Om mijn geschrift van gisteren af te ronden: een Universum om er simpelweg te zijn is zinloos; het heeft enkel zin er te zijn als het gezien kan worden, besproken en beoordeeld, hiervoor is de homo sapiens er. Hij geeft zin en betekenis aan het Universum, hij staat centraal in het bestaan ervan. Het lijkt erop, vertelde Hawking aan Hertog dat het Universum er is om leven te verwekken.
Maar ik weet nog niet hoe de reis van Hertog met Hawking verder verloopt. Wel weet ik – meen ik te weten – dat het Universum erop gericht is om niet alleen leven maar ook spiritueel leven, de homo sapiens, te verwekken en dit is pas een begin, ik denk ook nog dat het op weg is om de homo sapiens sapiens te verwekken.
Ik zal verder een deel van mijn tijd besteden aan de lectuur van ‘Het ontstaan van de tijd’, het schijnt me toe dat het een prachtig ‘geschreven’ boek moet zijn en ik denk niet me te vergissen als ik hetzelfde zeg over de inhoud ervan.
We leven dus op hoop de bevestiging te vinden voor wat we altijd hebben vooropgesteld: zonder de aanwezigheid van de mens heeft het erzijn van een Universum niet de minste zin want er zou niemand zijn om het te weten, om het te zien, om erover te oordelen.
Ik ben voorbij pagina 37 waar ik lees :
‘Het lijkt er daarentegen op dat we zouden moeten besluiten dat het leven, ook intelligent leven, slechts een toevallige voltreffer is van een volstrekt onpersoonlijk, wiskundig rijk, en dat er verder weinig meer over te zeggen valt.
Ik hoop dat dit niet de eindconclusies zijn of worden van het boek dat meer dan 300 pagina’s telt. Ik sluit dit gesprek hierover af, ik heb er voorlopig niets méér aan toe te voegen, enkel af te wachten waar Hertog me heen voeren zal.
Maar er is iets te zeggen over boeken, ze betoveren ons. Ze ontnemen ons de vrijheid van handelen, want eens op je tafel laten ze je niet meer los. Vooral dan als het een nieuw boek is dat binnenkomt en het ligt goed in de hand, je zet onmiddellijk met potlood je naam of handteken op het eerste blad samen met de datum en je hoopt dat het een vriend wordt die je een tijd lang vergezellen zal op de tocht die je nu ondernemen gaat, door een land dat je amper kent.
Je hoopt het einde van de tocht heelhuids te bereiken want je weet dat het een boek is doorweven met gedachten die moeilijk te volgen zijn en je volle aandacht eisen zullen. De jaren die je telt en wat je nog te doen meent te hebben zullen je vertragen in je opzet.
Je hebt zelfs geen enkele zekerheid dat je het einde bereiken zult, eigenlijk schrikt het je af, maar je bent begonnen en je waart geboeid door wat je te lezen kreeg. Je leerde heel wat al, teveel om er iets meer over te zeggen dan wat je reeds zegde.
Je hoort er verder wel meer over.
|