Geschriften
Inhoud blog
  • Opgenomen.
  • Hoe ik er sta, vandaag?
  • Waar ben ik mee bezig?
  • Gesprek op zondag.
  • Hoe zal ik ze noemen?

    Zoeken in blog



    30-11--0001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Angstvallig.

     

    Het einde van een maand, het zoveelste, stilaan wordt het ernst, ik denk er wel niet altijd aan, maar einde-maand-dagen zijn aanleidingen om me eraan te herinneren dat ik mijn restje tijd goed gebruiken moet, wat betekent dat ik nu niet in slaap moet vallen maar alert moet blijven.

    Alert vooral voor de kleine dingen van het leven, de grote zijn voorbij, voorbij gehold en ik laat ze hollen verder het voorbije binnen waar ze zich vermengen tot een cluster van feiten en gevoelens die ik meedraag met mij, maar gedempt houd wat de impact ervan betreft. Het is meer me ervan ledigen, dan me erin te verzinken of te verdwalen.

    Laat wat is geweest en kijk naar wat is, het licht in de morgen, de geluiden van de straat, het leven in de tuin en verder tracht zachtmoedig te blijven, teer uitkijkend hoe de dag verloopt, hoe de minuten wegglijden lijk zand door je vingers. Je lette er voorheen niet op, je wil er nu op letten en de ogenblikken zich niet laten verslingeren alsof ze er niet geweest waren, maar bewust zijn van het greintje leven dat je nog houdt, nog houden wil voor een tijd.

    Weliswaar in jezelf gekeerd maar nemend wat komt met beide handen vasthoudend, de tijd die uiterst kostbaar is geworden, raar en rijper dan ooit. En wat je schrijft moet geladen zijn met inzicht en hoop op wat afkomt op jou, opdat je niet overrompeld wordt, zoals Strawinski – schreef ik gisteren – overrompeld werd op 29 mei 1913, tijdens en na de uitvoering van zijn ‘Sacre du Printemps’, want ik ook ben in woorden heel ver gegaan, ik geef er me pas nù rekenschap van.

    Tot vandaag toe zijn het aantal lezers van mijn geschriften beperkt en geduldig wachtend op wat de volgende dag op hen zal afkomen. Ze kennen me, ze weten hoe ver ik me soms verwijder van de belopen paden. Dit zal niet het geval zijn als ik alle lichten op mij zal hebben gericht en ik er bloot zal staan, mijn visie op wat is wellicht onbegrepen omdat van mij verwacht wordt dat ik me koest houd en blij moet zijn dat ik nog leef, maar dan zonder het hoge woord te voeren, en zeker niet het woord dat ik gebruik.

    Wel, vooruitkijkend, waarom is het dat ik telkens denk aan Strawinski en het totale onbegrip dat hem te beurt is gevallen die avond van 29 mei.

    Ik vrees dat ik met mijn boek hetzelfde meemaken zal want ik heb erin heel wat zaken gezegd  die indruisen tegen alles wat gekend is. Ik ben erin een baanbreker, iets wat je in deze tijden beter niet bent, vooral als je ‘baanbrekerij’ zich afspeelt in de diepte van het woord, elke oppervlakkigheid schuwend.

    Mijn hoop op het komende is aldus afgemeten op mogelijke reacties die ik verwachten moet, reacties die me treffen zullen in mijn innigste zijn. Hoe wapen ik me er tegen als een strijd gestreden moet?

    Laat ik het over mij heengaan of sta ik in de bres om te verdedigen wat ik schreef, moediger dan ooit?

    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denkend aan Meister Eckhart

     

     

    Ik dacht aan heel wat zaken deze morgen toen ik op mijn plaats zat aan de vijver, het water een donker spiegelbeeld van de luchten. Ik toen, ik beken het graag - waarom wist ik pas later - aan Meister Eckhart dacht, en wat hij wist over zijn God zonder naam die ook mijn God is, al heb ik ook vele van zijn twijfels.

     

    En ik me trachtte even maar in te beelden hoe alles er gekomen is zonder dat er ooit Iets was? En ik er geen antwoord op wist, alsof het nodig was dat ik, zoals ik daar zat in de schaduw, een morgen in juli, te weten had hoe alles wat is, er gekomen is?

     

    Alsof het niet meer dan voldoende was te zien met mijn ogen dat het er was, en toch, toch zoals Eckhart, me af te vragen van waar het kwam datgene dat er was?

     

    Als ik me tracht in te beelden, het ook dus visueel te verkennen, hoe in al wat levend is, het leven in de cellen is, en in al wat statisch is, het leven is van de elektronen binnen de atomen ervan; en samen genomen, welke kennis er geborgen is én in de cellen, én in hun atomen, en in deze van alles wat beweegloos is?

     

    Ik me afvraag welke diepere betekenis er kan aan gegeven worden. Een vreemde morgen wordt het aldus. Maar ik ga verder.

     

    Ik kan niet schrijven in den beginne was het atoom want dit is onjuist. Ik kan niet schrijven in den beginne was er het minimaalste deeltje, het Higgs deeltje - dat mijn favoriete deeltje blijft omdat nog steeds onbepaalbaar het is - want dit ook moet van ergens komen, van een Ergens dat er niet was, gezien er niets was.

     

    Ik verlaat Eckhart, ik laat hem waar hij nog lang zijn zal, als een lichtende baken die je aanzet verder te denken dan wat je hoort of ziet.

     

    ik dacht er over na dat, toen ik mijn eerste woord hier heb neergezet, er, het precieze ogenblik ervoor, nog geen woord was, dat er helemaal niets was, maar, dat het eerste woord er in wel in potentie moet geweest zijn, en ook in potentie, al wat uit dit eerste woord voortkomen zou, mijn geschrift, mijn blog zoals hij er nu uitziet.

     

    Kan het, dat er altijd-altijd, in een Ergens dat er nog niet was, in potentie, een begin van Universum was? En er uit dit begin, gekomen is al wat is, van in de beginne wij inbegrepen?

     

    We gissen maar, gissen is de reden van ons bestaan.

     


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denkend aan Meister Eckhart


    Ik dacht aan heel wat zaken deze morgen toen ik op mijn plaats zat aan de vijver, het water een donker spiegelbeeld van de luchten. Ik toen, ik beken het graag - waarom wist ik pas later - aan Meister Eckhart dacht, en wat hij wist over zijn God zonder naam die ook mijn God is, al heb ik ook vele van zijn twijfels.

     

    En ik me trachtte even maar in te beelden hoe alles er gekomen is zonder dat er ooit Iets was? En ik er geen antwoord op wist, alsof het nodig was dat ik, zoals ik daar zat in de schaduw, een morgen in juli, te weten had hoe alles wat is, er gekomen is?

     

    Alsof het niet meer dan voldoende was te zien met mijn ogen dat het er was, en toch, toch zoals Eckhart, me af te vragen van waar het kwam datgene dat er was?

     

    Als ik me tracht in te beelden, het ook dus visueel te verkennen, hoe in al wat levend is, het leven in de cellen is, en in al wat statisch is, het leven is van de elektronen binnen de atomen ervan; en samen genomen, welke kennis er geborgen is én in de cellen, én in hun atomen, en in deze van alles wat beweegloos is?

     

    Ik me afvraag welke diepere betekenis er kan aan gegeven worden. Een vreemde morgen wordt het aldus. Maar ik ga verder.

     

    Ik kan niet schrijven in den beginne was het atoom want dit is onjuist. Ik kan niet schrijven in den beginne was er het minimaalste deeltje, het Higgs deeltje - dat mijn favoriete deeltje blijft omdat nog steeds onbepaalbaar het is - want dit ook moet van ergens komen, van een Ergens dat er niet was, gezien er niets was.

     

    Ik verlaat Eckhart, ik laat hem waar hij nog lang zijn zal, als een lichtende baken die je aanzet verder te denken dan wat je hoort of ziet.

     

    ik dacht er over na dat, toen ik mijn eerste woord hier heb neergezet, er, het precieze ogenblik ervoor, nog geen woord was, dat er helemaal niets was, maar, dat het eerste woord er in wel in potentie moet geweest zijn, en ook in potentie, al wat uit dit eerste woord voortkomen zou, mijn geschrift, mijn blog zoals hij er nu uitziet.

     

    Kan het, dat er altijd-altijd, in een Ergens dat er nog niet was, in potentie, een begin van Universum was? En er uit dit begin, gekomen is al wat is, van in de beginne wij inbegrepen?

     

    We gissen maar, gissen is de reden van ons bestaan.

     


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denkend aan Meister Eckhart


    Ik dacht aan heel wat zaken deze morgen toen ik op mijn plaats zat aan de vijver, het water een donker spiegelbeeld van de luchten. Ik toen, ik beken het graag - waarom wist ik pas later - aan Meister Eckhart dacht, en wat hij wist over zijn God zonder naam die ook mijn God is, al heb ik ook vele van zijn twijfels.

     

    En ik me trachtte even maar in te beelden hoe alles er gekomen is zonder dat er ooit Iets was? En ik er geen antwoord op wist, alsof het nodig was dat ik, zoals ik daar zat in de schaduw, een morgen in juli, te weten had hoe alles wat is, er gekomen is?

     

    Alsof het niet meer dan voldoende was te zien met mijn ogen dat het er was, en toch, toch zoals Eckhart, me af te vragen van waar het kwam datgene dat er was?

     

    Als ik me tracht in te beelden, het ook dus visueel te verkennen, hoe in al wat levend is, het leven in de cellen is, en in al wat statisch is, het leven is van de elektronen binnen de atomen ervan; en samen genomen, welke kennis er geborgen is én in de cellen, én in hun atomen, en in deze van alles wat beweegloos is?

     

    Ik me afvraag welke diepere betekenis er kan aan gegeven worden. Een vreemde morgen wordt het aldus. Maar ik ga verder.

     

    Ik kan niet schrijven in den beginne was het atoom want dit is onjuist. Ik kan niet schrijven in den beginne was er het minimaalste deeltje, het Higgs deeltje - dat mijn favoriete deeltje blijft omdat nog steeds onbepaalbaar het is - want dit ook moet van ergens komen, van een Ergens dat er niet was, gezien er niets was.

     

    Ik verlaat Eckhart, ik laat hem waar hij nog lang zijn zal, als een lichtende baken die je aanzet verder te denken dan wat je hoort of ziet.

     

    ik dacht er over na dat, toen ik mijn eerste woord hier heb neergezet, er, het precieze ogenblik ervoor, nog geen woord was, dat er helemaal niets was, maar, dat het eerste woord er in wel in potentie moet geweest zijn, en ook in potentie, al wat uit dit eerste woord voortkomen zou, mijn geschrift, mijn blog zoals hij er nu uitziet.

     

    Kan het, dat er altijd-altijd, in een Ergens dat er nog niet was, in potentie, een begin van Universum was? En er uit dit begin, gekomen is al wat is, van in de beginne wij inbegrepen?

     

    We gissen maar, gissen is de reden van ons bestaan.

     


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Être, Dieu et Cosmos ne sont qu'un


    Hoe ben ik er in 1981 ooit toegekomen het boek van Georges Lacroix: ‘Théorie de la Dialectique cosmique’[1] te kopen, een boek dat  nu al jaren onaangeroerd is gebleven en dat ik een paar dagen geleden terug heb genomen, lijk heel wat zaken terug genomen worden, zo maar, omdat is wat is.

     

    Een dialectiek - een wijze van redeneren - die voor mij, voor een groot deel niet te benaderen is omwille van de mathematische formules erin verwerkt en de vreemde woordenschat die hij hiervoor gebruikt, maar dan toch een baanbrekende bedoeling had omdat hij wilde:

     

    Edifier une théorie de l’Etre, applicable non seulement à l’atome mais à tout l’Univers et en particulier à l’homme dans la vie de tous les jours…

    Une théorie qui réside davantage dans une grande rencontre se situant entre le père du Taoisme, Lao Tseu et le père de la relativité, Albert Einstein, le flux cosmique.

     

    Omdat wist hij er een intieme affiniteit bestaat tussen de mystieke visie van het Taoïsme en de moderne fysica. (Hij was trouwens niet de enige, ook Fritjof Capra in zijn ‘Tao of Physics’, schrijft uitgebreid hierover).

     

    Lacroix puurt hieruit zijn paradigma: ‘Être, Dieu et Cosmos ne sont qu’un’ en ziet dit als een vorm van religie om naar te leven. Een religie waar we grote nood aan hebben. Ik herhaal me meer dan eens als ik hier verder over schrijf, maar het is eens iets anders dan wat je dagelijks ontmoet in onze media, vooral wellicht vandaag.

     

    Trouwens ik heb meer dan ooit het gevoel dat het leven ogenschijnlijk stilstaat in mij, terwijl nochtans alles beweegt; terwijl de cellen van mijn lichaam zich langzamer misschien, blijven vernieuwen. En ook ik weet dat voortdurend andere gedachten ontstaan in mij, die ik niet opvolgen kan, die zich lijk wolken wijzigen, wegdrijven en terug opduiken.

     

    Maar, meer dan ooit ben ik bezeten om dit alles op te tekenen, gedachten opspringend uit gedachten, lijk cellen geboren uit cellen. En aanwezig in mij de idee van Lacroix en van zovele anderen, die ik maar blijf herhalen, elke dag in een andere toonaard.

     

    We zijn allen deel van de Kosmos die IS, van het grote ZIJN; deel  van het oneindige en sublieme, deel en schakel; we zijn de voortzetting van wat is, naar wat komt. Welke naam je er ook aan geven wilt het binnenste zijnde, het Universum het uiterlijke, het zichtbare. En beiden samen, elk deeltje ervan met zijn binnenste en zijn buitenste, hoe minimaal ook, verbonden met elk ander deeltje ervan, één ineen slingerende, ineen groeiende, ordenende beweging van het Zijn.

     

    Lacroix noemt dit ‘le flux cosmique, le produit de l’Esprit.’

     

    Uiteindelijk, vanuit het oogpunt van het Zijn is er enkel beweging, is het streefdoel van het Universum, in zijn totaliteit, niet de mens, maar de Geest, zoals hij opduikt in de mens, waarvan we ons, als we maar willen, als mens een idee kunnen vormen. De Geest die het binnenste is van het Universum, het deel dat primeert, het deel dat Leeft en Heerst, het deel dat overleven zal, alle materiële beelden die we er van hebben ten spijt.

     

    Dit zijn zaken die ik schrijf, alles in mij, wat is van de zee en de bergen , wat is van de velden, van het licht en de luchten, bewegend, voluit. Ik maar wat geest zijnde. 



    [1] Georges Lacroix: ‘Théorie de la Dialectique cosmique’, Editions Lauzeray international, 1979.


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Louis Pauwels, de vergeten Vlaming

    ‘Qui rate les aubes rate sa vie’, een boodschap die Louis Pauwels de wereld in stuurde en die me, nu al een ‘eeuwigheid’ geleden, bereikte om me niet meer los te laten en , te gepasten tijde te hernemen.

     

    En, hij heeft gelijk. Getuige ervan hoe het morgenlicht de nacht opslorpt, eerst zich vermengend met de duisternis en dan plots, als de zon de horizon bereikt, in een ontploffing van licht, van kleuren en koralen. Hoe dikwijls al heb ik dit meegemaakt, hier te lande, aan zee of in de bergen. de dageraad, het ochtendgloren is meer dan een gedicht, het is een symfonie, het is een wonder en dan ook, wist Pauwels, dat wie dit mist, niet heeft geleefd.

     

    Louis Pauwels (1920-1997), was geboren in Gent, zijn moeder was een Gentse, zijn vader heeft hij niet gekend. Hij werd opgevoed in Parijs, maar hij voelde zich in hart en ziel, een Vlaming in Frankrijk. Hij schreef als een Fransman met Vlaamse roots. In zijn ‘Blumroch’, waar hij het heeft over de Icaros van Bruegel, schrijft hij :

     

    ‘J’aime Bruegel. Je suis flamand. Mon cœur flamand adore cette paix compacte, s’y repose, s’y dilate.’

     

    IK meen te weten waar hij deze zin over het ‘rateren’ van het leven opgeraapt heeft. Hij begint, schrijft hij, elke morgen, zomer als winter met een duik in de zwemkom:

    ‘Pour moi qui plonge dans l’eau froide en toutes saisons, les heures du matin ont des roses dans les cheveux, même en hiver. Quand je sors de l’eau, j’éprouve toujours l’allégresse d’exister…’[1]

     

    Ik kan aannemen dat hij zich, na zijn duik, oeverloos vol adrenaline voelt en dat hij meewarig opkijkt naar zij die dit gevoel niet kennen en die gedachte regelmatig opduikt.

     

    Als ik zijn werken overloop dan is het zeker niet hij qui a raté sa vie. Integendeel hij moet volgens mij gezien en gerekend worden als een grote Vlaming, een geboren Gentenaar die, ingevolge de levensomstandigheden - zijn moeder huwde een Parijzenaar - opgevoed werd  in Parijs en  onvermijdelijk in het Frans schreef. Hier bij ons is hij totaal miskend, in Frankrijk was hij een groot schrijver en stichter van o.m. het tijdschrift ‘Le Planète’ en later van ‘Question de’.

     

    Ik was geabonneerd op beide tijdschriften die mijn visie op de wereld totaal hebben gewijzigd, die een ruimte hebben gecreëerd in mijn gedachten die ik anders niet zou gekend hebben. Ik heb hem als dusdanig, wat mijn vorming betreft, nog niet vernoemd, maar Pauwels vooral dan met zijn tijdschriften, heeft in een grote mate de lijn van mijn leven bepaald, ik geef er me nu rekenschap van.

     

    Dankzij hem - en beide tijdschriften - verwierf ik een uitzicht op een brede gamma van onderwerpen die ik anders niet zou gehad hebben;

    kende ik de verwondering van het buitengewone, wist ik dat er in het verleden dingen gebeurd zijn waarvan we niet de minste notie hebben hoe ze ooit zijn tot stand gekomen, hij opende mijn geest op Gurdjief, op Ouspenski, op Bentov, op Borges, op tal van feiten en gebeurtenissen waarvan ik anders niets zou geweten hebben.

     

    Ik had een kast vol met de tijdschriften van hem, ik realiseer me nu ook dat het een bibliotheek was waarin een kennis lag opgeslagen die al het normaal gekende ver overtrof. Het is een ramp geweest, al deze werken/tijdschriften, bij gebrek aan plaats, te hebben moeten  achterlaten op de Ajuinlei in Gent.

    Louis Pauwels was iemand die de Nobelprijs Letterkunde meer dan verdiende, maar die nooit heeft gekregen omdat hij, volgens velen, allen droogstoppels, te fantast was. Maar wat is het dat ons het meest voedt, is het niet het fantastische?

    Wie hem nader wil leren kennen, Google weet er alles over. Voor mij was hij in heel wat zaken een baanbreker. De lay out alleen van ‘Le Planète’ was er een voorbeeld van.

     



                   [1] Louis Pauwels : ‘Blumroch, l’admirable ou le déjeuner du surhomme.’ Gallimard 1976


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Louis Pauwels, de vergeten Vlaming

     

    ‘Qui rate les aubes rate sa vie’, een boodschap die Louis Pauwels de wereld in stuurde en die me, nu al een ‘eeuwigheid’ geleden, bereikte om me niet meer los te laten en , te gepasten tijde te hernemen. En hij heeft groot gelijk.


    Getuige ervan, hoe het morgenlicht de nacht opslorpt, eerst zich vermengend met de duisternis en dan plots, als de zon de horizon bereikt, het een ontploffing wordt van licht, in kleuren en in koralen. Hoe dikwijls ik dit al heb meegemaakt, hier te lande, aan zee of in de bergen: de dageraad, het ochtendgloren is meer dan een gedicht, het is een symfonie, het is een wonder en dan ook, wist Pauwels, dat wie dit mist, niet heeft geleefd.

     

    Louis Pauwels (1920-1997), was geboren in Gent, zijn moeder was een Gentse, zijn vader heeft hij niet gekend. Hij werd opgevoed in Parijs, maar hij voelde zich in hart en ziel, een Vlaming in Frankrijk. Hij schreef als een Fransman met Vlaamse roots. In zijn ‘Blumroch’, waar hij het heeft over de Icaros van Bruegel, schrijft hij :

     

    ‘J’aime Bruegel. Je suis flamand. Mon cœur flamand adore cette paix compacte, s’y repose, s’y dilate.’

     

    IK meen te weten waar hij deze zin over het ‘rateren’ van het leven opgeraapt heeft. Hij begint, schrijft hij, elke morgen, zomer als winter met een duik in de zwemkom:


    ‘Pour moi qui plonge dans l’eau froide en toutes saisons, les heures du matin ont des roses dans les cheveux, même en hiver. Quand je sors de l’eau, j’éprouve toujours l’allégresse d’exister…’[1]

     

    Ik kan aannemen dat hij zich, na zijn duik, oeverloos vol adrenaline voelt en dat hij meewarig opkijkt naar zij die dit gevoel niet kennen en dat bij dergelijke gebeuren, de gedachte à ceux qui ratent leur vie, regelmatig opduikt. 


    Als ik zijn werken overloop dan is het zeker niet hij qui a raté sa vie. Integendeel hij moet volgens mij gezien en gerekend worden als een grote Vlaming, een geboren Gentenaar die, ingevolge de levens-omstandigheden - zijn moeder huwde een Parijzenaar - opgevoed werd  in Parijs en  schreef in het Frans. Hier bij ons is hij totaal miskend, in Frankrijk was hij een groot schrijver en stichter van o.m. het tijdschrift ‘Le PLanète’ en later van ‘Question de’.


    Ik was geabonneerd op beide tijdschriften die mijn visie op de wereld totaal hebben gewijzigd, die een ruimte hebben gecreëerd in mijn gedachten die ik anders niet zou gekend hebben. Ik heb hem als dusdanig, wat mijn vorming betreft, nog niet vernoemd, maar Pauwels vooral dan met zijn tijdschriften, heeft in een grote mate de lijn van mijn leven bepaald, ik geef er me nu rekenschap van. Dankzij hem - en beide tijdschriften - verwierf ik een uitzicht op een brede gamma van onderwerpen die ik anders niet zou gehad hebben.


    Dankzij hem kende ik de verwondering van het buitengewone, wist ik dat er in het verleden dingen gebeurd zijn waarvan we niet de minste notie hebben hoe ze ooit zijn tot stand gekomen; hij opende mijn geest op Gurdjief, op Ouspenski, op Bentov, op Borges, op tal van feiten en gebeurtenissen waarvan ik anders niets zou geweten hebben.


    Ik had een kast vol met de tijdschriften van hem, ik realiseer me nu ook dat het een bibliotheek was waarin een kennis lag opgeslagen die al het normaal gekende ver overtrof. Het is een ramp geweest, al deze werken/tijdschriften te hebben moeten  achterlaten op de Ajuinlei in Gent.


    Louis Pauwels was iemand die de Nobelprijs Letterkunde meer dan verdiende, maar die nooit heeft gekregen omdat hij, volgens velen, allen droogstoppels, te fantast was. Maar wat is het dat ons het meest voedt, is het niet het fantastische?

     

    Wie hem nader wil leren kennen, Google weet er alles over. Voor mij was hij in heel wat zaken een baanbreker. De lay out alleen van ‘Le Planète’ was er een voorbeeld van.

     



                   [1] Louis Pauwels : ‘Blumroch, l’admirable ou le déjeuner du surhomme.’ Gallimard 1976


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Namiddagen


    ’s Morgens overvalt me een nocturne van George Enescu, een componist (bijna) vergeten tussen de duizend andere; een stukje muziek, een van het vele dat gestapeld ligt, en opduikt uit de nevel van het verleden.

    Ik kende wel zijn naam, wellicht hoorde ik reeds muziek van hem, maar deze morgen die niet is zoals de vorige morgens - en vraag me niet waarom - na de Egmont Ouverture en andere muziek op Klara, een nocturne van George Enescu.

    Ik hou van de opening ervan, een warmte van klanken die je plots, onverwacht, binnen voeren in de massa stilte die het verleden is.

    Om deze reden, om de indruk die deze cello klanken opriepen, zo dat ik het hier optekenen moet voor later; dat ik het verwoorden moet, het een must zijnde, bij het horen van de eerste klank ervan, zodat ik schrijven ging, in mijn akelig geworden geschrift, deze woorden - ik hernam die later - op een stukje papier.

    Daarna waren er heel wat andere dingen die me bezig hielden, die zich wentelden omheen de naam Enescu, was er de Romance van Antonin Dvorák, maar het was Enescu de aanstoker voor een morgen klassiek. En waarover schrijf je dan?

    Ik had een vriend die bij het opstaan de tv aanzette, niet om naar het beeld te kijken maar omdat hij, en wellicht ook zijn echtgenote, nood had aan de meest klassieke muziek om aan hun ruim huis met ruime living, een diepere, bijna mysterieuze, dimensie te geven. En in de namiddag, als ik hem soms bezocht, te weinig weet ik nu, de muziek, in sourdine, onze gesprekken, zoals ik het nu zie, kleurden of dan toch een inhoud meegaven, een betekenis in meer, iets zoals het gevoel dat ik nu haalde uit de nocturne van Enescu, dat voldoende is om lijk een rode draad, geweven te worden doorheen de dingen van mijn dag.

    Ik zeg er niet meer over , alleen dat ik die namiddagen met hem mis en dat het pas nu is dat ik me realiseer, én dat ik zijn stem mis, én die namiddagen mis.

    Veel is er niet nodig om het volmondig te zeggen; misschien was het beter verzwegen, misschien hoeft niet alles gezegd, maar Enescu trof ergens een gevoelige snaar bij mij en dit op het meest gepaste ogenblik, opdat ik me herinneren zou, wat ik mis en waarom ik het mis.

    Nu nog als ik door de velden naar de vijver rijd, of naar de vijver gebracht word, denk ik er onvermijdelijk aan; is het alsof ik op weg ben naar een namiddag met hem, gezeten voor elkaar in de veranda kijkend naar het schuiven van de wolken boven ons en het spel van de eksters in het gras en een Lied van Mahler, of een ‘una notturna’ van Luigi Dallapiccola  op de achtergrond.

    Is het voldoende om te denken dat hij er nog steeds aanwezig is, dat we er nog samen zitten, met een tonic in de hand, dat wat was, nog altijd is en er altijd zijn zal?

    Ik denk het, Enescu moet geweten hebben dat het verleden voor een part nog altijd het heden kan zijn; dat het eeuwige ervan zich afspeelt in een andere wereld die we vroeg of laat kennen zullen, een wereld die al maar door dichter komt.

    We voelen er ons goed bij nu het geschreven staat.

     


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Namiddagen

    ’s Morgens overvalt me een nocturne van George Enescu, een componist (bijna) vergeten tussen de duizend andere; een stukje muziek, een van het vele dat gestapeld ligt, en opduikt uit de nevel van het verleden. 


    Ik kende wel zijn naam, wellicht hoorde ik reeds muziek van hem, maar deze morgen die niet is zoals de vorige morgens - en vraag me niet waarom - na de Egmont Ouverture en andere muziek op Klara, een nocturne van George Enescu. 


    Ik hou van de opening ervan, een warmte van klanken die je plots, onverwacht, binnen voeren in de massa stilte die het verleden is. 


    Om deze reden, om de indruk die deze cello klanken opriepen, zo dat ik het hier optekenen moet voor later; dat ik het verwoorden moet, het een must zijnde, bij het horen van de eerste klank ervan, zodat ik schrijven ging, in mijn akelig geworden geschrift, deze woorden - ik hernam die later - op een stukje papier.


    Daarna waren er heel wat andere dingen die me bezig hielden, die zich wentelden omheen de naam Enescu, was er de Romance van Antonin Dvorák, maar het was Enescu de aanstoker voor een morgen klassiek. En waarover schrijf je dan?


    Ik had een vriend die bij het opstaan de tv aanzette, niet om naar het beeld te kijken maar omdat hij, en wellicht ook zijn echtgenote, nood had aan de meest klassieke muziek om aan hun ruim huis met ruime libving, een diepere, bijna mysterieuze, dimensie te geven. En in de namiddag, als ik hem soms bezocht, te weinig weet ik nu, de muziek, in sourdine, onze gesprekken, zoals ik het nu zie, kleurden of dan toch een inhoud meegaven, een betekenis in meer, iets zoals het gevoel dat ik nu haalde uit de nocturne van Enescu, dat voldoende is om lijk een rode draad, geweven te worden doorheen de dingen van mijn dag.


    Ik zeg er niet meer over , alleen dat ik die namiddagen met hem mis en dat het pas nu is dat ik me realiseer, én dat ik zijn stem mis, én die namiddagen mis.


    Veel is er niet nodig om het volmondig te zeggen; misschien was het beter verzwegen, misschien hoeft niet alles gezegd, maar Enescu trof ergens een gevoelige snaar bij mij en dit op het meest gepaste ogenblik, opdat ik me herinneren zou, wat ik mis en waarom ik het mis.


    Nu nog als ik door de velden naar de vijver rijd, of naar de vijver gebracht word, denk ik er onvermijdelijk aan; is het alsof ik op weg ben naar een namiddag met hem, gezeten voor elkaar in de veranda kijkend naar het schuiven van de wolken boven ons en het spel van de eksters in het gras en een Lied van Mahler, of een ‘una notturna’ van Luigi Dallapiccola  op de achtergrond.


    Is het voldoende om te denken dat hij er nog steeds aanwezig is, dat we er nog samen zitten, met een tonic in de hand, dat wat was, nog altijd is en er altijd zijn zal?


    Ik denk het, Enescu moet geweten hebben dat het verleden voor een part nog altijd het heden kan zijn; dat het eeuwige ervan zich afspeelt in een andere wereld die we vroeg of laat kennen zullen, een wereld die al maar door dichter komt.


    We voelen er ons goed bij nu het geschreven staat. 



    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De namiddagen

    ’s Morgens overvalt me een nocturne van George Enescu, een componist (bijna) vergeten tussen de duizend andere; een stukje muziek, een van het vele dat gestapeld ligt, en opduikt uit de nevel van het verleden.

    Ik kende wel zijn naam, wellicht hoorde ik reeds muziek van hem, maar deze morgen die niet is zoals de vorige morgens - en vraag me niet waarom - na de Egmont Ouverture en andere muziek op Klara, een nocturne van George Enescu.

    Ik hou van de opening ervan, een warmte van klanken die je plots, onverwacht, binnen voeren in de massa stilte die het verleden is.

    Om deze reden, om de indruk die deze cello klanken opriepen, zo dat ik het hier optekenen moet voor later; dat ik het verwoorden moet, het een must zijnde, bij het horen van de eerste klank ervan, zodat ik schrijven ging, in mijn akelig geworden geschrift, deze woorden - ik hernam die later - op een stukje papier.

    Daarna waren er heel wat andere dingen die me bezig hielden, die zich wentelden omheen de naam Enescu, was er de Romance van Antonin Dvorák, maar het was Enescu de aanstoker voor een morgen klassiek. En waarover schrijf je dan?

    Ik had een vriend die bij het opstaan de tv aanzette, niet om naar het beeld te kijken maar omdat hij, en wellicht ook zijn echtgenote, nood had aan de meest klassieke muziek om aan hun ruim huis met ruime libving, een diepere, bijna mysterieuze, dimensie te geven. En in de namiddag, als ik hem soms bezocht, te weinig weet ik nu, de muziek, in sourdine, onze gesprekken, zoals ik het nu zie, kleurden of dan toch een inhoud meegaven, een betekenis in meer, iets zoals het gevoel dat ik nu haalde uit de nocturne van Enescu, dat voldoende is om lijk een rode draad, geweven te worden doorheen de dingen van mijn dag.

    Ik zeg er niet meer over , alleen dat ik die namiddagen met hem mis en dat het pas nu is dat ik me realiseer, én dat ik zijn stem mis, én die namiddagen mis.

    Veel is er niet nodig om het volmondig te zeggen; misschien was het beter verzwegen, misschien hoeft niet alles gezegd, maar Enescu trof ergens een gevoelige snaar bij mij en dit op het meest gepaste ogenblik, opdat ik me herinneren zou, wat ik mis en waarom ik het mis.

    Nu nog als ik door de velden naar de vijver rijd, of naar de vijver gebracht word, denk ik er onvermijdelijk aan; is het alsof ik op weg ben naar een namiddag met hem, gezeten voor elkaar in de veranda kijkend naar het schuiven van de wolken boven ons en het spel van de eksters in het gras en een Lied van Mahler, of een ‘una notturna’ van Luigi Dallapiccola  op de achtergrond.

    Is het voldoende om te denken dat hij er nog steeds aanwezig is, dat we er nog samen zitten, met een tonic in de hand, dat wat was, nog altijd is en er altijd zijn zal?

    Ik denk het, Enescu moet geweten hebben dat het verleden voor een part nog altijd het heden kan zijn; dat het eeuwige ervan zich afspeelt in een andere wereld die we vroeg of laat kennen zullen, een wereld die al maar door dichter komt.

    We voelen er ons goed bij nu het geschreven staat.


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De namiddagen

    ’s Morgens overvalt me een nocturne van George Enescu, een componist (bijna) vergeten tussen de duizend andere; een stukje muziek, een van het vele dat gestapeld ligt, en opduikt uit de nevel van het verleden.

    Ik kende wel zijn naam, wellicht hoorde ik reeds muziek van hem, maar deze morgen die niet is zoals de vorige morgens - en vraag me niet waarom - na de Egmont Ouverture en andere muziek op Klara, een nocturne van George Enescu.

    Ik hou van de opening ervan, een warmte van klanken die je plots, onverwacht, binnen voeren in de massa stilte die het verleden is.

    Om deze reden, om de indruk die deze cello klanken opriepen, zo dat ik het hier optekenen moet voor later; dat ik het verwoorden moet, het een must zijnde, bij het horen van de eerste klank ervan, zodat ik schrijven ging, in mijn akelig geworden geschrift, deze woorden - ik hernam die later - op een stukje papier.

    Daarna waren er heel wat andere dingen die me bezig hielden, die zich wentelden omheen de naam Enescu, was er de Romance van Antonin Dvorák, maar het was Enescu de aanstoker voor een morgen klassiek. En waarover schrijf je dan?

    Ik had een vriend die bij het opstaan de tv aanzette, niet om naar het beeld te kijken maar omdat hij, en wellicht ook zijn echtgenote, nood had aan de meest klassieke muziek om aan hun ruim huis met ruime living, een diepere, bijna mysterieuze, dimensie te geven. En in de namiddag, als ik hem soms bezocht, te weinig weet ik nu, de muziek, in sourdine, onze gesprekken, zoals ik het nu zie, kleurden of dan toch een inhoud meegaven, een betekenis in meer, iets zoals het gevoel dat ik nu haalde uit de nocturne van Enescu, dat voldoende is om lijk een rode draad, geweven te worden doorheen de dingen van mijn dag.

    Ik zeg er niet meer over , alleen dat ik die namiddagen met hem mis en dat het pas nu is dat ik me realiseer, én dat ik zijn stem mis, én die namiddagen mis.

    Veel is er niet nodig om het volmondig te zeggen; misschien was het beter verzwegen, misschien hoeft niet alles gezegd, maar Enescu trof ergens een gevoelige snaar bij mij en dit op het meest gepaste ogenblik, opdat ik me herinneren zou, wat ik mis en waarom ik het mis.

    Nu nog als ik door de velden naar de vijver rijd, of naar de vijver gebracht word, denk ik er onvermijdelijk aan; is het alsof ik op weg ben naar een namiddag met hem, gezeten voor elkaar in de veranda kijkend naar het schuiven van de wolken boven ons en het spel van de eksters in het gras en een Lied van Mahler, of een ‘una notturna’ van Luigi Dallapiccola  op de achtergrond.

    Is het voldoende om te denken dat hij er nog steeds aanwezig is, dat we er nog samen zitten, met een tonic in de hand, dat wat was, nog altijd is en er altijd zijn zal?

    Ik denk het, Enescu moet geweten hebben dat het verleden voor een part nog altijd het heden kan zijn; dat het eeuwige ervan zich afspeelt in een andere wereld die we vroeg of laat kennen zullen, een wereld die al maar door dichter komt.

    We voelen er ons goed bij nu het geschreven staat.

     


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De namiddagen

    ’s Morgens overvalt me een nocturne van George Enescu, een componist (bijna) vergeten tussen de duizend andere; een stukje muziek, een van het vele dat gestapeld ligt, en opduikt uit de nevel van het verleden.

    Ik kende wel zijn naam, wellicht hoorde ik reeds muziek van hem, maar deze morgen die niet is zoals de vorige morgens - en vraag me niet waarom - na de Egmont Ouverture en andere muziek op Klara, een nocturne van George Enescu.

    Ik hou van de opening ervan, een warmte van klanken die je plots, onverwacht, binnen voeren in de massa stilte die het verleden is.

    Om deze reden, om de indruk die deze cello klanken opriepen, zo dat ik het hier optekenen moet voor later; dat ik het verwoorden moet, het een must zijnde, bij het horen van de eerste klank ervan, zodat ik schrijven ging, in mijn akelig geworden geschrift, deze woorden - ik hernam die later - op een stukje papier.

    Daarna waren er heel wat andere dingen die me bezig hielden, die zich wentelden omheen de naam Enescu, was er de Romance van Antonin Dvorák, maar het was Enescu de aanstoker voor een morgen klassiek. En waarover schrijf je dan?

    Ik had een vriend die bij het opstaan de tv aanzette, niet om naar het beeld te kijken maar omdat hij, en wellicht ook zijn echtgenote, nood had aan de meest klassieke muziek om aan hun ruim huis met ruime libving, een diepere, bijna mysterieuze, dimensie te geven. En in de namiddag, als ik hem soms bezocht, te weinig weet ik nu, de muziek, in sourdine, onze gesprekken, zoals ik het nu zie, kleurden of dan toch een inhoud meegaven, een betekenis in meer, iets zoals het gevoel dat ik nu haalde uit de nocturne van Enescu, dat voldoende is om lijk een rode draad, geweven te worden doorheen de dingen van mijn dag.

    Ik zeg er niet meer over , alleen dat ik die namiddagen met hem mis en dat het pas nu is dat ik me realiseer, én dat ik zijn stem mis, én die namiddagen mis.

    Veel is er niet nodig om het volmondig te zeggen; misschien was het beter verzwegen, misschien hoeft niet alles gezegd, maar Enescu trof ergens een gevoelige snaar bij mij en dit op het meest gepaste ogenblik, opdat ik me herinneren zou, wat ik mis en waarom ik het mis.

    Nu nog als ik door de velden naar de vijver rijd, of naar de vijver gebracht word, denk ik er onvermijdelijk aan; is het alsof ik op weg ben naar een namiddag met hem, gezeten voor elkaar in de veranda kijkend naar het schuiven van de wolken boven ons en het spel van de eksters in het gras en een Lied van Mahler, of een ‘una notturna’ van Luigi Dallapiccola  op de achtergrond.

    Is het voldoende om te denken dat hij er nog steeds aanwezig is, dat we er nog samen zitten, met een tonic in de hand, dat wat was, nog altijd is en er altijd zijn zal?

    Ik denk het, Enescu moet geweten hebben dat het verleden voor een part nog altijd het heden kan zijn; dat het eeuwige ervan zich afspeelt in een andere wereld die we vroeg of laat kennen zullen, een wereld die al maar door dichter komt.

    We voelen er ons goed bij nu het geschreven staat.

     


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De namiddagen


     

    ’s Morgens overvalt me een nocturne van George Enescu, een componist (bijna) vergeten tussen de duizend andere; een stukje muziek, een van het vele dat gestapeld ligt, en opduikt uit de nevel van het verleden.  


    Ik kende wel zijn naam, wellicht hoorde ik reeds muziek van hem, maar deze morgen die niet is zoals de vorige morgens - en vraag me niet waarom - na de Egmont Ouverture en andere muziek op Klara, een nocturne van George Enescu. 


    Ik hou van de opening ervan, een warmte van klanken die je plots, onverwacht, binnen voeren in de massa stilte die het verleden is.  


    Om deze reden, om de indruk die deze cello klanken opriepen, zo dat ik het hier optekenen moet voor later; dat ik het verwoorden moet, het een must zijnde, bij het horen van de eerste klank ervan, zodat ik schrijven ging, in mijn akelig geworden geschrift, deze woorden - ik hernam die later - op een stukje papier. 


    Daarna waren er heel wat andere dingen die me bezig hielden, die zich wentelden omheen de naam Enescu, was er de Romance van Antonin Dvorák, maar het was Enescu de aanstoker voor een morgen klassiek. En waarover schrijf je dan? 


    Ik had een vriend die bij het opstaan de tv aanzette, niet om naar het beeld te kijken maar omdat hij, en wellicht ook zijn echtgenote, nood had aan de meest klassieke muziek om aan hun ruim huis met ruime living, een diepere, bijna mysterieuze, dimensie te geven. En in de namiddag, als ik hem soms bezocht, te weinig weet ik nu, de muziek, in sourdine, onze gesprekken, zoals ik het nu zie, kleurden of dan toch een inhoud meegaven, een betekenis in meer, iets zoals het gevoel dat ik nu haalde uit de nocturne van Enescu, dat voldoende is om lijk een rode draad, geweven te worden doorheen de dingen van mijn dag. 


    Ik zeg er niet meer over , alleen dat ik die namiddagen met hem mis en dat het pas nu is dat ik me realiseer, én dat ik zijn stem mis, én die namiddagen mis. 


    Veel is er niet nodig om het volmondig te zeggen; misschien was het beter verzwegen, misschien hoeft niet alles gezegd, maar Enescu trof ergens een gevoelige snaar bij mij en dit op het meest gepaste ogenblik, opdat ik me herinneren zou, wat ik mis en waarom ik het mis. 


    Nu nog als ik door de velden naar de vijver rijd, of naar de vijver gebracht word, denk ik er onvermijdelijk aan; is het alsof ik op weg ben naar een namiddag met hem, gezeten voor elkaar in de veranda kijkend naar het schuiven van de wolken boven ons en het spel van de eksters in het gras en een Mahler, of een ‘una notturna’ van Luigi Dallapiccola  op de achtergrond. 


    Is het voldoende om te denken dat hij er nog steeds aanwezig is, dat we er nog samen zitten, met een tonic in de hand, dat wat was, nog altijd is en er altijd zijn zal? 


    Ik denk het, Enescu moet geweten hebben dat het verleden voor een part nog altijd het heden kan zijn; dat het eeuwige ervan zich afspeelt in een andere wereld die we vroeg of laat kennen zullen, een wereld die almaardoor dichter komt. 


    We voelen er ons goed bij nu het geschreven staat. 


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto

    Begrijpe me goed - vooral nu ik in euforie ben ontwaakt - ik weet niet meer wat ik reeds geschreven heb over de boeken die ik las, de plaatsen die ik bezocht, de theorieën die ik verkondigde. Alles is een kleine bibliotheek in mijn hoofd, opgeslagen in de vier à vijf duizend pagina’s die ik al geschreven heb. Ik vul aan of wijzig wat er al staat en tussendoor verschijnt er iets totaal nieuw. Maar meestal heb ik het gevoel me te bevinden in een draaikolk van teksten. Ik doorblader mijn  oudste blogs, deze van 2010, 2011, 2012, maar als ik ze overloop, als ik ze herlees, is het alsof ik sinds die jaren niets nieuws meer geschreven heb.

     

    Is het omdat ik telkens op hetzelfde terugkom, op dezelfde boeken, meestal deze van een vorige generatie, en zijn in feite, mijn hoofd een grote verwarring zijnde, mijn blogs van nu, herkauwingen?

     

    Hoe moet ik dan verder, blindelings om me heen tastend, hopende op een goede landing. Echter je denkt of schrijft niet blindelings. Zo, ik zeg je maar dat ik het soms moeilijk heb, gisteren vooral als ik dacht Beethoven te zijn, zittend voor de piano en herinneringen oproepend die me zo overvielen en die ik nam zonder er over na te denken, en zeker zonder het gebruik van welke parameters ook, deze om te zetten, niet op een notenbalk, zoals Beethoven, maar opgetekend in paragrafen en fragmenten, hopende.

     

    En het werd een mengeling van beelden die zich aanbieden in jou als je schrijft en soms verspringen van de hak op de tak, om uit te komen op een ogenblik in een bepaalde plaats, op een bepaald tijdstip, in wel bepaalde omstandigheden.

     

    En zo gebeurt het ook, dat mijn blogs zelden in de verlenging liggen van de voorgaande, maar misschien wel in de verlengging van een fragment van  zes maand ervoor.

     

    Trouwens, en het verontrust me enigszins, niet alleen mijn lichaam maar ook mijn geest schijnt stilaan een hogere leeftijd te bereiken, ik riskeer, zoals een wortel zonder water,  uitgedroogd te raken, wat even erg is en weinig belovend.

     

    Is het de verkoudheid die aansleept, is het de hitte van de namiddag, de schemer in de kamer met de gordijnen dicht geschoven?

     

    Het is het vele samen, opgesloten in het huis, denkend aan een vriend in Bretagne, de wind, de golven, de luchten; denkend aan de bergen, en de koelte van de toppen, alle herinneringen die doorheen je gedachten vloeien, even ophouden, om dan over te gaan in andere gedachten terwijl je schrijft.

     

    Of is het beeld dat ik hier oproep, de foto van mezelf die ik je toestuur, het tegenbeeld van de euforie die opwelde na de voetbalmatch België- Brazilië; een gebeuren dat zich voltrekt, once in a lifetime. En dan denk ik onvermijdelijk aan de vraag van Pilar aan Roberto, na zijn wandeling over de heide met Maria,  in ‘For whom the bell tolls’, ‘Did the earth move?’


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto

    Begrijpe me goed - vooral nu ik in euforie ben ontwaakt - ik weet niet meer wat ik reeds geschreven heb over de boeken die ik las, de plaatsen die ik bezocht, de theorieën die ik verkondigde. Alles is een kleine bibliotheek in mijn hoofd, opgeslagen in de vier à vijf duizend pagina’s die ik al geschreven heb. Ik vul aan of wijzig wat er al staat en tussendoor verschijnt er iets totaal nieuw. Maar meestal heb ik het gevoel me te bevinden in een draaikolk van teksten. Ik doorblader mijn  oudste blogs, deze van 2010, 2011, 2012, maar als ik ze overloop, als ik ze herlees, is het alsof ik sinds die jaren niets nieuws meer geschreven heb.

     

    Is het omdat ik telkens op hetzelfde terugkom, op dezelfde boeken, meestal deze van een vorige generatie, en zijn in feite, mijn hoofd een grote verwarring zijnde, mijn blogs van nu, herkauwingen?

     

    Hoe moet ik dan verder, blindelings om me heen tastend, hopende op een goede landing. Echter je denkt of schrijft niet blindelings. Zo, ik zeg je maar dat ik het soms moeilijk heb, gisteren vooral als ik dacht Beethoven te zijn, zittend voor de piano en herinneringen oproepend die me zo overvielen en die ik nam zonder er over na te denken, en zeker zonder het gebruik van welke parameters ook, deze om te zetten, niet op een notenbalk, zoals Beethoven, maar opgetekend in paragrafen en fragmenten, hopende.

     

    En het werd een mengeling van beelden die zich aanbieden in jou als je schrijft en soms verspringen van de hak op de tak, om uit te komen op een ogenblik in een bepaalde plaats, op een bepaald tijdstip, in wel bepaalde omstandigheden.

     

    En zo gebeurt het ook, dat mijn blogs zelden in de verlenging liggen van de voorgaande, maar misschien wel in de verlengging van een fragment van  zes maand ervoor.

     

    Trouwens, en het verontrust me enigszins, niet alleen mijn lichaam maar ook mijn geest schijnt stilaan een hogere leeftijd te bereiken, ik riskeer, zoals een wortel zonder water,  uitgedroogd te raken, wat even erg is en weinig belovend.

     

    Is het de verkoudheid die aansleept, is het de hitte van de namiddag, de schemer in de kamer met de gordijnen dicht geschoven?

     

    Het is het vele samen, opgesloten in het huis, denkend aan een vriend in Bretagne, de wind, de golven, de luchten; denkend aan de bergen, en de koelte van de toppen, alle herinneringen die doorheen je gedachten vloeien, even ophouden, om dan over te gaan in andere gedachten terwijl je schrijft.

     

    Of is het beeld dat ik hier oproep, de foto van mezelf die ik je toestuur, het tegenbeeld van de euforie die opwelde na de voetbalmatch België- Brazilië; een gebeuren dat zich voltrekt, once in a lifetime. En dan denk ik onvermijdelijk aan de vraag van Pilar aan Roberto, na zijn wandeling over de heide met Maria,  in ‘For whom the bell tolls’, ‘Did the earth move?’


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto van mezelf


     

    Begrijpe me goed - vooral nu ik in euforie ben ontwaakt - ik weet niet meer wat ik reeds geschreven heb over de boeken die ik las, de plaatsen die ik bezocht, de theorieën die ik verkondigde. Alles is een kleine bibliotheek in mijn hoofd, opgeslagen in de vier à vijf duizend pagina’s die ik al geschreven heb. Ik vul aan of wijzig wat er al staat en tussendoor verschijnt er iets totaal nieuw. Maar meestal heb ik het gevoel me te bevinden in een draaikolk van teksten. Ik doorblader mijn  oudste blogs, deze van 2010, 2011, 2012, maar als ik ze overloop, als ik ze herlees, is het alsof ik sinds die jaren niets nieuws meer geschreven heb. 


    Is het omdat ik telkens op hetzelfde terugkom, op dezelfde boeken, meestal deze van een vorige generatie, en zijn in feite, mijn hoofd een grote verwarring zijnde, mijn blogs van nu, herkauwingen?


    Hoe moet ik dan verder, blindelings om me heen tastend, hopende op een goede landing. Echter je denkt of schrijft niet blindelings. Zo, ik zeg je maar dat ik het soms moeilijk heb, gisteren vooral als ik dacht Beethoven te zijn, zittend voor de piano en herinneringen oproepend die me zo overvielen en die ik nam zonder er over na te denken, en zeker zonder het gebruik van welke parameters ook, deze om te zetten, niet op een notenbalk, zoals Beethoven, maar opgetekend in paragrafen en fragmenten, hopende.


    En het werd een mengeling van beelden die zich aanbieden in jou als je schrijft en soms verspringen van de hak op de tak, om uit te komen op een ogenblik in een bepaalde plaats, op een bepaald tijdstip, in wel bepaalde omstandigheden. 


    En zo gebeurt het ook, dat mijn blogs zelden in de verlenging liggen van de voorgaande, maar misschien wel in de verlengging van een fragment van zes maand ervoor.


    Het verontrust me enigszins, niet alleen mijn lichaam maar ook mijn geest schijnt stilaan een hogere leeftijd te bereiken, ik riskeer, zoals een wortel zonder water,  uitgedroogd te raken, wat even erg is en weinig belovend.


    Is het de verkoudheid die aansleept, is het de hitte van de namiddag, de schemer in de kamer met de gordijnen dicht geschoven? 


    Het is het vele samen, opgesloten in het huis, denkend aan een vriend in Bretagne, de wind, de golven, de luchten; denkend aan de bergen, en de koelte van de toppen, alle herinneringen die doorheen je gedachten vloeien, even ophouden, om dan over te gaan in andere gedachten terwijl je schrijft.


    Of is het beeld dat ik hier oproep, de foto van mezelf die ik je toestuur, het tegenbeeld van de euforie die opwelde na de voetbalmatch België- Brazilië; een gebeuren dat zich voltrekt, once in a lifetime. En dan denk ik onvermijdelijk aan de vraag van Pilar aan Roberto, na zijn wandeling over de heide met Maria, in ‘For whom the bell tolls’, 'Did the earth move?'


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De brandende braamstruik

     

    6 juli

    De brandende braamstruik

     

    Hij, denkend een ogenblik aan wat in de Talmoed over Sarah geschreven staat, dat ze negentig jaar was toen ze beviel van Isaac en dat ze stierf van geluk toen ze hoorde dat Abraham haar zoon Isaac, zoals Jahweh hem eerst bevolen had, niet had geslachtofferd op de brandstapel.

    En, als ik aan Sarah en Abraham en hun zoon Isaac heb gedacht dan was het omdat ik in de ‘Préface à la Bible hébraïque’[1] van George Steiner was gaan lezen:

    ‘La Bible est à nul autre pareil; tous les autres livres sont habités par le murmure de cette source lointaine’ en omdat, schrijft hij nog: ‘Tous nos autres livres, si différents soient-ils par leur matière ou leur méthode, se rattachent, fut-ce indirectement, à ce livre des livres.

    En het kan niet of het mag niet - en het gevaar is niet denkbeeldig - dat dit Boek ooit verdwijnen zou uit onze wereld, want als het verdwijnt , verdwijnt de basis van onze westerse beschaving, wordt het dak boven ons hoofd weggeschoven en wordt voor eeuwig verbannen: het enigmatische antwoord van Jahweh op de vraag van Mozes, wie Hij is die, verborgen in de brandende braamstruik, spreekt tot hem.

    En het antwoord hierop, zoals het er staat in Exodus 3,14 van de King James versie van 1611:

    ‘I AM THAT I AM, and he said, Thus shalt thou say unto the children of Israël, I AM hath sent me unto you’.

    Het ‘I AM THAT I AM’ van de Hebreeuwse tekst - een tautologie noemt Steiner het – is Zijn auto-identificatie; een naam waar we niet overweg mee kunnen omdat die schijnbaar niet om te zetten is, als Hij er dan nog aan toevoegt: ‘zegt aan de kinderen van Israël dat het ‘IK BEN’ is die je stuurt’.

    Ikzelf vind het de meest intrigerende passage in het Oude Testament. Maar als ik zoek om het enigszins te begrijpen dan heb ik er mijn vertaling voor, namelijk, ‘Ik ben het ZIJNDE’, ‘ik ben dat wat IS’ of, ‘ik ben het Universum en al wat ermee verband houdt’ en het is het ZIJNDE die me stuurt tot jou, kinderen van Israël, én kinderen van de wereld.

    Dit, tot vreugde van velen misschien; tot ongemak, tot ongeloof van anderen. Het is slechts één regel, geknipt uit Exodus: 3, 14, één verbijsterende ingeving die eeuwen geleden uit de sterren kwam – zoals alle ingevingen - en door een groot schrijver-filosoof, op een rol oud papier werd neergezet.

    En vergeef me als ik jullie vandaag overval - in feite stond deze passage al lang als reserve opgetekend -  met de woorden van Iemand verborgen in een brandende braamstruik.


    [1] George Steiner: ‘Préface à la Bible hébraïque’, Edition Bibliothèque Albin Michel, Idées, 2001 (traduit de l’Anglais par Pierre-Emmanuel Dauzat, Faber & Faber 1996).


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De brandende braamstruik

     

    Hij, denkend een ogenblik aan wat in de Talmoed over Sarah geschreven staat, dat ze negentig jaar was toen ze beviel van Isaac en dat ze stierf van geluk toen ze hoorde dat Abraham haar zoon Isaac, zoals Jahweh hem eerst bevolen had, niet had geslachtofferd op de brandstapel. 



    En, als ik aan Sarah en Abraham en hun zoon Isaac heb gedacht, dan was het omdat ik in de ‘Préface à la Bible hébraïque’[1] van George Steiner was gaan lezen:



    ‘La Bible est à nul autre pareil; tous les autres livres sont habités par le murmure de cette source lointaine’ en omdat, schrijft hij nog: ‘Tous nos autres livres, si différents soient-ils par leur matière ou leur méthode, se rattachent, fut-ce indirectement, à ce livre des livres.


     


    En het kan niet of het mag niet - en het gevaar is niet denkbeeldig - dat dit Boek ooit verdwijnen zou uit onze wereld, want als het verdwijnt , verdwijnt de basis van onze westerse beschaving, wordt het dak boven ons hoofd weggeschoven en wordt voor eeuwig verbannen: het enigmatische antwoord van Jahweh op de vraag van Mozes, wie Hij is die, verborgen in de brandende braamstruik, spreekt tot hem.


    En het antwoord hierop, zoals het er staat in Exodus 3,14 van de King James versie van 1611:


     


    ‘I AM THAT I AM, and he said, Thus shalt thou say unto the children of Israël, I AM hath sent me unto you’.  


     


    Het ‘I AM THAT I AM’ van de Hebreeuwse tekst - een tautologie noemt Steiner het – is Zijn auto-identificatie; een naam waar we niet overweg mee kunnen omdat die schijnbaar niet om te zetten is, als Hij er dan nog aan toevoegt: ‘zegt aan de kinderen van Israël dat het ‘IK BEN’ is die je stuurt’.


     


    Ikzelf vind het de meest intrigerende passage in het Oude Testament. Maar als ik zoek om het enigszins te begrijpen dan heb ik er mijn vertaling voor, namelijk, ‘Ik ben het ZIJNDE’, ‘ik ben dat wat IS’ of, ‘ik ben het Universum en al wat ermee verband houdt’ en het is het ZIJNDE die me stuurt tot jou, kinderen van Israël, én kinderen van de wereld.


     


    Dit, tot vreugde van velen misschien; tot ongemak, tot ongeloof van anderen. Het is slechts één regel, geknipt uit Exodus: 3, 14, één verbijsterende ingeving die eeuwen geleden uit de sterren kwam – zoals alle ingevingen - en door een groot schrijver-filosoof, op een rol oud papier werd neergezet.



    En vergeef me als ik jullie vandaag overval - in feite stond deze passage al lang als reserve opgetekend -  met de woorden van Iemand, verborgen in een brandende braamstruik.




    [1] George Steiner: ‘Préface à la Bible hébraïque’, Edition Bibliothèque Albin Michel, Idées, 2001 (traduit de l’Anglais par Pierre-Emmanuel Dauzat, Faber & Faber 1996).


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De brandende braamstruik

    l

     

    Hij, denkend een ogenblik aan wat in de Talmoed over Sarah geschreven staat, dat ze negentig jaar was toen ze beviel van Isaac en dat ze stierf van geluk toen ze hoorde dat Abraham haar zoon Isaac, zoals Jahweh hem eerst bevolen had, niet had geslachtofferd op de brandstapel. 


    En, als ik aan Sarah en Abraham en hun zoon Isaac, heb gedacht dan was het omdat ik in de ‘Préface à la Bible hébraïque’[1] van George Steiner was gaan lezen:

     

    ‘La Bible est à nul autre pareil; tous les autres livres sont habités par le murmure de cette source lointaine’ en omdat, schrijft hij nog: ‘Tous nos autres livres, si différents soient-ils par leur matière ou leur méthode, se rattachent, fut-ce indirectement, à ce livre des livres.

     

    En het kan niet of het mag niet - en het gevaar is niet denkbeeldig - dat dit Boek ooit verdwijnen zou uit onze wereld, want als het verdwijnt , verdwijnt de basis van onze westerse beschaving, wordt het dak boven ons hoofd weggeschoven en wordt voor eeuwig verbannen: het enigmatische antwoord van Jahweh op de vraag van Mozes, wie Hij is die, verborgen in de brandende braamstruik, spreekt tot hem.

     

    En het antwoord hierop, zoals het er staat in Exodus 3,14 van de King James versie van 1611:

     

    ‘I AM THAT I AM, and he said, Thus shalt thou say unto the children of Israël, I AM hath sent me unto you’.  

     

    Het ‘I AM THAT I AM’ van de Hebreeuwse tekst - een tautologie noemt Steiner het – is Zijn auto-identificatie; een naam waar we niet overweg mee kunnen omdat die schijnbaar niet om te zetten is, als Hij er dan nog aan toevoegt: ‘zegt aan de kinderen van Israël dat het ‘IK BEN’ is die je stuurt’.

     

    Ikzelf vind het de meest intrigerende passage in het Oude Testament. Maar als ik zoek om het enigszins te begrijpen dan heb ik er mijn vertaling voor, namelijk, ‘Ik ben het ZIJNDE’, ‘ik ben dat wat IS’ of, ‘ik ben het Universum en al wat ermee verband houdt’ en, het is het ZIJNDE die me stuurt tot jou, kinderen van Israël, én kinderen van de wereld.

     

    Dit, tot vreugde van velen misschien; tot ongemak, tot ongeloof van anderen. Het is slechts één regel, geknipt uit Exodus: 3, 14, één verbijsterende ingeving die eeuwen geleden uit de sterren kwam – zoals alle ingevingen - en door een groot schrijver-filosoof, op een rol oud papier werd neergezet.


    En vergeef me als ik jullie vandaag overval - in feite stond deze passage al lang als reserve opgetekend -  met de woorden van Iemand verborgen in een brandende braamstruik.



    [1] George Steiner: ‘Préface à la Bible hébraïque’, Edition Bibliothèque Albin Michel, Idées, 2001 (traduit de l’Anglais par Pierre-Emmanuel Dauzat, Faber & Faber 1996).


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beethoven en de sonate die ik schrijf

    Ik wou dat ik schrijven kon zoals Beethoven zijn sonates componeerde.

    Ik wou dat ik de woorden, in hun totaliteit aan betekenis en klank, bezitten kon, om te vertellen wat van het leven is, mijn zinnen bouwend om, zoals Beethoven, te zeggen wat nog nooit is gezegd, zelfs niet verzwegen.

    Woorden lijk pianoklanken komende uit het open venster van een oud kasteel, en gegrepen in het licht bewegen van lange witte gordijnen, een spanningsveld oproepend waarvan we niet weten noch vermoeden welke overgang ze oproepen zullen bij de lezer ervan, naar een of ander oord, naar een of ander gebeuren, in woorden die klanken zijn, klanken die een sonate zijn.

    En dan overgaan, ineens om de spanning op te lossen naar een tocht in de regen, komende van de boot van Hull, over York, over Inverness, doorheen de Highlands, om in Oban de laatste boot te halen, een late namiddag in de vroege zomer, en de haven van Oban verlatende, de zeeweg naar the Isle of Mull te nemen, en dit alles te toonzetten in pianoklanken en parameters, staande op de voorplecht, kijkend hoe de boot door het water schuift en lijnen trekt, onder de zwermen krijsende meeuwen. En het suizen van de wind In de oneindigheid van luchten met de grijze schimmen van eilanden in de verte.

    En in een andere beweging, waterkleurig en donker, de vage vormen van een kasteel van eeuwen her, het Eilean Donan castle, opduikend uit de laaghangende wolken. Een kasteel om er te wonen en er te schrijven voor de open haard, met in leder gebonden boeken open naast jou en, voor eenmaal,  een glas met wat malted whisky. En lezend bij de haard je gezellin. En, tot de avond valt, noten optekenend alsof je adem tegen adem, de liefde bedreef, om dan stil te vallen, leeg geschreven, leeg gedacht, een momentum lang, daarna opgelost in de schemer.

    Om nieuwe vormen te ontdekken in de geluiden van eeuwenoude muren en open haarden gevuld met halve boomstronken,. En je schrijft er, ontdaan en ontgroeid van al wat was met een blik naar wat nog komen zal, zoals het opgetekend ligt in het Grote Boek der Psalmen.

    Het beleven van elke sprankel ogenblik: het ogenblik van elk ogenblik, zijn en niets meer dan zijn. woorden die klanken lijk de vallende knikkers op de rode keukenvloer in het kasteel van Elias, die herinnering zijn.

    Maar, wie luistert er naar mij die met twee vrienden van Oban  uit, naar Mull gevaren is op een regendag; wie luistert er naar mij, die Eilean Donan castle zag zoals het te zien is en vooral zoals ik het nu, hertekend door Beethoven, heb teruggevonden. Wie heeft er nood om dit te weten als ik het niet zou zijn?

    Of, om verder te gaan, een opvulling bij wat al is gezegd, wie heeft er nood te weten dat er van Pessoa een standbeeld staat met een lege stoel ernaast, in het midden van de straat, vóór de deur van wat zijn stamcafé eens was, en dat ik in die stoel heb neergezeten?

    En of het dan beluisterd wordt of niet, heeft weinig belang. Zoals het gesteld is met mij kan het me geen zier schelen, al wou ik dat het goed is wat ik geschreven heb, dat het de sonate was die ik had willen schrijven omheen het Eilean Donan castle op de westkust van Schotland.

    Er is een reden voor, zelfs al ken ik ze niet. Zelfs al komen andere beelden aan, zelfs al wou ik ondertussen al gaan schrijven over Sa’ana en de gesluierde vrouw die me toesprak in de lege straat, alsof ze me iets vragen of iets zeggen wou.

    Een sonate is het die hier getoonzet staat.


    30-11--0001, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde  

    Reageer (0)

    Archief per week
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 29/11-05/12 -0001

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs