De
lezers van het eerste uur op zondag 10 maart, gisteren dus, hebben een
onverzorgde tekst gevonden. De oorzaak ervan was dat ik pas, heel laat op de
avond, besloten had de tekst die klaar stond om ingelogd te worden, te
vervangen door een andere tekst die ik nog
te schrijven had. Pas enkele minuten vóór middernacht ben ik er mee klaar
gekomen, zo dacht ik ten minste, pas nadat op zondag, de eerste lezers
gepasseerd waren heb ik gezien hoe verraderlijk de tekst wel was, en heb ik hem
verbeterd, het was toen 08.00.
Het
zijn dingen die gebeuren, ze situeren zich in het verloop van een dag die ,
moet ik het nog zeggen, te vroeg begint en te laat eindigt, de ogen half
gesloten van vermoeidheid.
Heb
ik me te verontschuldigen hiervoor?
Mijn
schrijven is enerzijds een spel, een tijdig of niet klaar komen met een tekst,
maar anderzijds is het een ernst, namelijk er voor zorgen dat het geschrevene,
het achter gelatene, leesbaar en aanvaardbaar is. Het is wel niet met een bang
hart dat ik mijn woorden inlog, maar dan wel met een lichte bezorgdheid te
weten hoe ze zullen ontvangen worden.
Ik
tracht daarenboven vernieuwend te zijn en niet te struikelen over alledaagse
dingen, maar daar ligt ook het gevaar dat, hoewel ik er niet over struikel,
jullie het wel doen. Wat me dus in niets vooruit helpt.
Wat
mijn lectuur aangaat wil jullie ontlasten van een eventueel gevoel dat je zou
kunnen hebben als de naam Freeman Dyson zou klinken als de naam van een
illustere onbekende. Ik heb zijn boek pas leren kennen vijf jaar nadat het
uitgekomen was. En dan nog omdat ik, altijd open staande voor al wat het woord
Universum en Oneindigheid betreft, op een dag in de FNAC, gestruikeld ben
over de titel van zijn boek Infinite in
all directions.
Met
potlood heb ik die dag vermeld in het boek zelf, het was op 1 september van het
jaar 1993, meer dan een kwarteeuw geleden. Ik heb het grondig gelezen want er
zijn weinig paginas die geen sporen dragen van het potlood dat ik klaar houd,
samen met een liniaal of postkaart als ik dergelijke werken lees. En ik zie pas
nu dat ik maar de acht eerste hoofdstukken grondig gelezen heb, maar niet de
zeven volgende, met als zestiende en laatste: The twenty-first century een hoofdstuk dat ik zeker had moeten
lezen, want het begint met: Technology
is a gift of God. After the gift of life it is perhaps the greatest of Gods
gifts. It is the mother of civilisations, of art and sciences.
Hoewel
ik God niet wil betrekken bij de technologische vooruitgang, wat Dyson
schijnbaar wel doet, en ik de technologie zo maar niet wil zien als de moeder
van beschavingen, van kunst en wetenschappen, wil ik toch een poging doen om
hem verder te lezen een van de komende dagen/weken. Ik heb echter nog heel wat
te doen dat voorlopig prioriteit krijgt. Maar wees gerust, je hoort er nog wel
iets over.
|