Ik schrijf heel veel over mezelf omdat ik mezelf beter en beter kennen wil. Ik blijf het maar doen, ik blijf verder spitten omdat er nog altijd iets te ontdekken valt en een zekerheid dat het ooit ophouden zal heb ik niet, hoef ik ook niet.
Wel weet ik wie ik ben, echter niet wat ik ben, en zijnde wie ik ben, weet ik niet waar mijn beginnen is en, indien er ooit een einde komt – hoe dit einde ook moge zijn - waar dit einde liggen zou?
Een wijs man zegde ooit, dat elk van ons de zaden tellen kan in een appel; alleen God, zegde hij, kan de appels tellen in een zaad. Het zal wel, om die reden wordt hij God genoemd, maar ik vrees dat hij er zich niet zal met bezig houden, echter, als Hij de appels tellen kan dan weet Hij ook wat ik schrijven ga vandaag. Voor Hem staat het zelfs al een tijd geschreven, terwijl ik nog een tijd wachten moet alvorens ik het zien en weten zal.
Het is maar, en dit is een algemene regel, dat de blogs die ik schrijf in de cel waar ik het over had, niet hun ontstaan hebben gekend op het ogenblik van het schrijven ervan, ze zijn, alle voor een belangrijk deel ontstaan op alle plaatsen waar ik me ooit bewust bevond; ze zijn van al die plaatsen en van al die bewuste ogenblikken die ik er heb gekend en doorgemaakt.
Zo ligt in mij, al wat ooit was en al wat er ooit zijn zal, over en in elkaar, en is het heden, is wat ik schrijf, het resultaat van een bevruchting van bepaalde bestaande elementen erin. Ik kan dus stellen dat mijn blog ontstaat in het heden, uit het voorbije. Het heden waarin, realiteit en droom zich vermengen, zodat elk van mijn blogs, de kleur en de smaak heeft van melk in koffie en koffie in melk, crèmekleurig: de realiteit niet duidelijk afgelijnd, droom en verbeelding eerder wazig dan helder, maar beide in elkaar vervlochten en, gewild of ongewild gevoileerd.
En een tweede bemerking, een blog begint niet met de eerste lijn, een blog begint met al wat er is aan voorafgegaan, met wat tot dan toe nog altijd ongeschreven was gebleven, in gedachten opgeborgen of, wat ook kan, te onprecies, te onvolledig reeds verteld.
Alle blogs, daarom niet op elkaar volgend, hebben toch een gemeenschappelijke ondergrond. Ik denk dan aan Jorge Luis Borges die in zijn essay over ‘la Poesia gauchesca’, uit zijn bundel ‘Discusión’, de vraag herneemt aan Whistler gesteld: hoeveel tijd het hem gevergd heeft om één van zijn ’Nocturnos’ te schilderen, en het antwoord van Whistler: ‘toda mi vida’.
Zo als je me ooit zou vragen hoe lang het me heeft gevergd om een blog af te werken dat mijn antwoord is: ‘mijn ganse leven’.
|