Gelicht uit november 2017
Ik had over de bevindingen van een paar professoren van de universiteit van Cambridge, Colin Humphrey en zijn coauteur, Graeme Waddington, in verband met een wel bekende als even vermaarde passage in het boek van Joshua, hoofdstuk 10, zijnde de verzen 12 en 13:
12: Op die dag, toen Yahweh de Amorieten aan de Israëlieten overleverde, heeft Joshua tot Yahweh gesproken en hij heeft in tegenwoordigheid van de Israëlieten gezegd: Zon sta stil bij Gibeon en gij maan, bij Ajjallons dal.
13: En de zon stond stil en de maan bleef staan terwijl het volk zijn vijand afstrafte. Staat het zo niet geschreven in het boek van de Rechtvaardige? De zon bleef midden aan de hemel staan en haastte zich niet onder te gaan, ongeveer de hele dag.
Beeldspraak of realiteit, inbeelding of een historisch gebeuren?
Hilde Van den Eynde herneemt de woorden van Colin Humphrey, die vindt dat je de tekst ook kunt lezen dat de zon en de maan ophielden te doen wat ze doorgaans doen, namelijk schijnen.’ Zo bekeken kan de Bijbeltekst verwijzen naar een zonsverduistering, waarbij de maan voor de zon schuift, zodat die ophoudt met schijnen. Het Hebreeuwse woord ‘dôm’, dat zowel ‘geluidloos’ als ‘onbeweeglijk’ kan betekenen, zou dan vertaald worden als een bevel: ‘word donker’ in plaats van ‘sta stil’.
Goed gevonden, heel goed, maar hij vergeet hierbij de contekst, het ‘donker worden’, het smeken om een zonsverduistering dus, Joshua niet helpen zal om de Amorieten te verslaan. Integendeel, hij had iets anders kunnen vragen, iets dat zo voor de hand lag om te vragen en dat te lezen staat in het vers, vóór 12 en 13, namelijk in vers 11:
Toen zij – het betreft hier de Amorieten – vluchtend voor Israël, op de steile helling van Bet-Choron gekomen waren, liet Yahweh uit de hemel grote stenen op hen neerhagelen die hen doodden. Er stierven er meer door de hagelstenen dan de Israëlieten er met het zwaard konden doden.
Dit, mijn waarde professor Collin Humphrey, betreft een even belangrijk feit als het stilstaan van zon en maan. Het is een gebeuren dat even opmerkelijk was en gezien moet worden als de uitloper van een stilstaande zon. Het verbaast me dan ook dat de Professoren hiervoor geen oog hebben gehad. Hebben ze de Bijbel wel ter hand genomen en gelezen wat er duidelijk vermeld staat?
Ik ga nu niet zeggen dat ik er mijn slaap voor laat, maar de verzen Joshua 10, 11 tot 13, zijn uitzonderlijk verrassend, wie zou zo iets durven schrijven als er helemaal niets aan de hand was? IK beken dan ook als lezer van de Bijbel houdt het me bezig.
Het raadsel, want het is er een, steekt torenhoog uit boven de vele verhalen in de Bijbel. We willen het niet zien, we willen het niet geloven. De opgetekende feiten duiden op een natuurfenomeen dat niet te verklaren is.
Wat er wel is, is wat Hevelius, in het Latijn schreef in zijn Cometographia van 1668: dat in het jaar van de wereld 2453 (1495 voor Chr.), according to certain authorities, a comet was seen in Syria, Babylonia, India, in the form of a disc, at the very time when the Israelites were on their march from Egypt to the promised land. Het is een Russische Jood die dit opgezocht heeft, een bevestiging van wat Plinius ervoor geschreven had;, van wat Rockenbach, gepubliceerd had in Wittenberg in 1602. Kan het dat er een komeet in het spel was die dicht langs de aarde is voorbij gezoefd?
Ik weet bij ondervinding dat het geen zin meer heeft te verwijzen naar ‘Worlds in Collision’; ik weet dat niemand de moed zal hebben dit werk van 380 pagina’s, daterend van de jaren ’50, te lezen, overlopen is niet voldoende; ik weet dat de naam van de schrijver, Immanuel Velikovsky, voldoende is om af te schrikken. Ik weet dit allemaal – Israël wil niet dat de Exodus gebaseerd is op een catastrofaal gebeuren maar op een tussenkomst van Jahweh - maar ik weet ook, met absolute zekerheid dat, als er één boek moet gelezen worden, het ‘Worlds in Collision’ is.
Colin Humphrey en zijn collega hebben het niet gedaan. Had hij het gedaan hij zou niet geschreven hebben wat hij geschreven heeft. Hij zou dubbel gezwegen hebben.
Waarom kom ik hier regelmatig op terug? Wel het is een obsessie van mij en het is vers Joshua 10, 11 die niemand leest die er de oorzaak van is. Al zie ik niet in, een God in zijn Universum hoe die zich zorgen zou maken om wat er gebeurt ergens in een puntje van zijn Heelal? Het kon misschien wel toen de aarde voor de mens nog het centrale punt was.
|