Elke dag een nieuw onderwerp aansnijden, iets dat geen binding zou hebben met wat ik al geschreven heb of, bepaalde zaken gaan bekijken van uit een andere invalshoek of met andere verwevenheden is niet zo evident. Ikzelf ben geen PC die dit eventueel zou kunnen uitschakelen of minstens een verwittiging sturen. Maar het is me duidelijk, mijn geest, wat het onthouden betreft, vertoont gaten, en als het gebeurt dat ik eens – dikwijls is dit niet – terugblader, dan heb ik regelmatig de neiging belangrijke zaken te herkauwen, maar om deze reden noem ik ze dan ook belangrijk.
Ik wou vandaag met een blog antwoorden aan iemand die me meer dan de anderen regelmatig schrijft en begaan is met de inhoud als de omvang van mijn blogs. Hij permitteerde zich zelf mijn blogs van maart 2012 tot januari 2015 te gaan lezen, wat een hele inspanning moet gevergd hebben. Hij vond dat één op zeven blogs voor hem waard was afzonderlijk genoteerd te worden, waarvoor ik hem van harte dank. Ik hoef zijn naam niet te noemen, hij leest me, hij weet dat ik me tot hem richt, niet in code, maar openlijk zoals het betaamt onder mensen die zich vriend noemen, vriend zelfs al zien we elkaar niet zo heel veel.
Ik weet dat, zoals wij allen, he is struggling with the most important question on earth and heaven, who or what is the one called God? Ik wou dat ik hem in klare termen op deze vraag kon antwoorden. Ik kan hem alleen zeggen dat, wat met absolute zekerheid bestaat – dit wil zeggen waaraan niet kan getwijfeld worden omdat het betekenen zou dat we aan ons zelf zouden twijfelen – het, het Universum is.
Het Universum IS maar het zegt ons nog niet hoe het is, noch vanwaar het komt, noch waarheen het vliedt als teken van de tijd die als een pijl de ruimte in schiet. Maar het Universum kan ontleed worden. Wijze wetenschappers hebben er zich over gebogen en blijven dit doen. En zoals het Universum vliedt, zo blijven zij in beweging om te weten hoe het is gestructureerd en vooral hoe de diverse structuren ervan op elkaar inwerken, zoals ze inwerken op elkaar.
Wat mij betreft loopt deze vraag minstens evenwijdig, zo niet gelijk, met de vraag hoger in het Engels gesteld. Ik baseer me hiervoor niet op Spinoza – hoewel deze, beide vragen zonder de minste twijfel als gelijklopend zou gezien hebben, indien hij in onze dagen had geleefd – maar omdat ik, de jaren helpende, er toe gekomen ben om dit als een waarheid te aanzien. Een waarheid die boven alles uitsteekt en die ik ten allen prijze verdedigen wil. Aldus, mijn beste vriend, heb ik slechts één antwoord op de uiteindelijke vraag, die we ons stellen moeten, hoe komt het dat een Higgs deeltje – het minimaalste dat we tot nu toe kennen – ‘weet’, niet alleen weet welke affiniteit het heeft met de andere deeltjes, maar ook, weet en kent welke functie het te vervullen heeft in het raderwerk van het immense Universum dat ons overkoepelt en levend houdt. En het heeft een functie, otherwise it wouldn’t exist.
Mijn antwoord hierop is dan ook heel duidelijk, het is omdat die affiniteit is wat niet te noemen is, het of de Onnoembare is en dat, zoals het Univetrsum is, het of de Onnoembare is. C'est du Spinoza 100%.
Aan elk van ons is het geraden het of de Onnoembare een naam te geven, echter zonder zijn ‘onnoembaarheid' te schaden.
|