Het is alsof het, dag na dag, een andere persoon is die, op een andere plaats zich horen laat over een ander onderwerp, want je begint zelden waar je de dag ervoor eindigde. De dag van gisteren is heel ver af, alles is te herbeginnen en niet altijd weet ik welke weg ik volgen zal en waar ik zal uitkomen.
Soms lukt het mede gepaste weg te nemen, soms niet; soms wordt er gereageerd op wat ik laat gaan, waarvoor mijn dank, soms is er helemaal niets. Dit is het lot dat ik koos en het kader waar binnen alles zich afspeelt. Dit betekent ook dat je het maximum halen moet uit het gebeuren en de ontmoetingen van de dag. Je kunt wel gaan middagmalen met een paar vrienden, je kunt wel een tentoonstelling bezoeken van het werk van een vriend, maar ogenblikken erna ben je alleen met jezelf en trek je, je conclusies over wat er gezegd werd en niet gezegd.
Duidelijk is, dat het niet volstaat uit te weiden over het gevaar dat de islam betekent voor de westerse beschaving, als we zelf bijdragen tot het verval ervan, al was het maar door het imago dat de kunst van heden ons voorschotelt. Dat we ons zouden moeten herbevestigen.
De Kerk sluit de ogen en biedt, naar het voorbeeld van Christus, haar andere wang aan. Een actief diepgaand verzet voert ze niet. Ze kent nochtans voldoende de argumentatie van Etienne Vermeersch en consoorten. Ze weet voldoende dat de figuur van een Christus, zoon van God, gestorven op het kruis ter vergeving van de zonden, een verhaal is dat bezwijkt onder de tegenargumenten; dat het geloof in de transsubstantiatie van brood en wijn, in het lichaam en bloed van Christus heel sterk is afgezwakt om niet te zeggen betekenisloos is geworden, met zijn weerslag op wat het misoffer betreft; dan toch in het westen, bij een groot van de bevolking. Met als resultaat de leegloop van de kerken.
Aldus zijn geleidelijk aan, de geestelijke wapens die we hadden afgestompt en van hun intrinsieke waarde ontdaan en wachten we, na twee duizend jaar, op een nieuwe herbronning, een nieuwe Messias die ons, gelovigen als niet gelovigen, inspireren zou met totaal nieuwe richtlijnen om naar te leven: respect en verdieping in de eerste plaats, waaruit dan een gans andere, meer realistische levensregel zou kunnen worden opgebouwd.
We beseffen echter dat dit ijdele woorden zijn, dat er in dit opzicht niets gebeuren zal, dat we te zeer begaan zijn met andere meer materiële aspecten en dat er, in de huidige vorm van samenleven, geen plaats meer is, noch voor het sacrale noch voor het kosmische, noch voor de verdieping in de geest.
Zodat we gedoemd zijn om te vergaan in een wereld waaruit het spirituele aan het verdwijnen is of, wat misschien nog erger is, de sterker en sterker wordende infiltratie van de fanatieke islam te ondergaan. Wat ons onherroepelijk, verder en verder zou doen afglijden naar een wereld waarin we slaafs zullen gehoorzamen aan wat een zogenaamde profeet verkondigde in de zevende eeuw.
|