Waar kom ik uit als ik me instel op het gezang van de vogels in het bijzonder van de merel in de tuin en ik niets méér heb om over te vertellen?
Nergens denk ik, ik heb niets gemeen met hem dan de stilte die er anders zijn zou als ik schrijf, de stilte in mij waar alles verdoofd lijkt, te gesloten om enige waarheid te dragen, een waarheid waarop ik verder zou kunnen gaan om binnen te komen langs een herinnering in jullie geest naar mij gericht.
Ik jullie betreden wil langs die herinnering die jullie misschien hebben opengehouden voor mij ondanks de vele morgens dat ik er niet was en jullie toch zijn blijven geloven dat ik er terug eens zou staan als jullie zich openen op mij.
Weet vooreerst dat ik jullie niet vergeten was, dat ik voortdurend dacht aan jullie, maar ik niet de kracht had om me te openen in woorden, te zeer ingenomen door het lot dat me bezocht en me totaal geestelijk immobiliseerde in een cirkel van pijn die me dag en nacht vergezelde en waaruit ik thans nog niet volledig ben opgestaan maar die ik ignoreren wil om met mijn schrijven al het negatieve te overkomen.
Ik weet niet of ik erin slagen zal er voortaan elke morgen te staan maar ik wil een poging doen om terug een gezel te zijn in jullie dagen, een gezel, tenminste zo jullie er nood aan hebben even zeer als ik er nood aan heb.
Een andere boodschap heb ik niet maar het is met een gerust gemoed dat ik de dag binnenga vandaag.
|