Hoe
moet het vandaag: niet met mij, dit is maar doodgewoon, maar met de wereld, nu, naar het me voorkomt,
de jeugd is opgestaan in dit land? De schoolgaande jeugd die wil dat met meer
ernst en inzicht gekeken en gehandeld wordt opdat de natuur zijn evenwicht
terugvinden zou. En ze zeggen te willen volharden.
Hoe
zouden politieke leiders reageren indien de reactie van gisteren, 10 januari,
begonnen door enkelen, zich verspreiden zou over West-Europa en, een
dag op de week, alle scholen - leerlingen vanaf 16, 17 jaar - zouden leeglopen
om hier of daar te gaan betogen?
Ik
zie het gebeuren, misschien als een spel in den beginne, maar ik denk dat de
jeugd van heden er toe in staat is om dit vol te houden en op te volgen voor
een tijd, tenminste zo het geen spijbelen wordt, voor zij die er van profiteren
willen.
Of
het zo ver en zo algemeen worden zal weet ik niet, maar het kan. En zeker, het
zou origineel zijn, het zou iets totaal nieuw zijn: de volwassenen die niet
weten hoe er mee om te gaan en de jeugd die zich verzet, die haar wereld niet
wil zien ten onder gaan. Dit zou eens een echte staking kunnen zijn, deze voor
het levensbehoud van wat zo kostbaar is en niet om enkele centen meer.
En
dan, wat de televisie ons brengt, de mens, de kinderen, in het stuk geschoten
land van Yemen, het land dat je, na Kamal Salibi[1] te
hebben gelezen, het Bijbelland heb genoemd; het land - toen Noord-Yemen - dat
je doorkruiste met vrienden; dat je ongerept en prachtig vond, historisch wat
de gebouwen betrof en na Salibi, een soort Heilig land geworden, het land van
Abraham en de Bijbel.
Het was aan de Rode Zee dat je La Bible est née en Arabie ten
geschenke heb gekregen, de dag van je verjaardag, de avond en de nacht dat je
slapend op een brits op het strand, in open lucht, Sirius, het sterrenbeeld van
Orion en de planeten Venus en Jupiter, geleidelijk, naar mate de nacht vorderde,
hebt zien ondergaan in de Rode Zee, met als stilte over mij de geluiden van het
op en neer gaan van het water.
Je
vergeet zo iets niet, evenmin de vele plaatsen die je bezocht, Saana, Ibb,
Mahreb, Kawkaban, tijdens de veertien dagen dat je er waart. Beelden die achteraf
in een totaal nieuw daglicht werden geplaatst door Salibi, een verloren ziel -
wie vernoemt hem nog? - Diepe voren zijn het, getrokken in je herinneren, niet
uit te wissen door de tijd. Maar hoe moet het met het leven in het stuk
geschoten Yemen, waarvan VTM ons nu de beelden toont.
Dit
alles is van je ochtend, zal van je dag zijn en van de dagen die komen. Niet
overheersend, maar toch aanwezig, zoals het verhaal van Sholokov over Gregor Pantalevich:
over het leven van de Kozakken in de steppes aan de Don. En hun opstand tegen
het Rode leger, honderd jaar geleden, het boek dat eveneens zijn sporen nalaat,
al was het maar slechts één detail ervan, toen er geen papier meer was, het
opgebruiken van het papier van de Bijbel en andere heilige boeken om hun
sigaretten te rollen.
Maar,
wat de verwoesting van Yemen betreft, deze van de hoofdstad, Saana, onder de
bescherming van de UNESCO is er het ergst aan toe. Het beeld dat ik er van
overgehouden heb, dat van een volk en een cultuur, de patina ervan is nog enkel
van de postkaarten af te lezen.
Dit
staat ons ooit, misschien ook te wachten. In elk geval, we leven ermee in ons
achterhoofd.
[1] Kamal Salibi:
La Bible est née en Arabie', Bernard Grasset, 1986; Het ware land van Abraham,
Elsevier,1985; The Historicity of Biblical Israel, Nabu publications, London,
1995;.
|