Het wordt een afspraak tussen de zon en mij om het volgende nobel punt te bereiken, dit van de herfstequinox.
Ikzelf heb dit als doel gesteld, het is een punt niet te dichtbij en ook niet te ver af, een punt op de baan van de aarde om de zon dat voor mij te halen kan zijn zodat ik er naar uitkijken kan om de zomer door te brengen. Tot dan loopt de afspraak die ik daarna hoop te kunnen verlengen tot een volgend nobel punt, nobel omwille van het kosmisch karakter ervan.
Deze afspraak is in een zekere mate noodzakelijk, het geeft me, ogenschijnlijk althans, een geruststelling wat mijn toekomst betreft en het laat me toe met vertrouwen er naar toe te leven.
Zo moedig ik me aan om zeker niet te versagen, ook niet in het lezen van ‘Alkibiades’ dit raadt een vriend me aan. Er wacht me dus een periode van drie maanden om wat te bereiken eigenlijk, want mijn tijd voor iets bijzonders is voorbij. dus, volmondig blijven lijkt me voldoende het zal me geestelijk wakker houden.
IK heb dus geen plannen meer om nog iets wel bepaald te bereiken, ik beken dat ik met ontzag opkijk naar wat ik reeds geschreven heb en dat ik het niet meer zie zitten - een paar maanden geleden wel nog – iets groots te presteren om af te sluiten, bijvoorbeeld al was het maar al mijn gedichten onder te brengen in één bundel. Vandaag ontbreekt me de moed hiervoor, morgen misschien niet.
Aldus wordt mijn afspraak geen sprankeling van creativiteit, geen voltooiing van ets dat al gepland stond, alles schijnt me zo broos toe ook mijn wandelingen in de tuin en het helend gevoel erbij.
Ik sta er nog, maar niet zoals ik het willen zou. De dokter die het goed meent met mij, ik oude man, vraagt me geduld te hebben. Geduld en geduld.
Heb ik het?
|