven zult, eens thuis  terug. Je denkt, aldus ben ik als Sibelius die de bossen en de meren in zich heeft opgenomen en neer is gaan zitten om dit alles op te tekenen in klanken.

    Bij jou zullen het woorden zijn, woorden die je al geschreven hebt op de witte bladen van je gedachten en overnemen zult, als het je passen zal, later, misschien neergezeten naast je zwijgende echtgenote op een terras in de schaduw van de kathedraal of, voor de nacht invalt, gezeten in je cel tussen je boeken.

    Gisteren was een vreemde dag, vandaag was het een andere dag maar even vreemd omdat er de sonatine van Sibelius was.

    Je weet nimmer waar een schrijvende mens je heen kan leiden, hijzelf weet het zelfs niet, alleen Hij die de appels in een zaad tellen kan, zou het eventueel kunnen weten als Hij wou, maar Hij vindt het niet nodig het te weten. Weten is zijn ding niet, voor Hem telt er het ‘Zijn’.

    27-06-2018, 05:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    26-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe een dag soms...

     

    Kun je in volle zomer schrijven over de herfst, over de winter? Natuurlijk kun je dit. Wat minder normaal is, is een tekst geschreven in de winter te gaan hergebruiken in de zomer, alsof het winter was. Zomergedachten zijn geen wintergedachten, hoewel komende van dezelfde persoon. Je bent anders ingesteld, er zit een kilte in je, het is alsof het ook wintert in je geest.

    Zo stel ik vast, dat ik vanmorgen meer ingesteld ben op de winter dan op de zomer, dat er een zwaarte hangt over mij waaraan ik niet voorbij kan. Wat gebeurde er? Is het een voorgevoel van iets dat me wacht en verkeerd zal uitvallen, iets totaal vreemd en negatief?

    En heeft het zin, zoals ik me thans voel, verder te schrijven om ergens uit te komen waar ik absoluut niet zijn wil?

    Ik beangstig mezelf, ik voel het kloppen van mijn hart terwijl ik schrijf, en ook iets dat zelden voorkomt, mijn woorden haperen, zijn heel weigerig, ik ben niet de persoon die ik gisteren, die ik de vorige dagen was en het is alsof ik die persoon niet meer tegenkomen zal, erger, niet meer ontmoeten wil.

    Ik waag het niet te schrijven wat even maar klaar stond om uitgedrukt te worden, maar de gedachten waren er, staken hun hoofd boven de reling uit.

    Ze kregen geen toegang. Het is maar, het is enkel maar, het is zo in mij opgekomen maar, dat mijn leven een verkeerd leven is geweest dat ik geleefd heb. Ik kan hier noemen welke totaal verkeerde beslissing ik ooit nam, ik kan ze verzwijgen en meenemen in mijn graf, wat voorbij is, is voorbij, een lied dat telt wellicht voor velen, ook voor mij. Het voorbije is het geconsolideerde je kunt het wel herbeleven, je kunt het uitschrijven, het tekenen, het uit bazuinen, maar je kunt er geen jota aan wijzigen, niet het duizendste van een jota.

    Vraag me niet wie ik ben, hoe ik ben, wie ik wou dat ik ben. Stel me geen vragen over wat ik schrijf, hoe ik schrijf, waarom ik schrijf. Alles hierover werd reeds gezegd, ettelijke malen hernomen, met zelfde of met andere woorden, hoe goed ik me voelde. Nu ik dit heb neergeschreven, een donkere bladzijde in mijn dagelijkse geschriften, de gevoelens van velen na een verloren voetbalmatch.

    De dag heeft zich geopend, het licht is er, de ceder in de tuin werpt zijn schaduw tot over het tuinhuis: wil ik toch verder, is het heilige vuur van het schrijven nog niet gedoofd, want eens dit, ben ik een verloren man, heb ik niets meer om op te bouwen, a wasted  man in a wasted land. 

    Waar zijn nu mijn vooruitzichten: mijn wil creatief te zijn in alles wat ik doe, waar mijn vreugdes te schrijven wat ik schrijf, te kijken naar wat ik zie en meen te zien, te denken dat me een eeuwigheid is beschoren?

    Dit was dan het begin van de dag. Je hoort wel hoe het einde ervan was.

    26-06-2018, 06:15 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    25-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Immer wordende

     

    Aan de vijver dacht hij dat de bomen hem aankeken, dat ze aanvoelden dat hij een boom-man was, iemand die hen waardeerde voor wat ze waren: een lange, hoge rij Italiaanse populieren, trillend.

    Wisten ze dat hij de geur kende van de aarde en de grassen in de zomer, de geur van rottende blaren in het kreupelhout, de geur van water lijk de geur van dood en dat hij de ganse cyclus van het leven volgde: openbarsten en bloeien, bevrucht worden en als vrucht wachten op een nieuw beginnen.

    En het licht, vandaag, zo teer, zo schraalblauw over het rimpelwater, en het geluid van effenheid, alsof het fezelen was in woorden. En zijn geest die, tussenin zoals altijd, zijn ganse ‘zijn’ was, dat sprak tot de geest in de bomen en in de luchten. Hij ook boom en luchten zijnde, niets meer, niets minder zoals hij hier was, uitkijkend, en ook niet méér zijn wou, nodig had te zijn.

    De stilte in hem, dat een ruisen was van woorden.

    Het is aldus dat hij meende  poëzie te bedrijven, dat hij meende te kunnen schrijven; dat poëzie begint daar waar het onnoembare begint, dat kunst begint bij wat verzwegen wordt, bij wat niet gezegd kan, of niet nodig is gezegd te worden.   

    Het magische contact met het wonder dat van de natuur is, wordt een gesprek met wat binnenin de natuur is en we horen wat niet gezegd wordt, we zien wat niet te zien is: een schilderij dat nog moet geschilderd worden.

    En, schrijft Okakura Kakuzo in dat eenvoudig, dun boekje van hem : ‘Le Livre du Thé[1]’:

    ’Onze geest is het doek waarop de kunstenaar zijn kleuren aanbrengt; de tinten zijn onze emoties en het half schemerige wordt gemaakt van onze vreugde, de schaduw van onze droefheid. En het kunstwerk groeit in ons en wij groeien in het kunstwerk’.

    Velen zullen dit boekje nooit lezen. Maar bij hem ligt het nu op zijn nachttafel. Het scheidt hem van hen die het niet lazen, althans wat deze aangehaalde zin over kunst betreft.

    En, na al die jaren dat hij schrijft, kan het dat hij zich hier herhaalt maar zijn stelregel zal blijven, voor de rest van zijn dagen, dat hij in deze wereld een gerichtheid wil die positief is en zin en betekenis moet geven aan zijn leven dat nu al lang genoeg een twijfelgeval is geweest; dat er geen andere uitweg is voor de mens hier op aarde dan in alles creatief te zijn en dit is evenveel, zo niet meer dan ‘ bemin je naaste als jezelf ‘, wat hij eerder als utopisch ervaart.

    Creatief zijn en je hart gebruiken in je omgang met anderen dit is het noodzakelijke en haalbare gebod voor ons:  mens in wording.

    Maar in de wereld van vandaag heeft het nog zin dit te beklemtonen?

     

    [1] Okakura Kakuzo ; Le Livre du Thé, Ed.Dervy Livres, 1954 : Notre esprit est la toile sur laquelle l’artiste pose ses couleurs ; les teintes sont nos émotions et le clair-obscur est fait de nos joies et l’ombre de nos tristesses. Le chef d’oeuvre est en nous et nous sommes dans le chef d’œuvre’.

     

    25-06-2018, 06:21 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    24-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Love is a fool star

     

    Deze morgen is hij opgestaan in wat hij noemen wil het saturatiepunt van de nacht, het ogenblik waarop de rand van de zon de kim heeft bereikt, maar ook, nog even niet.

    Hij is gaan neerzitten onder de lamp aan de tafel om te volbrengen wat hij elke dag te volbrengen heeft, en een fractie van een ogenblik houdt hij het beeld van Miguel de Cervantes de Saavedra die, zoals hij zegt, zijn ‘Novelas ejemplares’ het nodig vond te schrijven ‘para distraer con ficciones las primeras melancolías de su vejez’.

    Het is niet de melancolía van het ouder worden die inwerkt op hem en hem schrijven doet, al is die er wel en is hij zich ten volle bewust van  wat het ouder worden betekent, maar hij wenst vooral niet, dat dit wordingsproces van zijn lichaam, een te grote greep zou hebben op zijn leven van elke dag, waarbij hij onvermijdelijk zou kantelen in een morose omgeving, vast geankerd, zoals zovelen, aan het scherm van de televisie.

    Maar hij wil even maar, heel ver teruggaan, naar een toestand van droom opgelost in realiteit, die hem een deel van de nacht heeft wakker gehouden, niet meer wetende wat echt was en wat fictie was, gekomen uit zijn weemoed, pijn bijna, om wat onherroepelijk voorbij is geschoven en heel anders had kunnen geweest zijn.

    Het is een postkaart die hij gisteren vond in een boek over Suger, de abt van Saint-Denis – waarom zit er in elk boek een kaart als bladwijzer en waarom was hij precies Suger gaan opzoeken, al wist hij het wel – een postkaart met een zwart-wit afbeelding van Akhnaton – ook Akhnaton had zijn reden - en op de keerzijde een USA-zegel, afgestempeld in New-York, en, in haar zo vloeiend, zo inviterend handschrift, enkele lijnen uit een gedicht van Carl Sandburg[1]:

    You and a ring of stars / may mention my name / and then forget me. / Love is a fool star.

    Het vale licht van de morgen over de tuin. Hij denkt, noch tijd, noch afstand kunnen hier iets aan wijzigen, lijk bloesems in de wind blijven herinneringen dwarrelen over mij, over mijn handen, over mijn  bezig-zijn en nu, na zovele jaren, zij die weer opgedoken is, hun afdaling over de gletsjer in het immense licht van de zomer - en veel meer was het niet, maar het was voldoende - haar stem terug en sterren in zijn ogen: ‘spreek nog eenmaal mijn naam en vergeet me dan, for love is a fool star.

    Ze was nog aanwezig die dag, toen hij die avond laat was thuisgekomen, toen hij uitkeek over het grasperk, toen er het moment was dat de schemer van de hoog bloeiende, witte hortensia’s hem even verwarde en toen ze, maar het kon niet dat hij niet droomde, hem tegemoetkwam, haar wit kleed als een fluisterwolk om haar lichaam, zwevend. En de roep er was, al was het haar stem, van de vele sterren:

    ‘you and a ring of stars may mention my name’. Jij en jij, alleen.

     

    (Gelicht uit een verhaal van vroeger.)

     

    [1] Carl Sandburg: ‘Offering and Rebuff’, uit ‘Honey and Salt’, Edit. Harcourt, Brace & World, inc. 1963.

    24-06-2018, 06:25 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    23-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toda mi vida

     

     

    Ik schrijf heel veel over mezelf omdat ik mezelf beter en beter kennen wil. Ik blijf het maar doen, ik blijf verder spitten omdat er nog altijd iets te ontdekken valt en een zekerheid dat het ooit ophouden zal heb ik niet, hoef ik ook niet.

     

    Wel weet ik wie ik ben, echter niet wat ik ben, en zijnde wie ik ben, weet ik niet waar mijn beginnen is en, indien er ooit een einde komt – hoe dit einde ook moge zijn - waar dit einde liggen zou?

     

    Een wijs man zegde ooit, dat elk van ons de zaden tellen kan in een appel; alleen God, zegde hij, kan de appels tellen in een zaad. Het zal wel, om die reden wordt hij God genoemd, maar ik vrees dat hij er zich niet zal met bezig houden, echter, als Hij de appels tellen kan dan weet Hij ook wat ik schrijven ga vandaag. Voor Hem staat het zelfs al een tijd geschreven, terwijl ik nog een tijd wachten moet alvorens ik het zien en weten zal.

     

    Het is maar, en dit is een algemene regel, dat de blogs die ik schrijf in de cel waar ik het over had, niet hun ontstaan hebben gekend op het ogenblik van het schrijven ervan, ze zijn, alle voor een belangrijk deel ontstaan op alle plaatsen waar ik me ooit bewust bevond; ze zijn van al die plaatsen en van al die bewuste ogenblikken die ik er heb gekend en doorgemaakt.

     

    Zo ligt in mij, al wat ooit was en al wat er ooit zijn zal, over en in elkaar, en is het heden, is wat ik schrijf, het resultaat van een bevruchting van bepaalde bestaande elementen erin. Ik kan dus stellen dat mijn blog ontstaat in het heden, uit het voorbije. Het heden waarin, realiteit en droom zich vermengen, zodat elk van mijn blogs, de kleur en de smaak heeft van melk in koffie en koffie in melk, crèmekleurig: de realiteit niet duidelijk afgelijnd, droom en verbeelding eerder wazig dan helder, maar beide in elkaar vervlochten en, gewild of ongewild gevoileerd.

     

    En een tweede bemerking, een blog begint niet met de eerste lijn, een blog begint met al wat er is aan voorafgegaan, met wat tot dan toe nog altijd ongeschreven was gebleven, in gedachten opgeborgen of, wat ook kan, te onprecies, te onvolledig reeds verteld.

     

    Alle blogs, daarom niet op elkaar volgend, hebben toch een gemeenschappelijke ondergrond. Ik denk dan aan Jorge Luis Borges die in zijn essay over ‘la Poesia gauchesca’, uit zijn bundel ‘Discusión’, de vraag herneemt aan Whistler gesteld: hoeveel tijd het hem gevergd heeft om één van zijn ’Nocturnos’ te schilderen, en het antwoord van Whistler: ‘toda mi vida’.

     

    Zo als je me ooit zou vragen hoe lang het me heeft gevergd om een blog af te werken dat mijn antwoord is: ‘mijn ganse leven’.

     

     

    23-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    22-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van de dag, de eerste uren

     

     

     

    Welk uur in de morgen ook, mijn schrijven is mijn morgengebed, is de kennismaking met mezelf, of met hij die is opgestaan uit de nevelen van de nacht en nu bevestigen wil wie hij is en hoe hij is, om een beeld ervan achter te laten, getekend door het licht van de nieuwe dag.

     

    Springlevend is hij nog niet, noch van lichaam – wat heel duidelijk is – noch van geest, maar hij is op de plaats waar de plicht, denkt hij, hem vraagt te zijn.

     

    Dit is dan het begin van elk beginnen. Van hier uit vertrekkend bouwt hij zijn dag, trekt hij een stelling op voor zijn woorden die vertellen hoe hij levend in gedachten is. In zichzelf gekeerd, zichzelf aftastend naar inzichten die hij hebben zou; een soort bekroning die hij zoekt te benaderen, telkens en telkens opnieuw,  lijk er immer hetzelfde en immer verschillend, het gezang is van de wind in de bomen, van de opkomst van het licht in de druivelaar, van het ontstaan van zinnen tot fragmenten.

     

    Hij, niets méér zijnde, nimmer méér zijnde dan wat hij geschreven achter hem laat vóór het hanengekraai van de dag die zich waagt te openen.

     

    Het levend woord dat hij is in de morgen, is het slapend woord in de nacht. De spanningen die de dag is, die van het ‘tussenin’ zijn, is van de uren die schuiven, de uren die niet getekend worden, die geen sporen nalaten. Hij maakt er het beste van, al zijn het geen vreemde landen die hij bezoekt, hij reist veel in gedachten, weg naar plaatsen waar hij ooit was en nu leeg zijn van hem. Hij kan ze noemen maar hij doet het niet, hij wil hem de pijn besparen, zelfs al ziet hij ze, hij wil er niet heen.

     

    Hij heeft zijn vaste stek: de cel waar hij gezeten is, het venster op de tuin, wat niet veel is; de boeken om hem heen, de tekeningen van vroeger, en op de achtergrond of binnenin, hun verborgen gesprekken onder elkaar, wat een massa is. Voeg er BRAVA, in al zijn/haar onwezenlijkheden aan toe, zich mengend in hun gesprekken, opvoerend de essentie ervan, het kloppend hart ervan om zich te verrijken, sprekende schakeringen te ontmoeten die zich oplossen zullen in fabels en veel belovende omstandigheden.

     

    Uren van de ‘hij’ die observeert en van het ‘ik’ er middenin. Hij noemde deze de ‘hoogmomenten’ van het zijn, hooioppers op de weiden van vroeger, waarin hij ooit schuilen ging bij regen, wat nu al lang geleden is en waarvan hij niet meer weet of het een droom was of een werkelijkheid, het toch een mogelijkheid was.

    Hoe hij zich vandaag opstellen wil, weet hij niet, er is geen grond om het te weten, geen lezing van wat in de handpalm geschreven staat, eens en voor altijd erin neergezet, de uiterlijke vormen van wat de genen zijn, zo denken velen toch, en wil hij het, o zo graag aanvaarden. Hij graag houden wil wat komt tot hem van uit de vier hoeken van het meest onwaarschijnlijke dat op momenten zoals deze zijn uitverkoren plaats hier is.

     

    Hij komende, je weet het al, uit de nevelen van de nacht, de morgen ingegaan, onbevreesd, niet wetende wat de dag hem brengen zal, zon of grijze luchten. Hij het aanvaarden zal.

     

    Hij niets meer weigeren mag, noch dat wat is en al heel wat is, noch dat wat komen gaat en meer kan zijn, zelfs, bitter weinig.

    22-06-2018, 05:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    21-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Solstitium

     

    Ik kan aan dit kosmisch gebeuren niet voorbij: de positie van de aarde, ten overstaan van de zon, op een keerpunt gekomen; het pregalileiaans beeld dat we, gemakkelijks halve, overhielden en blijven koesteren van de zon die op haar baan, haar verste noordelijke punt, haar zomer-solstitiumpunt heeft bereikt, even, heel even stilhoudt op 21 juni, en dan haar terugweg aanvangt, die lopen zal over het herfst-equinoxpunt heen, naar haar meest zuidelijke punt, haar winter-solstitiumpunt, op 21 december.

    Raakt het ons, brengt het iets in beweging in ons?

    Weinig of zelfs helemaal niet, we zijn wat dit betreft volkomen heidenen geworden. Nochtans vertaalt het zich in een vreemd gebeuren: de aarde blijft zich keren, blijft zich wentelen omheen de zon, maar, en dit is het bevreemdende, kosmisch zichtbare: de zon, elke dag, bij het opstaan, op weg zijnde naar het punt van de herfstequinox, dichter schuivend naar het zuivere oosten toe, wat in de eerste plaats betekenen zal dat van nu af, de dagen steeds korter worden.

    Een gebeuren dat me vandaag meer treft dan de vorige jaren, omdat het een fenomeen is dat ik niet meer zo dikwijls zal meemaken, de reden waarom ik er bij stilsta. Het is een sleutelgebeuren, iets dat er is zonder er te zijn, zoals er zovele dingen zijn die er zijn zonder dat we weten dat ze er zijn; onder andere ook dingen die er gisteren niet waren maar zich aan het voorbereiden waren en vandaag zijn opgedoken, komende uit het onbekende, ook deze woorden.

    Voor sommigen, als ik hoor wat er gebeurt in de wereld, een kwestie van dood of leven, beslecht in een fractie van een ogenblik, hoe vreedzaam ook ze er bij lopen, een groep mensen langs de weg en het fatum dat toeslaat.

    Ik sta deze morgen niet voor de cirkel van de dolmen en menhirs van Stonehenge, ik ben niet bij de velen die er zullen staan om de zon te zien opkomen boven de ‘heelstone’. De zon op het beginpunt van haar terugweg. Een punt in het jaar, midzomer genoemd, de zon, schijnbaar, zeker niet halfweg maar haar tocht beginnend naar het einde, 21 december, toe. Het punt dat alsdan een nieuwe, omgekeerde beweging tot stand zal berengen, de terugkeer van het licht of het lengen van de dagen.

    Een eeuwige cyclus van licht dat duisternis wordt en duisternis het licht en wij erin gevangen, wij voor schut gezet.

    Ik heb dus, of we hebben dus, in feite niets te vieren, maar ik heb wel oog voor het fenomeen van het gebeuren dat zich over ons voltrekt, dat we ondergaan, dat ons stigmatiseert zonder sporen na te laten. We ontsteken geen vreugdevuren meer, deze werden ooit, ver voor mijn jeugd, wellicht in het begin van de kerstening verschoven van 21 juni naar het feest van Sint-Pieter en Paul op 29 juni. Een heidens gebruik dat, lijk zovele andere, van zijn wortelingen werd ontdaan en nu totaal is uitgestorven. Zo  zijn alle tradities een na een weggedeemsterd, zaken waar ik als kind nog bij betrokken was, heeft nu geen enkel kind nog weet van. Trouwens ik vrees dat ze er wellicht niet de vreugde van zouden kennen die wij lang geleden nu, wel gekend hebben – wij keken uit naar de avond van de ‘SintPietersvuren’ - hun geest gevuld zijnde met andere zaken.

    De verwereldlijking - de globalisatie, immigratie inbegrepen - zorgt er voor dat alles verbasterd wordt; dat geplogenheden verdwijnen en andere binnen sluipen die verwarring zijn en die we oogluikend moeten aanvaarden: ‘où sont les neiges d’antan?

    Mijn wereld als kind was een toegankelijke wereld, het dorp waar ik woonde was afgeschermd, het lag er veilig met de huizen verscholen in de velden en de bossen, verloren en verlaten, verankerd in zijn gewoontes en vergankelijkheden..

    Nu is het uitgegroeid tot een deel van een wereld waar niemand vat op heeft, een wereld in beweging; een wereld van bijna totale onzekerheid waar elke dag iets gebeuren kan, dat verwoestend kan zijn voor een beschaving zoals die van ons.

    Ik denk aan onze gotische kathedralen, het geloof in de eeuwigheid erin verwerkt, Wat zal ervan geworden als alle geloof gedoofd zal zijn, hoeveel leven is hen nog beschoren?

    Wie zal  er dan nog spreken¸ zeggen dat het solstitium iets kosmisch is?

    21-06-2018, 07:04 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    20-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poëzie vandaag

     

    Ik heb dagen nagedacht over de tekst van het pleidooi, uitgesproken door Charlotte Van den Broeck op de 10de verjaardag van het ‘Felix Poetry Festival’ in Antwerpen, die in De Standaard der Letteren van 8 juni ll. werd overgenomen. Het behelst een merkwaardig en hoogstaand stuk literatuur handelend over Poëzie, gesteund op het onderscheid dat moet gemaakt worden tussen ‘betekenis’ en ‘betekenaar’. Ze haalt hierbij Ferdinand de Saussure aan:

    ‘De betekenaar is het concrete, talig gerealiseerd teken, de uiterlijke vorm van bv het woord ‘boom’. De betekenis is het mentale concept dat door de tekens wordt aangesproken… Er is een enorme kloof tussen betekenis en betekenaar en werkelijkheid … De enige hoop is de dichter, want daarom heet hij of zij ‘dichter’, omdat hij door middel van de poëzie dichter bij de betekenis kan komen.

    Ik weet niet – aldus Van den Broeck - of het waar is, of die taak te vervolmaken is, maar de poging spreekt me aan.’

    Ik verlaat haar betoog hier, omdat ik terug wil gaan naar wat ik enkele dagen geleden vond bij Rutger Kopland, namelijk dat ‘een goede dichter een lezer iets biedt dat anders is dan anders, maar toch vertrouwd aanvoelt. Op die manier leg je een essentie bloot die al ergens vermoed werd.

    Volgens mij is poëzie wat bij het lezen van een gedicht, vermoed wordt dat er staat. Niet zo zeer wat er te lezen is: de beelden die er getekend staan, maar wel wat die beelden je vertellen, hoe ze je beroeren, hoe ze tot leven komen in jou en welk effect ze hebben op jou.

    Poëzie is gevoelen, is niet het beeld dat er staat in woorden uitgedrukt, maar is wat het beeld, de betekenaar, je vertelt, is de wijze waarop de betekenis ervan doordringt tot je gemoed.

    Dit binnenkomen is verschillend van persoon tot persoon, is afhankelijk van de gemoedsgesteltenis van de lezer die gunstig zijn kan of ongunstig, welwillend of afgesloten. Het komt er dus niet op aan – en hierin heb ik me altijd vergist – uit te zijn op een mooie ‘betekenaar’, het komt er op aan woorden te vinden die in zich ontroeringsopportuniteiten  dragen. Het iets in meer dat inwerkt op de lezer, niet zo zeer  omwille van wat er staat maar hoe het er staat, in welk verband het er staat.

    Het  is altijd mijn betrachting geweest, in mijn gedichten, aan het achterliggende, aan de ‘betekenis’, een diepte mee te geven, niet zo zeer om een poëtisch beeld op te roepen, maar eerder een poëtische gedachte, wat, en het is evident, aan mijn poëzie een moeilijkheidsgraad mee gaf die remmend werkte.

    Het was de nalatenschap van T.S.Eliot die mijn bezieling was en gebleven is. Alle gedichten geschreven tot op heden, op enkele uitzonderingen na, zijn ervan doordrongen.

    In een van mijn volgende blogs ontdoe ik me definitief van ‘mijn Genesis’, een van deze gedichten.

    Ondertussen zit ik nog altijd gevangen en gekneld in de ‘Four Quartets, Little Gidding II, 130-143:

    Let me disclose the gifts reserved for age

    To set a crown upon your lifetime’s effort.

    First, the cold friction of expiring sense

    Wthout echantment, offering no promise,

    But bitter tastelessness of shadow fruit

    As body and soul began to fall asunder.

    Second, the conscious impotence of rage

    At human folly, and the laceration

    Of laughter at what ceases to amuse.

    And last the rending pain of re-enactment

    Of all that you have done, and been; the shame

    Of motives late revealed, and the awareness

    Of things ill done and done to other’s harm

    Which once you took for execrcise of virtue.

    Then fools’ approval stings, and honour stains…

     

    Ik heb altijd gemeend dat dit de hoogste poëzie was die je schrijven kon, dat het zinnen waren, versregels waren waarover nagedacht kon worden, waarbij je niet in slaap viel.

    De poëzie van vandaag situeert zich op een ander vlak, wat er geschreven staat is maar belangrijk als het iets oproept bij de lezer dat er helemaal niet staat, een ‘iets’ dat niet te verwoorden is, enkel te bereiken via een ‘betekenaar’

    Een ‘iets’ dat Paul Auster oproept in zijn gedicht ‘Pulse’[1].

    This that recedes

    Will come near to us.

    Autumn: a single leaf

    eaten by light: and the green

    gaze of green upon us.

    Where earth does not stop,

    we, too, will become this light,

    even as the light

    dies

    In the shape of a leaf.

    …/…

    Wil je vandaag overleven als dichter dan is het Auster die je volgen moet, zeker niet T.S.Eliot, deze is voltooid verleden tijd.

     

    [1] Paul Auster: ‘Poesia completa - Collected Poems’, Traducción del inglès y prólogo, por Jordi Doce, editorial Seix Barral, 2012. Pag.90.

    20-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    19-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adrenaline

     

    De vrees die ik kende, zonder blog-mogelijkheid te vallen, stemde overeen met wat ook Kafka wist, want hij was misschien nog groter bezetene door het schrijven dan ik:

    Ma vie au fond consiste depuis toujours en tentatives pour écrire, et le plus souvent en tentatives manquées. Mais lorsque je n’écrivais pas, j’étais par terre, tout juste bon à être balayé.

    Maar, zeg me, wat is het nut van deze rage - want een rage is het, en velen kennen die - zelfs als het komt tot een publicatie, als het dan is om opgestapeld te liggen in de boekenwinkels of opgesteld in hun rekken, en als niemand je boek ter hand neemt of het enkel maar even doorbladert om het dan terug te plaatsen daar waar het genomen werd, in de rij of op de stapel?

    Wat nut heeft het, een boek te schrijven, als je niet woord na woord gelezen wordt, zoals je woord na woord, met zoveel zorg en inzet, geschreven hebt?

    Het feit is dat de geschiedenis van de schrijver en de geschiedenis van het boek, hoewel innig in elkaar verstrengeld, een afzonderlijk leven kennen. De schrijver gaat er aan ten onder en het boek met hem; soms gebeurt het echter dat het boek hem glansrijk overleeft.

    Kafka wou schijnbaar dit risico niet lopen, hij liet verdwijnen wat nog kon verdwijnen, zoals hij verdween. Maar misschien hoopte hij stiekem dat Max Brod zijn beslissing negeren zou en dat hij toch gepubliceerd zou worden, wat hij altijd, al schrijvend moet gehoopt hebben.

    Het is maar pas na de publicatie dat het leven van een boek begint. Het kan dat dit heel kortstondig is - zoals dit van de hapklare boeken - maar het kan ook en dit geldt zeker voor de werken van Kafka, dat het boek een lang leven tegemoet gaat en dat aldus het leven van de schrijver mee wordt verlengd, een tijd eeuwigheid binnen.

    Wie hier dan over beslist is de lezer. Hij is het die de beslissende factor blijft. Zo denk ik dat van de verhalen van de jaren van een halve eeuw terug, er binnen afzienbare tijd niet veel meer zullen overblijven, want wie leest er nog Pasternak. Solzhenitsyn, Hemmingway, Faulkner, wie nog Bernanos, Gide, wie nog Aafjes, Den Hartog, Gilliams. En wie leest nog, enkele jaren verder, Mulisch, Van het Reve, Claus, Verhulst - deze van het ‘godverdomse’ - en zovele anderen die het nu nog voor het zeggen hebben.

    Gepubliceerd worden geeft ‘a boost’ betekent wellicht een pak adrenaline in de aderen, maar dit is maar tijdelijk, afhankelijk van het sensationele ervan, meer dan van de inhoud ervan. Daarna is het stilte op alle vlakken, verdwijnt het met de schrijver ervan. Zo, wat verschijnt is maar een kort leven beschoren, waarom doen we het dan?

    Omdat het, het werk is van een ziekelijk iemand, de drager van een ziekte die hem in leven houdt, een ziekte die verslaving heet. Daarom ook panikeerde ik toen mijn blog weg viel en ik plots inzag dat het gepubliceerd worden, elke dag, al was het maar zeer beperkt en vlug voorbijgaand, noodzaak geworden was, een soort drug was die en me de vereiste adrenaline bijbracht om met sereniteit en niet totaal nutteloos, mijn dagen in te gaan en door te brengen.

    Het schrijven van een boek is dan ook vandaag niet meer de zorg die het wel was jaren terug. Ik ben, tout compte fait – ik heb een vriend die me dit heeft geleerd - reeds tevreden en dankbaar met mijn werk van elke dag.

    19-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gebeurt, soms.

     

     

    Ik ben op 16 juni even in paniek geweest. Van vroeg in de morgen tot in de namiddag trachtte ik binnen te komen in mijn blog, maar telkens te vergeefs, deze bestond, schijnbaar, niet meer, mijn e-mailadres was zelfs niet gekend en als ik trachtte een nieuwe blog op te bouwen liep het altijd faliekant af. Ik kreeg mails van lezers die me vroegen wat er gaande was en kon hun alleen bevestigen dat ik er geen antwoord op had. Laat in de namiddag vernam ik dat de Centrale Computer had lam gelegen en elke toegang had geweigerd of misleid.

     

    Ik beken dat ik ogenblikken in paniek ben geweest. Ik dacht wie word ik, hoe verloopt mijn leven, als ik geen blog meer te schrijven heb, welke ledigheid ga ik op mijn leeftijd tegemoet? Maar ik heb gedacht, ik ga verder, mij krijgen ze niet klein, ik blijf elke dag mijn gewoon aantal woorden schrijven, deze zullen zich opstapelen in alle stilte en dan breng ik ze uit in blok, gebundeld.

     

    Het is toen dat ik gedacht heb aan Kafka, waarom weet ik niet, maar ik herinnerde mij een passage in een boek over hem – het kan dat ik er de zeven voorbije jaren ooit over geschreven heb, het tegengestelde zou me verwonderen – maar hij scheen me een toevlucht in nood, alsof hij een beeld was, geprojecteerd in de toekomst.

    Maar we leven niet in de toekomst, we leven telkens en telkens het nu-ogenblik, en dit nu-ogenblik dat voor mij belangrijk is, is het ogenblik van het schrijven. Het begint bij het weten dat ik een blog te schrijven heb, het zoeken naar wat ik zou kunnen vertellen en het vervolgt met de uitvoering ervan. Dit is mijn dagelijks stramien van werken en van zijn, dat ik, als ik terugblik, de laatste veertig jaar heb gekend. Je wijzigt dit zo maar niet, je stapt er zo maar niet van af, neen, je vecht ervoor.

     

    Maar waarom Kafka als toevlucht, wat heeft die man me aangedaan, is het zoals ik zo dikwijls denk over bepaalde gebeurtenissen, dat het een vingerwijzing zou zijn; een bericht dat ik ontvang van een onlangs overleden vriend die in de toekomst, in de nabije zelfs, kijken kan?

     

    De kortstondigheid van het ogenblik dat de tijd wordt die niet is, die inbeelding, die verbeelding is. Ik kijk naar de secondewijzer van mijn uurwerk, hij staat elke seconde even stil om dat over te gaan, met een kleine sprong, naar de volgende. Ik begin een blog, verlies mezelf en kom na vele zinnen verder tot een besluit. Waar is de tijd gebleven. Hij was van het eerste woord dat ik hier vanmorgen schreef, hij zal zijn van het laatste,  wat er tussen in ligt is van het schrijven, is van het zijn, het is het zijn dat belangrijk is, niet de tijd, die was er niet.

     

    Ik zocht naar het boek 'Zijn en Tijd' van Martin Heidegger, maar vond het niet onmiddellijk, trouwens zo diep zou ik er ook niet op ingaan, Sein ist Zeit voor mij en vice versa, het zijn geen twee verschillende factoren het is het Dasein. Wat voorbij is, is voorbij, enkel telt het nu, voor een tijdje nog, het schrijven van deze laatste woorden. Daarna is er het ‘Dasein ohne das Schreiben’, voorlopig toch.

    18-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kafka

     

    Er zijn boeken, die maanden, jaren onaangeroerd staan in hun rek, echter daarom niet ook onaangeroerd in mijn geest en dan zeker Franz Kafka niet. Zeker niet wat hij schreef in verband met wat er gebeuren moest, na zijn dood, met zijn geschriften en tekeningen, in het bijzonder, de opdracht die hij gaf aan zijn vriend , Max Brod.

    Ik las deze opdrachgt in een boek dat ik ooit kocht in Praag, een opdracht die nooit zou volbracht worden, en, misschien, maar dat is maar een gissing van mij, was het precies dit dat Franz Kafka verhoopte?

    Mon très cher Max, ma dernière volonté: tout ce qui se trouve dans ce que je laisse derrière moi (donc dans la bibliothèque, l’armoire à linge, la table de travail, chez moi et au bureau ou bien dans quelque lieu où cela aurait été transporté et tomberait sous tes yeux), tout, qu’il s’agisse de journaux intimes, de manuscrits, de lettres (écrites par moi ou par d’autres), de dessins etc., doit être totalement brûlé sans être lu, de même tous les textes et tous les dessins que toi ou toute autre personne à qui tu devras les demander en mon nom pouvez détenir. S’il est des lettres qu’on refuse de te remettre, il faudra au moins qu’on s’engage à les brûler[1].

    Deze wilsbeschikking, lag die niet in de lijn van wat Jozef K overkwam, die op het einde naamloos wordt uit de weg geruimd en aldus verdwijnt uit de samenleving alsof hij nooit geweest was. Was het de bedoeling van Kafka een identieke naamloze dood te sterven?

    Verkeerd is dit echter uitgevallen want zoals Jozef K. is blijven voortleven, zo is ook het werk van Kafka blijven bestaan en dan nog wel verspreid over de hele letterkundige wereld.

    Max Brod, had hij  het recht in te gaan tegen de beslissing van Kafka, of beter, Kafka had hij het recht de verbranding te eisen van alle geschriften en tekeningen van hem of die met hem iets te maken hadden; behoorden deze geschriften hem wel nog toe; behoorden ze niet, eens geschreven, tot de gemeenschap?

    In een van zijn brieven verwijt hij zelfs aan zijn correspondent, zijn adres niet duidelijk te hebben geschreven, want zegt hij van het ogenblik dat de brief aan mij geschreven onder omslag gaat, is hij mijn eigendom en moet hij als mijn eigendom met de nodige zorg behandeld worden.

    Maar de ene Kafka is de andere niet en wat hij vraagt aan Max Brod is voor een vriend en letterkundige die Max Brod was, een esthetisch onmogelijk te volbrengen opdracht.

    Als ik wil dat alles wat ik ooit geschreven heb verbrand zou worden dan zou ik beginnen het zelf te doen, of het zelf te verzamelen om het buiten te zetten voor de volgende papier afhaling die komen zou. Wat ik vandaag nog niet zinnens ben te doen, en morgen wellicht ook niet. Het geschrevene behoort mij niet meer toe, het werd me toevertrouwd komende van ik weet niet waar, maar eens geschreven hoort het toe aan de gemeenschappelijke bron waar we allen uit putten kunnen en mogen, en dit gemeenschappelijke is nooit van mij alleen geweest.

    Het was niet aan Kafka om erover te beslissen. Had zijn werk totaal waardeloos geweest dan ware het zonder de minste twijfel een slachtoffer geweest van de Tijd, waar mijn geschriften wellicht het slachtoffer van zullen worden.

    Ik hoef dus geen dergelijke opdracht na te laten. Maar ik wens ook niet het tegengestelde te vragen, namelijk dat het dus bewaard zou blijven. Integendeel, ik laat het over aan hen die het later zullen vinden, in de staat en verspreid zoals het er zal zijn; zoals die er  thans uitziet is het een warboel, en of ik de tijd zal vinden hieraan nog iets te wijzigen betwijfel ik.

    Mijn geschriften zullen wellicht een stille dood sterven. Ik hoef er me dus weinig zorgen over te maken, toch niet deze zorg die Kafka zich er, o zo duidelijk – of was het maar schijnbaar - over maakte.

     

    [1] ‘Kafka, Le Cercle de Prague’, texte de Patrizia Runfola, Photographies d’Irina Ionesco, Editions Eric Koehler, Paris, Institut Français de Prague, 1992, page 68.

    17-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Eedgoed in Serskamp

     

    En, mijn jeugd blijft me bewonen. Zijn het de luchten, de drijvende wolken, de winden in de bomen; of is het niets anders dan het jagen van de dagen dat ik even tegenhouden wil, tegendraads zijn om hopelijk wat langer nog te leven?

    Mijn verre jeugd, mijn speelse jaren: ik wandel door de velden, van Serskamp-Schellebelle, de weiden en de velden, de boomkwekerijen, de rozenvelden, de Schelde aan de einder, en voor mij, en nog steeds, als centraal punt erin een uitgestrekt domein, op vergeelde kaarten getekend als het ‘Eedgoed’[1], een oude hoeve, gelegen in een verwaarloosd park, omgeven door een brede gracht.

    Als jonge knaap droomde ik er te wonen, en het park te kunnen doorkruisen in alle richtingen. Ik droomde zelfs het ooit te kunnen kopen van de oudere bewoners, twee broers en een zuster. Ik zou de gebouwen, met de toren boven de inrijpoort in hun vroegere glans herstellen; ik zou er een boek schrijven in de schemerkamers, voor de open haard gezeten aan een brede tafel; ik zou het park als bos, open en bloot gelaten hebben met alleen de slotgracht die ik zou laten uitdiepen om het brakke water te vervangen door een spiegel voor de bomen erover.

    Het was ook de tijd dat ik Elias van Maurice Gilliams las, de bootjes die werden uitgezet op het water en ik zag in mijn dromen het domein met de vroegere herenwoning, als dat van Elias en Aloysius en tante Henriette. Ondertussen is het domein verkocht en niet alleen verbouwd en de grachten uitgediept, maar ook zorgvuldig omheind en de hoge omheining begroeid met klimop.

    Maar mijn droom is gebleven, mijn manuscript dat is blijven liggen, ontoereikend geacht, of te drooms, te filosofisch, te metafysisch en al wat dit laatste betekenen kan, tot waar ik kwam, draagt er de diepe  sporen van.

    Veel later, het gebeurde regelmatig dat mijn broer Georges en ik, na het bezoek aan het graf van vader en moeder, er nog eens heen wandelden. De laatste jaren was het helemaal afgeschermd, niet alleen door de bomen er omheen, maar ook door een meterhoge omheining die nu begroeid is met een klimophaag. Ik kijk dan uit naar het sierlijk prieeltje binnen het domein, het enige dat nog overbleef van de vroegere herenwoning, maar nu verborgen blijft als men geen opening vindt in de ranken klimop.

    In mijn verre jeugd toen er nog een zekere toegankelijkheid was ben ik ooit eens, over de uitgedroogde gracht doorgedrongen tot de muren ervan en toen ik door het stofferige venster keek, ik in de donkere waterogen keek van een vrouw met verwarde haren en een man, naakt over haar gebogen, zodat ik een schreeuw liet en hals over kop weggelopen ben, het park uit, de gracht over, de lucht brandend in mijn keel van angst.

    Maar dat is lang geleden al. Te lang opdat ik mijn schreeuw van toen nog horen zou als ik er langs kom. Het kan ook best dat het beeld dat ik van het prieeltje over houd, eerder een deel van mijn manuscript is dan een deel realiteit. De zekerheid die je hebt van iemand die schrijft is soms ver te zoeken, schrijven dromen zijnde.

     

    [1] Het ‘eedgoed’, gelegen in Serskamp, een omwald domein, vroeger omvattende een ruime herenwoning, afgebroken in 1840, en een overgebleven oude hoeve, gelegen in een verwaarloosd park van 25 Ha. De toegangspoort met toren draagt het jaartal 1573, maar het domein komt reeds voor in documenten daterend van de XIVde eeuw

    16-06-2018, 17:22 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedicht

     

    Een goede dichter biedt een lezer iets dat anders is dan anders, maar toch vertrouwd aanvoelt. Op die manier leg je een essentie bloot die al ergens vermoed werd.

    Rutger Kopland (1934-2012).

     

     

    Wat de avond van de rozen weet,

    het licht weet van de nacht

    is kennelijk overbodig, is te ver gezocht.

    Maar toch een vraag:

    hoe in elkaar verweven,

    het ene niet zonder het andere kan,

    maar in elkaar gebed,

    als in gebed, verstild verzonken,

    ademend de tijd

     

    Van de dingen die er waren

    en de dingen die er zijn,

    die, totaal verschillend,

    toch elkaar bezitten.

    De toonaard kent de klank ervan

    de musicus, de poëet, de hand

    het blad waarop geschreven wordt,

    of in het marmeren blok

    het beeld al is

    alvorens het gehouwen wordt.

     

    Wat indien we niet waren

    met guirlandes in de geest omhuld,

    met rozenvelden in de lente

    bezoedeld in de nevel:

    momenten van vertedering

    dat onze wereld is.

    Of wij, gelopen in de regen

    we zelf de regen waren:

    geur die van de rozen is

    en van de regen in de aarde is.

     

    Terwijl zo iel, zo onopgemerkt,

    verwonderlijk,

    dit niet de lente van de ouders is,

    niet de bedwelming is

    van de luchten over ons gebogen

    maar van de rozen in de avondzon.

     

    Dit, toen we, in Schellebelle

    langs de velden dwaalden,

    de jonge jaren

    die van ons leven waren,

    toen, met floers omfloerst,

    van ogenblik tot ogenblik,

    de tijd, een doek gesponnen,

    tot zo lang nog als de dagen,

    en, soms het toeten

    van de boten op de Schelde,

    soms herhaaldelijk:

     

    Herinneringen, je ontgaat ze niet,

    zelfs de drie abelen niet.

    15-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A fairy tale

     

     

     

    Afterwards when she was gone, he thought that their meeting wasn’t fortuitious at all, that it must have been a kind of rendez-vous, she coming out of the blue,  he being on the spot where he hadn’t thought of in the morning that he should have been. But however, it happened, as a lot of things happen in a lifetime. When he came out of the cathedral, he saw her, standing like a statue of salt in the middle of the St-Baafs Square, a still young, well-looking woman, cut out of Vogue. Dressed like a Madonna, in a long dark skirt that covered her whole body, a statue that started walking towards him, as soon as he came out on the square.

     

    First he didn’t know if she came to him or to someone else who was behind him, but seeing how she moved and the smile on her face, as if she knew him, her long dark hair dancing in the wind, her left leg, naked till the knee, he was moved by her youth and how womanish – he didn’t want to use another word - she was.

     

    She almost ran into him: ‘You knew it’, she said, ‘it is indeed you, I was waiting for’, she said. ‘I saw you down in the crypt, observing you how you looked at the things there, and I, and don’t ask me why, wanted to know if you were what I thought you were. I have waited for you in the square, if you came out, on the westside, where I thought you would come out, I would walk to you, if you went out on the southside  I would miss you and forget what I had thought of.

     

    ‘You’re welcome’ he thought but he didn't say it.

     

    She looked at him , she looked straight into his eyes. He stood there, taken by surprise, as he had never been before.

     

    ‘I was curious to know you, curious to know if what I thought of you was correctly felt. I know it seems strange to you, but it is stronger than myself, I needed to know. Its not my profession, rather a hobby of mine.’

     

    He looked at her, he looked into her dark, almost black eyes and felt overwhelmed. He saw the softness of her lips when she spoke, he saw how vulnerable she seemed as a woman, but also how steady and strong she was in her way of speaking.

     

    ‘Never mind’ he said, ‘you are welcome’, even very welcome, for this is a strange day, it is a happening, written down, years, centuries before, something we never could have missed, it had to occur and to occur at this very moment’. He felt very close to her, he almost wanted to touch her with his lips. She might have felt it.

     

    ‘May I, she said, ‘may I have your left hand, the hand of the heart?'

     

    He reached out his left hand and she took it, the palm of the hand upside. She looked at it for a long time, following the lines in it with her finger. ‘The heartline is beautifully long’, she said, ‘and the number eightyone nicely readable for the Arabs, but I have no problem with the vertical lines in it. You are, as I thought, a man of words. you are a writer, but a writer of strange things, metaphysical things, you are a dreamer and a writer.’

     

    ‘Don’t be upset’, she said ‘but the dreams you are dreaming, will come true, if you can wait long enough’.

     

    He looked at her. He looked into her beautiful, glittering black eyes and he felt totally lost.

    She still held his hand, she was very close now, he could smell her, she was so close he could have kissed her moisty lips; he could have put his free hand in her neck, running it softly through her long hair. He could, but he didn’t move an inch.

     

    ‘It’s very moving what you told me’, he said, ‘It’s my lucky day’. People were all over the place, he noticed it, he saw a multitude of pigeons looking for grains or small pieces of bread. Should she feel what he felt? You are very beautiful, he wanted to say, but he didn’t say it, he couldn’t find the voice to say it.

     

    But she read it in his eyes what he wanted to say: ‘It doesn’t matter if I am or not’, she said, ‘I am Armenian, my name is Kalilla, and I live in Ghent now.’

     

    ‘I am Ugo’, he said, ‘I am a very lonesome man today.’

     

    ‘Lonesome because of me, because of our meeting  here in this square?’

     

    ‘Yes’, he said, ‘this morning I didn’t feel being lonesome. But now everything has changed, for I am in love with the Mount Ararat.

     

    ‘For what reason?’ she asked;

    .

    ‘O’, he said, ‘this is a long story’. ‘May I offer you a drink, a coffee, a tea, a glass of wine?

    She looked at him for a long time, as if she was looking into the future, as if she felt - that was also what he thought afterwards – that she was going to fall in love.

     

    ‘No’ she said, ‘no’, it seems almost a fairy tale, it doesn’t seem propitious to accept, It is better as you are a dreamer to keep it as a possibility of what could have been.’

     

    And after a while: ‘Better for both of us. Let it be as if it could have been, a possibility that we will probably never forget. Let us keep it as an unfulfilled possibility.

     

    She kissed him very softly on his lips. ’Which way are you going?’ she asked.

     

    ‘That way’, he said, and showed the direction of the Donkersteeg.

     

    Oh, she said then I am going in the opposite direction to the Geraard Duivel Steen : Maybe, one day, on a day like this, we will meet again’, she said.

     

    ‘No’, he said, ‘we missed the opportunity, today was the day.’ He stood there for a moment, passengers were moving left and right of him, a multitude of pigeons flew up, a streetcar named desire was passing by. He looked in the direction she had taken, but she was gone.

     

    Maybe, he thought, maybe it was but a dream, it will be over soon. But it wasn’t over, up to now, it was still there.

     

    14-06-2018, 07:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs