Geschriften
Inhoud blog
  • Afscheid
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.

    Zoeken in blog



    19-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adrenaline

     

    De vrees die ik kende, zonder blog-mogelijkheid te vallen, stemde overeen met wat ook Kafka wist, want hij was misschien nog groter bezetene door het schrijven dan ik:

    Ma vie au fond consiste depuis toujours en tentatives pour écrire, et le plus souvent en tentatives manquées. Mais lorsque je n’écrivais pas, j’étais par terre, tout juste bon à être balayé.

    Maar, zeg me, wat is het nut van deze rage - want een rage is het, en velen kennen die - zelfs als het komt tot een publicatie, als het dan is om opgestapeld te liggen in de boekenwinkels of opgesteld in hun rekken, en als niemand je boek ter hand neemt of het enkel maar even doorbladert om het dan terug te plaatsen daar waar het genomen werd, in de rij of op de stapel?

    Wat nut heeft het, een boek te schrijven, als je niet woord na woord gelezen wordt, zoals je woord na woord, met zoveel zorg en inzet, geschreven hebt?

    Het feit is dat de geschiedenis van de schrijver en de geschiedenis van het boek, hoewel innig in elkaar verstrengeld, een afzonderlijk leven kennen. De schrijver gaat er aan ten onder en het boek met hem; soms gebeurt het echter dat het boek hem glansrijk overleeft.

    Kafka wou schijnbaar dit risico niet lopen, hij liet verdwijnen wat nog kon verdwijnen, zoals hij verdween. Maar misschien hoopte hij stiekem dat Max Brod zijn beslissing negeren zou en dat hij toch gepubliceerd zou worden, wat hij altijd, al schrijvend moet gehoopt hebben.

    Het is maar pas na de publicatie dat het leven van een boek begint. Het kan dat dit heel kortstondig is - zoals dit van de hapklare boeken - maar het kan ook en dit geldt zeker voor de werken van Kafka, dat het boek een lang leven tegemoet gaat en dat aldus het leven van de schrijver mee wordt verlengd, een tijd eeuwigheid binnen.

    Wie hier dan over beslist is de lezer. Hij is het die de beslissende factor blijft. Zo denk ik dat van de verhalen van de jaren van een halve eeuw terug, er binnen afzienbare tijd niet veel meer zullen overblijven, want wie leest er nog Pasternak. Solzhenitsyn, Hemmingway, Faulkner, wie nog Bernanos, Gide, wie nog Aafjes, Den Hartog, Gilliams. En wie leest nog, enkele jaren verder, Mulisch, Van het Reve, Claus, Verhulst - deze van het ‘godverdomse’ - en zovele anderen die het nu nog voor het zeggen hebben.

    Gepubliceerd worden geeft ‘a boost’ betekent wellicht een pak adrenaline in de aderen, maar dit is maar tijdelijk, afhankelijk van het sensationele ervan, meer dan van de inhoud ervan. Daarna is het stilte op alle vlakken, verdwijnt het met de schrijver ervan. Zo, wat verschijnt is maar een kort leven beschoren, waarom doen we het dan?

    Omdat het, het werk is van een ziekelijk iemand, de drager van een ziekte die hem in leven houdt, een ziekte die verslaving heet. Daarom ook panikeerde ik toen mijn blog weg viel en ik plots inzag dat het gepubliceerd worden, elke dag, al was het maar zeer beperkt en vlug voorbijgaand, noodzaak geworden was, een soort drug was die en me de vereiste adrenaline bijbracht om met sereniteit en niet totaal nutteloos, mijn dagen in te gaan en door te brengen.

    Het schrijven van een boek is dan ook vandaag niet meer de zorg die het wel was jaren terug. Ik ben, tout compte fait – ik heb een vriend die me dit heeft geleerd - reeds tevreden en dankbaar met mijn werk van elke dag.

    19-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    18-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gebeurt, soms.

     

     

    Ik ben op 16 juni even in paniek geweest. Van vroeg in de morgen tot in de namiddag trachtte ik binnen te komen in mijn blog, maar telkens te vergeefs, deze bestond, schijnbaar, niet meer, mijn e-mailadres was zelfs niet gekend en als ik trachtte een nieuwe blog op te bouwen liep het altijd faliekant af. Ik kreeg mails van lezers die me vroegen wat er gaande was en kon hun alleen bevestigen dat ik er geen antwoord op had. Laat in de namiddag vernam ik dat de Centrale Computer had lam gelegen en elke toegang had geweigerd of misleid.

     

    Ik beken dat ik ogenblikken in paniek ben geweest. Ik dacht wie word ik, hoe verloopt mijn leven, als ik geen blog meer te schrijven heb, welke ledigheid ga ik op mijn leeftijd tegemoet? Maar ik heb gedacht, ik ga verder, mij krijgen ze niet klein, ik blijf elke dag mijn gewoon aantal woorden schrijven, deze zullen zich opstapelen in alle stilte en dan breng ik ze uit in blok, gebundeld.

     

    Het is toen dat ik gedacht heb aan Kafka, waarom weet ik niet, maar ik herinnerde mij een passage in een boek over hem – het kan dat ik er de zeven voorbije jaren ooit over geschreven heb, het tegengestelde zou me verwonderen – maar hij scheen me een toevlucht in nood, alsof hij een beeld was, geprojecteerd in de toekomst.

    Maar we leven niet in de toekomst, we leven telkens en telkens het nu-ogenblik, en dit nu-ogenblik dat voor mij belangrijk is, is het ogenblik van het schrijven. Het begint bij het weten dat ik een blog te schrijven heb, het zoeken naar wat ik zou kunnen vertellen en het vervolgt met de uitvoering ervan. Dit is mijn dagelijks stramien van werken en van zijn, dat ik, als ik terugblik, de laatste veertig jaar heb gekend. Je wijzigt dit zo maar niet, je stapt er zo maar niet van af, neen, je vecht ervoor.

     

    Maar waarom Kafka als toevlucht, wat heeft die man me aangedaan, is het zoals ik zo dikwijls denk over bepaalde gebeurtenissen, dat het een vingerwijzing zou zijn; een bericht dat ik ontvang van een onlangs overleden vriend die in de toekomst, in de nabije zelfs, kijken kan?

     

    De kortstondigheid van het ogenblik dat de tijd wordt die niet is, die inbeelding, die verbeelding is. Ik kijk naar de secondewijzer van mijn uurwerk, hij staat elke seconde even stil om dat over te gaan, met een kleine sprong, naar de volgende. Ik begin een blog, verlies mezelf en kom na vele zinnen verder tot een besluit. Waar is de tijd gebleven. Hij was van het eerste woord dat ik hier vanmorgen schreef, hij zal zijn van het laatste,  wat er tussen in ligt is van het schrijven, is van het zijn, het is het zijn dat belangrijk is, niet de tijd, die was er niet.

     

    Ik zocht naar het boek 'Zijn en Tijd' van Martin Heidegger, maar vond het niet onmiddellijk, trouwens zo diep zou ik er ook niet op ingaan, Sein ist Zeit voor mij en vice versa, het zijn geen twee verschillende factoren het is het Dasein. Wat voorbij is, is voorbij, enkel telt het nu, voor een tijdje nog, het schrijven van deze laatste woorden. Daarna is er het ‘Dasein ohne das Schreiben’, voorlopig toch.

    18-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    17-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kafka

     

    Er zijn boeken, die maanden, jaren onaangeroerd staan in hun rek, echter daarom niet ook onaangeroerd in mijn geest en dan zeker Franz Kafka niet. Zeker niet wat hij schreef in verband met wat er gebeuren moest, na zijn dood, met zijn geschriften en tekeningen, in het bijzonder, de opdracht die hij gaf aan zijn vriend , Max Brod.

    Ik las deze opdrachgt in een boek dat ik ooit kocht in Praag, een opdracht die nooit zou volbracht worden, en, misschien, maar dat is maar een gissing van mij, was het precies dit dat Franz Kafka verhoopte?

    Mon très cher Max, ma dernière volonté: tout ce qui se trouve dans ce que je laisse derrière moi (donc dans la bibliothèque, l’armoire à linge, la table de travail, chez moi et au bureau ou bien dans quelque lieu où cela aurait été transporté et tomberait sous tes yeux), tout, qu’il s’agisse de journaux intimes, de manuscrits, de lettres (écrites par moi ou par d’autres), de dessins etc., doit être totalement brûlé sans être lu, de même tous les textes et tous les dessins que toi ou toute autre personne à qui tu devras les demander en mon nom pouvez détenir. S’il est des lettres qu’on refuse de te remettre, il faudra au moins qu’on s’engage à les brûler[1].

    Deze wilsbeschikking, lag die niet in de lijn van wat Jozef K overkwam, die op het einde naamloos wordt uit de weg geruimd en aldus verdwijnt uit de samenleving alsof hij nooit geweest was. Was het de bedoeling van Kafka een identieke naamloze dood te sterven?

    Verkeerd is dit echter uitgevallen want zoals Jozef K. is blijven voortleven, zo is ook het werk van Kafka blijven bestaan en dan nog wel verspreid over de hele letterkundige wereld.

    Max Brod, had hij  het recht in te gaan tegen de beslissing van Kafka, of beter, Kafka had hij het recht de verbranding te eisen van alle geschriften en tekeningen van hem of die met hem iets te maken hadden; behoorden deze geschriften hem wel nog toe; behoorden ze niet, eens geschreven, tot de gemeenschap?

    In een van zijn brieven verwijt hij zelfs aan zijn correspondent, zijn adres niet duidelijk te hebben geschreven, want zegt hij van het ogenblik dat de brief aan mij geschreven onder omslag gaat, is hij mijn eigendom en moet hij als mijn eigendom met de nodige zorg behandeld worden.

    Maar de ene Kafka is de andere niet en wat hij vraagt aan Max Brod is voor een vriend en letterkundige die Max Brod was, een esthetisch onmogelijk te volbrengen opdracht.

    Als ik wil dat alles wat ik ooit geschreven heb verbrand zou worden dan zou ik beginnen het zelf te doen, of het zelf te verzamelen om het buiten te zetten voor de volgende papier afhaling die komen zou. Wat ik vandaag nog niet zinnens ben te doen, en morgen wellicht ook niet. Het geschrevene behoort mij niet meer toe, het werd me toevertrouwd komende van ik weet niet waar, maar eens geschreven hoort het toe aan de gemeenschappelijke bron waar we allen uit putten kunnen en mogen, en dit gemeenschappelijke is nooit van mij alleen geweest.

    Het was niet aan Kafka om erover te beslissen. Had zijn werk totaal waardeloos geweest dan ware het zonder de minste twijfel een slachtoffer geweest van de Tijd, waar mijn geschriften wellicht het slachtoffer van zullen worden.

    Ik hoef dus geen dergelijke opdracht na te laten. Maar ik wens ook niet het tegengestelde te vragen, namelijk dat het dus bewaard zou blijven. Integendeel, ik laat het over aan hen die het later zullen vinden, in de staat en verspreid zoals het er zal zijn; zoals die er  thans uitziet is het een warboel, en of ik de tijd zal vinden hieraan nog iets te wijzigen betwijfel ik.

    Mijn geschriften zullen wellicht een stille dood sterven. Ik hoef er me dus weinig zorgen over te maken, toch niet deze zorg die Kafka zich er, o zo duidelijk – of was het maar schijnbaar - over maakte.

     

    [1] ‘Kafka, Le Cercle de Prague’, texte de Patrizia Runfola, Photographies d’Irina Ionesco, Editions Eric Koehler, Paris, Institut Français de Prague, 1992, page 68.

    17-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    16-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Eedgoed in Serskamp

     

    En, mijn jeugd blijft me bewonen. Zijn het de luchten, de drijvende wolken, de winden in de bomen; of is het niets anders dan het jagen van de dagen dat ik even tegenhouden wil, tegendraads zijn om hopelijk wat langer nog te leven?

    Mijn verre jeugd, mijn speelse jaren: ik wandel door de velden, van Serskamp-Schellebelle, de weiden en de velden, de boomkwekerijen, de rozenvelden, de Schelde aan de einder, en voor mij, en nog steeds, als centraal punt erin een uitgestrekt domein, op vergeelde kaarten getekend als het ‘Eedgoed’[1], een oude hoeve, gelegen in een verwaarloosd park, omgeven door een brede gracht.

    Als jonge knaap droomde ik er te wonen, en het park te kunnen doorkruisen in alle richtingen. Ik droomde zelfs het ooit te kunnen kopen van de oudere bewoners, twee broers en een zuster. Ik zou de gebouwen, met de toren boven de inrijpoort in hun vroegere glans herstellen; ik zou er een boek schrijven in de schemerkamers, voor de open haard gezeten aan een brede tafel; ik zou het park als bos, open en bloot gelaten hebben met alleen de slotgracht die ik zou laten uitdiepen om het brakke water te vervangen door een spiegel voor de bomen erover.

    Het was ook de tijd dat ik Elias van Maurice Gilliams las, de bootjes die werden uitgezet op het water en ik zag in mijn dromen het domein met de vroegere herenwoning, als dat van Elias en Aloysius en tante Henriette. Ondertussen is het domein verkocht en niet alleen verbouwd en de grachten uitgediept, maar ook zorgvuldig omheind en de hoge omheining begroeid met klimop.

    Maar mijn droom is gebleven, mijn manuscript dat is blijven liggen, ontoereikend geacht, of te drooms, te filosofisch, te metafysisch en al wat dit laatste betekenen kan, tot waar ik kwam, draagt er de diepe  sporen van.

    Veel later, het gebeurde regelmatig dat mijn broer Georges en ik, na het bezoek aan het graf van vader en moeder, er nog eens heen wandelden. De laatste jaren was het helemaal afgeschermd, niet alleen door de bomen er omheen, maar ook door een meterhoge omheining die nu begroeid is met een klimophaag. Ik kijk dan uit naar het sierlijk prieeltje binnen het domein, het enige dat nog overbleef van de vroegere herenwoning, maar nu verborgen blijft als men geen opening vindt in de ranken klimop.

    In mijn verre jeugd toen er nog een zekere toegankelijkheid was ben ik ooit eens, over de uitgedroogde gracht doorgedrongen tot de muren ervan en toen ik door het stofferige venster keek, ik in de donkere waterogen keek van een vrouw met verwarde haren en een man, naakt over haar gebogen, zodat ik een schreeuw liet en hals over kop weggelopen ben, het park uit, de gracht over, de lucht brandend in mijn keel van angst.

    Maar dat is lang geleden al. Te lang opdat ik mijn schreeuw van toen nog horen zou als ik er langs kom. Het kan ook best dat het beeld dat ik van het prieeltje over houd, eerder een deel van mijn manuscript is dan een deel realiteit. De zekerheid die je hebt van iemand die schrijft is soms ver te zoeken, schrijven dromen zijnde.

     

    [1] Het ‘eedgoed’, gelegen in Serskamp, een omwald domein, vroeger omvattende een ruime herenwoning, afgebroken in 1840, en een overgebleven oude hoeve, gelegen in een verwaarloosd park van 25 Ha. De toegangspoort met toren draagt het jaartal 1573, maar het domein komt reeds voor in documenten daterend van de XIVde eeuw

    16-06-2018, 17:22 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    15-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedicht

     

    Een goede dichter biedt een lezer iets dat anders is dan anders, maar toch vertrouwd aanvoelt. Op die manier leg je een essentie bloot die al ergens vermoed werd.

    Rutger Kopland (1934-2012).

     

     

    Wat de avond van de rozen weet,

    het licht weet van de nacht

    is kennelijk overbodig, is te ver gezocht.

    Maar toch een vraag:

    hoe in elkaar verweven,

    het ene niet zonder het andere kan,

    maar in elkaar gebed,

    als in gebed, verstild verzonken,

    ademend de tijd

     

    Van de dingen die er waren

    en de dingen die er zijn,

    die, totaal verschillend,

    toch elkaar bezitten.

    De toonaard kent de klank ervan

    de musicus, de poëet, de hand

    het blad waarop geschreven wordt,

    of in het marmeren blok

    het beeld al is

    alvorens het gehouwen wordt.

     

    Wat indien we niet waren

    met guirlandes in de geest omhuld,

    met rozenvelden in de lente

    bezoedeld in de nevel:

    momenten van vertedering

    dat onze wereld is.

    Of wij, gelopen in de regen

    we zelf de regen waren:

    geur die van de rozen is

    en van de regen in de aarde is.

     

    Terwijl zo iel, zo onopgemerkt,

    verwonderlijk,

    dit niet de lente van de ouders is,

    niet de bedwelming is

    van de luchten over ons gebogen

    maar van de rozen in de avondzon.

     

    Dit, toen we, in Schellebelle

    langs de velden dwaalden,

    de jonge jaren

    die van ons leven waren,

    toen, met floers omfloerst,

    van ogenblik tot ogenblik,

    de tijd, een doek gesponnen,

    tot zo lang nog als de dagen,

    en, soms het toeten

    van de boten op de Schelde,

    soms herhaaldelijk:

     

    Herinneringen, je ontgaat ze niet,

    zelfs de drie abelen niet.

    15-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    14-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A fairy tale

     

     

     

    Afterwards when she was gone, he thought that their meeting wasn’t fortuitious at all, that it must have been a kind of rendez-vous, she coming out of the blue,  he being on the spot where he hadn’t thought of in the morning that he should have been. But however, it happened, as a lot of things happen in a lifetime. When he came out of the cathedral, he saw her, standing like a statue of salt in the middle of the St-Baafs Square, a still young, well-looking woman, cut out of Vogue. Dressed like a Madonna, in a long dark skirt that covered her whole body, a statue that started walking towards him, as soon as he came out on the square.

     

    First he didn’t know if she came to him or to someone else who was behind him, but seeing how she moved and the smile on her face, as if she knew him, her long dark hair dancing in the wind, her left leg, naked till the knee, he was moved by her youth and how womanish – he didn’t want to use another word - she was.

     

    She almost ran into him: ‘You knew it’, she said, ‘it is indeed you, I was waiting for’, she said. ‘I saw you down in the crypt, observing you how you looked at the things there, and I, and don’t ask me why, wanted to know if you were what I thought you were. I have waited for you in the square, if you came out, on the westside, where I thought you would come out, I would walk to you, if you went out on the southside  I would miss you and forget what I had thought of.

     

    ‘You’re welcome’ he thought but he didn't say it.

     

    She looked at him , she looked straight into his eyes. He stood there, taken by surprise, as he had never been before.

     

    ‘I was curious to know you, curious to know if what I thought of you was correctly felt. I know it seems strange to you, but it is stronger than myself, I needed to know. Its not my profession, rather a hobby of mine.’

     

    He looked at her, he looked into her dark, almost black eyes and felt overwhelmed. He saw the softness of her lips when she spoke, he saw how vulnerable she seemed as a woman, but also how steady and strong she was in her way of speaking.

     

    ‘Never mind’ he said, ‘you are welcome’, even very welcome, for this is a strange day, it is a happening, written down, years, centuries before, something we never could have missed, it had to occur and to occur at this very moment’. He felt very close to her, he almost wanted to touch her with his lips. She might have felt it.

     

    ‘May I, she said, ‘may I have your left hand, the hand of the heart?'

     

    He reached out his left hand and she took it, the palm of the hand upside. She looked at it for a long time, following the lines in it with her finger. ‘The heartline is beautifully long’, she said, ‘and the number eightyone nicely readable for the Arabs, but I have no problem with the vertical lines in it. You are, as I thought, a man of words. you are a writer, but a writer of strange things, metaphysical things, you are a dreamer and a writer.’

     

    ‘Don’t be upset’, she said ‘but the dreams you are dreaming, will come true, if you can wait long enough’.

     

    He looked at her. He looked into her beautiful, glittering black eyes and he felt totally lost.

    She still held his hand, she was very close now, he could smell her, she was so close he could have kissed her moisty lips; he could have put his free hand in her neck, running it softly through her long hair. He could, but he didn’t move an inch.

     

    ‘It’s very moving what you told me’, he said, ‘It’s my lucky day’. People were all over the place, he noticed it, he saw a multitude of pigeons looking for grains or small pieces of bread. Should she feel what he felt? You are very beautiful, he wanted to say, but he didn’t say it, he couldn’t find the voice to say it.

     

    But she read it in his eyes what he wanted to say: ‘It doesn’t matter if I am or not’, she said, ‘I am Armenian, my name is Kalilla, and I live in Ghent now.’

     

    ‘I am Ugo’, he said, ‘I am a very lonesome man today.’

     

    ‘Lonesome because of me, because of our meeting  here in this square?’

     

    ‘Yes’, he said, ‘this morning I didn’t feel being lonesome. But now everything has changed, for I am in love with the Mount Ararat.

     

    ‘For what reason?’ she asked;

    .

    ‘O’, he said, ‘this is a long story’. ‘May I offer you a drink, a coffee, a tea, a glass of wine?

    She looked at him for a long time, as if she was looking into the future, as if she felt - that was also what he thought afterwards – that she was going to fall in love.

     

    ‘No’ she said, ‘no’, it seems almost a fairy tale, it doesn’t seem propitious to accept, It is better as you are a dreamer to keep it as a possibility of what could have been.’

     

    And after a while: ‘Better for both of us. Let it be as if it could have been, a possibility that we will probably never forget. Let us keep it as an unfulfilled possibility.

     

    She kissed him very softly on his lips. ’Which way are you going?’ she asked.

     

    ‘That way’, he said, and showed the direction of the Donkersteeg.

     

    Oh, she said then I am going in the opposite direction to the Geraard Duivel Steen : Maybe, one day, on a day like this, we will meet again’, she said.

     

    ‘No’, he said, ‘we missed the opportunity, today was the day.’ He stood there for a moment, passengers were moving left and right of him, a multitude of pigeons flew up, a streetcar named desire was passing by. He looked in the direction she had taken, but she was gone.

     

    Maybe, he thought, maybe it was but a dream, it will be over soon. But it wasn’t over, up to now, it was still there.

     

    14-06-2018, 07:39 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    13-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dame, het lot en Eperlecques

     

     

    Het gebeurde maandag, 11 juni, dat mijn blog die ik, zo dacht ik toch, de avond van 10 juni correct had ingelogd, door een speelsheid of wat ook van de centrale computer, geplaatst werd, niet op de datum van 11 juni, zoals het hoorde, maar op de datum van 1 januari 1970, zoals de computer zelf het me meldde.

     

    Ik heb dit pas vastgesteld op 11 juni om 10.25, zodat voor de eerste maal, sinds mijn blogs zijn gestart, zijnde mei 2010, er een tiental lezers zijn geweest die op een blanco plaats zijn terecht gekomen. Het had niet moeten/mogen gebeuren, maar het gebeurde, een kleine speling van het lot.

     

    Een dame, maandag, die ik ontmoette aan de vijver waar ik zat, werkend aan een eerder ingewikkelde blog, sprak ook over het lot. Het lot, zegde ze, dat er voor gezorgd had dat haar eerste echtgenoot haar verlaten had omwille van haar vriendin, haar tweede echtgenoot vertrokken was met haar nicht en een derde met haar buurvrouw.

     

    Ze sprak erover met een zekere gelatenheid, een soort van fierheid zelfs, het was het lot dat toegeslagen had tot driemaal toe, en tegen het lot valt niets te beginnen. Maar nu had ze alle moeilijkheden overwonnen en was tot een grote rust gekomen, het zou niet meer gebeuren. Haar eerste man was zelfs terug opgedoken, hij wou terugkomen, maar er was geen sprake van, zegde ze met hoge stem.

     

    Ik heb geluisterd naar wat ze absoluut kwijt wou, dat ze lichtgelovig was geweest kwam niet bij haar op, ze was een slachtoffer van het lot. Een ogenblik dacht ik haar te zeggen dat ook Dante het had over het Lot, over Dame Fortuna, die soms gunstig was en daarna tegendraads; maar ik heb wijselijk gezwegen, want van Dante en zijn Inferno had ze zeker nog nooit gehoord.

     

    Maar ze had daarenboven iets belangrijks te vertellen, en ik wil niet nalaten het hier over te nemen omdat ze er vol vuur over sprak. Ze had de vorige dag, met een bus vrienden, het Blockhaus, gelegen in de bossen van Eperlecques - ‘Sperleke’, een dertigtal km van Calais, 10 van St-Omer  - bezocht iets dat ze zich niet kon inbeelden dat zo iets bestond.

     

    Ik ook ben er langs geweest; werd er heen gevoerd, jaren geleden, door een goede vriend, Marc Herbert die er nu niet meer is, maar hij kende al die plaatsen in Frans Vlaanderen, waar de Duitse legers zich hebben uitgeleefd wat de bunkers betreft en er betonnen bouwwerken hebben achtergelaten die qua omvang, elke verbeelding tarten.

     

    Het Blockhaus in Eperlecques zelf is een bunker dertig meter hoog, en 90 meter lang, het type van de kunst van de waanzin. Het was de lanceerbasis van de V2’s die in de oorlog - de laatste hier die wij gekend hebben - afgevuurd werden op Engeland.

     

    Het is niet iets om over te schrijven, trouwens Google weet er heel wat over. Dichter bij Calais, in Helfaut/St.Omer is er een andere reuzenbunker, la Coupole genaamd, gebouwd in 1943/44, van waar uit V2’s gelanceerd werden op Engeland. Een welgerichte bijzonder zware bom, a ‘tallboy’  heeft die site getroffen waarbij meer dan 500 (Russische?) krijgsgevangen die er werkten bedolven werden onder een massa beton. Ze moeten er nog liggen.

     

    Dit voor zij die aan toerisme van het sensationele willen beginnen. Ontgoocheld zullen ze niet zijn, verbaasd over wat toen al mogelijk was, wel.

     

    13-06-2018, 06:55 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    12-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd van het oogsten.

     

    Er is altijd het magische ogenblik van het schrijven, het verlossende van het inloggen en het kritische moment van het herlezen van wat ingelogd staat.

     

    Er is bijna telkens een nacht tussen het schrijven en het herlezen en de vaststelling dat ik mijn gedachten anders had kunnen formuleren, maar je laat gewoonlijk wat er staat omdat je bezig bent met wat je nieuw te schrijven hebt, meer dan met wat er geschreven staat.

    Soms, ben je licht ontgoocheld, soms ben je erover verbaasd, omdat het totaal nieuw is; soms niet, omdat het iets is dat je lang voorheen geschreven hebt en nu hebt herop gedist omdat je niets beters gevonden had. Zo gaat het nu eenmaal.

     

    Maar één zaak is duidelijk het is keer op keer het werk van een koorddanser, en op je leeftijd is dit niet zo evident. Wat bevreemdend is, ook voor je zelf, is dat je die koorddanser wilt zijn en zeker niet iemand anders, iemand die vertrekt van op de begane grond en deze niet wenst te verlaten, omdat die grond een zekerheid is en de koord een mogelijkheid inhoudt, hoewel ook tot falen, ook tot succes. Hij heeft dus kennelijk geen faalangst.

     

    Hij dacht over het mooie dat hij gisteren had geschreven en vanmorgen had herlezen, die mooie, krachtige; veel belovende  zin erin die hem leerde dat na zijn dood, de gedachten die hij had, de mens die hij geweest was, zijn houding ten overstaan van de natuur en de kosmos, ten overstaan van de klassieke muziek, ten  overstaan van de kunst, dat dit alles in een potentiële vorm zou worden overgedragen op een kind dat geboren zou worden en dit kind, deze boorling nog, het leven dat hij gekend had, met zijn successen en zijn falingen overnemen zou, ook zijn ingesteldheid van nu hoe die vele falingen te voorkomen.

     

    Hoe uitzonderlijk dit was, heen te gaan met deze gedachte als leidmotief.

     

    Maar ook, en vooral welke verantwoordelijkheid dit betekende voor hem, welke zorg het was een eerlijk man te zijn – ‘mijn vadertje hij was rechtvaardigheid, hij had de zware last op zich geladen…’,  schreef Marnix Gijsen, en zo verder – en, als hij het naging, hij had zich weinig te verwijten, alleen wist hij nu, maar het zou ook niet meer gebeuren: hij is te veel dromer geweest, te veel koorddanser en te weinig begane grond. Dit was wat zich niet meer mocht voordoen. Er moet een weging zijn tussen droom en realiteit, van beide wat, maar liefst minder droom dan realiteit.

     

    Dit is hoe de Kosmos, te werk gaat, gaande van de tijd die was naar de tijd die is om te komen tot de tijd die zijn zal, traag heel traag maar gestadig; dit is waar we uitkomen zullen en  hoe het gebeurt dat we, ondanks alles,  in het gareel blijven lopen. Of om het poëtisch te zeggen:

     

    There is for us, and a time of sowing, and a time of harvesting: the time of sowing is our real life, the time of harvesting is our new birth.

     

    We should allways, every moment of our existence here on earth, keep this in mind.

     

    12-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    11-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bhagavad Gita

     

    Ik waag het, vandaag te verwijzen naar de orthodoxe Hindoe Schriften en wel naar een bijzonder deel ervan, de Bhagavad Gíta[1].

    Weinig zijn er, hier in het westen, die hierover iets te zeggen hebben, zoals er weinig zijn die zich wagen iets te vertellen over de Bijbel; maar het is een geschrift dat dieper graaft in het wezen van de dingen en een sterke aanleiding is voor de westerling die we zijn, te gaan geloven in het onwaarschijnlijke.

    Wat weten wij ervan, de ‘arme zondaars’ die we zijn? Wat weten we van wat er overblijft van ons, eens het eindpunt van ons zijn bereikt; niet van ons omhulsel, dat weten we, het is maar wat stof, maar wat van ons ‘ik’, van wat er opgeslagen, opgestapeld ligt, in onze elektronen, in onze, om het even welke quarks of partikels, of Higgs-bossons?

    Wat rest er van het ‘ik’ dat ons lichaam bewoonde, is het niet een deeltje van het kolossale, ondoorgrondelijke, nebuleuze ‘ik’ dat van het Universum is; het deel dat, zoals de Bhagavad Gita het laat uitschijnen, onsterfelijk is en overgaat van  het lichaam van de ouderling naar het lichaam van de boorling? Wat de Hindoe als volgt formuleert?

    Never have I not been, never have you not been, and never have these princes of men not been; and never shall the time come when all of us shall not still be. As the tenant soul goes through childhood and manhood and old age in this body, so does it pass to other bodies.

    Of, zoals de ziel die we in pacht kregen, overgaat in ons lichaam van onze kindsheid, naar onze volwassenheid en naar onze late jaren, zo gaat ze over op andere lichamen.

    En ik begrijp, als ik dit lees, dat het deeltje geest dat we als mens in pacht hebben gekregen, onsterfelijk is en overgedragen wordt van leven op leven. En,‘altijd ben ik geweest van in den beginne, en altijd zal ik er zijn, altijd een tikje, een leven meer dan ik al was..

    Het oerbeeld van het levende ‘ik’, het, komende van in den beginne tot in het eeuwige doorgegeven ‘ik’ van mens op mens, zoals het geschreven staat in de Bhagavad Gita.

    En er zijn andere wijsheden, meer aards gebonden dan, meer gericht op het dagelijkse van ons bestaan, regels die we nimmer hebben aangeleerd maar die een oplossing brengen voor onze verzuchtingen, meer en meer te zijn of te hebben.

    Er is een versregel uit de ‘Four Quartets’ van T.S.Eliot die ik wel eens durf gebruiken als ik me zorgen maak over de kwaliteit van wat ik geschreven heb. Eliot heeft het over zijn pogen, woorden te gebruiken om zijn gedachten uit te drukken. Elke poging, dicht hij, is een gans nieuwe start en een andere soort van faling. Maar zegt hij verder:

    ‘For us, there is only the trying. The rest is not our business’.

    Het is zo iets als doe wel en zie niet om. Echter, voor iemand die schrijft is het niet zo eenvoudig, al wat je neerzet op je blad, met deze stelregel te bedekken.

    Eliot heeft zeker de Hindoeschriften gelezen, in tal van zijn verzen spreekt hij over de god Krishna, een belichaming van het absolute zijn. Ik ben dan ook niet verbaasd, de oorsprong van zijn versregel te lezen in de Bhagavad Gíta:

    ‘Let your reward be in the actions themselves; never in their fruits. So be not moved by the fruits of actions. Nor let inaction dwell in you’.

    Het komt er dus, en ook voor mij, vooral op aan actief te zijn, en actief te blijven. Te trachten woorden te gebruiken om gedachten, beelden, herinneringen, gebeurtenissen, op de meest literaire wijze weer te geven. Eens dit gedaan, is mijn werk af.

    Maar de gelatenheid van de Hindoe bezit ik niet, ik  blijf uitkijken naar the fruits of my actions. Ik blijf er gevoelig voor.

     

    [1] A Book of Hindu Scriptures in the form of a dialogue between Prince Arguna and the God Krishna”; The Peter Pauper Press, Mount Vernon - New York 1959, pag. 13.

     

    11-06-2018, 10:27 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    10-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het gebeurt wat er staat

     

    Wat ik regelmatig soms hoor is, dat ik een moeilijk te lezen schrijver ben, ongewoon moeilijk zelfs. Hoe reageer ik hierop?

     

    Ofwel dat het leven nu eenmaal moeilijk te begrijpen is, en zeker het feit dat we hier op aarde rondlopen, niet in het gareel van het Universum, niet zoals dieren, bomen en planten, niet zoals atomen en elektronen, maar omhuld met een vrijheid van doen en van laten, en deze (ogenschijnlijke) vrijheid, onvermijdelijk vragen oproept die we, naar best vermogen, trachten te beantwoorden.

     

    Ofwel dat we er aan denken, in het vervolg, dergelijke vragen uit de weg te gaan, te doen alsof deze niet zouden bestaan en ons houden aan het verhalen van wat dagelijks in het leven gebeuren kan, zoals bv. de tekst die ik schreef over ‘mijne’ moeder van een paar dagen terug en heel wat reacties heeft teweeg gebracht.

     

    Ofwel, beginnen te denken en te schrijven - zoals Henri Michaux - over dingen die er niet zijn, maar er zouden kunnen zijn in al hun diversiteit van vormen en kleuren.

     

    Ik heb dus tal van mogelijkheden – er zijn er nog andere - om deze geschriften vol te houden voor een tijd nog. Maar zo eenvoudig gaat het nu ook niet. Eens je aan het schrijven gaat komen de gedachten, ga je door op je elan en kom je onvermijdelijk terecht in plaatsen, het liefst waar je nog nimmer geweest bent. Je verrast keer op keer jezelf, en het is om deze verrassing dat het om doen is.

     

    Mijn geschriften zijn dus meer dan een alleenspraak met mezelf, het zijn eerder ontdekkingen die ik doe, dingen die er nog niet waren of dan toch niet in die aard dat het kopieën zouden zijn van bestaande. Ik heb er geen andere uitleg voor; ik ben er geen honderd procent meester over, ze worden me – het gevoel dat ik soms heb – ingefluisterd, al zijn het wel geen stemmen die ik hoor; al zijn het maar woorden die zich zo maar aanbieden en die ik neem, ongeacht waarheen ze me voeren, maar me altijd afzetten, in het merendeel van de gevallen, daar waar ik niet, in de verste verte, gedacht had te zullen aankomen.

     

    Het is aldus dat het gebeurt en als het niet zo gebeurt er geen verrassing aan verbonden is, het maar de gewoonste zaak van de wereld wordt. Wel, voor de 'gewoonste zaak', schrijf ik niet.

     

    Ik zie, als ik begin, hoogstens de lijnen,  in potlood getrokken, van mijn tekening, maar de opvulling ervan volgt een proces waar ik geen vat heb op wat er uit tevoorschijn komen zal. Waarbij ik een weg volg, de juiste weg, die zijn oorsprong heeft in al wat ik las, in al wat ik al schreef, in de totaliteit van wie ik geworden ben; dit alles samen vermengd, dooreengeschud als een cocktail, wachtend op wat er uit tevoorschijn komt.

     

    Dit is dan een geschrift dat, zoals een schilderij, de laatste drop verf kreeg. Wat erna gebeurt, gebeurt in de coulissen en eens het gordijn geopend, is er wat er te zien, te lezen is van de man die ik een ogenblik geweest ben; niet noodzakelijk die van gisteren of van vorige week of maand, maar van de man die ik was toen ik deze woorden hier, neerzette tot het allerlaatste punt ervan, een schilderij die de laatste drop verf meekreeg.

     

    Ik zeg je nog, ten bewijze van wat er staat: er was deze morgen als aanleiding tot wat ik schreef, enkel de telefoon van een broeder-vriend van mijn leeftijd, die toevallig, zegde hij,  gelezen had wat er geschreven stond over ‘mijne’ moeder; hij, denkend aan ‘zijne’ moeder, waarover hij, vertrouwde hij me toe, een boek zou kunnen schrijven en het welllicht niet meer doen zal.

     

    De afstand tussen wat we willen doen en wat we doen, is soms een oceaan, soms maar een beekje.

    10-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    09-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Of we in het gareel lopen of niet.

     

    ‘Moeder, waarom leven we?’ vroeg Lode Zielens zich af. En ik: vader, moeder, waarom schrijven we? Welke genen draag ik in mij, voortkomende uit jullie én, geconditioneerd, bij conceptie of geboorte, door de positie van sterren en planeten; genen die in zich de o zo voedende drang kennen tot het ‘creatief-zijn’, dat voor mij, vandaag, bijna voluit het woord is, het schrijven is?

    Welke hunker leefde al in mij, toen ik als tien-, elf-, twaalfjarige aan tafel zat te schrijven en vader me vroeg wàt ik aan het schrijven was – hij dacht wellicht aan straf – ik hem vrij en vrank antwoordde dat het een boek was dat ik schreef. Vandaag weet ik dat ik gans mijn leven geschreven heb, hetzij in gedachten, hetzij in realiteit, dat ik gewerkt heb aan dat ene grote boek – het was ook de wens van Zhivago/Pasternak – dat zou verbazen.

    Als ik nu het aantal boeken zie waarmede de markt overspoeld wordt, het aantal manuscripten die binnenlopen op de redacties van de uitgeverijen, dan stel ik vast, dat ik ook verleid ben geworden om ook mijn boek, een paar weken/maanden, in de etalage te zien liggen; is het massaal aantal ervan, eerder een vrees geworden; is, met de jaren en het on-succes dat ik op dit terrein kende, is deze menselijke droom afgezwakt en denk ik, diep kijkend in mezelf, dat ik me moet tevreden stellen met wat ik elke dag brengen kan; dat dit de levenskracht is die me recht houdt; dat mijn gang wankel is eens de woning verlaten, maar heel stevig nog, jong en uitgelaten soms, als ik aan het schrijven ben; dat ik geen Beethoven of Dante of Rubens ben, mijn naam amper gekend in mijn nabije omgeving.

    Wat mijn aanwezigheid, als naam en werk betreft ben ik niets meer dan de talrijke vrienden/lezers die me nog  resten. 

    Creatief zijnde, denk ik schoonheid voort te brengen, of het nu de schoonheid van woord en gedachte betreft, de schoonheid van lijnen en kleurvlakken, of de schoonheid van het bij elkaar brengen in een kader, van stukjes natuurlijk materiaal, het komt er niet op aan, het is schoonheid die ik in de eerste plaats beoog – waarmee ik me buiten sluit uit de gemeenschap van de hedendaagse kunst - om  via die schoonheid een waarheid te verkondigen, deze van mijn kosmische, zo materiële als spirituele verbondenheid die als een vorm van religiositeit wordt beleefd.

    Ik schreef het reeds herhaaldelijk, of liet het dan toch uitschijnen, mijn paradigma is het cosmotheandric principle van Raymundo Panikkar, God, Kosmos en Mens innig in elkaar verstrengeld, één geheel vormend, zoals het omschreven staat in ‘Belonging to the Universe’[1]. Het is aldus in het domein van de creativiteit, ook het domein van kosmos en natuur, dat ik me als individu, met zijn hunker naar het literaire, wil opstellen. Deze opstelling voldoet me, is mijn adem.

    Als mens van de eenentwintigste eeuw lopen we niet in het gareel,  de Kosmos heeft schijnbaar geen vat op ons, al gebruiken we hem wel, we volgen hem niet in zijn diepste geledingen. In dit verband voelen we ons God en stellen we daden die diametraal er tegenover staan. Dit was het besluit van mijn blog van enkele tijd geleden toen ik me de vraag stelde – en vandaag ook nog - hoe het kon dat we, integraal deel uitmakend van die Kosmos, hem dan toch niet volgden.

    Is dit zo  of is het schijnbaar zo?

    Is het maar inbeelding te denken dat hij, de Kosmos, geen vat heeft op ons, tijdelijk en voorlopig ons vrijheid latend, maar al zijn tijd nemend; dat hij onderhuids aan het werken is en dat we uiteindelijk aan de evolutie die de Kosmos eigen is niet ontkomen zullen; hij ons dwingen zal ooit, wanneer kunnen we maar gissen, in het gareel te gaan lopen. Om te komen tot een steeds maar hogere complexiteit naarmate we dieper en dieper door dringen tot het sacrale hart ervan?

    Het cosmotheandric principle ervan.

     

    [1] Fritjov Capra and David Steindle-Rast, with Thomas Matus: ‘Belonging to the Universe – New thinking about God and Nature’,  Penguin Books, 1992, pag. 101.

    09-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    08-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Besmettelijk

     

    Gezeten voor een wit blad, in de schaduw van de hoge bomen: de zang van merels, de zang van de bladeren,  de zang van de woorden. Terwijl de kat van de gebuur zich aait om je benen en vraagt om gestreeld te worden, terwijl de bomen om je heen zich afvragen wat soort boom jij wel bent en terwijl heel traag de inspiratie loskomt in de cellen van je bloed.

    Je weet van vele zaken iets te vertellen, ook dus van de bomen en van de Muze. Maar je hebt je dagblad nog niet geopend. Je hebt nog niet gelezen wat velen zoals jij, maar ijveriger en doeltreffender dan jij, geschreven hebben. Gedachten zaaiend waarvan ze hopen dat ze een echo kennen zullen; waarvan ze weten dat ze, eens gelezen of niet gelezen, achteraf verdwijnen zullen om te landen op een soort Paaseiland midden de Stille Oceaan, thuishaven van alle ooit geschreven, overbodig geworden woorden.

    En in een kreek, onder de laatste, bloeiende palmboom – een palmboom zoals deze waaronder Maria van Jezus beviel[1] zoals het op heel wat plaatsen in het Oosten, en nu ook al in het Westen, geschreven staat – op een ongelukkig hoopje, ook die van mij, met hun soms moeilijk te vatten boodschap, gelezen en ongelezen. Het geluid van de zee is er over, de speling van de golven, in het glinsterwit van de morgen en het glinsterdonker van de nacht.

    Zo mijn woorden en de woorden van allen die schreven, samengekomen op dat eenzame, ongekende eiland, tijdloos overspoeld met licht en eeuwigheid. Dat ze er, betoverd met de beweging van het Woord er in en er over, moge rusten in peis en vrede.

    Ik wou enkel zeggen vanmorgen dat je niet denken moet dat een geschrift rozengeur en maneschijn is en dat dus het schrijven ervan geen moeite kost. Neen, il te faut toujours, au moins, une première phrase, een eerste zin, een eerste paragraaf om de dag in te gaan, op te staan uit de flarden van dromen die de slaap heeft achtergelaten. En deze morgen zocht ik naar een opening op iets heel origineels, iets irreëels, iets droom gebonden en droom gehouden.

    Wellicht omdat ik nog steeds onder de invloed sta van wat ik las bij Henri Michaux – een goede vriend antwoordde me met een heel verhaal over de kunstenaar die hij was - en ik een blog zou willen brengen, even vreemd, even ‘weird’, even bizar van inhoud en vormgeving. Het is me dus duidelijk dat Michaux besmettelijk is voor iemand die meent te moeten/mogen schrijven zoals ik.

    Ik weet wel niet wat grote schrijvers erover denken, ken er trouwens maar één, aan wie ik het zou kunnen vragen, maar die is wellicht in volle bevalling van een nieuw boek. Echter zeker is het, die Michaux is verrassend.

    En eigenlijk heb ik zijn woorden of tekeningen niet nodig, het boek in mijn bezit heeft zijn verhaal. Het is het teken van een vriendschap. Het werd me geschonken door een goede vriend, Michel Jamar, nu opgeslorpt door de jaren die er overheen zijn en niet te bereiken via e-mail. Een oud-collega in wat toen nog in dit land, de Bank der Banken was. Met wie ik elke werkdag, na de lunch, op het terras van de Bank in de hoofdstad, op en neer wandelde. Hij, mijn mentor, vertellend over muziek, over kunst en vooral over grote namen in de literatuur, zoals Musil, Canetti, Proust, Chateaubriand.

    Op een dag had hij een boekje mee over een schrijver met een voor mij totaal vreemde naam, een boekje van ongewoon formaat, met licht groen couvert  waarop een meer dan eigenaardige tekening voorkwam. En het gebeurde, en dit dagen na elkaar dat hij het boekje, dat nu zijn DNA draagt, opende, even stopte en dat hij er uit voorlas. Wat het was dat hij las weet ik niet meer, het kan een verhaal[2] , ‘Enigmes’ geweest zijn:

    ‘Il avait marché, m’a-t-on dit, pendant des années et des siècles, consultant le calendrier’. Et à présent il vérifiait si tout le monde était làC’est qu’à ce 25 décembre, il avait donné rendez-vous, autrefois, il y avait six cent six ans, à des soldats dont les parents n’étaient pas nés, à des armes qui n’avaient pas été inventées, à un massacre immense dans un lieu inexploré.

    Quand tout se tint au rendez-vous, il fut trouvé mort, mais encore tiède. 

    Ik heb er nog niet aan gedacht dergelijke lijnen te schrijven. Nochtans, de tijd dringt.

     

    [1] Koran: Soerat XIX, 23. [2] René Bertelé: Henri Michaux, Ed.Seghers, Paris, 1973. Pag 107.

    08-06-2018, 06:49 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    07-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Henri Michaux en de schrijvers

     

    Na wat een vriend me schreef over het produceren van Literatuur, haalde ik uit een dagboek van ver, een paar lijnen terug van Amélie Nothomb. Ze schrijft[1]: ‘Tout écrivain a son truc’,  en: ‘Mieux que les autres, les écrivains savent combien écrire est difficile’, Om er toe in staat te zijn hebben ze nood aan hun gevoeligheid, hun temperament, hun cultuur, maar ‘intimement, ils sont persuadés de devoir plus encore à leur truc respectif’. .

    Veertig jaar en meer staat tussen mijn boeken, het werk van René Bertelé over ‘Henri Michaux’[2], geschenk van een goede ex-collega. Ik heb het in al die jaren ettelijke malen in de hand genomen, echter nooit met zorg gelezen, nooit de inspanning gedaan om iets dieper binnen te dringen in de rare, eenzame, afgezonderde auteur en schilder die Henri Michaux was. En het is Amélie Nothomb, en wat ze schrijft over de inspirerende kracht die van het werk van Michaux zou uitgaan, die me er toe aanzette het werk van Bertelé te gaan lezen. Verwondering was mijn deel.

    Ik kwam tot de conclusie dat hij even eenzaat is als Rimbaud het is geweest, dat hij nergens onder te brengen was, noch als dadaïst, noch als surrealist, noch als symbolist, maar dat hij schreef, tekende en schilderde op een wijze die niemand hem heeft voor- of nagedaan.

    Hij heeft zichzelf ook nimmer willen situeren. ‘Il déconcerte’, zegt Bertelé, hij zet ons op een verkeerd spoor. Als wereldreiziger schrijft hij over reële als over ingebeelde landen, reële feiten als over ingebeelde met metafysische inslag, gesierd met bevreemdende monologen, zoals: ‘

    ‘Je suis habité: je parle à qui-je-fus et qui-je-fus me parlent’. Parfois, j’éprouve une gêne comme si j’étais un étranger. En,  ‘le désir d’écrire un roman, et l’on écrit de la philosophie’. (Zoals deze laatste ken ik er ook zo.)

    Bertelé vergelijkt zijn manier van schrijven met het regenwoud, waar alle soorten van planten opwellen uit de humus en geholpen door het klimaat gaan woekeren. ‘A chaque instant beaucoup naissent et beaucoup meurent, il suffit que quelques-unes puissent lancer dans le ciel le jet de leur sève originaire’.

    Er is moed nodig om over de veelzijdigheid van Michaux iets te schrijven met weinig woorden. Hij profileert zich in een wereld van realiteit en droom, in een grote afzondering van alle andere schrijvers van zijn tijd en van nu, met een eigen taal en vormgeving. (Ik wou dat ik dat ook kende.)

    Ik doe een proef om te weten wat Nothomb me heeft willen doen geloven. Ik lees zijn verhaal ‘Wozzeck’.

    ‘Ce soir j’avais pris une dose normale de chanvre’. Dans un programme de radio, que je feuilletai, Wozzeck était annoncé. Volgt de uitvoering van de opera van Alban Berg op de radio. Het is avond en het venster staat open op de tuin en dan ziet hij een persoon staan de blik duidelijk gericht op de radio, die meeluistert, ‘comme si l’opéra qui s’y entendait s’y voyait aussi. en Michaux volgt de muziek via de reacties en gelaatsuitdrukkingen van de persoon in de tuin.

    Ik lees het verhaal. De vreemde, verrassende wendingen van zijn verhaal geven me een gevoel van ruimte en van mogelijkheden  die ik ook had kunnen schrijven:

    'C’était trop beau, c’était trop de malaise aussi … et je détournai les yeux, pour n’écouter plus que la musique… et l’écouter seul.' Als hij terug de ogen opent zijn ze met drie om Alban Berg te beluisteren ‘avec naturel, installés dans les arbres, regardant comme s’ils étaient chez eux et confortables sans du tout s’occuper de moi.’ 

    Een vreemd verrassend verhaal, prikkelend zoals een aperitief, een verhaal dat de geest opent op nieuwe gegevens die je plots aanwezig voelt ergens, ergens, en je aanzetten om te schrijven, à la Michaux, even koel, even verrassend.

    Maar ondervind ik wel ‘het stijgen van de sappen’ als ik bij Bertelé – ook Google toont die - de tekeningen zie van Michaux? Is hij voor mij wel de humus en het klimaat van het regenwoud? Eerlijk gezegd, hij inspireert me wat mijn schrijven zou kunnen betreffen. Maar of het zo is, zoals Amélie Nothomb het weet, dat de schrijvers die hem raadplegen, zelfs geen twee pagina’s nodig hebben om in gang te schieten, verbaast me toch. Het hangt natuurlijk af van wat ze willen schrijven om naam te verwerven.

    Nu, de vriend  die me las is dezelfde mening toegedaan wat mijn werk betreft, zonder daarom te verwijzen naar Michaux, maar hij suggereert me, toch te komen tot een grotere losheid wat mijn beelden aangaat en er wat meer verhaal in te brengen.

    Hij ziet het duidelijk, ik weet het, maar kan ik het beter, nu ik , Michaux heb geraadpleegd?

     

    [1] Le Monde van 25 mei 2012: ‘Le vrai mystère Shakespeare’. [2] René Bertelé: ‘Henri Michaux’ Ed., Seghers, Poètes d’aujourd’hui, 1973.

    07-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    06-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moeder

     

    Ik kan er niet voorbij, ik kan niet voorbij de dag van 6 juni, de dag dat mijne moeder – ik schrijf ‘mijne’ zoals Maurice Gilliams over ‘zijne’ moeder spreekt – in 1906 geboren werd. Ze was fier op die datum: de zesde van de zesde maand van het jaar zes. Ze droeg die datum met zich alsof het een belofte inhield, alsof het een diploma was voor het leven. De enige die ze ooit verworven heeft, hoewel ze in staat was ooit onderwijzeres te worde wat haar droom was, maar er de gelegenheid niet toe kreeg. Ze is tot haar twaalfde, veertiende misschien, naar school geweest en daarna hielp ze in de fruithandel van haar vader. Opgeschept met een verloren droom, het lot van vele dromen en verwachtingen.

     

    Ze huwde jong, en precies dag op dag, negen maanden later ben ik geboren. Ik beeld me in hoe hun huwelijksnacht moet verlopen zijn, mijn vader kennende, ik weet niet of mijn komst haar droom, onderwijzeres te worden, compenseerde. Ik zie me wel staan naast haar op een sepiakleurige foto, zij een mooie jonge vrouw. Ik op de ouderdom van vier jaar.

     

    Haar leven is geen feest geweest. Ze heeft het moeilijk gehad, vooral tijdens de oorlogsjaren, maar allen zijn we die jaren, mijn twee, vijf en zes jaar jongere broers en ik - een zusje werd een miskraam - doorgekomen zonder kleerscheuren.

     

    Ik zal, in het begin, hun oogappel geweest zijn. Ik herinner me een Sint-Maarten dat ze me in de vooravond bij de buurman stuurden, die zijn aardappelen in dunne schijfjes gesneden in een pan gesmolten smout aan het bakken was. Ik zie de pan nu nog, en toen ik terug thuis kwam de tafel gedekt stond met fruit en snoep en speelgoed, ze hadden niet kunnen wachten tot de morgen van 11 november.

     

    Hoe eer ik haar? Hoe spreek ik over haar? Nu vele herinneringen zijn weggeëbd, nu ik tasten moet om het meest sprekende terug te nemen, herop te roepen: ik een kind zijnde, een knaap, een jonge man? Hoe was het huis, hoe waren ooit de dagen, hoe waren haar gevoelens voor vader, die niet een voorbeeld van een echtgenoot was, of was hij het toch?

     

    Ik weet dat ze het financieel niet breed hadden om me om me te laten verder studeren, maar de hoofdonderwijzer van het dorp – hij gaf me de eerste lessen Frans, hij leerde me Ernest Claes en Jules Verne kennen – had iets gezien in mij en maakte dat ik deel kon nemen aan het examen van de ‘meest begaafden’.

     

    Ik zou nog andere zaken kunnen vertellen, die mij betreffen, maar ik ben er niet zo fier op, ik heb haar verwachtingen pas na enkele moeilijke omstandigheden, kunnen waar maken. Ze had wellicht verwacht van mij, haar droom geprojecteerd willen zien op mij. Ze heeft het me echter nooit verteld. En als ze het mij zou gezegd hebben, het heeft zich niet in die zin voltrokken.

     

    Had ik een goede band met haar, had die beter gekund? Wellicht, ja. Toen ze hulp nodig had heeft mijn jongste broer, Georges, zich over haar ontfermd en is ze gestorven op de leeftijd die ik stilaan aan het bereiken ben, zonder enige garantie weliswaar.

     

    Ik denk nu, dat ik altijd te veel ben ingenomen geweest door mezelf, en als ik erover schrijf zoals ik erover schrijven kan, dat het niet de houding was van iemand die zijne moeder op handen droeg; gevoelens waren anders destijds. Ik kan er niet fier over zijn.

     

    Of, kan het dat ik het nu verkeerd zie?

    06-06-2018, 06:51 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    05-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Literatuur?

     

    Ik denk literatuur te bedrijven als ik schrijf. Ik denk zelfs dat ik altijd, van sedert ik in 1978 begonnen ben, aan het bijhouden van een dagboek, literatuur heb bedreven.

    Dit is een eerlijke vraag, die ik me stelde, heel vroeg deze morgen, vóór het gekweel van de vogels in de tuin. Kan, wat ik schrijf als literatuur gezien worden, is het iets van waarde?

    ‘Je bent zeer persoonlijk’, zegde een vriend me onlangs. Hij bedoelde, zo begreep ik het toch, dat ik me te veel bloot geef en dan zeker in mijn visie over God en wat er is van de eeuwigheid. Maar wat kan de waarde zijn en het nut vooral van deze geschriften hier, als ik niet zou schrijven over wat ik denk en voel.

     Ik heb, gezien mijn leeftijd, niets meer te verbergen, niets meer te verbloemen. Mijn blog is het maximum aan erkenning dat ik bekom, het helpt me matig, maar het is me niet voldoende, in meer wacht ik op een erkenning uit een bepaalde hoek om ineens uit te schieten, te bloeien zoals de struik venkel die nu al een vierkante meter tuin inneemt. En het wachten vermoeid, remt af.

    Heb al veel geschreven, stapels woorden, maar dan zonder al te veel structuur, zonder lijn in wat ik schreef, zonder de vereiste spanning die nodig is opdat ik tot het einde toe zou gelezen worden. Er steekt geen verhaal in mij. Ik neem ook niet de tijd om Wikipedia of Google af te schuimen, kennis op te doen, elementen te verzamelen om een verhaal op te bouwen en te boeien.

    Ik ben dus geen Stendhal, ik kan geen wondere, extravagante liefdesgeschiedenis verhalen, zoals zijn ‘Chartreuse de Parme’ en tezelfdertijd in de hoofdstukken ervan de afbeelding van de tweeëntwintig Tarotkaarten binnenbrengen[1], waarmee hij Mark Twain navolgde in dezes Huckleberry Finn.

    Wat niet belet dat ik nog zou kunnen schrijven én over de liefde én over het bedrijven van de liefde. En wel over het meest prangende moment als je wegschiet in het diepste van het diepste, het warmste van het warmste, het ogenblik, van het samen komen, het samen smelten, lichaam in lichaam en geest in geest,  in een kolkende beweging; wat niet kan getoond, niet kan gebeeldhouwd, enkel gedacht, gevoeld, beleefd kan worden. Alleen het woord is bij machte dit wondere ogenblik dat is van alle geslachten, van alle tijden, op te roepen, dicht te schroeien.

    De magie van dergelijke ogenblikken ken  ik. Maar deze moeten geprangd staan in een verhaal dat over ogenblikken van het echte leven gaat. Ik heb de indruk dat ik dit nu niet doe, dat ik keer op keer terecht kom in een droge stofferige materie, die geen verrassing biedt. En literatuur is verrassing, is verheffing, raakt de kern van het bestaan, maar in de huidige context, meer deze van het dagelijkse, dan deze van het innerlijke, van het meer geestelijke. En dat is minder mijn ding.

    Ik stel me dus, zelfs met mijn blogs, eens te meer in vraag, wat vermag ik, dat door andere gedachten zou gedragen worden?

     

    [1]  Het feit van de in het boek verwerkte Tarotkaarten vond ik bij Pierre Alain Bergher, in zijn: Les Mystères de la Chartreuse de Parme, Ed. L’Infini, Gallimard, 2010.

    05-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    04-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe ik er soms sta

     

    Een goede vriend uit de Leiestreek spreekt me moed in: ‘Ik bewonder je standvastigheid om elke dag te schrijven. Ik besef dat het soms een hel moet zijn. Maar wat zei Churchill ook weer: if you’re going through hell… keep going.

    Dit is waar ik me aan houden wil, al is het woord ‘hel’, vooral als ik denk aan Dante, enigszins licht overdreven.

    Maar één zaak is zeker er is moed toe nodig, moed die schuil gaat in a kind of moral obligation, een nu toch al diep gewortelde, zelfopgelegde verplichting, waar ik zonder kleerscheuren, ten overstaan van mezelf, niet van af kan, wil ik me, niet gekwetst  van binnen, zien verder gaan. Autodiscipline zou ik het noemen willen.

    Ik kom er wel niet ver mee, het maakt me niet rijker of armer, maar het houdt me in stand, het beantwoordt aan mijn droom iets meer te zijn dan wat ik normaal verwachten mag te zijn. Een bonus dus die niet aan elk van ons gegeven is, daarom ook wens ik die te behouden zo lang het enigszins mogelijk is: so I’ll keep going through hell, al is het geen sinecure het heeft zijn voldoening en het is in alle nederigheid dat ik beleef en aanschouw wat er geschreven overblijft.

    Want, het heilig vuur ontbreekt soms: er is geen doel, geen uitzicht op wat ik wou dat het worden zou: een literaire baken. Zo ik blijf strompelen zonder houvast, zonder een lichtpunt op het einde van de tunnel, dit wordt me vandaag niet gegund.

    Ik vraag me af hoe ik reageren zou indien het er wel zou zijn? Mijn schreeuw in de woestijn zou een schreeuw worden in de wereld; ik zou er me moeten op instellen. Ik denk dat ik er de kracht toe heb, de moed ook om te volbrengen wat ik altijd heb gewenst te volbrengen, open en bloot te gaan in de wereld.

    De tijd dringt, de dagen gaan voorbij en er gebeurt niet veel meer dan wat enkele vrienden me schrijven in reactie op wat ik hen voorleg, zijnde, iets meer en iets totaal anders dan wat de media hen brengt. Ik beweeg me in de marge ervan, totaal of dan toch zo ver mogelijk ervan verwijderd, in de marge van het zijnde, van wat is en was en onvermijdelijk komen zal, een ‘onvermijdelijk-zijn’ dat zo ver mogelijk in de toekomst plaats mag vinden.

    Ondertussen ga ik verder, schrijf ik de ziel uit mijn lijf om te bereiken wat ik bereiken moet. Ik kijk niet verder dan het inloggen van mijn blog. Eens dat bereikt voel ik me een ogenblik verlost, kan ik overgaan tot andere dingen, minder stresserend, minder noodzakelijk, wel wetende dat ik opnieuw zelfde periode als de vorige doorwaden moet, de voeten in het water soms, of het hoofd in de wolken soms, al naar gelang het onderwerp waarin ik verzeild geraakte.

    Het is een geluk dat het zo is, hoe ik er toe gekomen ben, heeft zijn wortels ver in de tijd. Heel ver zelfs, het moet van in de wieg, anders ware er niets van overgebleven na al die jaren, terwijl het zich nu heeft opgehoopt tot op de punt van een piramide.

    04-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    03-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrikkeldag

     

     

    Soms heb ik maar een strohalm daar waar ik een boomstam zou wensen, maar er zijn van die dagen dat alles gesloten blijft en je er bij zit als een gestolde man starend in de grijze luchten van de morgen.

     

    Dante ook kende dergelijke momenten van on-ontvankelijkheid, hij vergeleek zich met een herder die geen voeder meer heeft voor zijn schapen, hij niet buiten kan met zijn kudde omdat alles berijmd is en hij wachten moet tot de zon de rijm heeft opgedroogd om met zijn schapen de velden in te gaan.

     

    Hij beschrijft dit in canto XXIV van zijn Inferno. Hij ook kende dus momenten dat hij niet wist hoe verder te gaan: een lege passage in de geest die moet overbrugd worden, de tijd die raad moet brengen, raad die verlossing is, verademing die openbaring is.

     

    De tijd, schreef ik ooit, die mijn vriend is. Ik weet niet meer wat hier aan voorafging, ik heb hem al zo dikwijls vernoemd, de tijd die soms is, als je wacht op iets dat komen zal of komen moet en die niet is als je volop bezig bent, als je volop actief bent; de tijd ook die je meester is.

     

    Maar vandaag is hij er volop, zie ik hoe zijn minuten schuiven terwijl mijn woorden wachtten om de hoek om zich te tonen en genomen te worden. Het lijkt vreemd, na al die dagen van vlotheid. Het is maar dat ik met een verkeerde zin begonnen ben, een zin die geen opening betekende maar ontstond uit een negatief gevoel.

     

    Er zijn dus van die dagen die beter zouden overgeslagen worden omdat ze los staan van de dagen ervoor en hopelijk ook van de dagen erna; 'schrikkeldagen' die je doen verschrikken omdat schijnbaar alles in omgekeerde richting verloopt. Waar je begint als alles reeds gezegd is zodat er niets is dat er nog kan aan toegevoegd worden.

     

    Dit zijn de ogenblikken dat de tijd stil staat, dat het schuiven van de zon – als die al zichtbaar is – geen betekenis heeft, dat je er bent simpelweg om er te zijn, maar niets dat wijst op je aanwezigheid, niets dat je achterlaat omdat je niets bent als je niets geschreven hebt, een dag zijnde die onopgemerkt gebleven is, zelfs al is hij begonnen, geen lichtpunten hebben zal. Want voor jou  zijn het de beloften van de morgen die je rechthouden en waarop je je beroepen kunt.

     

    Een blanco blad kan alle kanten uit. Ik zou een blanco blog moeten achterlaten vandaag, omdat ik niets te vertellen heb, in de hoop dat het morgen beter zal zijn; dat ik terug de lente, waar ik zo op gesteld was, beleven zal, en er door begeesterd zal worden om dingen te schrijven die kleine lichtpunten zijn aan de horizon van in deze soms raar uitvallende wereld.

     

    Ik zal dus vandaag niet schrijven naar een climax toe. Al wat opgetekend werd hoefde niet, trouwens niets hoeft dat niet gelezen wordt, in deze wereld. Dit is de lege vorm van mij, dit is wat mijn lichaam schreef. Ik haalde het niet uit de diepste wateren, ik haalde het uit het oppervlakkige waar het grote licht geen vat op had.

     

    We houden het hierbij, het was maar een schrikkeldag die eindigde vóór hij begonnen was.

    03-06-2018, 06:22 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    02-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belofte

     

    ‘Vroeger dacht ik dat ik naar de hemel ging maar ondertussen kan ik daar niet meer zo zeker van zijn. Toch hoop ik dat er meer zal zijn dan een zwart gat. Het moet toch bijna als je ziet hoe bijzonder alles is in de natuur.’

    Het zijn niet mijn woorden, het zijn deze van Marieke Lucas Rijneveld, in de Standaard van 25 mei. Het hadden ook die van mij kunnen zijn. We hebben allen onze twijfel die verdrongen wordt door onze hoop. Hoop die gebaseerd is, enkel en alleen op wat we zien rondom ons, tenware we hier blind zouden rondlopen.

    Het is ons gegeven, én te dromen, én verwonderd te zijn, twee eigenschappen die we, zo maar, gekregen hebben om, wat we horen en zien naar de echte waarde ervan, tot in de diepste eigenheid te vatten.

    Ik kan er andere aan toevoegen,  en ook Marieke Lucas Rijneveld weet dit, nl. het schrijven – voor anderen het schilderen, het beeldhouwen, het componeren  - toestanden waarin ze, en Jung wist dit maar al te goed, het domein van het metafysische betreden.

    Er is geen andere plaats waar ik het liefst, schrijvend, vertoef, het is, en dan verwijs ik naar Stefan Hertmans, het Arcadia, my place to be, my ceilidh place, de plaats van de Schotten en de Ieren, deze van de Kelten.

    Die bijna-sacrale plaats is er altijd, ze drijft boven de velden, de bossen en de wegen, boven de dorpen en de steden, ze is immer toegankelijk, we worden er ontvangen als genodigden.

    Gisteren heb ik me laten gaan, ik zat in mijn Arcadia in de bergen, ik zat er aan een tafel, ik was er zonder er te zijn, maar mijn ganse wezen was er, ogenblikken lang, een wereld opgeroepen en tot mij gekomen. Ik had de zee van San Juan/Alicante kunnen kiezen, op de hoogste rots gezeten in de hoge winden; ik had tal van andere plaatsen kunnen kiezen, de Tempel van de Hemel in Bejing, maar ik koos het meest toegankelijke: Zinal, een dorp vergeten aan de voet van de gletsjer, deze nu ver teruggedeinsd.

    Maar, waar ik schrijf is het altijd goed om te zitten, denkend aan het vele dat er geweest is, het gestolde. Ook aan John Osborne en zijn toneelstuk over Luther, ook aan T.S.Eliot en wat hij schreef over ‘in my beginning is my end’, en ik, ‘in mijn einde is mijn beginnen’.

    Ik schreef het al zo dikwijls, het is geen nieuws meer. Ik zal het nog honderdmaal schrijven opdat het een zekerheid worde. Ik weet het wel dat het niet anders kan omdat al wat is, er de belofte van is. Ook Marieke Lucas Rijneveld (1991) die boeken schreef en gedichten, wist het. Gelukkig dat iemand zo jong nog, het weet. Het is een belofte in meer voor wat ons overkomen zal.

    02-06-2018, 06:56 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (1)

    01-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het aanvoelt

     

    Hoe voelt het aan op te staan de eerste dag van een nieuwe maand, de vorige die je gunstig is geweest. Hoe voelt het te denken ik haal ook wel het einde van deze maand, al is het nog een tijdje dat het duren zal vooraleer er zekerheid zal zijn. Maar de hoop is er, stevig, misschien té stevig, jij die me leest ziet wel hoe het verlopen zal en, op welke wijze.

    Juni, twee lettergrepen die je houden kunt, twee klanken die ruiken naar licht en zomer; zomer die neigt naar herfst, maar zo ver denkt je niet. Je kent vandaag de vreugde op een nieuwe lei te beginnen, effen en onbeschreven.

    Gisteren sloot je af op de nacht, vandaag wandelt je een nieuwe, totaal nieuwe dag binnen met hoorngeschal, met ‘les fifres et tambours’ op kop. Zo voel je je, uitzonderlijk, de  vreugde van het schrijven, de vreugde van de woorden die lijk papieren bootjes op het water, uit je jeugd komen aangedreven, je hebt ze maar te nemen, je hebt maar, in je droom, de weg te nemen en stil te houden aan ‘le Besso’ het restaurant in Zinal, waar je neer gaat zitten op het terras met je echtgenote, om er te lunchen.

    Hoe je er gekomen bent weet je niet, maar je bent er, je zit er neer, je bestelde trois décis de fendant en de juffrouw die je bedient, in de klederdracht van het dorp, zoals het hoort, zoals alles zijn zal vandaag. Je je nimmer zo goed hebt gevoeld, je er nimmer gezeten hebt zoals je er nu zit, de vallei voor je uit, de besneeuwde top van la Pointe de Zinal, die naar de hemel wijst, ernaast als een meester, de Besso waar je ooit waart, je voetafdruk die  je er liet boven op de top. Het grote leven teruggekomen in dit eigenste ogenblik van het schrijven van wat is - al is het niet, maar je denkt dat het is - dat je er bent.

    Je kent het zo goed van vroeger, je weet hoe je er zit, hoe de patron je begroet in die goede oude tijd van toen, een volle rosse baard en eenarmig, en hij je sprak over zijn wijngaard in Ticino.

    Dit alles nemen ze je niet af, je kunt blijven dromen, je kunt er de kleinkinderen, de dochters, Ann, Cathy, Gisèle, Patricia, bij nemen, een ganse resem vrienden en kennissen die er kwamen ooit, met wie je er aan tafel zat in de zon, de grote lichtende zon van de Valais, waar je je intens gelukkig voelde, zoals nu, de momenten dat je er was.

    Je er keren wilt, je er wonen wou, je er je laatste dagen doorbrengen wou, nu nog, nu meer dan ooit , je er zitten wou, samen met haar die je liefde is, een glas witte wijn voor je met het licht erin, het licht o zo puur, zo enig, dat van de bergen en de sneeuw was.

    Er is geen plaats waar je, deze morgen liever zou zijn met je echtgenote dan daar op het terras van ‘le Besso’ gezeten.

    Ik zal er aan denken als ik rondloop in het huis, in de tuin, als ik op weg zal zijn, later, naar de vijver over het heuvelende land. Ik zal hier zijn en ginds mijn hart. Het gebeurde vroeger meer dat ik er aan dacht, vanmorgen was geen uitzondering, maar toch, wat het ook was en hoe mijn droom ook moge doven, ik was er, ik zat er neer, ik voelde hoe groot het was, te leven.

    01-06-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    31-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Entre chien et loup

     

    Waar ik zit, ben ik van ver gekomen; waar ik dit ogenblik ben, wil ik nog lange blijven en grote dingen schrijven om er nog meer te zijn dan ik er ooit zijn kon. Wil ik me wentelen in al wat er is rondom mij, me wentelen in wie ik ben, om te zijn wie ik van nu af nog worden wil. En veel hoeft het niet.

    Het is niet dat het verhaal dat ik tekenen wil, uitzonderlijk is, het is niet dat het gebed is in gevoelens die ongeschreven zijn; het is niet dat ik me opdringen wil, me wil plaatsen op een pedestal; dit alles is het niet, het is maar dat ik er wil zijn, enkel en alleen als, van het volle leven in mij, het volle van het volle van mijn Dasein. Louter zijn van het grote dat is van het Dasein.

    Begrijpe me, als ik niets méér wil zijn, als ik me hier ontdoe, van al wat ik ben, van al wat ik geweest ben, me ontdoe van al wat ik nog zal zijn, om nog over te houden, een spanne leven, gegrepen, vastgehouden en in alle innigheid verweven met het massale leven rondom mij, doorgedrongen tot de verste galaxie. Ik, het leven in mij, deel ervan.

    Of ik dit anders omschrijven kan weet ik niet. Op dit ogenblik wil ik niets, wil ik van grote dingen schrijven, niet wie ik ben, niet wie ik was, niet vanwaar ik hier gekomen ben.

    Het leven dat me in zijn greep houdt: ik zit hier, ik ben hier en wat hier is, is het leven in mij, niets meer maar ook niets minder. Integendeel, alles rondom mij is leven, de stoel waar ik zit als de omgeving, als de luchten, alles is gegrepen in de kolkende vortex dat het leven is. Ook het licht dan tanend is naar de avond toe, ook de stilte die nu meer stilte is, die nog wat geschuif is in de bomen, nog wat gezang van vogels heel dichtbij, het geblaf nog van een hond, en nog wat kilte die opstijgt uit de aarde en het moment het pakkende moment: de avond die vallen gaat, maar, nog even wacht.

    Ik hoor – en mijn gehoor is nog heel scherp - hoe hij zich vastzet in de stilte; hoe een ogenblik nog, alles duidelijker getekend staat, nu de regen nog komt, niet veel meer dan kleine kringen in het water. een laatste vis die springt, een plof, een verre roep nog van de koekoek,

    Je omknelt alles, want je bent al deze wemel geluiden, die geen geluiden zijn maar stiltes bij elkaar geschoven, aan elkaar gekleefd, geronnen tot een Bijbeltekst, een psalm onuitgesproken.

    Enkele ogenblikken nog, deze tere ‘entre chien et loup’, vóór de avond valt, lijk een steen. En de eerste ster er staat, het enige dat je weet van al wat er te weten is. Ze was er gisteren ook, toen wist je dat het Venus was, Vandaag hoef je het niet te weten.

    Uit dit alles zal je later opstaan terug, om de wereld te betreden.

     

    31-05-2018, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs