De volgende morgen wordt hij
geconfronteerd met wat hij geschreven had, er naast ligt het visitekaartje met
de naam, als de roep van haar. Maar hij weet niet hoe hij dit teken begrijpen
moet: is het als een kennismaking met haar werk of met haar zelf, of is het met
beide?
Zo blijft in hem nog altijd de zin in
meer die hij had kunnen zeggen. Een zin in meer, een stap in meer die hij niet
zetten zal en waarvan hij nimmer weten zal waarheen die stap hem en dit eens
te meer - zou gevoerd hebben.
Hij denkt aan Marguerite Yourcenar die
verwijst naar het verhaal van die arme straatmus, uit Bedes Ecclesiastical History of the English
People*, die op een stormnacht binnenvloog in de warme, verlichte en
rumoerige banketzaal van Koning Edwin en langs de andere zijde buiten vloog,
opgeslorpt door de donkerste stormnacht. De vlucht van de straatmus, symbool
voor een mensenleven, dat komende uit de duisternis even het licht doorkruist
om te verdwijnen in een even grote duisternis.
En, schrijft Yourcenar, getroffen
door het verhaal, liet Koning Edwin zich bepraten door Bede, met het gevolg dat
de monnik Paulinus, de toelating kreeg de christelijke leer te verkondigen op
het grondgebied van Edwin, waaruit dan later voort zouden komen: het klooster
van Lindisfarne, de kathedraal van Durham, deze van York, de moord op Thomas
van Canterbury en zo de gevolgen van Edwins bekering altijd verder en verder
schuivend in de tijd tot waar katholieken en protestanten elkaar, gedurende
jaren, zouden uitmoorden in de straten van Belfast.
En Yourcenar schoof een andere
gedachte binnen bij hem: het Laatste Avondmaal uit het Evangelie van Johannes
en de Jood Judas Ischariot die de homp brood, in de wijn gedrenkt, kreeg
toegeschoven, een klein gebeuren met grote gevolgen voor het Joodse volk dat
later, veel later, talloze pogroms zou ondergaan en de Shoah zou kennen. Gebeurtenissen die, uit elkaar voortvloeiend, de
aanleiding zouden zijn tot de stichting van de staat Israël en de zwerftocht
van de Palestijnen verjaagd uit hun vaderland.
Eigenlijk, waarom was er toen een
verrader nodig: kon Christus niet voorzien dat zijn keuze, Judas aan te duiden,
zware gevolgen zou kennen voor het uitverkoren volk van zijn Vader; was het doorschuiven
van het brood maar Judas toe, een opdracht aan Judas, of door Judas gezien als
dusdanig; of dan nog, was het niet een vondst van de schrijver van dit
evangelie?
En, indien de idee dan toch van Judas
zelf zou geweest zijn, ware het voor Jezus niet passender, gezien hij het wist,
Judas te overhalen het niet te doen en zichzelf over te geven aan hen die hem
zochten, al was het maar opdat Judas niet zou zondigen en wat erger is, zich
niet zou zelfmoorden? Althans zo dit de echte feiten zijn die zich hebben
voorgedaan, wat we ook nimmer weten zullen.
Zo ook, weet niemand ooit, welke de
gevolgen kunnen zijn van een woord of een daad, weet niemand waar een gezette
stap je brengen zal, wat er hieruit voortkomen zal, wie je ontmoeten zult op
welke plaats ook, het kan zelfs in een berghut op 2.886 meter hoogte zijn.
*Bede: Ecclesiastical
History of the English People,Penguin classics, ed 1990:
Your Majesty, when we compare the present
life of man on earth with that time of which we have no knowledge, it seems to
me like the swift flight of a single sparrow through the banqueting-hall where
you are sitting at dinner on a winters day with your thegns and counsellors.
In the midst there is a comforting fire to warm the hall; outside, the storms
of winter rain or snow are raging. This sparrow flies swiftly in through one
door of the hall, and out through another. While he is inside, he is safe from
the winter storms; but after a few moments of comfort, he vanishes from sight
into the wintry world from which he came. Even so, man appears on earth for a
little while; but of what went before this life or of what follows, we know
nothing. Therefor if this new teaching has brought any more certain knowledge,
it seems only right that we should follow it ... pag. 129.
|